Historisch programma
zeer de moeite waard
'La Traviata groeit
naar vocaal festijn
'Djazzex' kwalitatief nog zeer wisselvallig
'Bremer Frei heit': een kaal drama
Nederlands Dans Theater bestaat 25 jaar
Grappig
sprookje
met
inhoud
Bij Nederlandse Operastichting
Leids Cabaretfestival:
geen bijzonder niveau
MAANDAG 9 APRIL 1984
Radio - tv - kunst
PAGINA
Jubileumprogramma van het Neder
lands Dans Theater met 'Squares'
(Hans van Manen/Erik Satie), 'Hi-
Kyo' (Jaap Flier/Kazuo Fukushi-
ma), 'Septet' (Benjamin Harkarvy/
Camille Saint-Saëns) en 'De Ana
tomische les' (Glen Tetley/Marcel
Landowsky). Gezien op 6 april in
het Circustheater in Schevenin-
gen. Aldaar ook op 27 en 28 april.
Voorts 24 april in de schouwburg
van Rotterdam en 29 en 30 mei in
de Stadsschouwburg van Amster
dam.
SCHEVENINGEN - Het Neder
lands Dans Theater heeft zich
zelden intensief met zijn eigen
verleden beziggehouden. An
ders dan het Nationale Ballet,
dat naast het tonen van nieuw
werk van de drie huischoroe-
grafen ook een conserverende
functie heeft en geregeld klas
sieken uit het balletrepertoire
op het programma neemt, be
paalt het NDT zich bij het he
den. Een heden dat sterk
wordt bepaald door artistiek
leider Jiri Kylian, die in een
hoog tempo balletten voor de
groep maakt en gastchoreogra-
fen uitnodigt, van wie het werk
vaak sterk aan zijn dansstijl is
verwant.
Het NDT ontstond 25 jaar gele
den als een afsplitsing van het
Nederlands Ballet van Sonia
Gaskell. Bij haar gezelschap
zat indertijd het puikje van de
Nederlandse dansers. Als ge
volg van toenemende ergernis
over haar eigenzinnige en cha
otische werkwijze besloot het
overgrote deel van Gaskells'
dansers de sprong in het diepe
te wagen en een eigen gezel
schap te beginnen. Dat was in
1959. Twee jaar later werd het
Haagse Nederlands Ballet om
gevormd tot het in Amsterdam
gevestigde Nationale Ballet.
Ter gelegenheid van dat zilveren
jubileum heeft het NDT ballet
ten ingestudeerd van choreo
grafen, die hun stempel zetten
op de eerste levenshelft van
het gezelschap. Ieder van hen
is ook artistiek leider van het
gezelschap geweest. De Ameri
kaan Benjamin Harkarvy, af
komstig van de groep van So
nia Gaskell, was dat van 1959
tot 1962. Vanaf 1961 deelde hij
het leiderschap met Hans van
Manen, die tot 1970 aan het
NDT was verbonden. De ook
uit Amerika afkomstige Glen
Tetley was samen met Van Ma
nen artistiek leider van 1962 tot
1970. Ze werden opgevolgd
door de Nederlandse topsolist
Jaap Flier, die het NDT een
meer vernieuwende koers wil
de laten varen. Na heftige con
flicten met de zakelijke leiding
vertrok Flier in 1973 naar Au
stralië. Hij is nu studieleider
aan de Theaterschool in Am-
'La Traviata" door de Nederlandse
Operastichting. Dirigent: Hans
Vonk. Hoofdrollen: Roberta Ale
xander, Neil Rosenshein, John
Brècheler. Gezien in de Stads
schouwburg op 6 april. Overige
voorstellingen in Amsterdam op
11, 15, 24 april. 1. 20. 21 mei en in
Scheveningen op 5 en 8 mei.
AMSTERDAM - Het is lang ge
leden dat de Nederlandse Ope
rastichting in een opera van
Verdi zoveel vocaal talent
heeft bijeengebracht, dat zelfs
een nog niet helemaal geslaag
de première al iets bijzonders
wordt. Roberta Alexander, die
in haar voordracht soms deed
denken aan een jonge Anna
Moffo, had in de eerste akte
duidelijk nog problemen met
de economische verdeling van
haar krachten. Zij ging daarom
uiterst behoedzaam te werk,
maar moest desondanks nog
alle zeilen bijzetten voor de
grote scène aan het slot.
