'Op zoek naar het gezicht achter het masker
Emoties van de muziek putten je uit
Kinderboekenschrijfster Selma Noort put uit eigen ervaringen
Roberta Alexander zingt 'La Traviata'
Amsterdam wil architectuur -
museum in Beursgebouw
Nieuw ensemble
in plaats van
drie orkesten
Lord Harewood gaat weg bij National Opera in Londen
DONDERDAG 5 APRIL 1984 f PAGINA 29
J Radio - tv - kunst
LEIDERDORP - "Die scheepswerf uit 'Ik hoef niet op
schoot', dat is natuurlijk de scheepswerf van Boot. Het
vieze mannetje dat in het verhaal rondloopt, die ben ik
daar als kind tegengekomen. Maar die twee timmerlui,
die het in het boek voor me opnamen, die lachten me in
werkelijkheid alleen maar uit".
Selma Noort (23) is geboren en getogen in de Leidse Kooi.
Ze wist al toen ze zes jaar oud was wat ze wilde worden:
schooljuffrouw, schrijfster en beroemd.
De eerste twee daarvan zijn inmid
dels uitgekomen. "Ik heb vlug
geleefd", zegt ze. Ze doorliep de
Pedagogische Academie, stond
een tijdje voor de klas, woonde
in de Verenigde Staten en is nu
hoofd van de typekamer van het
Institute of Social Studies in Den
Haag. 'Ik hoef niet op schoot',
haar eerste boek, schreef ze toen
ze achttien was. Het is inmiddels
in het Duits vertaald. Vertalin
gen in het Deens en het Tsje
chisch volgen. Haar tweede
boek, 'Een gedeelde hamaca',
verschijnt binnenkort in Duits
land.
"Zo gauw ik het alfabet leerde,
ging ik verhalen schrijven. Ik
schreef in het schoolkrantje en
verzon samen met m'n vriendin
nen hele drama's; ieder om de
beurt een stukje: zij één regel en
ik vijf. Bij alles wat ik zag be
dacht ik een verhaaltje. Als ik op
straat een man tegen een vrouw
hoorde zeggen: "Ik hoef je niet
meer te zien", dan dacht ik er
meteen achter: ...sprak hij met
stemverheffing. En dat terwijl ze
elkaar nog die morgen hadden
beloofd geen ruzie meer te ma
ken over de erfenis".
"Ik was als kind al een buiten
staander, en heus niet alleen om
dat ik zo lang ben. Ik voelde me
altijd meer toeschouwer dan
deelnemer en vond veel dingen
grenzeloos flauw en vervelend".
Haar debuut met 'Ik hoef niet op
schoot' kwam onverwacht, ook
voor haar zelf. Ze schreef het op
18-jarige leeftijd. "Het was hele
maal niet m'n bedoeling om het
te laten uitgeven. Ik ontmoette
de schrijfster Miep Diekman op
een ouderavond en vroeg haar of
ik haar iets mocht laten lezen. Ik
had gedacht naar aanleiding van
haar reactie daarop mezelf te
kunnen verbeteren, maar ze wil
de het meteen laten uitgeven".
Droomwereld
De hoofdpersoon in 'Ik hoef niet
op schoot' is Martine, een meisje
van een jaar of elf. Thuis is het
bepaald geen koek en ei: vader is
werkloos en maakt ruzie met
moeder. Broertje Adrie heeft het
moeilijk met zichzelf en krijgt
door
Ariejan Korteweg
van zijn ouders alle aandacht. In
de opeenvolgende verhaaltjes
krijgt Martine nogal wat tegen
slag te verduren: ze mag niet spe
len met haar kleine buurmeisje
Vonnie, wordt door een vies
mannetje belaagd, krijgt ruzie
met haar vriendin omdat ze in
haar ongeloof moet lachen als
die vertelt dat haar vader is
overleden en belandt tot slot we
gens een winkeldiefstal bij de
kinderpolitie. Martine trekt zich
steeds vaker terug in een droom
wereld. Daarin is ze Loeki en
heeft een grote vriend.
