manne-mensen kozen voor het facisme Ontslag dreigt voor dertig mensen door wijziging LWS Kapitein-luitenant Ph. Bosscher promoveert op historie Kon. Marine 10-15 mei 1940 'Als onderhoud woningen naar CTW gaat' DE NATUUR ALS BUUR WOENSDAG 21 MAART 1984 LEIDEN - "Werkelijk prominente nationaal-socialisten met een marine- achtergrond zijn niet aan te wijzen. Militairen en oud-militairen van de zeemacht die een vooraanstaande rol in het verzet hebben vervuld, zijn er daarentegen diversen te noemen". Ph.M. Bosscher, kapitein-luitenant ter zee, heeft de indruk dat weinig marine- mensen de partij van de bezetter hebben gekozen. Het aantal dat is toegetreden tot de NSB, schat hij op minder dan tien. Van het in de zomer van 1940 in Nederland gedemobiliseerde of ontslagen be- roepspersoneel van de marine (ongeveer 3800 man) wilden er vier te werk gesteld worden in Duitsland. Bosscher van 1967 tot 1978 conservator van het Helders marine museum, is thans belast met het schrijven van een boek over de Koninklijke Marine tijdens de Tweede Wereldoorlog. Het eerste deel (het totale werk gaat drie delen omvatten) dient tevens als proefschrift, waarop hij vandaag aan de Leidse universiteit is gepromoveerd tot doctor in de Letteren. Dit driedelige werk, het eerste offi ciële standaardwerk over de oor logsverrichtingen van de marine, wordt geschreven in opdracht van de Koninklijke Marine. De volgende twee delen worden in '85 en '86 verwacht. De promo vendus, die geschiedenis in Lei den, Bologna en Freiburg im Breisgau heeft gestudeerd, is op 26-jarige leeftijd in dienst getre den bij de marine. Op dit mo ment is hij 48 jaar. In het proefschrift oftewel eerste deel komen de politieke achter gronden en het beleid in het in terbellum (periode tussen de twee oorlogen) uitvoerig aan de orde. Zo had in de jaren '30 de NSB nogal wat sympathisanten onder marine-officieren. Van de ze sympathie voor de NSB bleef volgens Bosscher echter steeds minder over naarmate die fascis tische beweging zich meer pro- Duits opstelde. "Dit in de eerste plaats omdat daardoor twijfel werd gewekt over de eensgezind heid jegens de koningin en va derland. Daarnaast was ook van invloed dat de Koninklijke Mari ne in menig opzicht Brits en veel minder Duits was georiënteerd", aldus de historicus. Slecht materieel Het werk is breed van opzet. Het verhaal wordt in een internatio naal kader geplaatst: de politieke ontwikkelingen en de gevechts sterkte van de vloten in Enge land, Frankrijk, Duitsland, Ja pan, Italië en de Verenigde Sta ten krijgen ruime aandacht. Lie Leiase promovendus conclu deert dat de Koninklijke Marine in 1940 en 1941 in en boven Brit se wateren, in de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee een reële bijdrage heeft geleverd tot de bondgenootschappelijke strijd, in een geest van loyale me dewerking, zonder zich te spa ren. Dat de Britse bondgenoot in door Saskia Stoelinga Schepen van de Koninklijke Marine die tijdens de meidagen aan 1940 in de strijd bleven. Prent tijdens de oorlog uitgegeven door het Comité 'Onze Marine'. <f0to pr) ■ik het algemeen de kwaliteit van die bijdrage als zeer behoorlijk heeft gewaardeerd, is volgens hem aantoonbaar. Dat het aan deel van de marine in de strijd om Nederland tamelijk beschei den is geweest, had niet alleen te maken met slecht toegerust ma terieel. Bosscher meent dat dat ook lag aan de omstandigheid dat de aanval uitsluitend over land en uit de lucht kwam. Overi gens is dat aandeel, hoewel be scheiden, niet zonder betekenis geweest. "In de strijd om de Maasbruggen en de Afsluitdijk is goed steun verleend aan de land macht. De actie van de IJssel- meer-flottille heeft er stellig toe bijgedragen dat van Duitse kant geen serieuze poging is onderno men om een landing op de oost kust van Noord-Holland uit te Leiderschap Vlagofficier H. Jolles die in mei 1940 de Stelling van Den Helder commandeerde, was volgens Bosscher de juiste man op de juiste plaats. "Dat geldt niet voor de Commandant in Zeeland, H.J. Vlootrevue