Gevaren verspreiding
kernwapens onderschat
c
Paleisrevolutie vrouwen
past in 'Groene logica'
'Bezorgdheid over CP'ers huichelachtig'
D-
MifM m GAAT m NAAR GRONINGEN J
Bouwe Kalma's visie op leden Centrumpartij bij politie
Moedermelk
DONDERDAG 12 APRIL 1984
Meningen
Terwijl de nucleaire discussie in
Nederland zich in feite beperkt
tot de al dan niet op te stellen 48
kruisraketten zijn er elders in de
wereld ontwikkelingen gaande
die oneindig veel belangrijker
zijn. Ik doel dan niet eens zozeer
op ontwikkelingen in de verhou
ding tussen Oost en West of meer
in het bijzonder de wapenbe
heersing. maar op gebeurtenis
sen nog verder van ons bed.
door
J.TH. Hoekema
Een voorbeeld: onlangs deelde een
hoge ambtenaar van het Indiase
Ministerie van Buitenlandse Za
ken mede dat Pakistan op Chi
nees grondgebied (de Lop Nor
woestijn) een nucleair explosief
tot ontploffing zou hebben ge
bracht. Deze uitspraak is later
ontkend: Vermoedelijk terecht.
Een Pakistaanse 'plof zou on
danks alle vermoedens over het
vermogen van Pakistan een
kernbom te vervaardigen niet zo
eenvoudig hebben kunnen
plaatsvinden. Toch zijn er velen
die zo'n 'Islamitische' bom bin
nen 1 2 jaar voor mogelijk hou
den. Niet alleen het feit dat in
Nederland toegepaste technolo
gie (ultra centrifuge verrijking)
wel in verband wordt gebracht
met het Pakistaanse nucleaire
project - de Khan-affaire -. maar
vooral de wijdere betekenis van
een mogelijke Pakistaanse 'plof
maakt het moeite waard wat
dieper op zo'n op het eerste ge
zicht niet zo opvallend nieuws
bericht in te gaan.
Het probleem hier aan de orde en
van minstens even groot belang
voor stabiliteit en vrede in de we
reld als de kernwapens van Oost
en West is dat van de niet-ver-
spreiding van deze kernwapens.
Niet-verspreiding (officieel: non-
proliferatie) is geregeld in een in
1968 gesloten Verdrag, het NPV
(Non-Proliferatie Verdrag). In
dat Verdrag werd de toenmalige
nucleaire machtsverhouding in
de wereld 'bevroren' althans
voor wat het aantal landen be
treft, dat kernwapens zou mogen
bezitten. De vijf kernwapensta-
ten die er toen waren (Verenigde
Staten, Sowjet-Unie, China, Ver
enigd Koninkrijk en Frankrijk)
mochten hun kernwapens be
houden, aan de rest van de we
reld werd het recht op een kern
wapen ontzegd. In ruil voor het
afzien van de nucleaire optie be
loofden de kernwapenstaten
plechtig in het verdrag dat zij
hun nucleaire arsenalen in aantal
omlaag zouden brengen. Im
mers: als je de 'horizontale' proli
feratie wilt aanpakken - de ver
spreiding over de wereld - moet
je ook iets doen aan de 'verticale'
proliferatie: de opeenhoping van
steeds meer kernwapens bij de
grote vijf. Verder werd beloofd
dat de nietrkernwapenstaten en
dan met name de minder ontwik
kelde landen onder hen, hulp
zouden krijgen bij de toepassing
van kernenergie voor vreedzame
doeleinden, waaronder natuur
lijk vooral de opwekking van
elektriciteit door kernreactoren.
Zo zag de politieke 'voor wat hoort
wat' "deal" er in 1968 uit. Eigen
lijk dus een soort afruil tussen de
nucleaire 'haves' van Noord te
genover de 'have nots' van Zuid.
