c Argentinië wacht op het grote proces ZATERDAG 7 APRIL 1984 Extra Met een vriendelijke glimlach vroeg zij de voorbijgangers bij de obelisk op het Plaza de la Republica van de Argen tijnse hoofdstad om met hun handtekening de actie van de Dwaze Moeders van het Pla za de Mayo te steunen. Zij was een van hen, die al sinds 1977 elke donderdag voor het roze paleis, van waaruit tot eind vorig jaar de wrede ge neraals regeerden, om terug keer van hun verdwenen kin deren vragen. Op de vier wanden van de obelisk waren de portretten geplakt van honderden verdwenen jongens en meisjes; dat van haar zoon ook. Zijn naam had zij gebor duurd op een witte hoofddoek. Ondanks de plooien kon je lezen dat hij Antonio heette. „Wilt u uw handtekening plaatsen", vroeg zij een oudere, streng ogende man. Die keek haar strak aan, sloeg eerst met zijn rechter hand op het formulier dat zij voor hem hield en stak vervol gens zijn arm trillend schuin naar voren. „Sieg Heil!", beet hij haar toe. Later in het kantoor van de Dwaze Moeders kon zij er nog om hui len. „Dat zijn de mensen die hun misdadige oorlogsverleden in Duitsland zijn ontvlucht en hier heen zijn gekomen. Hier hebben zij onze jonge soldaten opgeleid, die later onze kinderen uit onze huizen hebben gehaald, hen heb ben gemarteld, zonder vorm van proces hebben omgebracht en in zee gegooid, of naamloos begra- De leidster van de 'Moeders van het Plaza de Mayo', Hebe de Bo- nafini, is het in het geheel niet eens met de wijze waarop de de mocratisch gekozen regering van president Raoul Alfonsin het probleem van de duizenden ver misten aanpakt. Harder „De militairen hebben nog steeds veel te veel macht en Alfonsin kan tegen hen niet verder gaan dan zij hem toestaan. Als een ge wone sterveling steelt, dan moet hij voor de rechter verschijnen en staat hij geboeid tussen twee politiemannen in. De militairen verschijnen in vol ornaat met hun handen in hun zakken, of ze komen helemaal niet. Alfonsin spreekt de strijdkrachten toe in hun kampement La Perla in Cor doba, dat tijdens de jaren van on derdrukking het grootste con centratiekamp van Argentinië is geweest. Hij moet veel harder te gen de militairen optreden". Hebe de Bonafini heeft twee kin deren verloren in de 'Guerra Su- cia', de 'smerige oorlog', waarin het leger van generaal Jorge Vi- dela lukraak, genadeloos en zon der vorm van proces de guerrille ro's van de Montoneros uitroei de. Daarbij werden ook duizen den onschuldigen uit hun huizen gesleurd, die nooit meer terug kwamen. Zij heeft het geweten van de wereld wakker geschud, door de generaals te tarten en el ke donderdag vreedzaam en met vele andere moeders, die hetzelf de lot beschoren waren, rond te lopen op het Plaza de Mayo voor het regeringspaleis. Een struise vrouw, scherpe ogen achter bril- leglazen. Zij heeft haar tol be taald voor de herstelde democra tie, maar daar is haar taak niet mee volbracht. Zij heeft het al zo vaak gezegd, maar toch vloeien steeds haar tranen: „Wij willen weten waar onze ver dwenen kinderen, onze zonen en dochters en waar onze mannen zijn gebleven. Wij weten nu niets, wij willen achterhalen wie ze hebben weggehaald, wie ze hebben befecht, wie besloten hebben dat ze moesten verdwij nen, wie heeft ze gemarteld, wie heeft ze begraven, welke dokter heeft de valse overlijdensakten geschreven, waar is het perso neel van de kerkhoven dat zich over hen heeft ontfermd, in wat voor vrachtauto's zijn hun lijken vervoerd, wie waren de chauf feurs, wie, wie, wie, hoe, hoe?" De minister In het roze paleis zijn de generaals verdwenen. Hun plaats is inge nomen door de gekozen presi dent Raoul Alfonsin en zijn mi nister van binnenlandse zaken en vertrouwensman, Antonio Troccoli. Hij is klein, breed en