Zweedse Herrey
wint songfestival
Televisiefilm over eerste vrouwenvakbond
Onbekende
opera van
Donizetti
gevonden
Hoppenstedt daalt af in menselijke geest
Tranen en zweet als blinkende parels door het kantgoed
Verdeeldheid over smaak jury
Schrijvers
leiden hun
favoriete
films in
MAANDAG 7 MEI 1984
Radio - tv - kunst
PAGINA 11
NEW YORK (AFP) - Op de zol
der van de koninklijke opera
van Covent Garden in Lon
den is de onuitgegeven parti
tuur gevonden van een opera
die wordt toegeschreven aan
de Italiaan Gaetano Donizet
ti (1797-1848). Dit heeft de
New York Times van gisteren
gemeld.
De opera is in drie akten en heet
"Elisahetta". De partituur
werd bij toeval ontdekt door
een journalist van de N.Y. Ti
mes die research doet voor
een operaboek.
De journalist, William Crut-
chield, zegt dat de partituur
door deskundigen op het ge
bied van de Italiaanse opera
en Donizettikenners wordt
toegeschreven aan de man
die tussen 1816 en 1844 onge
veer 70 opera's componeerde.
Volgens de New York Times
zijn ook in de Nationale Bi
bliotheek van Parijs docu
menten en manuscripten met
betrekking tot "Elisabetta"
gevonden.
"Ëlisabetta" zou zijn ontleend
aan een andere onuitgegeven
opera van Donizetti getiteld
"Otto mesi in due ore" (Acht
maanden in twee uur), ge
schreven in 1827 en hande
lend over een trektocht in
Rusland van acht maanden
van een jonge vrouw die de
invrijheidstelling van haar
vader wil bewerkstelligen.
AMSTERDAM (GPD) - „Moeten vrouwen die niet trou
wen de hongerdood sterven? Is het geen schandaal dat
vrouwen zo weinig verdienen dat zij afhankelijk zijn van
familie of echtgenoot!?". Met die woorden heeft de Am
sterdamse naaister Roosje Vos 87 jaar geleden de grond
slag gelegd voor de eerste vrouwenvakbond van Neder
land, de naaistersvereniging Allen Een.
Meisjes en vrouwen werkten in die
tijd onder de meest ongezonde
omstandigheden zestien uur per
dag of langer voor de confectie-
industrie. Zij verdienden amper
drie cent per uur en moesten zelf
naald en garen betalen. De VA-
RA-televisie zendt morgenavond
een film uit onder de titel 'Drie
cent in het uur'. Het is een gedra
matiseerde documentaire over
Roosje Vos en de andere naai
sters die rond de eeuwwisseling
met onverwachte strijdlust in ac
tie zijn gekomen tegen hun sla-
venbestaan.
Speelfilm
De film werd geproduceerd door
de 28-jarige Pauline Durlacher
met steun van het directoraat
coördinatie emancipatiezaken
van het ministerie van sociale za
ken. Pauline zegt: „We- zijn er
tweeënhalf jaar geleden mee be
gonnen. Het script was bedoeld
als documentaire, maar tijdens
de opnamen werd het steeds
meer. Het is eigenlijk eeri kleine
speelfilm geworden met een
commentaarstem die achter
grondinformatie geeft". Voor de
scènes in het Amsterdam anno
1900 heeft regisseuse Jacqueline
Bakker de binnenstad van Haar
lem gekozen. Musea in Dor
drecht en Utrecht vormden het
decor voor de binnenopnamen
en een zolder van de Sociale
Dienst in Amsterdam werd ver
anderd in een stoffig atelier.
