De anjers zijn verwelkt
Een gehavend Portugal, tien jaar na de revolutie
Na een afwezigheid van twee jaar
is de eerste impressie bij een
terugkeer in Portugal, dat het
land in versneld tempo
verpaupert. De huizen zien er nog
havelozer en grauwer uit dan
voorheen, toen men ook al
schaars de verfkwast hanteerde.
Het wagenpark wordt overheerst
door auto's van het type Anglia
met de schuine achterruit,
roestige kevers en gammele
Japanners, die kreunend over de
Portugese wegen hobbelen, waar
de talloze kuilen zo
langzamerhand zelfs niet meer te
dichten zijn door de 'cantoneiros'
met hun teerpotjes.
De krottenwijken rond Lissabon
groeien snel, terwijl alleen daar
al zo'n 60,000 nieuwe huizen leeg
staan. De huur, minimaal 700
gulden voor een tweekamerflatje,
is voor de doorsnee burger niet
meer op te brengen. Bedelaars
vormen al lang geen uitzondering
meer in het straatbeeld.
Voor een groot deel van de
werkende bevolking in Portugal
zijn bedelstaf en armoede niet
langer spookbeelden van ver weg;
volgens een recente enquête van
het weekblad Expresso vreest
maar liefst 55 procent van de
Portugezen, toch al behept met
een hang naar pessimisme en
treurigheid, dat grote delen van
de bevolking op korte termijn
echt honger zullen gaan leiden. De
eerste alarmerende symptomen
zijn al gesignaleerd. Voor het
eerst sinds decennia verstrekken
weldadigheidsinstellingen in de
buurt van Oporto broodsoep aan
armen uit de streek. Het
levenspeil in Portugal -
behoudens voor de welgestelde
klasse comfortabel genesteld in
de badplaatsen Estoril en
Cascais, vliegt met rasse schreden
achteruit. Volgens een onderzoek
dat de Portugese
dienstenvakbond deze week
bekendmaakte, is de koopkracht
in het eerste kwartaal van dit jaar
met maar liefst 11,9 procent
achteruitgegaan.
De inflatie haalde eind 1983 de
bijna Zuidamerikaanse hoogte
van 34 procent, tegenover een
stijging van de lonen - toch al
geen vetpot - met gemiddeld 18,6
procent. Het minimumloon
bedraagt 13.800 escudo's,
omgerekend amper 300 gulden
per maand. Men mag blij zijn als
men dit bedrag overigens aan het
eind van de maand in het
loonzakje aantreft. Want veel
bedrijven, in hoge financiële nood
of omdat sommige werkgevers de
crisis als illegaal chantagemiddel
gebruiken om de werknemers
onder de duim te houden, betalen
zelfs geen loon meer uit. Naar
schatting 130.000 werknemers
wachten, soms al maanden, op
hun salaris.
En het eind van deze rampzalige
ontwikkeling is nog niet in zicht.
Volgens schattingen zal het
aantal werklozen dit jaar
wellicht verdubbelen van 500.000
tot 1 miljoen. Alhoewel de
ww-kas als enig fonds op de
begroting dit jaar gestegen is,
garandeert een ww-uitkering (60
procent van het laatstverdiende
salaris gedurende maximaal een
jaar) bij lange na niet dat het
minimumbestaan gehaald zal
worden.
Economen voorspellen zelfs een
economische en sociale catastrofe
als gevolg van de rigoureuze
voorschriften van het IMF, dat
eist dat het mes nog dieper in de
noodlijdende sectoren gezet
wordt. De negatieve effecten van
het IMF-akkoord dat Portugal
vorig jaar augustus
ondertekende, tekenen zich in
versneld tempo af.
De Portugese regering probeert
daarom het IMF (tot dusver
tevergeefs) te overreden om
eerder gemaakte afspraken te
versoepelen. Vooral de eis van het
IMF om de subsidie op tal van
basisprodukten als suiker, brood,
olie en dergelijke af te schaffen en
de prijzen naar het reële niveau
op te trekken, boezemt de
Portugese regering grote angst in.
Een maatregel die de regering
daarom tot dusverre niet heeft
durven nemen.