goedlachs. Deze bijna 60-jarige volbloed democraat is de politie ke waakhond van de president. Het onderzoek naar het lot van de verdwenen Argentijnen be rust bij zijn departement. In zijn rijk gelambrizeerde werkka mer legt hij beide handen open voor zich op tafel. „Wij willen niets verborgen laten en zullen tot de bodem gaan. Dat neemt niet weg dat ook wij niet in staat zijn om verdwenen volwassenen levend terug te brengen. Wij heb ben, nadat wij aan de regering zijn gekomen op 10 december vorig jaar, het hele land meter voor meter uitgekamd. We heb ben een onderzoek laten instel len in alle plaatsen waar wij zou den kunnen vermoeden dat er Nu de generaals zijn verdwenen, lijkt er eindelijk schot te komen in het opsporen van degenen die verantwoordelijk zijn geweest voor de massale verdwijningen in Argentinië. "Wij willen niets verborgen laten en zullen tot de bodem gaan", zegt minister van binnenlandse zaken Antonio Troccoli. Maar de 'Dwaze Moeders van het Plaza de Mayo' zien vooralsnog weinig heil in de aanpak van president Alfonsin. "De militairen hebben nog steeds te veel macht. Hij moet veel harder tegen ze optreden". In afwachting van het grote proces peilde Jan van Beek de gemoederen in Buenos Aires. door Jan van Beek Hebe de Bonafini (derde van links), de leidster van de Dwaze Moeders, komt de eer toe de wereldopinie te hebben geactiveerd. Er is altijd wel een televisieploeg in haar buurt, ditmaal de BBC. (foto GPDl een concentratiekamp was inge richt of een geheime gevangenis. Alle militaire kampementen heb ben wij ondersteboven gehaald. Wij zijn er absoluut zeker van dat er na 10 december in heel Argen tinië niemand meer tegen zijn wil in het geheim wordt vastge houden. Dat betekent dat in dit land - voor het buitenland kan ik niet spreken - helaas geen ver dwenen mensen meer levend zullen worden aangetroffen". „Kinderen wel. Er zijn kinderen in gevangenissen geboren. De moe ders zijn vermoord; de kinderen zijn aan andere ouders gegeven. Af en toe komen wij zulke kinde ren op het spoor. Ik heb tegen de moeders van het Plaza de Mayo gezegd dat wij zullen door gaan met ons onderzoek. De Nationale Commissie voor de Verdwenen Personen heeft duizenden aan klachten gekregen, die worden stuk voor stuk onderzocht. Die commissie heeft voldoende mo gelijkheden, want ook wij willen de schuldigen vinden en wij wil len hen voor het gerecht bren gen". Commandopost De man die ervan verdacht wordt als politiecommandant de hoofd schuldige te zijn van de verdwij ningen, de martelingen en moor den, generaal Ramon Camps, zit gevangen in een kamer op de tweede verdieping van de staf van het Eerste Argentijnse Le gerkorps in Buenos Aires. Hij heeft het vertrek ingericht als een commandopost en bereidt er zijn verdediging voor. Zijn vrouw en beide zonen bezoeken hem regelmatig. De beul van het militaire bewind, admiraal Ruben Chamorro, wordt ervan verdacht de hand te hebben gehad in de dood van bij na de helft van alle verdwenen mensen. Hij zat eerst gevangen in het Mariahoofdkwartier aan de haven. Sedert een paar weken is hij overgebracht naar een spe ciaal ingerichte hut op een van de oorlogsschepen die betrok ken zijn geweest bij de Falkland- oorlog. Hij krijgt daar bezoek van zijn kinderen en vrienden. Maar dat worden er steeds min der, want die voelen zich gecom promitteerd. Admiraal Emilio Massera, lid van de eerste militaire junta in 1976, die in zijn machtswellust zichzelf zag als de toekomstige president van Argentinië en allen liqui deerde die hij op zijn weg tegen kwam, zit in de gevangenis van Buenos Aires. Nadat hij uit de junta was gewipt, zette hij zijn praktijken op eigen houtje voort. Een verzoek tot voorlopige in vrijheidstelling werd onlangs af