Honderden
Amsterdam telde rond de eeuw
wisseling honderden van dat
soort naaiateliers. De confectie-
industrie begon hier rond 1870 in
navolging van Duitsland mas
sakleren te produceren voor het
grote publiek. Zelfstandige
kleermakers werden kapotge-
concurreerd en huisarbeiders na
men tegen een hongerloon werk
aan van de confectieateliers. Aan
het eind van de 19e eeuw waren
niet alleen mannen- en vrou
wenkleding confectieprodukten
geworden maar ook de lingerie
branche was overgegaan op mas
sagoed. Linnennaaisters maak
ten hemden, broeken, schorten
en rokken in serie en een van hen
zou in het eigen vakblad De
Naaistersbode schrijven „Wij
naaien ons zweet en onze tranen
meteen als blinkende parels door
het kantgoed heen".
Roland Holst
In de film 'Drie cent in het uur'
wordt in mooie bruingele tinten
het verschil geschilderd tussen
de mevrouwen en de naaisters
van de vorige eeuw. In een soort
happy-end blijven de strijdlusti
ge linnennaaisters achter in een
eigen coöperatief atelier waar
wordt gezongen en gepraat bij
het werk zonder dat een valse
cheffin hen boetes kan opleggen.
De werkelijkheid is voor de eer
ste vrouwenvakbond niet zo
rooskleurig geweest. De naai
sters voelden zich in 1897 in de
steek gelaten door de kleerma
kersvakbond Eendracht maakt
Macht en zij organiseerden met
steun van de Vrije Vrouwenve
reniging (VW) een bijeen
komst voor de confectiearbeid-
sters. De feministe Wilhelmina
Drucker, oprichter van de VW,
adviseerde de naaisters om zelf
de leiding in handen te houden
van hun nieuwe vereniging. Een
maand later stelde de kleerma
kersvakbond voor om te fuseren
met de naaistersvereniging,
maar nu wilden de vrouwen niet
Conflicten
Roosje Vos en haar collega's werk
ten mee aan de nationale ten
toonstelling Vrouwenarbeid die
in 1898 in Den Haag werd ge
opend en grote invloed had op de
vrouwenbeweging. Tijdens de
voorbereiding ontstonden de
eerste conflicten tussen de femi
nistes van stand en de socialis
ten, met name over de kwestie
uitbreiding of wettelijke be
scherming van vrouwenarbeid.
Henriëtte Roland Holst, net lid
geworden van de Sociaal-Demo
cratische Arbeiderspartij
Marjan Sax (staande) als Roosje Vos, oprichtster
wordt boeiend uit de doeken gedaan in 'Drie cent
het
naaistervereniging 'Allen Een'. Het ontstaan daarvan
Lur', morgenavond op tv. (foto gpd)
(SDAP), de voorloper van de
PvdA, riep: „Arbeidsters waakt,
laat u niet strikken voor de be
langetjes van bourgeois-dames".
De vrouwenvakbond bleef klein.
Van de 6000 naaisters in Amster
dam waren in 1899 maar 150 lid
van de naaistersbond, maar het
effect was groot. In het begin van
de tien jaar dat bond zelfstandig
werkte zijn veel klachten over ar
beidsomstandigheden en onder
betaling onderzocht. Er zijn veel
stakingen gesteund. In 1900
bracht een onderzoekscommis
sie van de gemeente Amsterdam
een realistisch rapport uit over
het werk in de kledingindustrie.
De naaisters meenden dat het nu
tijd was om samen te werken
met hun manlijke collega's. De
Expositie in werkplaats 'De Bange Duivel'
Schilderijen en aquarellen van Geo
Hoppenstedt. Werkplaats 'De Ban
ge Duivel', Rijndijktraat 4. Tot 10
juni. Geopend: di./woJdo. en za.
van 13-17 uur.
LEIDEN - In Werkplaats 'De
Bange Duivel' wordt sinds za
terdag interessant werk ge
toond van de Berlijnse kunste
naar Geo Hoppenstedt. De
Bange Duivel, die wordt gedre
ven door de kunstenaar Pol
Jong, is een open atelier waar
kunstenaars zich met allerlei
druktechnieken kunnen bezig
houden. Tweemaal per jaar
wordt er (niet speciaal gra
fisch) werk geëxposeerd van
moderne kunstenaars die hier
voor min of meer bij toeval
worden uitgekozen. In het
verleden was onder meer werk
te zien van de Duitser Günther
Wagner en van de Nederlandse
graficus Ab Steenvoorden. Nu
is er moeite gedaan om werk
naar voren te halen van Geo
Hoppenstedt.