De belangentegenstellingen la
gen immers veel meer tussen die
groepen landen dan tussen Oost
en West. En in feite is het nog
steeds zo dat Oost en West, en
dus ook de SU en de VS, in het
non-proliferatiebeleid een geza
menlijke lijn trekken. Het ver
bindt immers het gemeenschap
pelijke bezit van kernwapens en
met name de behoefte die niet
verder te verspreiden tegenover
de rest van de wereld. Dat er
langzamerhand wat scheurtjes in
dié samenwerking komen - bijna
onvermijdelijk gezien de span
ningen in de Oost-West verhou
ding - doet aan die constatering
niets af.
Heeft die "deal" nu goed gewerkt?
Ja en nee. Ja, voor zover het aan
tal kernwapenstaten in de we
reld niet is toegenomen (m.u.v.
de Indiase nucleaire plof van
1974 waarmee dit land echter
nog niet direct een werkelijke
'kernwapenstaat' kan worden ge
noemd). Niemand weet natuur
lijk wat er zonder het NPV in de
wereld zou zijn gebeurd, maar
De discussie blijft ook in Nederland beperkt tot de plaatsing van 48
kruisraketten, terwijl het probleem van de verspreiding van kernwapens
over de wereld oneindig veel belangrijker is. (foto gpd»
het is op zijn minst aannemelijk
dat het Verdrag remmend heeft
gewerkt.
Nee, voor zover van hef begin af
aan een aantal belangrijke lan
den geen partij bij het Verdrag is
geworden omdat zij dit als "dis
criminerend" beschouwden. Het
betreft hier bovendien landen
waarvan kan worden vermoed
dat zij ooit in staat zullen zijn
kernwapens te vervaardigen, in
het jargon "de drempellanden":
India. Pakistan, Argentinië, Bra
zilië, Israël, Zuid-Afrika. Nu zijn
er tussen de nucleaire exporteur-
landen wel afspraken gemaakt
om geen gevoelige nucleaire ma
terialen aan die landen te leveren
als daar geen controle op moge
lijk is en zijn ook de betrokken
regeringen en parlementen in
hun beleid terughoudend, maar
dit is in de praktijk lang geen wa
terdicht systeem. Iedereen die de
krant leest wordt getroffen door
de vindingrijkheid van bepaalde
landen om toch zekere nucleaire
goederen te verwerven. Men
hoeft daarbij niet alleen aan Pa
kistan te denken. Zo verraste Ar
gentinië vorige herfst de hele we
reldgemeenschap met de mede
deling dat het beschikte over een
verrijkingsinstallatie. Zo'n in
stallatie kan worden gebruikt
voor militaire doeleinden.
Er is hier sprake van een voortdu
rend dilemma: moetje nu de weg
kiezen van het afsnijden van zo
veel mogelijke leveranties met
alle risico's van (verder) isole
ment of juist het middel van sa
menwerking en dialoog? Daarbij
spelen natuurlijk ook algemene
politieke motieven mee: het is
geen westelijk belang landen als
Pakistan of Argentinië te isole
ren. Bovendien zeggen zij dat het
nucleaire programma uitsluitend
voor vreedzame doeleinden
dient. Het feitelijke beleid dat
door de exporteurs wordt ge
voerd heeft daarom een pragma
tisch karakter, waarbij steeds
wordt geopereerd op het wanke
le koord van geven en (ont)ne-
Niet alleen deze ontwikkelingen
buiten het kader van het NPV
bedreigen de non-proliferatie si
tuatie in de wereld. Er is ook een
gestage ondermijning gaande
van het verdrag zelf. Daarbij gaat
het vooral om het niet nakomen
van de destijds gedane beloftes:
onvoldoende hulp op nucleair
gebied en met name het totale
gebrek aan resultaten in de nu
cleaire ontwapening. Het eerste
kritiekpunt kan tot op zekere
hoogte worden weerlegd - nu
cleaire behoeften in de ontwik
kelingslanden worden nog wel
eens overdreven -, het tweede
veel moeilijker. Juist daarin
schuilt het gevaar van een aan
tasting van het NPV. Wat zal er
gebeuren als bijvoorbeeld een
(belangrijk) Derde wereld land
het verdrag opzegt? Een kettin
greactie is dan niet uitgesloten.
