werkster Bij de foto's: 8. Prinses Juliana en haar verloofde prins Bernhard op het paleis Noordeinde in Den Haag, 10 september 1936. 9. Koningin Juliana tij dens haar toespraak tot het Amerikaanse Con gres op 3 april 1952. 10. Enkele dagen na de watersnoodramp in 1953 bezocht koningin Juliana zowel het ge teisterde Zeeland als het eiland Texel (foto). 11. Een gelukkige groot moeder met haar klein kind Willem-Alexander tijdens een vakantie in Porto Ercole, juli 1968. 12. Tijdens een bezoek aan Indonesië augus tus 1971) proeft konin gin Juliana een plaatse lijke specialiteit. 13. Tijdens de viering van 400 jaar Leidens Ontzet verschalkt de ko ningin met graagte een harinkje. 14. De fiets is haar favo riete vervoermiddel. Hier neemt de koningin deel aan de Drentse rij- wielvierdaagse in juli 1975. 15. Een dansje met prins Bernhard tijdens een galabal in het Amster damse Hilton hotel, fe bruari 1976. es Jur, en nog steeds is zij actief in het >ep hses van jongsaf aan getrokken. Dat n in ir ook tijdens haar koningschap wist dag» te stoppen. "Een van de mooiste i", zen leven in woord en beeld. deze roeping te volgen waarop mijn ouders mij met zorg hebben voorbereid". In haar afscheidstoespraak 32 jaar later, gaf zij aan wat zij onder dat werken in het algemeen welzijn verstond: „Te mogen helpen streven naar die samenleving waarin men respect heeft voor wat een ander beweegt, naar een goed samengaan in alle verscheidenheid. Verder: te doen watje kunt doen voor wie zijn achtergebleven; voor hen, die speciale aandacht en hulp nodig hebben. Ook voor het nog zo verre ideaal van vrede, harmonie en welzijn in heel de wereld - die ene wereld, en zozeer verdeeld". Pacifisme Vanaf het begin van haar regeringsperiode zette Juliana zich met hart en ziel voor deze taak in. Zozeer was haar streven naar één wereld met vrede en welzijn dat zij in het begin van de jaren '50 vanwege haar pacifistische uitspraken ernstig in botsing kwam met het kabinet. „Meneer, ik heb ook mijn eigen morele verantwoordelijkheid!", zo riep zij tegen de toenmalige minister-president Drees. Het kabinet zou de strijd uiteindelijk winnen - Juliana verpakte haar boodschap voortaan in de vaak moeilijk te volgen kerstboodschappen. („Mijn redevoeringen, daar uit ik mij in! Mijn speeches, die maak ik zelf'). Waar zij echter geen concessie deed, was aan haar instelling een maatschappelijk werkster te zijn. Bij de watersnoodramp in 1953 was het niet alleen door haar kleding (oude regenjas, laarzen, hoofddoekje onder de kin geknoopt), maar ook door haar optreden met schouderklopjes en humor vooral: Juliana, de maatschappelijk werkster die in Zeeland op bezoek kwam. Haar vriendin, mr. Martine Tjeenk Willink, zei over haar: „Zij zou het liefst zelf wat aan alle problemen willen doen". De vroegere minister van binnenlandse zaken, W. F. de Gaay Fortman: „De koningin komt overal en spreekt veel mensen. De barrière tussen haar en de ander verdwijnt steeds meer. Zij is daarom iemand met een unieke kennis". Voortdurend wilde Juliana ook onder de mensen komen; door contact te maken met de betrokkenen op de hoogte te komen van bepaalde problemen. Als zij, ook buiten de lijnen die voor officiële bezoeken altijd worden uitgestippeld, er op af stapte om meer informatie te krijgen, bijvoorbeeld van een actiegroep, dan was dat ook om over te dragen: „Jullie streven is de moeite waard". Ze vond het contact leggen ook het leukste van haar ,baan': „Ik ontmoet zóveel interessante Begrepen Juliana was ook van mening dat zij kon werken op alle gebieden waar sociale problemen waren, omdat bij het oplossen van die problemen nooit het politiek belang mag tellen. Het moet gaan om het zelfrespect van de slachtoffers. In 