- Zoveel tegenslag in één boek. Ben
je niet bang kinderen met proble
men op te zadelen, waar ze in het
dagelijkse leven nog helemaal
niet aan toe zijn?
'Die kritiek heb ik vaak gehoord
Ik heb me dat ook wel aange
trokken. Het is een somber boek,
iets om samen met ouders of on
derwijzer te lezen. Maar het is he
lemaal niet waar dat kinderen
niet met dat soort problemen
zouden worden geconfronteerd.
Ze luisteren naar de radio, kijken
televisie, horen wat hun ouders
over tafel tegen elkaar zeggen.
Kinderen maken even veel mee
als wij. Je hoeft ze niet tegen al
les te beschermen. Al hoef je ze
ook niet alles op te dringen".
'Ik merk dat bij lezingen op scho
len. Ouders stellen dan vragen
als: waarom staat er 'verdomme'
in het boek. Kinderen reageren
heel anders; die maken een teke
ning. Ze herkennen zich in Mar
tine. Ik was laatst op een huis
houdschool: meiden van een jaar
of dertien, veertien. Helemaal
opgedoft, dames in de dop. Ze
waren diep onder de indruk".
Maar schrijven is toch ook orde
nen. Je haalt nu in één boek zulke
uiteenlopende problemen over
hoop.
"Ik heb geordend hoe, zonder dat
iemand het beseft, de problemen
de overmacht kunnen krijgen.
Ze stapelen zich op en komen tot
een climax. Zo gaat het in
werkelijkheid toch ook? 'Ik hoef
niet op schoot' is min of meer au
tobiografisch. Ik heb in dat boek
een beetje mijn jeugdervaringen
van me afgeschreven. Al be
schrijf ik niet precies mijn fami
lie en mijn broer, dat zou erg
zijn".
Tijuana
"Ik heb niet als ik begin al het hele
boek in m'n hoofd. Het begint
met het bedenken van een per
soon, meestal een mengeling van
mezelf en mensen die ik ken. De
verhalen nemen vaak een loopje
met me. Zoals die grootmoeder,
tsja, die ligt dan ook ineens op
sterven. Dan doe ik m'n ogen
dicht en zie het als een film voor
me. Dat is mijn manier om te we
ten te komen wat er zal gaan ge
beuren. Ik schrijf het in één keer
op en sleutel alleen nog wat aan
de stijl. Maar de grote trekken,
zoals dat Juana hem zal verlaten,
die liggen wel vast".
Grootmoeder en Juana figureren
in 'Een gedeelde hamaca', haar
tweede boek, dat vorig jaar ver
scheen. Het speelt in Tijuana,
een stadje in Mexico, op de grens
met de Verenigde Staten. Hoofd
persoon is Manuel, een jongen
van ongeveer zestien jaar. Zijn
moeder is door haar man in de
steek gelaten, en Manuel ver
dient als oudste zoon de kost. Hij
is ober in een eethuis. Hij wordt
verliefd op Juana, een meisje dat
middelbare school heeft gehad,
maar heeft zelf nauwelijks leren
lezen en schrijven. Hij wil vastig
heid, zij niet. Ze vertrekt naar de
VS om een opleiding tot secreta
resse te volgen. Manuel is een
tijd diep teleurgesteld, maar
vindt een nieuwe liefde in Lupe.
Ook dit boek berust voor een groot
deel op eigen ervaringen. Selma
Noort woonde een tijd op de
grens van de VS en Mexico. Ze
werkte er in een snacktent en
volgde er, net als Juana, een op
leiding tot secretaresse.
"Het boek is ontstaan naar aanlei
ding van een fotoserie. Een meis
je van de opleiding vroeg of ik
mee wilde naar haar grootouders
in Mexico. Onderweg maakte ik
foto's. Later, terug in Nederland,
ben ik gaan fantaseren wat er
van die mensen terecht zou zijn
gekomen".
Masker
Om de opmerking dat ik het twee
de boek veel beter geslaagd vind
dan het eerste moet ze lachen.
