Gevaren verspreiding kernwapens onderschat c Paleisrevolutie vrouwen past in 'Groene logica' 'Bezorgdheid over CP'ers huichelachtig' D- MifM m GAAT m NAAR GRONINGEN J Bouwe Kalma's visie op leden Centrumpartij bij politie Moedermelk DONDERDAG 12 APRIL 1984 Meningen Terwijl de nucleaire discussie in Nederland zich in feite beperkt tot de al dan niet op te stellen 48 kruisraketten zijn er elders in de wereld ontwikkelingen gaande die oneindig veel belangrijker zijn. Ik doel dan niet eens zozeer op ontwikkelingen in de verhou ding tussen Oost en West of meer in het bijzonder de wapenbe heersing. maar op gebeurtenis sen nog verder van ons bed. door J.TH. Hoekema Een voorbeeld: onlangs deelde een hoge ambtenaar van het Indiase Ministerie van Buitenlandse Za ken mede dat Pakistan op Chi nees grondgebied (de Lop Nor woestijn) een nucleair explosief tot ontploffing zou hebben ge bracht. Deze uitspraak is later ontkend: Vermoedelijk terecht. Een Pakistaanse 'plof zou on danks alle vermoedens over het vermogen van Pakistan een kernbom te vervaardigen niet zo eenvoudig hebben kunnen plaatsvinden. Toch zijn er velen die zo'n 'Islamitische' bom bin nen 1 2 jaar voor mogelijk hou den. Niet alleen het feit dat in Nederland toegepaste technolo gie (ultra centrifuge verrijking) wel in verband wordt gebracht met het Pakistaanse nucleaire project - de Khan-affaire -. maar vooral de wijdere betekenis van een mogelijke Pakistaanse 'plof maakt het moeite waard wat dieper op zo'n op het eerste ge zicht niet zo opvallend nieuws bericht in te gaan. Het probleem hier aan de orde en van minstens even groot belang voor stabiliteit en vrede in de we reld als de kernwapens van Oost en West is dat van de niet-ver- spreiding van deze kernwapens. Niet-verspreiding (officieel: non- proliferatie) is geregeld in een in 1968 gesloten Verdrag, het NPV (Non-Proliferatie Verdrag). In dat Verdrag werd de toenmalige nucleaire machtsverhouding in de wereld 'bevroren' althans voor wat het aantal landen be treft, dat kernwapens zou mogen bezitten. De vijf kernwapensta- ten die er toen waren (Verenigde Staten, Sowjet-Unie, China, Ver enigd Koninkrijk en Frankrijk) mochten hun kernwapens be houden, aan de rest van de we reld werd het recht op een kern wapen ontzegd. In ruil voor het afzien van de nucleaire optie be loofden de kernwapenstaten plechtig in het verdrag dat zij hun nucleaire arsenalen in aantal omlaag zouden brengen. Im mers: als je de 'horizontale' proli feratie wilt aanpakken - de ver spreiding over de wereld - moet je ook iets doen aan de 'verticale' proliferatie: de opeenhoping van steeds meer kernwapens bij de grote vijf. Verder werd beloofd dat de nietrkernwapenstaten en dan met name de minder ontwik kelde landen onder hen, hulp zouden krijgen bij de toepassing van kernenergie voor vreedzame doeleinden, waaronder natuur lijk vooral de opwekking van elektriciteit door kernreactoren. Zo zag de politieke 'voor wat hoort wat' "deal" er in 1968 uit. Eigen lijk dus een soort afruil tussen de nucleaire 'haves' van Noord te genover de 'have nots' van Zuid. De belangentegenstellingen la gen immers veel meer tussen die groepen landen dan tussen Oost en West. En in feite is het nog steeds zo dat Oost en West, en dus ook de SU en de VS, in het non-proliferatiebeleid een geza menlijke lijn trekken. Het ver bindt immers het gemeenschap pelijke bezit van kernwapens en met name de behoefte die niet verder te verspreiden tegenover de rest van de wereld. Dat er langzamerhand wat scheurtjes in dié samenwerking komen - bijna onvermijdelijk gezien de span ningen in de Oost-West verhou ding - doet aan die constatering niets af. Heeft die "deal" nu goed gewerkt? Ja en nee. Ja, voor zover het aan tal kernwapenstaten in de we reld niet is