Daarna volgde echter een snelle
groei naar een schitterend ge
zongen 'Amami Alfredo' en
een ook nu al ontroerende
sterfscène. Nog een paar voor
stellingen en Roberta Alexan
der kan over de gehele linie
uitgegroeid zijn tot een Violet-
ta die het publiek zich lang zal
blijven herinneren.
Haar Altredo was de Amerikaan
se tenor Neil Rosenshein, die
zich in de eerste akte en aan
het slot van zijn aria nog wat
kelig en zonder veel vocale
souplesse voordeed. Ook bij
hem zette daarna een stijgende
sterdam. Zijn plaats werd in
1975 door de van het ballet van
Stuttgart afkomstige Tsjech
Kylian ingenomen.
De vier voor het jubileum in ge
studeerde balletten zijn in het
afgelopen decennium niet
meer uitgevoerd. 'Squares'
(1969) van Hans van Manen
toont hoe deze choreograaf
door de jaren heen zijn bewe
gingstaal is trouw gebleven.
Het werk is nog nauwelijks
door de tand des tijds aange
tast, doet zelfs nog 'modern'
aan. Het ballet wordt in sterk
mate bepaald door het toneel
beeld: een rechthoekige verho
ging met daarboven vier bal
ken, waarin tl-licht. Op en om
de verhoging wordt door tien
dansers een kaleidoscopische
dans uitgevoerd: een trage ka-
dans van symmetrische patro
nen. Later wordt de rechthoek
aan één zijde opgetild, twee
dansers schuiven er langs naar
beneden. Het tempo wordt dan
levendiger, maar de ingetogen
heid blijft. Het einde is een
groepscompositie in black-
light. 'Squares' heeft een ritue
le inslag, die door de uitvoe
ring van jonge dansers van het
NDT nog wordt versterkt. Het
heeft de geniale eenvoud, die
kenmerkend is voor veel van
het werk van Van Manen.
'Hi-Kyo' (1971) is vooral interes
sant, )mdat balletten van Flier
nooit meer worden opgevoerd.
Het decor is een woud van
grijs-groene touwen. Twee
dansers, een man en een
vrouw, trekken zich eerst voort
aan horizontaal over het po
dium gespannen draden. Dan
begeven ze zich tussen de tou
wen, als kwade gedachten in
een hersenpan. De touwen ge
ven mee, accentueren de vaart
en richting van de lichamen.
De touwen helpen ook de
zwaartekracht te bestrijden, de
dansers klimmen er soms in of
slingeren er aan. De Japanse
muziek versterkt de gespan
nen, geheimzinnige sfeer.
'Septet' (1959) van Harkarvy
blijkt 25 jaar na dato erg tijdge
bonden. Het is een galant en
vloeiend ballet, waarbij nog
veel gebruik wordt gemaakt
van klassieke techniek. De
vrouwen dansen op spitzen,
wat voor het NDT zeer onge
woon is. Soms zijn aanzetten te
herkennen voor de later door
Kylian ontwikkelde bewe
gingstaal, maar Harkarvy
voegt veel minder aan de klas
sieke grondslagen toe, waar
door Squares een tamme in
druk maakt. De interpretatie
van dit veeleisende ballet was
uit de kunst.
lijn in en in zijn volgende scè
nes met Violetta ontplooide hij
een stralende lyrische tenor
met een slank timbre en een
elegante frasering. Wat een ge
not om bovendien weer eens
een tenor op het toneel te zien
die er ook nog als een jonge
minnaar uitziet!
De Nederlandse bariton John
Bröcheler had in zijn spel soms
moeite om een oudere heer
waar te maken, maar zijn voca
le kwaliteiten staan buiten kijf
en in het grote duet in de twee
de akte ontplooide hij de Fijn
zinnigheid van de ervaren lie-
derenzanger. Dat zijn stem in
de hogere regionen niet de
kern heeft die bij het Italiaanse
repertoire past, werd in dit ka
der van ondergeschikt belang.