bij Soerabaja, 6 september 1938. V.l.n.r. een mijnenveger van de Van Amstel-klasse, hr. ms. De Ruyter, een mijnenveger van de Van Amstel-klasse, hr. ms. Java en een mijnenlegger van de Prins van Oranje- klasse. (toto pr) Kapitein-luitenant ter zee, dr. Ph.M. Bosscher: "In de strijd om de Maasbruggen en de Afsluitdijk is goed steun verleend aan de landmacht". (foto pr) van der Stad. Wanneer op zijn plaats iemand had gestaan die beter voor zijn taak was bere kend, zou de strijd om Zeeland weliswaar óók verloren zijn, maar zou er waarschijnlijk met meer effect tegenweer zijn gebo den". Bosscher stelt verder vast, dat het Marinehoofdkwartier in Londen in de jaren '40 en '41 goed heeft gefunctioneerd en een knappe prestatie heeft geleverd door dat deel van de Koninklijke Marine waarvoor het direct verantwoor delijk was, varende of vliegende te houden. Wel maakt hij de vol gende kanttekening: "In ongun stige zin is opgevallen dat de hoogste marine-autoriteiten zich zo weinig lieten zien bij operatio nele eenheden. Zelfs bij F\irstner (de in mei 1940 naar Engeland uitgeweken chef van de marines taf) lijkt in deze sprake te zijn van verwijtbare nalatigheid, hoe wel hij ontegenzeggelijk zwaar met werk was belast; zeker nadat hij eind juli 1941 de functie van Minister van Marine ging combi neren met cue van Bevelhebber der Zeestrijdkrachten. Furstner was een typische bureau-officier. Dat hij zich zo weinig liet zien, was misschien een vorm van ver legenheid. Ik geloof niet dat het angst was". Verzet Hoeveel leden van de marine in to taal aan het verzet hebben deel genomen, schrijft Bosscher, zal wel nooit kunnen worden vast gesteld. "Eventuele cijfers zullen toch altijd het tegendeel van een geflatteerd beeld geven: naarma te de oorlog voortduurde is het aantal Nederlanders dat aan eni gerlei actie tegen de bezetter deelnam, sterk toegenomen, maar is ook steeds meer perso neel van de marine in krijgsge vangenschap weggevoerd", ver klaart de kapitein-luitenant ter zee, dr. Ph.M. Bosscher. Het geschiedwerk 'De Koninklijke Marine in de Tweede Wereldoorlog' zal in drie delen worden uitgegeven door Uitgeverij T. Wever BV, Frane- ker. Voor een geïllustreerd en gebon den deel bedraagt de prijs 79.50. Humanitas De vereniging 'Humanitas' heeft voor woensdag een ledenverga dering gepland. Die vergade ring wordt gehouden in het ge bouw van speeltuinvereniging Oosterkwartier en begint om acht uur. Geïnteresseerden ook niet-leden zijn welkom) die moeilijk ter been zijn, kun nen contact opnemen met het secretariaat (122017). Borstvoeding Problemen bij borstvoeding' is woensdagavond het gespreks onderwerp bij Marijke Bokma, Zoeterwoudseweg 128. Moeders die (willen gaan) voeden, zijn bij haar welkom. Aanvang acht uur. Afghanistan De PSP organiseert donderdag een openbare avond over het verloop van de oorlag in Af ghanistan. Een video-film en spreekbeurten van de heren Munnike (Afghanistan-comité) en Huinder (buitenlandspecia list PSP) moeten een en ander verduidelijken. De avond wordt gehouden in Rijnstraat 8 en begint om 20.00 uur. Volksdansen Clubhuis Matilo organiseert vrij dagmiddag een volksdansin- stuif voor ouderen. De middag begint om 14.00 uur en eindigt om 16.30 uur. Het clubhuis staat in de Zaan- straat (nummer 126). Volkshuis Mejuffrouw Molijn komt donder dagmiddag naar het Volkshuis (Apothekersdijk) om dia's te la ten zien van vroeger. Van de Hoorneboeg, uitstapjes en an dere gebeurtenissen die in het Volkshuis plaatsvonden. Aan vang 14.15 uur. Bingo In buurthuis De Linde aan de Herenstraat wordt vrijdag een bingo-avond gehouden. Aan vang acht uur. LEIDEN - Ongeveer dertig werk nemers van een tiental Leidse bedrijven die onderhoudswerk zaamheden verrichten voor de Leidse Woningstichting (LWS) dreigen op straat te komen staan De Leidse biologen J.P.H.M. Adema en H.A.J. in den Bosch hebben deze week de lente in het hoofd en richten de blik op het speenkruid. Een echte voorjaarsbode, overal in de stad te vinden en voorzien