"Dat had ik wel gedacht. Jij bent
een jongen en leest bovendien
nooit kinderboeken. Zelf houd ik
meer van het eerste. Het is dich-
terlijker, een en al gevoelens".
- Waarom heb je in dit boek een jon
gen als hoofdpersoon genomen?
"Jongens in die leeftijd zijn heel
fascinerend. Ontroerend zelfs, al
klinkt dat een beetje vies. Vroe
ger dacht ik altijd: jongens zijn
zo anders. Ik ben er geleidelijk
achter gekomen hoe moeilijk ze
het hebben om man te worden.
Het boek is ook voor meisjes be
doeld. In de trant van: goh, jon
gens vallen eigenlijk best mee.
Ze gedragen zich vaak zo anders
dan ze zijn".
In augustus komt haar derde boek
uit. Een vervolg op 'Ik hoef niet
op schoot', met weer Martine in
de hoofdrol. "Er gebeurt hele
maal niet bijzonders in dat boek.
Er wordt geen schat opgegraven
en niemand wint de loterij. Het
gaat. zeg maar, over je buurmeis
je. Het speelt in de vakantie en
Martine heeft een rijpingsproces
doorgemaakt. Vader krijgt werk
en Adrie knapt wat op. Al maan
den pieker ik over een titel. Mis
schien wordt het gewoon: 'Marli
ne Koperslager'. Want daar gaat
het over. Over Martine die haar
identiteit vindt".
En ook dit boek is weer deels auto
biografisch. Het speelt ten dele
in de fabriek aan de Rijn in Lei
derdorp waar Selma na haar te
rugkeer uit de Verenigde Staten
een tijdje werkte.
- Waarom schrijf je eigenlijk kin
derboeken?
"Ja, vraag eens aan een bakker
waarom hij brood bakt. Ik heb
een andere jeugd gehad dan de
meesten. Daar wil ik toch iets
van vertellen. Over mensen die
elkaar vaak nodeloos pijn doen".
"Ik zou best boeken voor volwas
senen willen schrijven. Maar dan
niet als een soort bekroning op
de kinderboeken. 'Een gedeelde
hamaca' is al een eind in die rich
ting. Dat kan heel goed door vol
wassenen worden gelezen".
Ik ben altijd op zoek naar het ge
zicht achter het masker. Als ik in
de trein zit tegenover een achter
z'n krant verscholen ambtenaar,
duw ik gewoon een pak stroop
wafels over die krant heen. Moet
je eens zien hoe zo iemand dan
ontdooit"
SCHEVENINGEN - "Ik
had niet gedacht dat ik
ooit La Traviata zou zin
gen of dat iemand mij
daarvoor zou vragen, en
toen het zover kwam, heb
ik. daarom wel even be
denktijd gevraagd. Ik was
eigenlijk stomverbaasd en
ik had ook een beetje een
gevoel van: nou, Violetta...
dat weet ik nog zo net niet.
Ik had er nog nooit over
nagedacht. Alles wat in
mijn hoofd zat, was Mo
zart, Mozart en nog eens
Mozart. Bij sommige an
dere rollen wist ik 'meteen
dat ik ze moest doen, maar
van deze weet ik het ei
genlijk nog steeds niet.
Het is in elk geval geen
partij die me van binnen
uitvreet of waarvan ik
meteen kan zeggen: leuk,
maar hierna nooit meer".
Als in het Circustheater de repeti
ties voor Verdi's opera 'La Tra
viata' hun einde naderen, blijft
hoofdrolvertolkster Roberta Ale
xander nog steeds voorzichtig in
haar uitlatingen. Bij de première,
vrijdag a.s. in de Amsterdamse
Stadsschouwburg, zal moeten
blijken in hoeverre zij zich een
van de mooiste vrouwenrollen
uit de operaliteratuur eigen heeft
kunnen maken.