toegenomen (m.u.v. de Indiase nucleaire plof van 1974 waarmee dit land echter nog niet direct een werkelijke 'kernwapenstaat' kan worden ge noemd). Niemand weet natuur lijk wat er zonder het NPV in de wereld zou zijn gebeurd, maar De discussie blijft ook in Nederland beperkt tot de plaatsing van 48 kruisraketten, terwijl het probleem van de verspreiding van kernwapens over de wereld oneindig veel belangrijker is. (foto gpd» het is op zijn minst aannemelijk dat het Verdrag remmend heeft gewerkt. Nee, voor zover van hef begin af aan een aantal belangrijke lan den geen partij bij het Verdrag is geworden omdat zij dit als "dis criminerend" beschouwden. Het betreft hier bovendien landen waarvan kan worden vermoed dat zij ooit in staat zullen zijn kernwapens te vervaardigen, in het jargon "de drempellanden": India. Pakistan, Argentinië, Bra zilië, Israël, Zuid-Afrika. Nu zijn er tussen de nucleaire exporteur- landen wel afspraken gemaakt om geen gevoelige nucleaire ma terialen aan die landen te leveren als daar geen controle op moge lijk is en zijn ook de betrokken regeringen en parlementen in hun beleid terughoudend, maar dit is in de praktijk lang geen wa terdicht systeem. Iedereen die de krant leest wordt getroffen door de vindingrijkheid van bepaalde landen om toch zekere nucleaire goederen te verwerven. Men hoeft daarbij niet alleen aan Pa kistan te denken. Zo verraste Ar gentinië vorige herfst de hele we reldgemeenschap met de mede deling dat het beschikte over een verrijkingsinstallatie. Zo'n in stallatie kan worden gebruikt voor militaire doeleinden. Er is hier sprake van een voortdu rend dilemma: moetje nu de weg kiezen van het afsnijden van zo veel mogelijke leveranties met alle risico's van (verder) isole ment of juist het middel van sa menwerking en dialoog? Daarbij spelen natuurlijk ook algemene politieke motieven mee: het is geen westelijk belang landen als Pakistan of Argentinië te isole ren. Bovendien zeggen zij dat het nucleaire programma uitsluitend voor vreedzame doeleinden dient. Het feitelijke beleid dat door de exporteurs wordt ge voerd heeft daarom een pragma tisch karakter, waarbij steeds wordt geopereerd op het wanke le koord van geven en (ont)ne- Niet alleen deze ontwikkelingen buiten het kader van het NPV bedreigen de non-proliferatie si tuatie in de wereld. Er is ook een gestage ondermijning gaande van het verdrag zelf. Daarbij gaat het vooral om het niet nakomen van de destijds gedane beloftes: onvoldoende hulp op nucleair gebied en met name het totale gebrek aan resultaten in de nu cleaire ontwapening. Het eerste kritiekpunt kan tot op zekere hoogte worden weerlegd - nu cleaire behoeften in de ontwik kelingslanden worden nog wel eens overdreven -, het tweede veel moeilijker. Juist daarin schuilt het gevaar van een aan tasting van het NPV. Wat zal er gebeuren als bijvoorbeeld een (belangrijk) Derde wereld land het verdrag opzegt? Een kettin greactie is dan niet uitgesloten. Tegelijk zal het in de praktijk heel moeilijk zijn op ontwape- ningsgebied snelle vooruitgang te bereiken. Met deze belangrijke vragen zal volgend jaar de 3e toetsingscon ferentie van het NPV worden ge confronteerd. De verdragspartij en zullen elkaar dan kunnen aan spreken op hun verplichtingen. Het is niet moeilijk te voorspel len hoe de discussie zal verlopen. De kernwapenstaten zullen wor den aangevallen op het falen van de ontwapening. Waarom heeft de rest van de wereld geen recht op de nucleaire afschrikking die tussen Oost en West zo goed werkt? De nucleaire exporteurs komen onder vuur vanwege hun restrictieve exportbeleid, en de strenge voorwaarden die zij daar aan koppelen, vooral naar niet- partijen maar ook ten opzichte van landen die wel partij zijn. Want dan komt ook de commer cie