De econoom Maia Cadete: „Indien
die maatregel genomen wordt,
loopt de regering het risico dat in
Portugal identieke situaties
ontstaan als begin dit jaar in
Tunesië en Marokko. Een rebellie
van het volk uit pure wanhoop
omdat dan zelfs van de eerste
levensbehoeften niet meer te
betalen zullen zijn. In dat geval
mag men niet uitsluiten dat de
bevolking uit pure noodzaak net
als in Noord-Afrika supermarkten
gaat plunderen".
Extra
Een tot dan toe voor Portugal ongekend beeld, tijdens de wittebroodsweken van de Anjerrevolutie: links georiënteerde militairen maken een vuist met het volk. (fotoAP)
De aula van de faculteit van de
letteren in de universiteitstad
Coimbra, 200 km ten noor
den van Lissabon, is voor de
gelegenheid feestelijk aange
kleed. Een tafel met een rood
tafelkleed op het podium,
omgeven door felrode anjers.
Van coulisse tot coulisse
hangt een groot spandoek
met daarop de tekst: „Tiende
herdenking van de 25e april".
De militairen komen handen
tekort, joviale schouderklop
pen alom in een sfeer van 'al-
te Kameraden'. Elk stickertje
van de Vereniging 25 April
moet voorzien worden van de
handtekening van de helden
van weleer.
In de hal gaan speciale legpennin
gen grif voor 40 gulden van de
hand. Speldjes en stickers van de
voormalige Beweging van de
Strijdkrachten, de MFA, vinden
nog grotere aftrek. Op een lange
rij aanplakborden is een collage
van historische foto's opgehan-'
gen. Tanks in de straten van Lis
sabon, waarvan bijna geen stukje
metaal meer te zien is vanwege
de massale mensenmenigte, die
er als vliegen tegenaan gekleefd
lijkt te zitten. Beelden van sjofel
geklede volksvrouwen, die kop
jes koffie schenken en broodjes
uitdelen aan de solaten. Een en
kele foto, waar tien jaar na dato
nog steeds de spanning van af
druipt: de overgave van dictator
Caetano, nadat kapitein Salguei-
ro Maia gedreigd heeft het ge
bouw waarin hij zich verschanst
had onder vuur te nemen.
Kiekjes die hetzelfde gevoel te
weegbrengen als de beelden van
5 mei 1945 bij ons en die even ver
weg lijken in het verleden. Later
veroorzaakt het uit volle- borst
gezongen Grandola vila Morena
(Grandola, de grauwe stad), het
lied waarmee tien jaar geleden
de Anjerrevolutie werd ingezet,
emotionele vreugdetranen bij
veel van de aanwezigen in de au
la van de universiteit.
Boven Coimbra sijpelt een miezeri
ge motregen. De vale huizen,
vaak nog symbolen uit het rijke
imperiale verleden, krijgen er
een nog valere aanblik door. De
mensen sjokken somber en
troosteloos door de straten. Er is
geen teken van herinnering aan
de Anjerrevolutie van tien jaar
geleden te bekennen. In de etala
ges, tussen de veelal aftandse en
ouderwetse uitgestalde waar,
valt geen ingelijste foto, poster,
anjer of enig ander eerbewijs re
fererend aan de bevrijding van
de dictatuur tien jaar geleden, te
bespeuren. Het enige tastbare te
ken is een spandoek in de hoofd
straat, waarop de bijeenkomst
van de „Vereniging van 25 april"
in de universiteitsaula wordt
aangekondigd.
Contrasten
De zondag nadat de Anjerrevolutie
is uitgebroken, wordt de socialis
tische leider Mario Soares opge
wacht door een ongeduldige
mensenmenigte die reikhalzend
uitkijkt naar de trein die hem
vanuit zijn ballingschap in
Frankrijk terugvoert naar een
bevrijd Lissabon. Terwijl de In
ternationale en Grandola uit de
duizenden kelen schallen, komt
Soares armlengten tekort om de
talloze boeketten met rode anjers
te omvatten.