Hoppenstedt werd in 1945 gebo- -
ren te Bad Pyrmont en leeft
momenteel het grootste deel
van het jaar in Berlijn. Hij volg
de daar een artistieke oplei
ding aan de Kunst-Hochschule
bij prof. Peter Janssen. De
Bange Duivel toont circa ze
ventig recente schilderingen in
olie- en waterverf van hem,
waarin aspecten van het psy
chisch leven van de mens zijn
verbeeld. De kunstenaar is
voor enige dagen naar Neder
land overgekomen om de ex
positie in te richten.
"In mijn werk staat het mense
lijk individu centraal. Ik ver
beeld vooral innerlijke ver
scheurdheid en conflicten die
de mens kan hebben met zijn
omgeving. Het draait om de
mens die stabiliteit zoekt, de
mens die opgaat in de massa.
Om conflicten tussen mensen
en de mens in gevecht met een
maatschappelijk keurslijf',
zegt Hoppenstedt. "Ik schilder
in het algemeen vrij intuïtief.
Ik begin met wat streken en
dan volgt er van alles. Het re
sultaat verrast mij vaak. Mijn
werken volgen niet op concre
te ideeën. Het enige vaste idee
van waaruit ik werk wordt ge
vormd door het gegeven 'de
"Belangrijke artistieke inspira
tiebronnen zijn voor mij vooral
de werken van James Ensor,
Willem de Kooning en Francis
Bacon", vervolgt hij.
Maskers
De betrokkenheid bij het inner
lijk leven van de mens is dui
delijk af te lezen uit Hoppen-
stedt's werken. De schilderin
gen bijna alle van beschei
den formaat - tonen in zwart
wit of kleur schetsmatige aan
duidingen van mensfiguren.
Deze figuren staan alleen of in
groepsverband en zijn vrijwel
steeds in een abstract gehou
den omgeving opgenomen.
Gevoelig en subtiel zijn de ge
zichten die vaak maskers lij-,
ken. Het 'innerlijke' leven
toont de kunstenaar in streken
en vlekken die om en onder die
gezichten zijn geplaatst. Zo
laat 'De geworpene' een men
selijk wezen zien dat 'in de
hoek' is gedrukt. Het heeft een
tamelijk treurige blik in de
ogen en tracht met de armen
contact te krijgen met een vrije
buitenwereld. Het grootste
deel van zijn lichaam zit vast
geplakt en gaat op in een chao
tisch geheel van lijnen en vlak
ken. Dit laatste is in feite een
symbolische verbeelding van
het verscheurde, conflictvolle
innerlijk van de mens.
In andere schilderingen zijn (vo-
gel-)kooien verwerkt. Deze
zien we verschijnen onder
hoofden en soms volledig ver
smelten met een ribbenkast.
Hiermee wordt ondubbelzin
nig iets gesuggereerd van ge
bondenheid. Het werk 'Wind
harp' laat een dergelijke voor
stelling van een kooi-mens
zien die doorspeeld wordt door
de wind. Kleurige vlekjes sug
gereren tonen, opgeroepen
door omgang met de buitenwe
reld.
De werken zijn beslist niet alle
maal eenduidig. De kunste
naar wil de beschouwer graag
de ruimte laten voor eigen vrije
associaties. Zo wordt de kijker
tot mede-kunstenaar gemaakt.
De schilderijen bestaan daar
door uit veel aanduidingen
waar je allerlei kanten mee op
kan. Als kijker weetje dan niet
altijd of je aanvoelt wat de kun
stenaar heeft aangevoeld. Je
zou van onvoldoende zeg
gingskracht kunnen spreken,
wat een zwak punt is in zijn
werk.