om de hoek kijken: techni sche hoogwaardige procédé's verkoop je niet zo maar even. Kritiek zal loskomen op de ge brekkige hulp en bijstand op nu cleair terrein. De vraag zal wor den gesteld wat het nut nog ei genlijk is van het partij zijn bij het NPV Je 'koopt' er immers niets voor en de kernwapenrace gaat toch verder? Er is één schra le troost voor de landen van 'Noord': de ontwikkelingslanden zijn ook onderling verdeeld. Moet bij hen de solidariteit van de grotere groep (dus ook de niet-NPV partijen) de doorslag geven of moeten zij pleiten voor het 'hard' maken van de belofte van 'preferential treatment', met andere woorden een voorkeurs behandeling op vreedzaam nu cleair gebied die hun in het ver drag is beloofd? Die onderlinge verdeeldheid doet echter niets af aan de plicht van de nucleair ontwikkelde landen - dus ook Nederland - zich te bui gen over de beperkte mogelijk heden voor zomer 1985 het kli maat te verbeteren. Dat kan enerzijds door te streven naar vooruitgang in de internationale nucleaire samenwerking, waar voor een aantal overlegstructu ren in VN-verband in aanmer king komt. Zonder af te dingen op de beginselen van non-proli- feratie zou gekeken kunnen wor den naar mogelijkheden om bij voorbeeld het beginsel van 'ver zekerde voorziening van nucleai re materialen' concreet in te vul len (bijvoorbeeld als een land plotseling zonder brandstof zit). Anderzijds zou op ontwape ningsterrein aandacht gegeven kunnen worden aan voorstellen die al lang op tafel liggen maar tot nu toe niet of zeer ten dele zijn verwezenlijkt: alomvattend verbod op kernproeven, kernwa- penvrije zones, stopzetting pro- duktie splijtbaar materiaal voor nucleaire doeleinden, regels t.a.v. het gebruik van kernwa pens (veiligheidsgaranties etc.). Deze meer kwalitatieve aspecten lijken relatief kansrijker dan een akkoord over de aantallen wa pens (de kwantitatieve benade ring). Hoe dan ook, er is voldoende reden tot zorg over een zaak die alleen al door het feit dat de hele wereld erdoor wordt geraakt van onein dig veel groter belang is dan de 48 kruisvluchtwapens op Woens- drecht. Het zou de politieke en publieke discussie in Nederland sieren als dat besef wat meer doorklonk dan tot nu toe. (De auteur werkt op de afdeling' ontwa- penings- en vredesvraagstukken van het directoraat internationale orga- soonlijke titel). Meningen op deze pagina zijn voor rekening van de auteurs mmi HOU OP OYER DIE DURE YERHUWNS YAH DE PTT-DlRECTIÈÜ ALS MINISTER VAN YERKEER EN WATERSTAAT ZEG IK DE VOOR DE LAATSTE KAAL: De Westduitse Groenen hebben weer geschiedenis geschreven. Voor het eerst hebben vrouwen in een Bondsdagfractie de macht overgenomen. Dat gebeurde op een manier die het best kan wor den omschreven als paleisrevo lutie. Nadat een urenlang debat over de nieuw te kiezen leiding van de uit 26 afgevaardigden be staande Groene bondsdagfractie vorige week niets dan verdeeld heid had opgeleverd, presenteer de de 'Weiberrat' (Vrouwenraad) een uitgekookt plan: alle func ties in de fractie door vrouwen laten bezetten. door Hans Amesz Met deze ongehoorde manoeuvre zouden machtige media als tele visie, radio, kranten gedwongen worden zich nu ook grondig met vrouwen bezig te houden in plaats van zich automatisch al leen maar tot mannen te wenden. De machtsovername door de Groene vrouwen zou een signaal zijn om de zogenaamde gevestig de partijen ook qua vrouwenza ken onder druk te zetten, zoals eerder gebeurde met milieupro blematiek. De Groene vrouwenploeg had ook meteen verklaard dat er alléén maar per blok (drie woordvoer sters en drie zakelijk leidsters) gekozen kon worden of helemaal niet. Een ziedaar, op vier man nen na gingen alle Groene parle mentsleden en hun opvolgers door de bocht. De vrouwenstaatsgreep zorgde