van katteklootjes. door J.P.H.M. Adema en H.A.J. in den Bosch Langzaam maar zeker is er in de stad steeds meer van het nade rende voorjaar te bespeuren, al zou je dat aan de temperatuur niet zeggen. Toch waren er af gelopen weekend reeds enige dappere Leidenaren te zien, die op terrasjes van de lente zon genoten, goed ingepakt en met een kop koffie of een bor rel. Ook in de plantenwereld is het naderen van de lente waar te nemen. Eén van de voorjaars- boden in de stad is speenWuid, Ranunculus ficaria, waarvan wij vorige week vrijdag de eer ste bloemen zagen. Speen kruid kunt u bijna overal in de stad vinden, zoals in de berm van de Witte Singel, in het Plantsoen, in de Hortus, op de Burcht of op het talud van de molen De Valk. Het is een plant van stikstofrijke grond; hij groeit vooral op be schaduwde en vochtige plaat sen. het is een echte vooijaars- bloeier, wat inhoudt dat hij bloeit voordat de bomen in blad staan. Over enkele weken komen we uitgebreid op derge lijke vooij aars bloeiers terug. De bloeitijd van speenkruid begint nu en duurt ongeveer twee maanden. Als de bloei is afgelopen, sterven de bladeren langzaam af. In de zomer is er van de plant vrijwel niets terug te vinden. Zover is het nu nog niet. Als op dit moment, half maart, in het begin van de middag de zon de meeste kracht heeft, staan de stervormige glimmende bloe men wijd open. Half april, als de bloei op zijn hoogst is, kun nen grote delen van de bodem in de stad geel gekleurd zijn. De gele kroonbladen zien er vet tig uit. Het vettige uiterlijk danken ze aan het feit dat de buitenste laag van de kroon bladen bestaat uit gladde cel len. Hieronder bevindt zich een laag cellen die gevuld is met een knalgele, olieachtige vloeistof; daaronder vindt u een laag die volgepakt is met zetmeelkorrels en als een spie gel werkt. Door de structuur van de bloem worden de ultra violette stralen van het licht optimaal teruggekaatst. Dit is van belang voor de bestuiving. De nu nog schaarse insecten worden door de bloemkleur aangetrokken. Niet alleen door de gele kleur zoals wij die zien, maar vooral ook door het voor de mens onzichtbare ultravio lette licht. Speenkruid is vaak te vinden in de omgeving van een mieren nest. Mieren zijn de belangrijk ste verspreiders van het zaad. Speenkruidzaad heeft een eet baar aanhangsel dat door mie- ren lekker gevonden wordt. De insekten verzamelen het zaad en eten het eetbare gedeelte op. Aan het niet-eetbare ge deelte besteden ze verder geen aandacht. Als dit op een gun stige plaats terecht komt, groeit het uit tot een nieuwe plant. Speenkruid heeft nog twee me thoden om zich te vermenig vuldigen. Laat in het voorjaar worden er in de bladoksels kleine knolletjes gevormd. De ze laten los en kunnen, als ze op een geschikte plaats terecht komen, tot nieuwe plantjes uit groeien. Daarnaast maakt het plantje wortelknollen, die ook voor verdere verspreiding zor gen. Het is zodoende gemakke lijk te begrijpen dat speen kruid grote delen van walkan ten, grasperken en plantsoe nen kan bedekken. Als u het speenkruid uitgraaft, zoals wij voor de foto gedaan hebben, kunt u de wortelknolletjes dui delijk zien. Aan de vorm van deze knolletjes (en dat laten we aan uw eigen fantasie over) heeft de plant de namen ha- neklootjes en katteklootjes te danken. De eerste naam is af komstig uit Friesland, de twee de uit Noord-Holland. Mocht u iets kuiser denken, dan doen de knolletjes u misschien den ken aan vijgen. De vertaling van het tweede deel van zijn wetenschappelijke naam (fica ria) luidt: 'vijgvormig'. Vroeger werd speenkruid ge bruikt om wratten en aam beien te genezen. Alleen al het bij u dragen van de knolletjes zou voldoende zijn om de pijn van de aambeien te verzach ten. In het verleden werden aambeien wel aangeduid met de naam spenen. