'De tijd verandert
maar mensen niet
MAARTEN
'T HART
jSl
KOOYKER
De laatste termijn
WIE BOEKEN LEEST
BELEEFT MEER.
-c
I3CIzKI:NWI:I:K
Zwerven met dikke
dichter Van Doom
DE KLER
Boeken
F.B. Hotz: "De werkelijkheid
chaotisch, en schrijven is
vooral orde stellen op de cha
os. De biografieverwérking
telt, niet de biografie".
21 MAART TM 31 MAART 1984.
ADVERTENTIE
MAARTENTHART
CJI
De nieuwste van
Maarten 't Hart:
De Ortolaan ontvangt U in de boe
kenweek (t/m 31 mrt) gratis bij aan
koop van 19,50 aan boeken
BOEKHANDEL
CAZEMIER
Kopermolen 10
Leiden
Telefoon 220022
WOENSDAG 21 MAART 1984
OEGSTGEEST - Al op de
MTS voorspelde een le
raar de jonge Frits dat hij
schrijver zou worden. Een
half mensenleven was er
voor nodig om F.B. Hotz
daar ook zelf van te over
tuigen. Hij werd jazzmusi
cus, trombonist van de
New Orleans Seven en
speelde in binnen- en bui
tenland, maar ook in De
Vink in Voorschoten. Hij
had een voorliefde voor de
muziek van Bix Beider-
becke, en voor die van de
jaren twintig in het alge
meen. Een tijd, die ook la
ter in zijn verhalen vaak
zou doorklinken.
Al beoefende Hotz de jazz met over
gave, altijd al had hij een ver
moeden van zijn sluimerend
schrijverschap. Hij bekwaamde
zich in stilte, schreef zelfs een ro
man die nooit werd uitgegeven,
kortom: hij bereidde zich voor.
Want ooit zou het van een debuut
moeten komen. Het duurde tot
1975 voor hij vond dat wat hij
schreef goed genoeg was om mee
naar buiten te treden. De toen 53-
jarige Hotz stuurde een verhaal
naar het literaire tijdschrift
Maatstaf, dat direct om meer
vroeg.
De eerste bundel werd kort daarop
gepubliceerd. 'Dood weermid
del' (1976) werd door critici en le
zers geroemd als een bundel van
zeer hoog gehalte en vestigde op
slag de naam van Hotz als bege-
door
Wim Brands en
Ariejan Korteweg
nadigd schrijver. Een naam die
door de latere bundels 'Ernst
vuurwerk', 'Proefspel' en 'Duis
tere jaren' (1983) werd bevestigd.
Hotz werd in 1922 geboren in
Oegstgeest, (de achtertuin van
zijn ouderlijk huis grensde aan
die van Jan Wolkers). Oegst
geest, Rijnsburg en Leiden vor
men regelmatig het decor voor
zijn verhalen. Hij schreef over de
Rijnsburgerweg, over de Grofs
mederij, de vuurwerkfabriek, de
aanleg van de Hollandse spoor
weg, de blauwe tram en over
Leidse meisjes. Hoofdpersonen
wonen aan de Hogewoerd in Lei
den, gaan met de blauwe tram
naar het strand in Noord wijk en
nemen de taxi op het Stations
plein. Dat maakt zijn verhalen
voor Leidenaars en streekgeno
ten extra boeiend, al hebben ze
die anecdotische dimensie niet
nodig.
Na zijn omzwervingen als jazzmu
sicus woont Hotz al weer vele ja
ren in Oegstgeest, waar hij een
aan het schrijven gewijd leven
leidt. Hij laat zich zelden inter
viewen, is terughoudend met het
verschaffen van gegevens over
zyn privéleven. Hij laat zich niei
fêteren op literaire avondjes of
tijdens signeersessies. Wie hem
wil leren kennen is aangewezen
Op zijn literaire produktie.