voor opwinding in de Bondsre publiek. De meeste politieke waarnemers schudden de veelal grijze hoofden en toen de rook na de verkiezing van het 'Feminat' was opgetrokken, werd minstens verbazing, maar nog vaker ont zetting geregistreerd. De eerste grappen en grollen aan de stam tafels zijn inmiddels gemaakt en de Groenen kunnen er zeker van zijn dat zij in de cabarets en bij de carnavalsoptochten niet zul len ontbreken. Anders dan de oude leiding van de fractie, waarin de „barstende ego's" van Petra Kelly, Otto Schily en Joschka Fischer vaak met elkaar in conflict raakten, willen de zes Groene vrouwen, waarvan er overigens vijf een academisch opleiding hebben, nieuwe politieke kwaliteiten ont wikkelen: coöperatie en collegia liteit in de fractieleiding, en voor al nauwere samenwerking met de partij. Concurrentiestrijd en aandachttrekkerij zijn taboe ver klaard. Dat klinkt te mooi om waar te zijn. En dat is het ook, want waarom zou de fractie van de Groenen, die het afgelopen jaar geken merkt werd door juist haat en nijd, ineens veranderen in een groep mensen die alleen nog maar onbaatzuchtig zijn. Als de Groene vrouwen dat voor elkaar krijgen, is het achtste wereld wonder ontdekt. Een van de nieuwe zaken die de Groenen naar Bonn hebben ge bracht, is de manier waarop zij menselijke tekortkomingen en interne gevechten behandelen, namelijk bijna zonder uitzonde ring in het openbaar. Ze schel den elkaar voor de camera's uit en doen zelden moeite, als alle andere partijen, een eenheid te demonstreren die er niet is. Vaak werkt de fractie van de Groenen als een in therapeutische behan deling zijnde groep. Dat was zeker zo bij de ontbrande strijd over de vroegere 'leiders' Schily, Kelly en Fischer. Die kre gen het verwijt naar het hoofd geslingerd dat zij zich ten koste van de andere Groenen in het openbaar onbeheerst geprofi leerd hadden. Over de ongetwij feld grote politieke kwaliteiten van de meedogenloos aan de kant gezette fractiewoordvoer ders geen woord. Zo'n optreden kan alleen nog maar psycholo gisch en niet meer politiek ver klaard worden. De verkiezing van de slechts uit vrouwen bestaande fractielei ding moet ook vanuit dit ge zichtspunt worden beschouwd. Bewust is gekozen voor het 'principe-vrouw' en niet voor de kwaliteiten van de afgevaardig den. Waarmee niet gezegd is dat de gekozen vrouwen niet gekwa lificeerd zouden zijn. Maar het lijkt absurd ervan uit te gaan dat problemen van de Groenen als de vraag of er al dan niet met de SPD moet worden samenge werkt, en zo ja onder welke voor waarden, of de parlementariërs na twee jaar moeten worden op gevolgd of toch niet, alleen maar opgelost kunnen worden langs de lijn van het geslacht. Maar hoe ook, als feministisch sig naal blijft het experiment inte ressant. Er staat echter, en dat weten de Groene vrouwen zelf maar al te goed, veel op het spel. Als het experiment mislukt, zul len al diegenen hun gelijk bin nenhalen die altijd al twijfel heb ben geuit aan de bewering dat vrouwen in topposities meer so lidair met elkaar om kunnen gaan dan mannen. Daardoor zou de emancipatie een slechte dienst zijn bewezen. En de Groe nen moeten ook vrezen dat zij dan te horen zullen krijgen dat zelfs in een alternatieve partij een dergelijk experiment niet mogelijk is. De 'Weiberrat' krijgt het niet mak kelijk, dat is zeker. Maar abso luut niet zeker is wat de uitwer king van de vrouwenraad op het kiezerspotentieel van de Groe nen is. De meeste koffiedikkij kers voorspellen niet veel goeds, maar vergeten daarbij dat de Groenen anders functioneren dan de andere partijen en dat juist daarom kennelijk veel men sen bereid zijn groen te kiezen. Het succes voor de Groenen bij de deelstaatverkiezngen in Ba- den-Wurttemberg kan alléén maar zo uitgelegd