Gelukkig is een groot deel van
zijn schilderijen, mits aandach
tig bekeken, helder genoeg. Zo
toont een aantal aquarellen
'publiek' in theaters of zo maar
een verzameling hoofden die
op het eerste gezicht gelijkvor
mig lijken, maar nader beke
ken verschillende, individuele
trekken vertonen. Wanneer de
toeschouwer meedeint met al
de nuances van Hoppenstedt's
penseelvruchten daalt hij met
hem af in de diepten van de
menselijke psyche.
En dat is in dit geval beslist een
fascinerende, maar niet een
voudige afdaling.
ANTOON ERFTEMEIJER
fusie met de kleermakers bete
kende in feite het einde van de
aparte organisatie voor vrouwen.
Hun invloed binnen de bond
werd snel teruggebracht tot nul.
Bropchure
In opdracht van het FNV-secreta-
riaat van vrouwelijke werkne
mers heeft Miijam Elias een bro
chure geschreven over het ont
staan en de ondergang van deze
eerste vrouwenvakbond in Ne
derland. Het boekje zal als docu
mentatiemateriaal worden ge
bruikt naast de film 'Drie cent in
het uur'. Volgens Kitty Rooze-
mond van de FNV kan de ge
schiedenis van de naaistersbond
een les zijn voor vrouwen binnen
de huidige vakbeweging. Zij
zegt: „De kracht die wordt ge
wonnen door ons met mannen te
organiseren moet niet ten koste
gaan van de eigenheid. Het is no
dig dat vrouwen binnen het gro
te geheel hun eigen belangen
blijven behartigen".
Het unieke van de naaistersvereni
ging was dat de leden de wereld
zagen door de ogen van vrou
wen. Roosje Vos vond dat vrou
wen een behoorlijk loon moesten
verdienen omdat zij het recht
hadden zichzelf in leven te hou
den. Toen vrouwen hun invloed
binnen de bond kwijt waren,
werden naaisters weer in de ge
bruikelijke uitzonderingspositie
geplaatst, hoewel zij tachtig pro
cent van het werk in de kleding
industrie voor hun rekening na
men. (Morgenavond om 23.00
uur, Nederland 1).
LEZING In het Stedelijk Mu
seum De Lakenhal bespreekt
mevrouw J. Boyens morgen aan
de hand van dia's en kunstwer
ken de laatste 25 jaar van het
werk van de beeldend kunstena
res M^ja van Hall. Haar werk
wordt momenteel geëxposeerd
in De Lakenhal. De lezing begint
om 20.15 uur.
In Haags Filmhuis
DEN HAAG (ANP) - In het Haags
Filmhuis worden van 14 tot en
met 23 mei acht manifestaties ge
houden, waarop evenveel schrij
vers hun favoriete film inleiden,
rolprenten die hun op de een of
andere manier iets hebben ge
daan. Het filmhuis en de stich
ting BZZTöH hebben de reeks
vertoningen georganiseerd.
Anton Wachterprijs voor Tessa de Loo
LUXEMBURG (GPD) -
„Deze uitslag bewijst
weer eens dat je als artiest
op een dergelijk festival
vogelvrij bent. Het is goed
om je dat steeds te realise
ren, anders moet je er niet
aan beginnen".
HARLINGEN - De schrijfster Tessa de Loo (rechts) lijkt hier weg
te zinken in de ogen van de commissaris van de koningin van
Friesland, Hans Wiegel. De foto werd gemaakt tijdens de giste
ren in Harlingen gehouden bijeenkomst van de Vestdijkkring.
Tessa de Loo kreeg daar de Anton Wachterprijs voor haar de
buut 'De meisjes van de suikerwerkfabriek'. Links naast Wiegel
de weduwe van Simon Vestdijk. (foto anp»
door
Dick Versteeg
Rogier van Otterloo bevond zich
na afloop van het 29ste Eurovisie
Songfestival in Luxemburg in
een opvallend groot gezelschap
teleurgestelde deskundigen. Ei
genlijk had de dirigent van de
Nederlandse bijdrage zelf alle re
den tot opperste tevredenheid,
want in diezelfde kring was hij al
eerder uitvoerig gecomplimen
teerd met de muzikale inhoud
van het liedje „Ik hou van jou".