1951 schreef zij in een brief aan de Amerikaanse president Truman over de vluchtelingenproblematiek: „Zij die in nood verkeren, moeten, om het zo eens uit te drukken, bezien worden met de ogen van de maatschappelijk werker". Juliana, de maatschappelijk werkster. Het is slechts één facet van de vrouw die over zichzelf zegt: „De geïnteresseerde toeschouwers blijken hoogst zelden het ware beeld te kunnen zien, maar kijken doen ze wel. En dat is jammer voor liefhebbers van de nuchtere waarheid zoals wij. En we zouden zo graag goed gekend worden en begrepen in onze eigenlijke bedoelingen". Juliana heeft zich meermalen afgezet tegen de etiketten die ze opgeplakt kreeg („Die lieve moederlijke vrouw. Ik heb nog zoveel andere aspecten. Dat image is zo eenzijdig"). Nu heeft ze er zelf niet al te hard aan meegewerkt om te zorgen dat er een juist beeld van haar ontstaat. Echte bezwaren tegen het etiket 'maatschappelijk werkster' heqft ze echter niet. Als een paal staat boven water dat ze het eredoctoraat in de sociale wetenschappen dat ze in 1964 van de universiteit van Groningen ontving, heel wat meer waardeert dan het doctor honoris causa dat ze kreeg toen ze tweeëneenhalf jaar in Leiden had gestudeerd. or Riienveld ito v/uliana, gemaakt tijdens de '.entop de Floriade in juni 1982. (foto ANP» van de internationaal ersende crisis geholpen. Er werd ie doid gekocht voor boeren, ie tijckkleden voor schippers en er ide enrd naar banen gezocht voor >g vangdige werklozen. Het werk in het lakte siscomité was voornamelijk :t het fdadigheid. Dat wekte bij mmige slachtoffers nogal wat ergerevel op. liana daarover: „Mochten zij die hroom gevoelen voor het de kvangen van hulp, verstaan hoe buitengewoon ernstige het geven tot een re (itengewoon genoegen maken". 1933 zou zij echter met gevoel n ior realiteit zeggen: „Het is een kkeïhieerdrukkende gedachte.hoe 1 ïinig het Nationaal Crisiscomité !den.|en kan, hoe laag de uitkeringen ?rans[n, hoe klein nog maar de kring is fiarin het werkt". n liim veertig jaar later gaat de enige ilitieke uitspraak die zij doet in de er m Juliana in zeventig bewogen van |ren over die jaren van het risiscomité. Over inister-president Colijn: „Die wist na >en oplossing voor de toestand, de eefestand veranderde volgens hem in week tot week. Ja, die werd 1 in echter, de uitkeringen werden l eeds lager". thuiipvolging i het eerste jaar van de oorlog was in Canada ook nog de oornamelijk maatschappelijk ezig, al is dat misschien een zwaar a 'oord voor haar Rode Kruiswerk, la de dood van haar vader, prins fendrik, had Juliana diens van het Rode Kruis dat zj/ergenomen. Werk waarmee zij in haaianada verderging. Zij was één van een b eerste bloeddonors en hielp rtenlaarmee velen de brug over. Ook leigdad ze telkens nieuwe ideeën om de rineeaak van het Rode Kruis levendig te ing louden. Zo stelde zij eens voor alle iordijnen van een plaatselijk egeringsgebouw te verknippen tot Urken voor de plaatselijke Rode huiswinkel. Tijdens de verdere orlogsjaren zou Juliana actief zijn met het in ïken?ana^a en de Verenigde Staten p 'erkopen van de noodzakelijke jtrijd tegen de nazi's, i Na de oorlog werd het snel duidelijk ind lat Wilhelmina niet lang meer iden*0nin6»n zou blijven. Juliana stond gin£>epaald niet te dringen toen zij haar rde n 1948 op moest volgen. Zij was zeel liever nog een tijd lang op de he£erste Plaats moeder gebleven. oorHoewel zij intens opzag tegen die ?ware taak, zag zij voor zichzelf ruimte om te functioneren. „De mogelijkheden die mij hierdoor porden gegeven, om in het plgemeen welzijn werkzaam te >n kunnen zijn, zijn zo groot, dat ik na Veel innerlijke strijd bereid ben

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 33