Dit vocale niveau werd door
Hans Vonk nog niet op alle
punten beantwoord. Met name
in de eerste akte schortte het
aan contact tussen het koor en
het Amsterdams Philharmo-
nisch Orkest, maar ook later
zou een grotere soepelheid de
voorstelling ten goede geko
men zijn. In zijn afkappen van
elk applaus toonde Vonk zich
trouwens wel erg stringent.
Waarom mag enthousiasme
niet getoond worden als de-
muziek daar wel op berekend
De ietwat overdadige, tien jaar
oude enscenering van Tito Ca-
pobianco was door Jan Bouws
enigszins afgezwakt, maar dat
heeft nog niet geleid tot een
Pathos
'De anatomische les' (1964) van
Tetley is vooral een historisch
curiosum. Het gelijknamige
schilderij van Rembrandt
wordt er in tot leven gebracht.
Tetley laat zien hoe zwartgejas-
te chirurgijnen hun slachtoffer
in triomf met zich mee voeren,
zich verkneukelend over het
op handen zijnde ontleedkar-
wei. Een tafereel dat doet den
ken aan de kruisiging van
Christus. Zij verbeelden de kil
le logica, voor wie het indivi
duele zonder waarde is. Dan
springt de man van de snijtafel
en we zien hoe zijn leven aan
hem voorbij trekt: hij speelt
met kameraadjes en neemt
roerend afscheid van moeder
en vrouw. Die scènes hebben,
mede door de sterke uitvoe
ring van Gerald Tibbs, Karen
Djazzex met premières van 'Vectors'
(Sir! Sit Nam/Weather Report),
'Journey into light' (Siri Sit Nam/
Miles Davis, Donna Hathaway) en
het project 'Live Muziek' (Glenn
v.d. Hoff, Wolly Morriën, Dagmar
Hoorn en Marjory Helstone/Lex
Hakker). Reprise van 'Switching-
...gears' (Alvin McDuffie/Herbie
Hancock). Gezien op 7 april in het
Congresgebouw, Den Haag.
DEN HAAG - Djazzex is met
veel energie en verve bezig
zich een plaats te verwerven
als eerste professionele jazz-
dans-groep in ons land. Het pu
bliek is er klaar voor, dat blijkt
uit de enthousiaste reacties. Of
de groep dat ook is, blijft nog
de vraag. In elk van de drie
programma's, die Djazzex tot
nu toe heeft gebracht, worden
sterke choreografieën afgewis
seld met regelrechte missers.
Ook de kwaliteit van de uitvoe
ring loopt per dans sterk uit
een. De beperkte financiële
armslag is daarvoor een ge
deeltelijke verontschuldiging.
Voor de missers zorgde dit keer
de \xit de Verenigde Staten af
komstige choreograaf Siri Sit
Nam. Hij maakte voor Djazzex
twee werkstukken. 'Vectors',
de eerste daarvan, bevat nog
een aantal leuke momenten.
De bewegingsstijl is geva
rieerd, van plechtstatige pas
sen tot speelse oerdans. De uit
voering was slordig en onge
lijk. Dat met name de manne
lijke dansers wel degelijk over
kwaliteiten beschikken, bewe-
verder uitdiepen van de karak
ters.
Het onbeholpen aanbieden van
bloemen door suppoosten tij
dens een ovationeel applaus le
verde aan het slot enkele ge
nante momenten op. De ma
nier waarop Roberta Alexan
der (na haar mannelijke colle
ga's) een half verlept bosje in
haar handen gedrukt kreeg,
was zelfs ronduit stijlloos.
PAUL KORENHOF.
'Bremer Freiheit' van Rainer Werner
Fassbinder, door stichting Kunst/
Werk met Huib Broos, Cor van
Rijn, Cocki Boonstra, Ad Fernhout
en Bartho Braat. Gezien op 7 april
in het LAK-theater.
LEIDEN - Op het toneel zit een
man. Met zijn rug naar het bin
nenstromende publiek ge
keerd. Een gleufhoed, een lan
ge leren jas en sigaretterook
die langs een spotlicht omhoog
klimt. Op de rugleuning van
zijn stoel staat de naam R.W.
Fassbinder. Het toneelstuk be
gint, de man staat op, trekt zijn
jas uit, toont een nachtjapon en
speelt de hoofdrol van Gee-
sche Gottfried in 'Bremer Frei
heit'.