Tegelijk zal het in de praktijk
heel moeilijk zijn op ontwape-
ningsgebied snelle vooruitgang
te bereiken.
Met deze belangrijke vragen zal
volgend jaar de 3e toetsingscon
ferentie van het NPV worden ge
confronteerd. De verdragspartij
en zullen elkaar dan kunnen aan
spreken op hun verplichtingen.
Het is niet moeilijk te voorspel
len hoe de discussie zal verlopen.
De kernwapenstaten zullen wor
den aangevallen op het falen van
de ontwapening. Waarom heeft
de rest van de wereld geen recht
op de nucleaire afschrikking die
tussen Oost en West zo goed
werkt? De nucleaire exporteurs
komen onder vuur vanwege hun
restrictieve exportbeleid, en de
strenge voorwaarden die zij daar
aan koppelen, vooral naar niet-
partijen maar ook ten opzichte
van landen die wel partij zijn.
Want dan komt ook de commer
cie om de hoek kijken: techni
sche hoogwaardige procédé's
verkoop je niet zo maar even.
Kritiek zal loskomen op de ge
brekkige hulp en bijstand op nu
cleair terrein. De vraag zal wor
den gesteld wat het nut nog ei
genlijk is van het partij zijn bij
het NPV Je 'koopt' er immers
niets voor en de kernwapenrace
gaat toch verder? Er is één schra
le troost voor de landen van
'Noord': de ontwikkelingslanden
zijn ook onderling verdeeld.
Moet bij hen de solidariteit van
de grotere groep (dus ook de
niet-NPV partijen) de doorslag
geven of moeten zij pleiten voor
het 'hard' maken van de belofte
van 'preferential treatment', met
andere woorden een voorkeurs
behandeling op vreedzaam nu
cleair gebied die hun in het ver
drag is beloofd?
Die onderlinge verdeeldheid doet
echter niets af aan de plicht van
de nucleair ontwikkelde landen -
dus ook Nederland - zich te bui
gen over de beperkte mogelijk
heden voor zomer 1985 het kli
maat te verbeteren. Dat kan
enerzijds door te streven naar
vooruitgang in de internationale
nucleaire samenwerking, waar
voor een aantal overlegstructu
ren in VN-verband in aanmer
king komt. Zonder af te dingen
op de beginselen van non-proli-
feratie zou gekeken kunnen wor
den naar mogelijkheden om bij
voorbeeld het beginsel van 'ver
zekerde voorziening van nucleai
re materialen' concreet in te vul
len (bijvoorbeeld als een land
plotseling zonder brandstof zit).
Anderzijds zou op ontwape
ningsterrein aandacht gegeven
kunnen worden aan voorstellen
die al lang op tafel liggen maar
tot nu toe niet of zeer ten dele
zijn verwezenlijkt: alomvattend
verbod op kernproeven, kernwa-
penvrije zones, stopzetting pro-
duktie splijtbaar materiaal voor
nucleaire doeleinden, regels
t.a.v. het gebruik van kernwa
pens (veiligheidsgaranties etc.).
Deze meer kwalitatieve aspecten
lijken relatief kansrijker dan een
akkoord over de aantallen wa
pens (de kwantitatieve benade
ring).
Hoe dan ook, er is voldoende reden
tot zorg over een zaak die alleen
al door het feit dat de hele wereld
erdoor wordt geraakt van onein
dig veel groter belang is dan de
48 kruisvluchtwapens op Woens-
drecht. Het zou de politieke en
publieke discussie in Nederland
sieren als dat besef wat meer
doorklonk dan tot nu toe.