Maar tijdens een bezoek aan het
noordelijke Famalicao wordt de
drievoudige premier thans op
straat openlijk uitgescholden
voor rotte vis en moet een veilig
heenkomen zoeken. Een groepje
hardnekkige vakbondsmensen,
dat al dagen tijdelijk intrek heeft
genomen voor de deur van de
ambtswoning van Soares in het
parlementsgebouw van Sao Ben-
to, om in audiëntie de problemen
van hun sector toe te lichten,
wordt met de regelmaat van de
klok ingerekend. Begin deze
maand ontdekt de politie toeval
lig een bommetje van huis-tuin-
en-keukenfabrikaat tussen het
huisvuil bij de particuliere wo
ning van Soares.
Het is slechts een voorbeeld uit de
lange rij van schrille contrasten
tussen het Portugal van de An-
Onrust bleef niet uit. De foto toont een massale demonstratie van staalarbeiders i
sen van hogere loonschalen.
door Gerrit-Jan Hoek
jerrevolutie en dat anno 1984.
Het enthousiasme, waarmee de
coup in 1974 werd ontvangen,
heeft intussen plaatsgemaakt
voor onverschilligheid en verbit
tering. De euforie is omgeslagen
in apathie. Van alle schone illu
sies van tien jaar geleden is bijna
niets meer overeind. Misschien
dat de Portugezen zich aanstaan
de woensdag (25 april) nog even
overgeven aan de sentimenten
van de saudade (nostalgie). Om
zich daags erna weer onherroe
pelijk onder te dompelen in de
treurige realiteit van het dage
lijkse bestaan, overheerst door
de om zich heen grijpende eco
nomische crisis. „Het was mooi",
verzucht een van de ontgoochel
de Portugezen, „maar helaas kan
je van alleen democratie niet be
staan en anjers zijn moeilijk ver
teerbaar...".
Niet stabiel
De dieperliggende oorzaak van de
huidige situatie is wellicht dat
Portugal sinds 25 april 1974 zel
den of nooit politieke stabiliteit
heeft gekend. In de afgelopen
tien jaar passeerden maar liefst
veertien opeenvolgende regerin
gen van verschillende signatuur
de politieke revue. Zes in de on
stuimige periode tussen april '74
en 25 november 1975, toen de
toenmalige kolonel Ramalho Ea-
nes (nu president) de toenemen
de radicalisering een halt toe
riep; de overige acht daarna.
De groeiende ideologische con
troversen binnen de MFA, de be
weging van de strijdkrachten,
tussen een voor groter collecti
visme pleitende sector van Otel-
lo, de pro-PC-lijn van Costa Mar
tins en Varela en de gematigde
koers die majoor Vasco Louren-
co en consorte verdedigden,
maakten na de gedeeltelijke te
rugkeer van de militairen naar de
kazernes na de verkiezingen van
1976 plaats voor een even onstui
mige machtsstrijd tussen de poli
tieke partijen.
Inzet vormden steevast de pogin
gen van de conservatieve partij
en CDS en PSD, gesteund door
de rechtse boerenvakbond CAP
om de radicale, socialiserende
maatregelen die in het voorjaar
1975 genomen waren - nationali
sering van de Portugese banken,
verzekeringsmaatschappijen,
transport en cementindüstrie,
alsook de vergaande landhervor
ming in Alentejo, waarbij ruim
1,2 miljoen hectare grond van
grootgrondbezitters aan boeren-
collectieven was toebedeeld zo
snel mogelijk weer ongedaan te
maken. Een operatie, niet zelden
gesteund door de diverse socia
listische regeringen onder druk
van de EG en de Verenigde Sta
ten, die echter steevast stuitte op
fel verzet van de PC en de mach
tige communistische vakbond
Intersindical-CGTP, die de so
ciale verworvenheden met hand
en tand verdedigden.
Twee benen
Aan de vraag welk systeem het
meest efficiënt voor de Portuge
se economie was en sociaal het
meest rechtvaardig, ging men ge
makshalve voorbij. Voor rechts
was de nieuwe structuur slechts
een afspiegeling van het Sowjet-
systeem, dat zo snel mogelijk via
wettelijke maatregelen of via fi
nanciële boycotten om zeep ge
holpen diende te worden. De he
le discussie spitste zich op ideo
logische gezichtspunten toe.