gewezen. Krijgswet Tegenover de beschuldiging van de moeders van het Plaza de Mayo, dat de militairen te veel vrijheid krijgen, zegt minister Antonio Troccoli: „Het militaire recht dateert in ons land uit de periode van generaal Peron, 33 jaar geleden. Dat recht hebben wij niet zelf gemaakt, dat hebben wij geërfd en ligt verankerd in de Grondwet. Wij moeten ons als rechtsstaat daar aan houden. Die Krijgswet bepaalt dat alle misda den, ook van civiele aard, die ge pleegd zijn in militaire oorden of in opdracht van militaire com mandanten, door de krijgsraad moeten worden behandeld. De militairen die vastzitten, zijn dus gevangenen van hun eigen on derdeel en zullen door de krijgs raad worden berecht. Wij hebben aan dat systeem wèl kunnen toe voegen dat alle vonnissen van militaire rechtbanken die betrek king hebben op de periode van de dictatuur, moeten worden be krachtigd door de burgerlijke rechter". „Er is in de behandeling die de ge neraals en admiraals krijgen ver schil of zij in preventieve hechte nis zitten omdat er al beschuldi gingen tegen hen zijn inge bracht, of niet. In het eerste geval zitten zij in de militaire gevange nis en in het andere zitten zij in een soort verzwaard huisarrest en hebben dus meer vrijheden". „Wij hebben in de verkiezings strijd gezegd dat wij de schuldi gen aan de moord op duizenden jonge mensen voor hun rechters zullen slepen. Wij willen de rechtsstaat herstellen en zullen geen speciale tribunalen oprich ten. Daarmee stellen wij het jus titiële apparaat voor een zware proef, maar het moet die aankun nen. Wij houden ons aan de rechtsregels en dat nemen helaas velen ons kwalijk". De moeders Direct na de machtsoverdracht heeft president Alfonsin de Na tionale Commissie voor de Ver dwenen Personen ingesteld. Hij heeft daarvoor een aantal onpar tijdige mensen uitgezocht uit de rechterlijke macht, uit commis sies voor de mensenrechten, uit de universiteiten en uit de we reld van de kunst; mensen die zich tijdens de dictatuur herhaal delijk op humanitaire gronden actief'hebben verzet. Voorzitter is de bejaarde schrijver Ernesto Sabato, van wie onlangs in Ne derland de vertaling van zijn boek „Van helden en graven" is verschenen. De moeders van het Plaza de Mayo staan zeer kritisch tegenover de ze commissie. Hebe de Bonafini wil een parlementaire enquête. „Als burgers hebben wij volks vertegenwoordigers gekozen die tot taak hebben de gruwelen van het militaire bewind helemaal tot de bodem uit te zoeken. Wij wil len een open debat en openbare verhoren". „Ik geloof wel dat de leden van de nationale commissie de bedoe ling hebben om naar vermogen te onderzoeken wat er gebeurd is, maar zij hadden voor die eer moeten bedanken. In die com missie zitten mensen die wij enorm waarderen en we willen ons niet tegen hen keren. Maar wij zijn bang dat die commissie iets gaat doen wat wij niet willen; een monument oprichten. Onze kinderen die verdwenen zijn, wilden gewoon leven, zij wilden niet sterven. Zo lang wij niet we ten wat er met hen gebeurd is, willen wij geen monumenten. Als dat er komt, gaan wij daar el ke dag tegen protesteren". ..Wij zijn dinsdag begonnen offi cieel aanklachten in te dienen bij de burgerlijke rechter. Van ons gaan er 947 optreden als aankla gers tegen allen die in de provin cie Buenos Aires actief zijn ge weest gedurende de periode van onderdrukking van '76 en '77. Daarna komen alle moeders die kinderen hebben verloren in '78 en '79 aan de beurt, en daarna al le volgende jaren. Wij vragen aan de rechter om deze aanklachten niet op te splitsen in 900 zaken, want al deze aanklachten zijn één. Dat wordt onze kracht; wij gaan de strijdkrachten aan de ba sis aanpakken. Aan die basis weet men heel goed wat er in die jaren is