(De auteur werkt op de afdeling' ontwa-
penings- en vredesvraagstukken van
het directoraat internationale orga-
soonlijke titel).
Meningen op deze
pagina zijn voor
rekening van de
auteurs
mmi HOU OP OYER DIE DURE YERHUWNS YAH DE PTT-DlRECTIÈÜ
ALS MINISTER VAN YERKEER EN WATERSTAAT ZEG IK DE VOOR DE LAATSTE KAAL:
De Westduitse Groenen hebben
weer geschiedenis geschreven.
Voor het eerst hebben vrouwen
in een Bondsdagfractie de macht
overgenomen. Dat gebeurde op
een manier die het best kan wor
den omschreven als paleisrevo
lutie. Nadat een urenlang debat
over de nieuw te kiezen leiding
van de uit 26 afgevaardigden be
staande Groene bondsdagfractie
vorige week niets dan verdeeld
heid had opgeleverd, presenteer
de de 'Weiberrat' (Vrouwenraad)
een uitgekookt plan: alle func
ties in de fractie door vrouwen
laten bezetten.
door
Hans Amesz
Met deze ongehoorde manoeuvre
zouden machtige media als tele
visie, radio, kranten gedwongen
worden zich nu ook grondig met
vrouwen bezig te houden in
plaats van zich automatisch al
leen maar tot mannen te wenden.
De machtsovername door de
Groene vrouwen zou een signaal
zijn om de zogenaamde gevestig
de partijen ook qua vrouwenza
ken onder druk te zetten, zoals
eerder gebeurde met milieupro
blematiek.
De Groene vrouwenploeg had ook
meteen verklaard dat er alléén
maar per blok (drie woordvoer
sters en drie zakelijk leidsters)
gekozen kon worden of helemaal
niet. Een ziedaar, op vier man
nen na gingen alle Groene parle
mentsleden en hun opvolgers
door de bocht.
De vrouwenstaatsgreep zorgde
voor opwinding in de Bondsre
publiek. De meeste politieke
waarnemers schudden de veelal
grijze hoofden en toen de rook na
de verkiezing van het 'Feminat'
was opgetrokken, werd minstens
verbazing, maar nog vaker ont
zetting geregistreerd. De eerste
grappen en grollen aan de stam
tafels zijn inmiddels gemaakt en
de Groenen kunnen er zeker van
zijn dat zij in de cabarets en bij
de carnavalsoptochten niet zul
len ontbreken.
Anders dan de oude leiding van de
fractie, waarin de „barstende
ego's" van Petra Kelly, Otto
Schily en Joschka Fischer vaak
met elkaar in conflict raakten,
willen de zes Groene vrouwen,
waarvan er overigens vijf een
academisch opleiding hebben,
nieuwe politieke kwaliteiten ont
wikkelen: coöperatie en collegia
liteit in de fractieleiding, en voor
al nauwere samenwerking met
de partij. Concurrentiestrijd en
aandachttrekkerij zijn taboe ver
klaard.
Dat klinkt te mooi om waar te zijn.
En dat is het ook, want waarom
zou de fractie van de Groenen,
die het afgelopen jaar geken
merkt werd door juist haat en
nijd, ineens veranderen in een
groep mensen die alleen nog
maar onbaatzuchtig zijn. Als de
Groene vrouwen dat voor elkaar
krijgen, is het achtste wereld
wonder ontdekt.
Een van de nieuwe zaken die de
Groenen naar Bonn hebben ge
bracht, is de manier waarop zij
menselijke tekortkomingen en
interne gevechten behandelen,
namelijk bijna zonder uitzonde
ring in het openbaar. Ze schel
den elkaar voor de camera's uit
en doen zelden moeite, als alle
andere partijen, een eenheid te
demonstreren die er niet is. Vaak
werkt de fractie van de Groenen
als een in therapeutische behan
deling zijnde groep.