Maar ondanks die oppositie en het
lijdelijk verzet van links is intus
sen het collectieve grondbezit in
Alentejo gereduceerd tot minder
dan de helft, is de verschuiving
van het zwaartepunt van de pu
blieke sector naar de vrije mark-
teoconomie nu wettelijk gere
geld en is het grondwettelijke
obstakel, dat de nationalisering
van de banken niet terugge
draaid mag worden, omzeild
door een regeling die het functio
neren van particuliere banken
naast overheidsbanken mogelijk
maakt. Na tien jaar is nog steeds
geen opheldering gebracht in de
ze ambivalente sociaal-economi
sche structuur, die blijft hinken
op twee benen: restanten van de
Anjerrevolutie volgens het socia
listisch concept, in de grondwet
nog steeds verankerd als eind
doel enerzijds, en een praktische
aanpak volgens het westerse
vrije marktbeginsel anderzijds.
De voortdurende frictie tussen de
civiele en militaire macht heeft al
evenmin een bijdrage geleverd
voor stabilisering. Slechts mor
rend trokken de militairen zich
destijds terug in de kazernes. De
toenemende afbrokkeling van
hun politieke invloed, eerst via
de defensiewet, vervolgens via
de grondwetswijziging van 1982,
waarbij de macht van de presi
dent sterk werd ingeperkt en de
Revolutionaire Raad werd afge
schaft, ervoeren de militairen als
een blijk van ondankbaarheid
van de politieke klassse jegens
degenen die in 1974 het herstel
van de democratie mogelijk had
den gemaakt.
Afgewezen
De relaties tussen premier Soares
en president Eanes zijn al jaren
een aaneenschakeling van con
frontaties, voor een belangrijk
deel beheerst door persoonlijke
motieven. Soares heeft het Eanes
nimmer vergeven dat deze hem
in 1977 afwees als nieuwe pre
mier na de val van het CDS-PS-
kabinet en hij laat geen gelegen
heid voorbij gaan om Eanes in de
wielen te rijden. De ontslagaan
vrage vorig jaar voor generaal
Garcia dos Santos als chef-staf
van de landmacht, betekende in
wezen de zoveelste plaagstoot
van Soares tegen Eanes om diens
vertrouwensman in het leger te
wippen.
Eanes van zijn kant laat zich even
min onbetuigd en probeert, voor
zover zijn notoire plichtsgevoel
het niet verhindert, Soares een
hak te zetten zoals recentelijk
met zijn referendumvoorstel
over de abortus het geval was.
Gebrek aan politieke visie en een
verantwoordelijkheidsgevoel dat
vaak schromelijk tekort schoot,
zijn trieste constanten geweest in
de afgelopen periode vanaf 1974.
Geen van de politici, noch van de
PS noch van de CDS of de PSD
zijn erin geslaagd over hun on
derlinge kinnesinne heen te stap
pen of hebben het aangedurfd de
realiteit onder ogen te zien. Uit
angst voor kiezers- en machts
verlies hebben zij zich beperkt
tot het indienen van een lange
reeks economische plannen, die
zelden of nooit gerealiseerd wer
den. De wrange erfenis waarmee
Portugal momenteel zit opge
scheept, is een gigantische bui
tenlandse schuld van meer dan
13 miljard dollar. Een loodzware
last, die amper meer af te lossen
is en waarmee een zware hypo
theek getrokken wordt op Portu-
gals politieke toekomst.
Er is bovendien weinig fantasie
voor nodig om te voorspellen dat
naarmate de crisis zich verdiept,
de werkloosheid buitensporige
proporties gaat aannemen en de
sociale onrust explosieve neigin
gen gaat vertonen, de roep om
een gespierde oplossing tenein
de orde op zaken te stellen zal na
venant toenemen. Bij de installa
tie van legerstafchef Lemos Fer-
reira waarschuwde president Ea
nes vorige maand al voor de eer
ste symptomen van „autoritaire
dreiging". Het drama van tien
jaar Anjerrevolutie in Portugal is
dat dit wellicht de definitieve
krachtproef voor de militairen
zal worden om een 'kandidaat-
verlosser' te weerstaan.