De orkestleden waren zelfs una
niem van mening dat het hier de
beste compositie betrof. De mu
sici droegen dat tijdens een van
de repetities uit door een uitbun
dig applaus.
Maar de uit leken samengestelde
jury's hielden er zaterdagavond
volstrekt andere gedachten op
na. Nederland kwam er zelfs in
het geheel niet aan te pas en ein-
Vader Herrey met de zonen Louis (17), Richard (19) en Per (25), nadat ze zaterdagavond met 'Diggi LooDigg;
Ley' het Eurovisie Songfestival wonnen. 'foto anp»
digde op een troosteloze gedeel
de dertiende plaats. Ook andere
muzikaal hecht doortimmerde
werkjes werden niet naar waarde
geschat. Integendeel,de meeste
jury's liepen met open ogen in de
val die het Zweedse trio naar
Brits voorbeeld had gezet. Ken
nelijk verdrong de aanblik van
de keurig gelijk huppelende ven
tjes het onweerlegbare feit, dat
hier een uiterst povere vocale
prestatie werd geleverd.
De broertjes Richard, Per en Louis
Herrey zegevierden na een span
nend puntenverloop, waarin Ier
land in de slotfase de belangrijk
ste concurrent was. Het toeval
wilde dat dit op de kop af tien
jaar na de zege van de Zweedse
groep Abba gebeurde.
Dat vooral de Zweedse pers in de
dagen voor het festival de vloer
genadeloos had aangeveegd met
deze als computergestuurde
plastic rommel omschreven bij
drage, deerde de winnaars in het
geheel niet. Richard Herrey:
„Plastic rommel? Ik heb daar
een kort commentaar op: we
hebben gewonnen en daar ging
het tenslotte om".
Tijdens het afscheidsfeest was de
tegenstrijdigheid en de slechte
smaak van de jury's het voor
naamste onderwerp van gesprek.
Zelden bestond er ook zo'n ver
schil in opvatting over de liedjes.
Een van de jury's gaf bijvoor
beeld de volle twaalf punten aan
Cyprus, dat uiteindelijk op het
een na laatste plekje terecht
kwam.
Marietje Kwakman droeg haar der
tiende plaats met stijl. Ze liep
nog even stralend rond als in de
dagen daarvoor. „Ik heb vanuit
m'n tenen gezongen. Meer kan ik
er toch ook niet aan doen? Ik gun
iedereen veel punten, maar hoe
het komt dat ik er zo weinig
kreeg, is mij echt een raadsel.
Daar begrijp ik niks van".
De Duitse zangeres Mary Roos was
ontroostbaar. „Ik zit al meer dan
twintig jaar in dit vak, maar zo'n
belachelijke jurering heb ik nog
nooit meegemaakt. We hadden
niet behoeven te winnen, maar
het doet wel pijn dat liedjes die
ronduit slecht werden gezongen,
meer punten kregen".
De grote verliezer van dit festival
was Engeland. Na de vertolking
van de bijdrage weerklonk boe
geroep uit de zaal en de jury's
sloten zich daar in de vorm van
een opvallend lage waardering
bij aan.
Het programma vermeldt Kester
Freriks: Rebecca van Hitchcock,
Hannes Meinkema: Christopher
Strong van D. Arzner, Willem
van Toorn: II Gattopardo van
Visconti, Emma Brunt: Kage-
musha van Kurusawa, Hella
Haasse: Les demoiselles de Wll-
co van A. Wadja, Margaretha Fer
guson: Het land van m'n ouders
van M. Bloem, F.L. Bastet: De
dame met het hondje van Tsje-
chov, en Louis Ferron: Effie
Briest van Fassbinder.