Dat was zeker zo bij de ontbrande
strijd over de vroegere 'leiders'
Schily, Kelly en Fischer. Die kre
gen het verwijt naar het hoofd
geslingerd dat zij zich ten koste
van de andere Groenen in het
openbaar onbeheerst geprofi
leerd hadden. Over de ongetwij
feld grote politieke kwaliteiten
van de meedogenloos aan de
kant gezette fractiewoordvoer
ders geen woord. Zo'n optreden
kan alleen nog maar psycholo
gisch en niet meer politiek ver
klaard worden.
De verkiezing van de slechts uit
vrouwen bestaande fractielei
ding moet ook vanuit dit ge
zichtspunt worden beschouwd.
Bewust is gekozen voor het
'principe-vrouw' en niet voor de
kwaliteiten van de afgevaardig
den. Waarmee niet gezegd is dat
de gekozen vrouwen niet gekwa
lificeerd zouden zijn. Maar het
lijkt absurd ervan uit te gaan dat
problemen van de Groenen als
de vraag of er al dan niet met de
SPD moet worden samenge
werkt, en zo ja onder welke voor
waarden, of de parlementariërs
na twee jaar moeten worden op
gevolgd of toch niet, alleen maar
opgelost kunnen worden langs
de lijn van het geslacht.
Maar hoe ook, als feministisch sig
naal blijft het experiment inte
ressant. Er staat echter, en dat
weten de Groene vrouwen zelf
maar al te goed, veel op het spel.
Als het experiment mislukt, zul
len al diegenen hun gelijk bin
nenhalen die altijd al twijfel heb
ben geuit aan de bewering dat
vrouwen in topposities meer so
lidair met elkaar om kunnen
gaan dan mannen. Daardoor zou
de emancipatie een slechte
dienst zijn bewezen. En de Groe
nen moeten ook vrezen dat zij
dan te horen zullen krijgen dat
zelfs in een alternatieve partij
een dergelijk experiment niet
mogelijk is.
De 'Weiberrat' krijgt het niet mak
kelijk, dat is zeker. Maar abso
luut niet zeker is wat de uitwer
king van de vrouwenraad op het
kiezerspotentieel van de Groe
nen is. De meeste koffiedikkij
kers voorspellen niet veel goeds,
maar vergeten daarbij dat de
Groenen anders functioneren
dan de andere partijen en dat
juist daarom kennelijk veel men
sen bereid zijn groen te kiezen.
Het succes voor de Groenen bij
de deelstaatverkiezngen in Ba-
den-Wurttemberg kan alléén
maar zo uitgelegd worden. Want
ook in de Zuidduitse deelstaat
hadden de Groenen vrijwel niets
nagelaten om de kiezers, althans
op het eerste gezicht, af te stoten.
Maar de Groene logica is kenne
lijk iets aparts. En in die zin zou
de vrouwenstaatsgreep taktisch
heel bruikbaar kunnen zijn.
(De auteur is correspondent In Bonn)
ROTTERDAM (GPD) - Het feit
dat politiebeambten actief lid
zijn van de Centrumpartij, heeft
menigeen verontrust. Maar de
voormalige Rotterdamse hoofd
inspecteur van politie Bouwe
Kalma vindt die verontrusting
huichelachtig. „Het is al vele ja
ren zo dat er bij de politie in alle
geledingen racistische en fascis
tische elementen zitten. Daar is
voldoende op gewezen, maar
niet of nauwelijks op gereageerd.
Ja. dan kan het gebeuren dat po
litiemensen, zoals die hoofd
agent in Rotterdam, zich voor de
Centrumpartij kandidaat stellen
voor verkiezingen".