worden. Want ook in de Zuidduitse deelstaat hadden de Groenen vrijwel niets nagelaten om de kiezers, althans op het eerste gezicht, af te stoten. Maar de Groene logica is kenne lijk iets aparts. En in die zin zou de vrouwenstaatsgreep taktisch heel bruikbaar kunnen zijn. (De auteur is correspondent In Bonn) ROTTERDAM (GPD) - Het feit dat politiebeambten actief lid zijn van de Centrumpartij, heeft menigeen verontrust. Maar de voormalige Rotterdamse hoofd inspecteur van politie Bouwe Kalma vindt die verontrusting huichelachtig. „Het is al vele ja ren zo dat er bij de politie in alle geledingen racistische en fascis tische elementen zitten. Daar is voldoende op gewezen, maar niet of nauwelijks op gereageerd. Ja. dan kan het gebeuren dat po litiemensen, zoals die hoofd agent in Rotterdam, zich voor de Centrumpartij kandidaat stellen voor verkiezingen". De vroegere chef van de kinder- en zedenpolitie in Rotterdam zegt dat het volstrekt onaanvaardbaar is dat met name politieambtena ren deel uitmaken van een racis tische partij als de CP, die het ge bruik van geweld tegen etnische minderheden propageert. Want de politieman, die in tegenstel ling tot de burger over gewelds middelen beschikt, heeft tot taak „hulp te verlenen aan degenen die dat behoeven", dus vooral aan minderheden. Maar uit erva ringen van de ex-hoofdinspec teur blijkt dat juist die minderhe den werden (worden) gediscrimi neerd, met name door de vreem delingenpolitie. „Ik kende een collega van de recherche, ook een hoofdinspecteur, die conse quent Surinaamse vrouwen we gens winkeldiefstal vier dagen opsloot. Dat was, zei hij. om een voorbeeld te stellen. Dat voor beeld betrof uitsluitend Sunna- mers. En dat was vooral een slecht voorbeeld voor zijn onder geschikten". Kalma heeft diverse malen 'vol strekt ontoelaatbaar razzia-ach- tig' optreden van de politie mee gemaakt. Dat gebeurde niet op grond van normale onderzoeken maar uit een zekere haat tegen kleurlingen en op basis van daar mee gepaard gaande 'ideeën' over afwijkend gedrag (vooroor delen als: zigeuners stelen. Zuid- molukkers zijn kapers). ..Ik weet van politieambtenaren die met voldoening deuren hebben inge trapt. Zonder dat zelfs maar het vermoeden bestond van een strafbaar feit" De lauwe reactie van burgemees ters, hoofdcommissarissen en of ficieren van justitie op het actie ve lidmaatschap van CP'ers bij de politie vindt de vroegere hoofdinspecteur symptoma tisch. „Dat was altijd al zo. Maar als politieambtenaren links-ac tief waren werd er moord en brand geschreeuwd. Daarover kan ik wel enigszins meepraten". Ontslag Tot viermaal toe is er tijdens de ruim dertig jaar durende carrière van de 59-jarige Bouwe Kalma aangedrongen op zijn ontslag. De eerste keer gebeurde dat na dat hii op 1 mei 1975 met een ro de vlag bij het Rotterdamse stad huis had gestaan Hij protesteer de toen tegen het feit dat B en W op het laatste nippertje waren ge zwicht voor de druk van 'rechts' om toch maar niet de rode vlag ter viering van de Dag van de Ar beid van het stadhuis te laten wapperen. „Ik stond daar met meer PSP-leden. Maar enkele kranten hadden van de foto al leen mij er uitgepikt". De tweede maal dat op Kalma's ontslag werd aangedrongen was toen hij zijn solidariteit had be tuigd met vrouwen die de met sluiting bedreigde abortuskli niek Bloemenhoeve in Heemste de hadden bezet. En de derde maal nadat hij een dis eriminerend politieformulier in de openbaarheid had gebracht. Als uiterlijke kenmerken voor verdachten hadden politiemen sen de keus om op dat formulier onder meer jood, gastarbeider, homo, lesbisch, zigeuner of sou teneur in te vullen. Het 'vanzelf sprekende' karakter van dat for mulier vond Kalma symptoma tisch voor hoe de politie over minderheden dacht (denkt). Het is