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor de volksnaam. Ook de gelijkenis Speenkruid ten voeten uit. van de wortelknolletjes met spenen of tepels zou de naam verklaren. De jonge bladeren, verzameld voor de bloei, werden lang ge leden gebruikt als groente. Ze zijn rijk aan vitamine C en wa ren een geneesmiddel tegen scheurbuik. Na een lange kou- (foto In den Bosch) de winter zonder verse groente en vers fruit was een bron van vitamine C natuurlijk bijzon der welkom. Wij willen u het nuttigen van speenkruid ech ter niet aanmoedigen. Naarma te het voorjaar vordert worden er in de bladeren zwaar giftige stoffen gevormd. als het onderhoud van de LWS- woningen in handen komt van de Centrale Technische Dienst van Woningbouwcorporaties (CTW). n een brief aan het college van B en W en aan gemeenteraadsleden OlldcrZOGk hebben de werknemers van de betrokken bedrijven dringend verzocht te bedenken dat hun ar beidsplaatsen zo goed als verlo ren zijn wanneer de raadsfracties vanavond, in een vergadering van de raadscommissie voor de volkshuisvesting, hun fiat zou-, den geven aan de overdracht van onderhoudswerkzaamheden ven", zegt hij. "Als dat wegvalt kan ik de tent wel sluiten. Het wegvallen van het onderhouds werk voor de LWS zal de rest van mijn bedrijf meeslepen. Dat geldt ook voor andere bedrij ven", meent ter Haar. Pieken De CTW zou het onderhoud van LWS-woningen in principe in ei gen beheer uitvoeren. Onderne mers die thans veelvuldig voor de LWS werkzaam zijn zullen hooguit nog worden ingescha keld bij onderhoudspieken, zo is één van hen te verstaan gegeven. Dit betekent dat er voor deze be drijven een stuk minder werk zal zijn, hetgeen zou leiden tot een flink aantal ontslagen. De gezameniijKe Leidse onderne mers, die tot dusver voor de LWS werkzaam zijn, wendden zich gisteren, via een advertentie in deze krant, tot het gemeentebe stuur met de mededeling van zo'n dertig arbeidsplaatsen op het spel staan. Een aantal van de ondernemers verricht al tiental len jaren onderhoudswerkzaam heden voor de Leidse woning stichting. Het gaat ondermeer om loodgietersbedrijven, cv-in- stallateurs, kleine aannemersbe drijven en een technisch-installa- tiebureau. Voor de meeste van de bedrijven is de Leidse Woningstichting de belangrijkste opdrachtgever. Eén van hen, de firma Ter Haar en Zn, verricht al ruim dertig jaar onderhoudswerkzaamheden voor de LWS. Van de negen werknemers die voor dit aanne mingsbedrijf werkzaam zijn, ver richten er vijf tot zes werkzaam heden voor de woningstichting, aldus aannemer ter Haar. "De LWS is de kurk waarop wij drij- it een onderzoek is gebleken dat het onderhoud van LWS-wonin gen in het vervolg beter door de CTW kan worden gedaan omdat dit voordeliger is. Volgens de ge meenteraadsfracties van PSP en PPR kloppen de cijfers uit het onderzoek niet. In een notitie, bestemd voor de raadscommis sie, maken de raadsleden een vergelijking,' tussen de kosten van onderhoudswerkzaamheden verricht door LWS en CTW, die juist ten gunste uitvalt van de technische dienst van de LWS. PPR en PSP zeggen van mening te zijn dat het gehele onderhoud van het LWS-woningenbestand verzorgd moet gaan worden door een gereorganiseerde technische dienst van de woningstichting. De beide fracties zeggen er van overtuigd te zijn dat dit zowel op korte als op langere termijn voor deliger zal zijn. Ook de bewonersraad van de LWS verzet zich tegen de overdracht van LWS-woningen aan de Cen trale Technische Dienst van Wo ningbouwcorporaties. Uit een proef met 1200 woningen, die voor een jaar in beheer waren ge geven van de CTW, blijkt vol gens de bewonersraad dat talloze Wachten bestaan over het door de CTW uitgevoerde onderhoud. Bewoners van ander woningbouw verenigingen hebben, volgens PSP en PPR, ook veel kritiek hebben op het functioneren van de CTW. De gezamenlijke bewo nerscommissies van de woning bouwvereniging Ons Belang zouden in een overleg met het bestuur zelfs hebben gepleit voor uittreding uit de CTW. PSP en PPR noemen tenslotte het dreigende ontslag van werkne mers van Weine bedrijfjes een zwaarwegend argument om niet tot aansluiting van de LWS bij de CTW over te gaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 4