De vroegere chef van de kinder- en
zedenpolitie in Rotterdam zegt
dat het volstrekt onaanvaardbaar
is dat met name politieambtena
ren deel uitmaken van een racis
tische partij als de CP, die het ge
bruik van geweld tegen etnische
minderheden propageert. Want
de politieman, die in tegenstel
ling tot de burger over gewelds
middelen beschikt, heeft tot taak
„hulp te verlenen aan degenen
die dat behoeven", dus vooral
aan minderheden. Maar uit erva
ringen van de ex-hoofdinspec
teur blijkt dat juist die minderhe
den werden (worden) gediscrimi
neerd, met name door de vreem
delingenpolitie. „Ik kende een
collega van de recherche, ook
een hoofdinspecteur, die conse
quent Surinaamse vrouwen we
gens winkeldiefstal vier dagen
opsloot. Dat was, zei hij. om een
voorbeeld te stellen. Dat voor
beeld betrof uitsluitend Sunna-
mers. En dat was vooral een
slecht voorbeeld voor zijn onder
geschikten".
Kalma heeft diverse malen 'vol
strekt ontoelaatbaar razzia-ach-
tig' optreden van de politie mee
gemaakt. Dat gebeurde niet op
grond van normale onderzoeken
maar uit een zekere haat tegen
kleurlingen en op basis van daar
mee gepaard gaande 'ideeën'
over afwijkend gedrag (vooroor
delen als: zigeuners stelen. Zuid-
molukkers zijn kapers). ..Ik weet
van politieambtenaren die met
voldoening deuren hebben inge
trapt. Zonder dat zelfs maar het
vermoeden bestond van een
strafbaar feit"
De lauwe reactie van burgemees
ters, hoofdcommissarissen en of
ficieren van justitie op het actie
ve lidmaatschap van CP'ers bij
de politie vindt de vroegere
hoofdinspecteur symptoma
tisch. „Dat was altijd al zo. Maar
als politieambtenaren links-ac
tief waren werd er moord en
brand geschreeuwd. Daarover
kan ik wel enigszins meepraten".
Ontslag
Tot viermaal toe is er tijdens de
ruim dertig jaar durende carrière
van de 59-jarige Bouwe Kalma
aangedrongen op zijn ontslag.
De eerste keer gebeurde dat na
dat hii op 1 mei 1975 met een ro
de vlag bij het Rotterdamse stad
huis had gestaan Hij protesteer
de toen tegen het feit dat B en W
op het laatste nippertje waren ge
zwicht voor de druk van 'rechts'
om toch maar niet de rode vlag
ter viering van de Dag van de Ar
beid van het stadhuis te laten
wapperen. „Ik stond daar met
meer PSP-leden. Maar enkele
kranten hadden van de foto al
leen mij er uitgepikt".
De tweede maal dat op Kalma's
ontslag werd aangedrongen was
toen hij zijn solidariteit had be
tuigd met vrouwen die de met
sluiting bedreigde abortuskli
niek Bloemenhoeve in Heemste
de hadden bezet.
En de derde maal nadat hij een dis
eriminerend politieformulier in
de openbaarheid had gebracht.
Als uiterlijke kenmerken voor
verdachten hadden politiemen
sen de keus om op dat formulier
onder meer jood, gastarbeider,
homo, lesbisch, zigeuner of sou
teneur in te vullen. Het 'vanzelf
sprekende' karakter van dat for
mulier vond Kalma symptoma
tisch voor hoe de politie over
minderheden dacht (denkt).
Het is hem vooral kwalijk geno
men dat hij demonstreerde tegen
de beknotting van democrati
sche rechten in West-Duitsland
als gevolg van het optreden van
de terroristische organisatie RA-
F,en tegen het eenzaam opslui-
RAF-lcden ('isolatiefol-
Vergelijking
ter').
André var
dacteur
week, e)
meester
Kalma
der Louw (ex-hoofdre-
van het popblad Hit-
-minister en toen burge
van Rotterdam) heeft
villen wegpromoveren
r te
tie: chef rampenbestrijding. Kal
ma liet zich niet 'kalt stellen' en
stapte op.