Laatste bolwerk
De luifel boven de ingang doet
denken aan een discotheek.
Maar in plaats van popmuziek
klinken vanuit het interieur dof
fe hamerslagen. Een bronzen
plakkaat vormt de enige indica
tie voor de groepering die huist
in het betonnen fort vlak naast
het toeristische torentje van Be-
lem: de Vereniging van de 25e
April. Het laatste bolwerk van de
militairen die aanstaande woens
dag tien jaar geleden met hun op
zienbarende Anjerrevolutie een
eind maakten aan 48 jaar dicta
tuur onder Salazar en diens op
volger Caetano. Ironisch genoeg
werden vroeger vanaf deze
plaats de propagandistische ra
dio-uitzendingen naar de ge
biedsdelen van het Portugese
wereldrijk verzorgd.
Het blok beton vormt tevens een
triest symbool van het feit dat de
militairen, die er verantwoorde
lijk voor waren dat in 1974 de
vrijheid en democratie in Portu
gal hersteld werden, nu in het de
fensief zijn. Dat het fort ook nog
de naam van Bom Sucesso (de
goede gebeurtenis) draagt, ver
sterkt alleen maar de symboliek;
zij het dat er alleen maar sprake
kan zijn van een goede gebeurte
nis in historisch perspectief.
De bevrijders van tien jaar geleden
zijn niet eens waardig geacht om
deel te nemen aan de officiële
herdenkingsplechtigheden van
aanstaande woensdag. Degene
die daarentegen wèl een invitatie
ontving, was maarschalk Spino-
la, de militair met de monocle,
die weliswaar met zijn boek
„Portugal en de vrijheid" de laat
ste fundamenten onder het ver
molmde dictatoriale regime van
Salazar wegramde, maar die ver
volgens zijn imago van leider van
de Anjerrevolutie overboord
gooide door de mislukte rechtse
coup van 11 maart 1975 en ande
re complotten met het rechts-ex-
tremistische bevrijdingsleger
van Portugal (ELP).
Ondanks alle tegenwerking probe
ren de voormalige kapiteins van
april de geest van hun Anjerrevo
lutie en van de buiten Portugal
vaak vermaledijde Beweging
van de Strijdkrachten levend te
houden. Vorige week zaterdag
trok het bijna voltallige bestuur
van de Vereniging van de 25e
April (waarvan intussen al ruim
1500 officieren deel uitmaken)
naar Coimbra, waar weer even de
sfeer van tien jaar geleden her
leefde. Alle kopstukken van de
25e April, wier namen destijds
vertrouwd waren op alle pagina's
in de Europese kranten, werden,
zoals eerder in dit artikel be
schreven, weer even gefêteerd,
zij het in besloten kring.
Moeite waard
Een van de sprekers in Coimbra
was majoor Vasco Lourenco, in
de hoogtijdagen van de Anjerre
volutie onder meer militair gou
verneur van Lissabon en later
woordvoerder van de intussen
ontbonden Revolutionaire Raad.
Een interview bekoort hem maar
weinig, ook al omdat hij als actief
militair (docent aan de militaire
academie) geen politieke verkla
ringen mag afleggen. Maar tot
een vluchtige terugblik op de
Anjerrevolutie is hij na veel aan
dringen toch wel bereid.
„Wat van de illusies en de ideeën is
overgebleven, zijn vooral de vrij
heid, de politieke democratie en
de dekolonisatie. In de afgelopen
tien jaar zijn niet die doelstellin
gen bereikt die we op bepaalde
momenten voor ogen hadden.
Maar desondanks is de Anjerre
volutie toch de moeite waard ge
weest. Deze tien jaar vormen een
uitzonderlijke, gepriviligeerde
periode van vrijheid in de histo
rie van Portugal. Die zijn schaars
vergeleken met de lange rij van
dictatoriale regimes in het verle
den".