"Maar ik weet wel dat ik nog nooit
zo hard op een rol heb moeten
werken. Die muziek zit zo vol
emoties, dat je alleen al daarvan
uitgeput raakt, maar ik wil toch
voorkomen dat ik bij de premiè
re als een uitgeknepen spons op
het toneel sta. Dit is een van die
partijen die je niet elke keer hele
maal kunt uitzingen, ik in elk ge
val niet. Misschien iemand an
ders wel. Maar ik herinner mij
van Sonja Poot, die die rol hier
tien jaar geleden zong, dat zij
soms fluitend door zo'n repetitie
ging. Ze zong niet, ze markeerde
niet, ze praatte zelfs niet eens,
nee, zij flóót. Ik zat daar toen als
beginnend zangeresje bij en ik
vond het beléchelijk, maar nu
begrijp ik het!"
Zeker in opera's als 'La Traviata'
en 'La Bohème' is acteren voor
Roberta Alexander op zijn minst
even belangrijk als zingen: "Ik
heb laatst na een repetitie het
boek van Ardoin met al die foto's
van Callas gepakt om héél even
tjes naar die tweede akte te kij
ken, hoe zij dat uitdrukte. Niet
door
Paul Korenhof
omdat ik dat zelf ook zo zou wil
len doen, maar gewoon om mij
even te herinneren hoeveel er uit
die rol gehaald kan worden. Ei
genlijk zou je zo'n rol heel gron
dig met een hele goede regisseur
moeten instuderen. Zo heb ik
met Harry Kupfer in Oost-Ber-
lijn aan 'La Bohème' gewerkt en
ik denk dat ik daarmee nu in elke
conventionele enscenering over
al ter wéreld terecht kan. Maar
aan de andere kant: als je zo'n
Traviata met een man als Kupfer
instudeert, ben je na de repetities
zo doodop, dat je de première
waarschijnlijk niet eens meer
kunt zingen. Als je zes weken in
tensief met hem gerepeteerd
AMSTERDAM (ANP) - De Amsterdamse wethouder Schaefer (Grond
zaken) heeft minister Brinkman van WVC het Beursgebouw van Ber-
lage aan het Damrak in de hoofdstad .aangeboden' als vestigings
plaats voor het architectuurmuseum. De gemeente heeft dit gisteren
bekendgemaakt.
De minister had de gemeente Amsterdam gevraagd haar kandidatuur
te bevestigen met een concreet aanbod. Rotterdam is ook in de markt
voor het nog op te richten architectuurmuseum.
Het Amsterdamse aanbod omvat ongeveer 5.000 vierkante meter vloer
oppervlak. Onder meer de grote zaal van het beursgebouw met de
ingang aan de zijde van het Beursplein kan als museum dienen.
Het in 1903 neergezette beursgebouw verkeert volgens Schaefer in zeer
goede staat van onderhoud, ligt centraal en is zelf architectonisch
waardevol.
De toekomstige gebruiker van het gebouw, het Nederlands Instituut
voor de Bouwkunst (in oprichting) is volgens de gemeente bereid een
deel van het gebouw af te staan ten behoeve van het architectuurmu
seum. Het rijk zou dat deel van bet beursgebouw kunnen buren.
hebt, voel je je echt een oude
vaatdoek".
Gaat bij een man als Kupfer het ac
teren de aandacht voor de mu
ziek niet overheersen?
"In mijn laatste jaar bij de Operas
tudio heb ik de vijfde maagd in
'Elektra' gedaan en omdat ik
toen nog helemaal onervaren
was, accepteerde ik alles wat
Kupfer zei. Maar op een gegeven
moment komt er toch een punt
waarop je zegt: nu heb ik genoeg
gedaan, nu moetje niet proberen
er meer uit te halen, en dat weet
hij ook wel. Hij weet precies
wanneer hij je nog verder kan
duwen en wanneer er een grens
bereikt is. In Fidelio liet hij me
tijdens 'Mir ist so wunderbar'
heel krampachtig een tafel vast
houden, terwijl ik juist heel pril
le. mooie lijnen moest zingen.