Zo eert de stichting Kunst/Werk
een Duitser (overleden in '82)
die vooral bekend werd als
filmer maar vooral in de perio
de daarvoor op het toneel furo
re maakte met zijn Anti-Thea-
Tims en Joke Zijlstra, een ex
pressionisme dat de tijd heeft
doorstaan. Dat geldt niet voor
de rest van het stuk; de grote
gebaren van de chirurgijnen in
hun historische uitdossing
hebben een pathos dat een
zwaar overtrokken indruk
zen ze echter in de solo's.
Een echte aanfluiting is 'Journey
into light', dat volgens het pro
grammablad de levensvisie
van Sit Nam weergeeft. We
zien een in het wit geklede
Godheid op zijn troon. Daar
omheen krioelt het gepeupel,
dat zuipt, vreet, verkracht, ver
vuilt en ruziet. Tot de Witte
zich verheft om de stervelin
gen te beroeren. Bij toverslag
heerst dan harmonie. Niet al
leen het verhaaltje, maar ook
de theatrale uitwerking ervan
in beweging is van een grote
ter. 'Bremer Freiheit', dat Fass
binder schreef op verzoek van
het Bremer Theater, dateert
dan ook al van 1971.
Het gaat daarin dus om Geesche
Gottfried, een vrouw die in de
vorige eeuw ruim dertig fami
lieleden en kennissen met gif
om het leven bracht. Zeg maar
de Goeie Mie van Bremen.
Fassbinder legt in zijn stuk de
nadruk op de innerlijke roerse
len van de vrouw. Haar hunke
ring naar liefde, gelijkwaardig
heid en seksuele vrijheid. Een
emancipatiestrijd dat in zijn
films eveneens een vaak terug
kerend thema is. Van 'Effi
Briest' tot 'Die Sehnsucht der
Veronika Voss'. Ook daarom
waarschijnlijk maakt Huib
Broos er een soort dubbelrol
van: als Fassbinder speelt hij
Geesche.
Stichting Kunst/Werk heeft van
'Bremer Freiheit' een kaal, sta-
maakt.
Het NDT had met een andere
keuze uit met name het werk
van Tetley meer recht kunnen
doen aan diens vernieuwende
invloed op de danskunst. Toch
is het programma als geheel ze
ker de moeite waard. Het is een
klefheid. Het is alsof je per
abuis bij een wel zeer enge en
naieve sekte verzeild bent ge
raakt. Djazzex had er goed aan
gedaan zichzelf en het publiek
dit platvloerse ritueel te bespa-
Het 'Live muziek'-project, dat na
de pauze werd opgevoerd,
maakt duidelijk dat de groep
er goed aan zou doen meer op
de eigen choreografische kwa
liteiten te vertrouwen. Het
geeft een vrolijk overzicht van
stijlen in de jazz, zoals die door
de jaren heen zijn ontwikkeld.
tisch drama gemaakt. In korte
scènes wordt Geesche geïntro
duceerd als'het slachtoffer van
een tirannieke, drankzuchtige
echtgenoot. Een kopje koffie
met gif lost alles op en bevrijd
van Johann probeert ze zich te
ontwikkelen tot een zelfstandi
ge vrouw. Ze zoekt als zodanig
het geluk bij Michael Gott
fried. Aanvankelijk een begrip
vol type, maar later toont ook
hij zijn zwarte kanten. Geesche
weet inmiddels echter hoe je
dat soort dingen aanpakt en
geeft Michael bij de huwelijks
voltrekking een kopje koffie.
Zij laat zich niet langer onder
drukken.
Broos maakt van Geesche ie
mand die niet om medelijden
maar om begrip vraagt. Ze is
een sterke persoonlijkheid,
niet bepaald het willoos slacht
offer van masculien geweld.
Broos doet nauwelijks pogin-
verademing om de groep aan
het werk te zien in dansen die
een beroep doen op andere fa
cetten van hun talent, dan die
welke in het Kylian-repertoire
worden aangesproken.
ARIEJAN KORTEWEG
Op 'live' gespeelde muziek van
Lex Hakker wordt een losjes
met elkaar verbonden keten
van dansen uitgevoerd, waar
bij de nadruk vooral op de
show ligt.