Toch kan ook majoor Vasco Lou
renco de impressie van een zeke
re frustratie niet geheel onder
drukken. „In een historische te
rugblik kom je uiteraard ook te
leurstellingen tegen: aspiraties
van de bevolking waaraan geen
gehoor gegeven is; hoop die in
rook is opgegaan. Er is door som
migen verraad gepleegd aan de
idealen van april. En een aantal
verworvenheden die de Anjerre
volutie mogelijk heeft gemaakt,
is teruggedraaid".
Tien jaar geleden werd er vanuit
Europa nogal wantrouwend te
gen de kapiteinsbeweging aan
gekeken. Er werd zelfs beweerd
dat de Beweging van de Strijd
krachten een nieuw militair regi
me wilde vestigen. Vasco Lou
renco: „Het beste bewijs ligt in
de praktijk van de afgelopen tien
jaar. Onze houding heeft aange
toond dat we alleen maar een
eind wilden maken aan het tota
litaire regime en dat we de demo
cratie in Portugal wilden vesti
gen. Dat hebben we ook gedaan.
Na tien jaar is men hopelijk in
Europa tot de conclusie geko
men dat de mening die men des
tijds over ons had, totaal ver
keerd is geweest".
Nuttig
Een van de leiders van de Anjer-
coup, majoor Otelo Saraiva de
Carvalho, heeft ooit eens be
weerd dat de militairen in de ja
ren '74-'75 de macht hadden,
maar niet wisten wat ze ermee
moesten doen. „Dat is een per
soonlijke opvatting van majoor
Otelo. Ik ben van mening dat de
Portugese militairen binnen het
kader van de bestaande moge
lijkheden er in grote lijnen in ge
slaagd zijn hun macht wel nuttig
te gebruiken. Met als resultaat de
dekolonisatie en de democratise
ring. Ook al staat dat democrati
seringsproces nog in de kinder
schoenen en vereist deze een ver
dere ontwikkeling; de funda
menten zijn in elk geval gelegd".
In de afgelopen jaren zijn talloze
militairen van de Anjerrevolutie
vervolgd, disciplinair gestraft of
gedegradeerd. Uitvloeisel van
een kruistocht tegen het progres
sieve deel van het Portugese le
ger? „Dat is normaal in alle revo
luties. De revolutie van april was
niet diepgaand en is halverwege
blijven steken. Die vervolgingen
zijn het gevolg van een proces
van actie, dat nog steeds door
gaat. Maar ik geloof dat intussen
al veel onrecht hersteld is. Er zijn
momenten geweest dat de pro
gressieve militairen veel harder
vervolgd werden door de hiërar
chie. Maar we blijven ons verant
woordelijk voelen voor datgene
wat de Anjerrevolutie heeft ge
bracht, zowel de goede als de
slechte kanten".
De militairen van 25 april zijn af
wezig bij de officiële herdenking
volgende week woensdag. „Het
is inderdaad kwalijk dat dat ge
beurt. Wij hebben de regering
benaderd en onze medewerking
aangeboden. Dat bleek helaas
geen haalbare kaart. Wat we nu
achteraf hebben is dat we als in
dividuen, maar niet als collectief,
aanwezig kunnen zijn. We voelen
er echter niets voor om als deco
ratie te fungeren. Of dat pijn
doet? In zekere zin wel. Maar we
hebben nu onze eigen herden
king van ónze 25e april, met
sportactiviteiten, poëzie, een cul
turele discussiebijeenkomst met
als thema de analyse van tien
jaar Anjerrevolutie".
Geen taak
Op gezette tijden duiken er geruch
ten op over hernieuwde onrust in
het Portugese leger en intenties
om opnieuw het politieke proces
direct te bcinvloeden. Maar van
een dergelijke corrigerende nieu
we Anjerrevolutie wil majoor
Vasco Lourenco niets weten.
„We zullen ons volledig aan de
statuten van onze vereniging
houden zonder dat we in de toe
komst pretenderen kansen te be
nutten om doelstellingen te be
reiken, die niet met onze culture
le activiteiten stroken. De milita-
ren dienen alleen de garantie te
zijn dat de democratie in Portu
gal gehandhaafd blijft. We moe
ten verhinderen dat iemand het
leger kan misbruiken om de de
mocratie om zeep te helpen. De
rest, de politiek, daarin is voor
het leger geen taak weggelegd".