Toen heb ik gezegd: het spijt me,
maar wat ik van jou met mijn li
chaam moet doen gaat volslagen
tegen mijn techniek van zingen
in. Toen hebben we een midden
weg gevonden, en zoiets gebeur
de tijdens de Bohème-repetities
ook. De kunst van het zingen is
af en toe om een enorme emotie
en opwinding uit te drukken, ter
wijl je je stem juist heel rustig
onder controle moet houden. Ik
vind dat heel moeilijk en het lukt
mij ook echt niet altijd, maar als
je emoties moet uitdrukken en je
laat niet je hele lichaam mee
gaan, dan kan het er zo flets uit
gaan zien. Ik heb het gevoel dat
ik er dan niet echt 'in' ga. Daar
om is het ook verstandig zulke
partijen niet al te vaak te doen.
Geen zestig Traviata's in één
jaar. Dan ben je óp".
Het seizoen 1983-84 betekent mo
gelijk een keerpunt in de carrière
van de Amerikaans-Nederlandse
sopraan, niet alleen door deze
eerste Traviata. Uitnodigingen
voor Wenen en de Scala moest zij
helaas laten schieten wegens an
dere verplichtingen, maar wel
maakte zij haar debuut in de
Londense Covent Garden ('La
Bohème') en in de Metropolitan
Opera in New York ('Don Gio
vanni'). De ontvangst in Londen
was enthousiast, maar haar Met
debuut werd een onvergetelijke
ervaring: "Ik was alleen al hele
maal ontroerd van de mensen die
daar in dezelfde periode allemaal
zongen: Freni, Cotrubas, Te Ka-
nawa, Kathy Battle, Leona Mit
chell, noem maar op. En ik
mocht daar ook bij zijn. Daar was
ik echt trots op. Het gevoel alleen
al dat je daarbij hoort En als je
dan opeens iemand 'Alexander'
hoort zeggen, zonder verdere
aanduiding, net zoals 'Freni' of
'Cotrubas', dan geeft je dat een
gevoel... En dan het publiek! Ik
dacht eerlijk gezegd: nou ja, Zer-
lina, een leuke rol om binnen te
komen en een voet tussen de
deur te krijgen, maar het was ge
weldig. Het leek wel of het thea
ter afgebroken werd".
Roberta Alexander: nog nooit zo hard op een rol moeten werken
De gevolgen bleven met uit en be
halve in 'La Bohème' zal Roberta
Alexander binnenkort ook te ho
ren zijn in de eerste voorstelling
die de 'Met' zal geven van de ope
ra 'Porgy and Bess' van Gersh
win, een werk dat zij in Duits
land overigens niet wil zingen:
"Aan de ene kant is het een
beetje een stokpaardje van me en
aan de andere kant wil ik er lie
ver niet over praten, maar de
Duitsers zijn altijd bezig met je
huidskleur: "die farbige Sopra-
nistin" of "die schwarze Roberta
Alexander". Het is typisch Duits
om dat er altijd bij te zetten. Ik
heb me daar ook altijd over opge
wonden en ik probeer het dan
wel van me af te zetten, maar het
blijft irritant. Bovendien hebben
ze mij in Duitsland steeds ge
vraagd om concerten te doen
met fragmenten uit 'Porgy and
Bess'. Vorig jaar ben ik in West-
Berlijn ingesprongen in 'Idome-
neo' en prompt werd ik terugge
vraagd voor 'Porgy and Bess'
Het spijt me ontzettend, maar
dat vertik ik. Ik zing Bess wel in
New York, maar ten eerste ben
ik Amerikaanse en vind ik het
een eer om erbij te zijn als die
Amerikaanse opera voor de eer
ste keer aan de Met wordt ge
daan, en ten tweede hebben ze
me daar wel eerst gevraagd voor
Zerlina, een 'gewone' rol. Maar
als je zoiets doet bij je eerste gro
te optreden in Duitsland, ben je
verkocht, dan zit je in een hokje
terwijl je al die jaren juist ge
vochten hebt om daaruit te ko-
Elf jaar na haar eerste bezoek aan
ons land spreekt Roberta Ale
xander vloeiend en bijna accent
loos Nederlands, voor het pu
bliek is zij een zangeres uit de 'ei
gen' stal geworden en ondanks
een leven van reizen en trekken,
lijkt zij hier een permanente
thuisbasis gevonden te hebben.