De ex-hoofdinspecteur weigert
enige overeenkomst te zien tus
sen wat er toen gebeurde en het
onlangs door de Utrechtse
hoofdcommissaris Wiarda geda
ne voorstel om actieve CP-lcden
bij de politie van de straat te ha
len en achter een bureau te stop
pen. „Elke vergelijking die ge
trokken wordt tussen de PSP en
de CP vind ik per definitie on
aanvaardbaar".
Hij vindt dat de politiebonden met
behulp van een integer en poli
tiek onbelast instituut als de An
ne Frank Stichting een discus
sienota over fascisme en racisme
bij de politie moeten maken.
Over die nota zou dan bij de poli
tie uitvoerig moeten worden ge
sproken. Dat zou moeten gebeu
ren met instemming van de
Tweede Kamer onder verant
woordelijkheid van de ministers
van binnenlandse zaken en van
justitie, meent Kalma. „Het zou
goed zijn als de politiebonden al
vast mensen zouden royeren van
wie bekend is dat ze lid zijn van
de CP. omdat een lidmaatschap
van bijvoorbeeld de Nederlandse
Politie Bond zich niet verdraagt
met het ondemocratische karak
ter van de Centrumpartij".
Volgens Kalma zouden r
fascisme bij de politie minder
kans krijgen als er een betere
controle was; bijvoorbeeld als dc
gemeenteraad hoofd van de poli
tie zou zijn en niet de burgemees-
Kaïn
vreemdelingen ged;
ter. „Ook is er onvoldoende missaris en hoofdofficier van jus
greep op wat er gebeurt tijdens title. Er is geen enkele controle
het zogeheten tri part ite-o verleg op dit gezellig samenzijn van
tussen burgemeester, hoofdcom- drie hoogmogenden".
Lezers schrijven
Een doffe woede bekruipt je als je
leest dat staatssecretaris Van der
Reijden (CDA), van Volksge
zondheid, meent te kunnen vol
staan met de. bekende bood
schap van de autoriteiten die het
ook niet weten: niets aan de
hand met moedermelk. "De ma
te waarin moedermelk in ons
land kan zijn verontreinigd met
pcb's is te gering om tot maatre
gelen over te gaan".
Zo'n zin moet je goed lezen! De
staatssecretaris doet een gok om
dat hij het niet weet! "Er is geen
reden om via kraamzorg, consul
tatiebureaus of huisartsen vrou
wen met kinderen te adviseren
de borstvoeding te bekorten."
Dat klopt, want al zou de staats
secretaris weten waarover hij
praat, er is geen alternatief.
Als de moedermelk verontreinigd
kan zijn, hoe gering ook, geldt
dat ook voor kunstmatige baby
voeding op basis van koemelk.
Maar dat zegt de staatssecretaris
niet. Hij bedoelt slechts te zeg
gen: houd je stil lieve (domme?)
moeders en vaders en andere
mensen, vooral de mensen in de
gezondheidszorg. En slik ge
woon dat de wereld op z'n kop
wordt gezet. We zouden anders
op de gedachte kunnen komen
dat we moeten eisen dat ons mi
lieu zo schoon moet zijn dat moe
dermelk én koemelk (en andere
voedingsmiddelen) gewoon
100% zuiver zijn. Elke verontrei
niging, hoe gering ook, is niet-ac-
ceptabel.
Wanneer komt de staatssecretaris
met een verbod op het gebruik
van pcb's en met een wet op het
inzamelen van pcb's die nu nog
dagelijks in ons milieu geloosd
worden? Nu is het zelfs niet ze
ker dat onze huishoudelijke ap
paraten en onze verlichting wat
dit betreft gevaarloos zijn. Of
wordt ook dit tegengehouden
door de deregulering van de mi
lieuwetgeving, door onze huidi
ge regering?
Dirk van der Ham
Duinhof 39
Leiden