gebeurd". „Als wij het niet zo doen, dan ge beurt hier hetzelfde als wat in Duitsland is gebeurd. Daar heeft men in '45 niet iedereen willen veroordelen. Zij kregen de kans om hierheen te komen om onze soldaten op te leiden tot moorde naars. Om dat te voorkomen, gaan wij door tot het uiterste, tot wij niet meer kunnen". Blijven zoeken - Wanneer komt het moment waar op de moeders aanvaarden dat hun kinderen niet meer leven? Tranen wellen in de ogen van Hebe de Bonafili. „Wij zullen blijven vragen dat onze kinderen levend terugkeren. Dat doen wij om het leven zelf te beschermen, ook al weten wij wel beter. Door hén le vend terug te eisen, kunnen wij de schuldigen blijven zoeken. Daarom aanvaarden wij hun dood niet, totdat wij weten wat er gebeurd is". - Hoeveel er zijn verdwenenen, er circuleren zoveel lijsten. Presi dent Alfonsin spreekt van 10.000, de nationale commissie van 8600, en steeds is daar het cijfer van 30.000? „Er zijn 8600 aangiften gedaan. Maar de moeders van de Plaza de Mayo blijven er bij dat het er 30.000 zijn. Er zijn zoveel mensen die angst hebben en de verdwij ning niet durven aangeven. Zij willen niet laten weten aan hun andere kinderen en aan hun fa milieleden dat zij een kind heb ben dat ervan verdacht is tot ter roristische organisaties te heb ben behoord. Ook zijn zij ooit be dreigd als zij aangifte zouden doen. Er is zoveel angst onder de mensen. Ik heb heel veel vrien den van mijn verdwenen zoon aangegeven. Hun ouders durf den niet. Van een van die jon gens zijn de beide ouders gestor ven. Er was alleen een jonger broertje over, die was te bang om aangifte te doen. Ik heb (fat ge daan, omdat zijn broer als een kind voor mij is geweest". Wordt u wel eens bedreigd? „Ik? Ik word permanent bedreigd. Gisteren nog werd mij per brief een gruwelijke dood aangezegd". De schrijver Zijn ogen worden steeds slechter. Hij draagt een donkere bril en zit het liefst in het duister. Ernesto Sabato, een van de grootste he dendaagse schrijvers van het La- tij nsamerikaanse continent, die in zijn boeken de eeuwige strijd van de mens tussen beschaving en barbarij beschrijft. Hij woont buiten de stad in een donker huis, verscholen achter hoge bo men. Al jaren kan hij niet meer schrijven omdat zijn ogen te slecht zijn. Nu schildert hij nog, neo-impressionistische portret ten van schrijvers, Kafka, Dosto- jewski, Sartre. President Alfonsin heeft hem ge vraagd om het voorzitterschap van de Nationale Commissie voor de Verdwenen Personen op zich te nemen. Hoe voelt een zo subtiel schrijver zich als voorzit ter van een commissie, die alle gruwelen uit de donkerste nacht van de Argentijnse geschiedenis aan de dag moet brengen? „Hoe denk je dat ik mij voel: vrese lijk, geteisterd. Wij staan voor een taak die heel zwaar is, zeer onaangenaam en wij zijn belast met een enorme verantwoorde lijkheid. We hebben de indruk dat wij moeten proberen water uit zee te halen met een mandje. Volgens de opdracht van de pre sident moeten wij de aanklach ten van de familieleden van de verdwenenen verzamelen, die aanklachten onderzoeken, zo mogelijk de verdwenen mensen en kinderen opsporen, de schul digen zoeken en de zaak overge ven aan de rechtbanken. Ten slotte zullen wij over drie maan den een eindrapport met een uit voerige omschrijving van ons werk en onze bevindingen pro duceren". „Ik kan je verzekeren dat de hoofd rolspelers in de onderdrukking zeer zware straffen kunnen krij gen. Ongeveer 10.000 mensen werden uit hun huizen gehaald of gewoon op straat opgepakt, werden gemarteld en vermoord. Maar dat alles gebeurde in nachtelijke operaties en in de clandestiniteit. Het is heel moei lijk om de juiste schuldigen aan te wijzen, namen los te krijgen, voornamen, adressen. Maar