De choreografieën zyn vaak ko
misch. al blijven ze erg aan de
buitenkant. Van de emotionele
mogelijkheden van jazzdans
wordt weinig getoond. Ook
theatraal is het niet altijd even
handig aangepakt. Soms val
len er nodeloos gaten tussen de
dansen en de belichting is
voortdurend te donker. De uit
voering is echter aanstekelijk
en soepel; de dansers voelen
zich hier veel meer op hun ge
mak dan in de van gastchoreo-
grafen afkomstige werken.
Djazzex zou er goed aan doen
zich voor de volgende produk-
tie wat meer rust te gunnen.
Wil je een ondergeschoven
kindje als jazzdans tot volle
wasdom laten komen, dan is
uiterste zorg geboden.
ARIEJAN KORTEWEG
Leids Cabaretfestival, derde
voorronde, met de groepen 4/4
Maat, Fagade en De Meester M
B/V. Gezien in De Waag op 7
april.
LEIDEN Geen Leidse finalis
ten bij het zesde Leidse Caba
retfestival op 19 mei in de
Leidse Schouwburg. Na afloop
van de derde voorronde bleek,
dat uit de eerste voorronde nie
mand tot de finale was toegela
ten, maar dat de tweede voor
ronde Viola Kaaps uit Rotter
dam als kandidate had opgele
verd.
Bij haar voegden zich zaterdag
avond de groepen 4/4 Maat uit
Amsterdam en De Meester M
B/V uit Utrecht, die in een na
drukkelijk als eenstemmig ge
presenteerd juryrapport als
overwinnaars in de laatste ron
de uit de bus kwamen.
Hoewel deze uitspraak van de ju
ry dit keer minder reacties op
riep dan bij een vorige gelegen
heid, zijn enige kanttekenin
gen toch wel mogelijk, en de
eerste is dat het niveau over de
gehele linie kennelijk niet uit
zonderlijk is geweest. Noch 4/4
Maat noch De Meester M B/V
presenteerde zich in De Waag
als een ensemble met veel ori
ginaliteit en zeggingskracht
terwjjl de elementen 'nieuw',
'geëngageerd' en 'maatschap
pijkritisch' (doelstelling van
het Leids Cabaretfestival) nau
welijks bespeurbaar waren. De
gen iets vrouwelijks in de rol te
leggen en dat werkt bij alle tra-
vestierollen van de laatste tijd
heel verfrissend. Hij draagt het
stuk dan ook, kleurt het zwart
witte 'Bremer Freiheit' in.
Althans voor de pauze, daarna is
het een haast pijnlijk gebeu
ren. Ging er eerst nog het nodi
ge vooraf aan de gifmoorden,
na de pauze krijgt iedereen die
Geesche ook maar een tikkel
tje dwars zit iets toegediend.
Als een soort Rita Corita sleept
Broos z'n kopjes koffie af en
aan. Alle verhoudingen zijn
zoek en 'Bremer Freiheit' ver
wordt van een intrigerend dra
ma tot een op hol geslagen
paard.
In nog geen half uur is alles afge
lopen: Geesche loopt tegen de
lamp en Broos kruipt weer in
de kleren van Fassbinder. Of
zijn het dan soms de kleren
van de keizer?
BART JUNGMANN
'De slimme ezel'
'De slimme ezel'. Kindervoorstelling
door LAK drama in de regie van
Jutta Jensen en Eva Pieper. Ge
zien op 8 april in het LAK.
Aldaar ook nog op zondagmiddag
a.s. (15 april) te zien.
LEIDEN - Om voor kinderen in
de leeftijdsgroep van 4-8 jaar
een geschikt theatergegeven te
vinden, is geen gemakkelijke
opgave. Als het verhaaltje dan
ook nog een zekere inhoud
moet hebben, wordt de keuze
weer eens veel kleiner. Bij deze
LAK-produktie valt dan ook
het meest op, dat men er in ge
slaagd is om een grappig
sprookjesverhaal mèt inhoud
te vinden. De werktekst hier
voor is afkomstig van het Tür-
kisches Ensemble' van de
'Schaubühne Berlin'.