Toch heeft zij haar Amerikaanse
paspoort niet opgegeven: "Nee,
ik blijf me ook Amerikaanse voe
len en ik zou het bovendien niet
prettig vinden als ik in Amerika
een werkvergunning zou moeten
aanvragen. Maar als ik daar een
tijdje geweest ben en ik kom hier
weer terug, dan merk ik wel dat
ik de manier van leven hier pret
tiger vind. De hele levensstijl
hier heeft een bepaalde rust die
na drie maanden New York wel
dadig aandoet".
Voorstel commissie:
DEN HAAG (ANP) - Uit leden
van het Amsterdams Philhar-
monisch Orkest (APhO) en
het Nederlands Kamerorkest
(NKO) dient per 1 september
'85 een nieuw ensemble te
worden samengesteld, waar
bij ook leden van het
Utrechts Symfonie Orkest
(USO) kunnen toetreden. Op
basis van 140 volledige be
trekkingen kan het nieuwe
gezelschap per jaar honderd
operabegeleidingen verzor
gen, tachtig symfonische
concerten geven en zestig
keer een kamermuziekpro
gramma uitvoeren. Het kan
daarbij ook het Utrechtse po
dium bespelen.
Hierop komt het voorstel neer,
dat een commissie onder lei
ding van Han Lammers
woensdag heeft uitgebracht
aan minister Brinkman van
Welzijn, Volksgezondheid en
Cultuur. Deze overlegt de ko
mende weken met de ge
meenten Amsterdam en
Utrecht en met het provin
ciaal bestuur van Utrecht. Bij
deze reorganisatie zullen on
geveer veertig volledige ar
beidsplaatsen verloren gaan.
Verwacht wordt, dat geen ge
dwongen ontslagen zullen
vallen.
De Utrechtse delegatie in de
commissie heeft een andere
mening dan in het voorstel is
neergelegd. Ze pleit voor toe
deling van de kamerorkest-
taak aan een Utrechts Ka
merorkest als afgeleide van
het nieuwe ensemble met als
standplaats het Muziekcen
trum Vredenburg in Utrecht.
Provincie en gemeente heb
ben 1,3 miljoen gulden in het
vooruitzicht gesteld voor de
financiering van het Utrechts
Kamerorkest.
Om genoemde produktie te
verwezenlijken vindt de com-
missie-Lammers het een ab
solute voorwaarde, dat de or
ganisatie en planning van het
ensemble in één hand ko
men. Daaraan liggen zowel
artistieke overwegingen ten
grondslag als overwegingen
van doelmatigheid. Op die
manier is volgens de commis
sie de kwaliteit van het en
semble te garanderen op het
internationale niveau, waar
op elk van de drie taken moet
worden uitgevoerd.
LONDEN (UPI) - De 61-jarige
graaf van Harewood, de volle
neef van de Britse koningin die
de English National Opera leidt
op zijn eerste Amerikaanse tour-
née in mei, heeft dinsdag zijn
bekendgemaakt op
het einde van het seizoen
1984-1985 af te treden als direc
teur van het gezelschap.
Harewood, een autoriteit op opera-
gebied, verlaat het gezelschap in
juni 1985 na 13 jaar directeur-
schaü omdat de verantwoorde
lijkheid voor het beheer van zijn
bezittingen in Yorkshire steeds
groter wordt.
Lord Harewood werd directeur
van de Engelse Nationale Opera
na een eervolle carrière by ande
re muzikale organisaties.
In de tweede wereldoorlog ont
vluchtte Harewood op spectacu
laire wijze Duitse krijgsgevan
genschap nadat hy had gehoord
dat de Duitsers van plan waren
zijn leven als inzet te maken van
een transactie die ze met Enge
land op het oog hadden.
Selma Noort: "Kinderen maken
>gen alles te beschermen".