ik geloof zeker dat wij voldoende bewijzen zullen vinden om de belangrijkste schuldigen voor goed op te sluiten". Argentijnen - Als schrijver realiseert u zich na tuurlijk heel goed dat niet alleen de vermoorden, maar ook de moordenaars Argentijnen zijn. „Natuurlijk zijn dat ook Argentij nen. Maar dat bewijst niet dat de Argentijnen daarom in wezen slecht zijn. De mens is altijd en overal dezelfde. Het kwaad be staat nu eenmaal in de wereld, de mens is in alle tijden en op alle plaatsen onderworpen geweest aan het kwaad. Daarom verbie den alle grote godsdiensten het kwaad en dreigen met eeuwige straffen". Nog niet zolang geleden was hier een Duitse journalist en die zat in dezelfde stoel als waar jij nu in zit en die verbaasde zich erover dat in een beschaafde samenle ving als de Argentijnse zulke beestachtigheden hebben kun nen gebeuren. Ik heb hem er be scheiden aan moeten herinneren dat een van de meest beschaafde volkeren van de wereld, een volk dat schrijvers, dichters, filosofen en musici van de hoogste orde heeft voortgebracht, ook Hitier heeft geproduceerd. En zo kan je doorgaan. De Fransen hebben in Algiers wreedheden zonder naam bedreven. Zelfs een res pectabel volk als de Zweden heeft tijdens hun 30-jarige oorlog zich wreed en sadistisch gedra gen. En wat te zeggen van de honderdduizenden Japanse do den onder de Amerikaanse atoombommen. Er zijn boven dien geen wredere oorlogen dan burgeroorlogen. Kijk naar de af scheidingsoorlog in Amerika, de burgeroorlog in Spanje. En ik wil beslist de genocide van de Rus sen in Afghanistan niet vergeten. Begrijp goed dat ik dictaturen haat en niet alleen die van rechts". Ontmanteld De minister van binnenlandse za ken, dr. Antonio Troccoli, is er van overtuigd dat het onder drukkingsapparaat van de mili taire dictatuur geheel is ontman teld. „Wij zijn nu bezig met de omscholing van de basis. De mensen van de veiligheidsdien sten hebben tijdens de militaire dictatuur een opleiding genoten die geheel afwijkt van wat in een democratische samenleving aan vaardbaar is. We hebben hun lei ding afgezet en willen het hele opleidingssysteem veranderen. Dat gaat niet van de ene op de andere dag. Er zijn afschuwelijke gewoonten in het korps binnen geslopen, die beslist gecorri geerd moeten worden. Daarom moet niemand zich erover verba zen dat er nog steeds dingen ge beuren die herinneren aan de da gen van de dictatuur. We hebben met alle kracht alle martelmetho den afgezworen, die gebruikelijk waren geworden bij ondervra gingen. De veiligheidsdiensten moeten leren werken met mo derne en beschaafde manieren om achter de waarheid te ko- Ik hoorde van de moeders van de Plaza en van Ernesto Sabato dat zij nog steeds met de dood be dreigd worden. „Natuurlijk worden zij dat", zegt Troccoli, „dat worden wij, minis ters, ook. Elke dag. Niemand ontkomt daaraan. Maar u komt ook uit een continent waar terro risme heerst. Wie is daar zeker van zyn leven? Maar daarom hoef je nog niet hysterisch te worden. Vergeet niet dat wij een felle strijd moeten voeren. Ons land ontwaakt uit een periode die heel a-typisch en abnormaal voor dit land is geweest. Alles was gemilitariseerd en het mil- taire concept heeft nu eenmaal niets met democratie te maken. Wy moeten dus die samenleving grondig omvormen, niet alleen de militaren, maar ook de bur gers, want er zijn er genoeg die van mening zijn dat wij met de verdachten die onder bescher ming van de dictatuur gruwelda den hebben bedreven, op dezelf de wijze zouden moeten om springen als de moordenaars van die dictatuur met onze verdwe nen landgenoten hebben gedaan. En dat kan nooit de bedoeling zijn. Die schande willen wy nooit op ons laden".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 17