hem vooral kwalijk geno men dat hij demonstreerde tegen de beknotting van democrati sche rechten in West-Duitsland als gevolg van het optreden van de terroristische organisatie RA- F,en tegen het eenzaam opslui- RAF-lcden ('isolatiefol- Vergelijking ter'). André var dacteur week, e) meester Kalma der Louw (ex-hoofdre- van het popblad Hit- -minister en toen burge van Rotterdam) heeft villen wegpromoveren r te tie: chef rampenbestrijding. Kal ma liet zich niet 'kalt stellen' en stapte op. De ex-hoofdinspecteur weigert enige overeenkomst te zien tus sen wat er toen gebeurde en het onlangs door de Utrechtse hoofdcommissaris Wiarda geda ne voorstel om actieve CP-lcden bij de politie van de straat te ha len en achter een bureau te stop pen. „Elke vergelijking die ge trokken wordt tussen de PSP en de CP vind ik per definitie on aanvaardbaar". Hij vindt dat de politiebonden met behulp van een integer en poli tiek onbelast instituut als de An ne Frank Stichting een discus sienota over fascisme en racisme bij de politie moeten maken. Over die nota zou dan bij de poli tie uitvoerig moeten worden ge sproken. Dat zou moeten gebeu ren met instemming van de Tweede Kamer onder verant woordelijkheid van de ministers van binnenlandse zaken en van justitie, meent Kalma. „Het zou goed zijn als de politiebonden al vast mensen zouden royeren van wie bekend is dat ze lid zijn van de CP. omdat een lidmaatschap van bijvoorbeeld de Nederlandse Politie Bond zich niet verdraagt met het ondemocratische karak ter van de Centrumpartij". Volgens Kalma zouden r fascisme bij de politie minder kans krijgen als er een betere controle was; bijvoorbeeld als dc gemeenteraad hoofd van de poli tie zou zijn en niet de burgemees- Kaïn vreemdelingen ged; ter. „Ook is er onvoldoende missaris en hoofdofficier van jus greep op wat er gebeurt tijdens title. Er is geen enkele controle het zogeheten tri part ite-o verleg op dit gezellig samenzijn van tussen burgemeester, hoofdcom- drie hoogmogenden". Lezers schrijven Een doffe woede bekruipt je als je leest dat staatssecretaris Van der Reijden (CDA), van Volksge zondheid, meent te kunnen vol staan met de. bekende bood schap van de autoriteiten die het ook niet weten: niets aan de hand met moedermelk. "De ma te waarin moedermelk in ons land kan zijn verontreinigd met pcb's is te gering om tot maatre gelen over te gaan". Zo'n zin moet je goed lezen! De staatssecretaris doet een gok om dat hij het niet weet! "Er is geen reden om via kraamzorg, consul tatiebureaus of huisartsen vrou wen met kinderen te adviseren de borstvoeding te bekorten." Dat klopt, want al zou de staats secretaris weten waarover hij praat, er is geen alternatief. Als de moedermelk verontreinigd kan zijn, hoe gering ook, geldt dat ook voor kunstmatige baby voeding op basis van koemelk. Maar dat zegt de staatssecretaris niet. Hij bedoelt slechts te zeg gen: houd je stil lieve (domme?) moeders en vaders en andere mensen, vooral de mensen in de gezondheidszorg. En slik ge woon dat de wereld op z'n kop wordt gezet. We zouden anders op de gedachte kunnen komen dat we moeten eisen dat ons mi lieu zo schoon moet zijn dat moe dermelk én koemelk (en andere voedingsmiddelen) gewoon 100% zuiver zijn. Elke verontrei niging, hoe gering ook, is niet-ac- ceptabel. Wanneer komt de staatssecretaris met een verbod op het gebruik van pcb's en met een wet op het inzamelen van pcb's die nu nog dagelijks in ons milieu geloosd worden? Nu is het zelfs niet ze ker dat onze huishoudelijke ap paraten en onze verlichting wat dit betreft gevaarloos zijn. Of wordt ook dit tegengehouden door de deregulering van de mi lieuwetgeving, door onze huidi ge regering? Dirk van der Ham Duinhof 39 Leiden

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 21