Jutta Jensen heeft voor de verta
ling gezorgd, en samen met
Eva Pieper heeft zij deze LAK-
produktie intensief begeleid.
Zo vertelde Jutta Jensen na af
loop, dat zij inclusief de spel
en bewegingstraining vier
maanden aan deze voorstelling
hebben gewerkt. Het resultaat
is er dan ook naar. De kinderen
krijgen een alleraardigst kijk
spel voorgeschoteld, waarin de
mensen zich van hun domheid
bevrijden en weer tot inzicht
komen. Een tot koning ge
kroonde ezel (Betty Glas)
draagt zijn volk (Janny en Si-
mone Bijl, Mira Jantzen en Co-
rine Vis) op om zich als ezels te
gaan gedragen; zo moeten zij
ezelsoren dragen en wordt er
op school alleen nog maar ïa-
ib-ic geleerd. Als dat op den
duur te dol wordt, wijst de
houthakker (Sylvia Augus-
teyns) het volk op hun dom
heid.
Desiree van Keulen vertelt deze
fabel in Oosterse sfeer, die
daarbij door Annejifke Mulder,
Hanny van Os en Caroline
Wehrman (onder meer met
dans en poppenspel) wordt
geassisteerd. Het gesproken
woord wordt dus voortdurend
met allerlei beelden en hande
lingen ondersteund. Terecht
krijgt het visuele aspect de
prioriteit; alleen zou men af en
toe (het komt maar een paar
keer voor) nog iets scherper op
de verstaanbaarheid moeten
letten.
WIJN AND ZEILSTRA.
leden van 4/4 Maat betraden
soms wel heel bekende paden,
maar kwamen tot een even
wichtige opbouw met gepro
nonceerde muzikale soli van
Ad Huysmans. Het totaal liet
echter een fletse indruk achter
en dat kan zowel aan de weinig
inventieve teksten als aan de
vlakke presentatie worden toe
geschreven.
Het programma van De Meester
M B/V leverde een ander uiter
ste op: veel beweging, veel
vaart, kleurig en afwisselend.
Overduidelijk bleek echter dat
de groep uit onderwijskringen
afkomstig was en dat alle trucs
van stal waren gehaald waar
mee een zaal vol leerlingen 'ge
pakt' kunnen worden. Volwas
senen hebben echter minder
behoefte aan de meester in een
korte broek of een clownesk
becommentariëren van de tek
sten van anderen.
De vlotte en uitstekend verzorg
de presentatie deed daaraan
weinig af en mag evenmin als
compensatie beschouwd wor
den voor een kluchtduel van
twee ridders met rubber
zwaarden, stokpaardjes en
kreupelrijmen. Voor de pro
gressieve (onderwijs)noot kon
het publiek terecht bij een lied
je over een zielig meisje dat op
school vermorzeld wordt in de
molen van de prestatiedrang
met de (herhaalde) slotregel
'wie is dommer dan de juf?'.
Het duo Facade, dat bij de jury
uit de boot viel, gooide het
over een andere boeg en koos
voor conventioneel cabaret
waarin de teksten centraal
stonden. Die teksten bleken
tijdens de eerste helft van het
optreden ook opvallend sterk
en werden met veel flair de
zaal in gegooid door een Jan
Pieterse, die in meerdere op
zichten deed denken aan de
jonge Rinus Ferdinandusse in
zijn cabaretperiode.
Marianne de Vink toonde zich
daarbij een uitstekend pianiste
met goede ideeën en een mar
kante voordracht, terwijl het
programma door de jury te
recht werd geprezen om de po
ging de diverse onderdelen te
verbinden. In 'De Gids' en 'Ka-
techese' kwam echter een plot
selinge inzinking aan het licht,
die geaccentueerd werd door
een samenspel dat zeker voor
kritiek vatbaar is.
De aanwezigheid van talent was
by Fagade echter onmisken
baar en die indruk kreeg ik
minder tijdens het optreden
van de beide ensembles die
wèl tot de finale werden toege
laten.
PAUL KORENHOF
Roberta Alexander en John Bröcheler in 'La Traviata'. 'foto JaapP
Scène uit 'Vectors' van Siri Sit Nam. (foto Ton wiuiersi.