Onderstaand interview kwam dan
ook met behulp van de posterij
en tot stand.
Balans
- "Na de feesten van liet vlees,
keert de geest en rijst de vrees",
citeert u Slauerhoff in het titel
verhaal van 'Duistere jaren'. Het
thema van berouw na de zonde,
en soms al er voor, is in veel van
uw verhalen te vinden. Heeft dit
schuldbesef iets met uw opvoe
ding van doen?
"Ik kom niet uit een gereformeerd
milieu, als jullie dat bedoelen.
Religie kan een rol spelen, maar
ook zonder dat zie je dat voor
fouten betaald moet- worden.
Een hang naar boete en schoon
schip maken lijkt me algemeen
menselijk. Het is misschien een
van de essenties van het leven,
die zucht naar 'balans'.
- Wie één van de routes door Lei
den volgt die Maarten 't Hart be
schrijft in 'De Kroongetuige'
komt in het water terecht. Dat
geeft natuurlijk niet, want het
betreft fictie. Maar het is opval
lend dat de door u gebruikte his
torische en geografische details
nauwgezet en waarheidsgetrouw
zijn ('Dood weermiddel', 'Anna').
Is het voor u een voorwaarde met
fictie de werkelijkeid zo dicht
mogelijk te benaderen?
"Geen strikte voorwaarde, tenzij
jullie hier alleen de historische
en geografische details en ach
tergronden op het oog hebben.
Die moeten wel kloppen. Maar
voor de rest geldt: de werkelijk
heid is chaotisch, en schrijven is
vooral orde stellen op de chaos,
dus vorm geven, dat wil zeggen
de werkelijkheid veranderen.
Ook die van je eigen leven. De
biografieverwérking telt, niet de
biografie"
- Leiden mag zich de woonplaats
van een aantal schrijvers van
naam noemen. Heeft u persoon
lijke banden en/of artistieke ver
wantschap met 'Leidse' schrij
vers?
'Banden' is al haast te veel gezegd.
Maar met Maarten Biesheuvel en
Maarten 't Hart sta ik op goede
voet. We zien elkaar af en toe.
'Artistieke verwantschap' zie ik
amper; ik ken weinig schrijvers
waarvan het werk onderling zo
afwijkend is. Van een 'Leidse
School' is dus geen sprake, en zó
is het ook beter"
Verleden
- U heeft lange tijd in Den Haag ge
woond en ook in het buitenland
gewerkt. U woont nu al weer ja
ren in Oestgeest, waar u ook bent
geboren. In uw verhaal 'De ver
plaatsing' roemt u de Rijnsbur
gerweg. Vanwaar die binding
met de geboortegrond? Bent u
teruggekeerd om de banden met
het verleden aan te halen?
"Ik ben destijds niet terug gekeerd
vanwege banden met het verle
den, maar om een paar practi-
sche redenen. Trouwens, even
tuele vruchtbare bindingen met
de geboorteplek bloeien eerder
op 'in den vreemde'! Ze bestaan
in het hoofd, waar zich dat ook
bevindt. Overigens heeft het
verleden weergeven vooral zin
door overeenkomsten en con
stanten. Tijd en gewoonten ver
anderen, mensen niet. Daarom is
het verleden actueel".
Vermogen het huidige Oegstgeest
en Leiden een schrijver nog te in
spireren?
"Ik loop graag door het oude deel
van Leiden, waar gelukkig hier
en daar nog iets van over is. Je
weet maar nooit welke voor het
schrijven bruikbare herinnering
bij zo'n wandeling boven komt.
Wel vermijd ik daarbij de Witte
Singel zo veel mogelijk, vanwege
z'n nieuwe universitaire spook
huis".
U bent spaarzaam met het geven
van interviews. In een van uw
zeldzame mondelinge vraagge
sprekken (met Jan Brokken)
stond dat u herinneringen en
verhalen liever voor verhalen be
waart, dan ze in een interview
weg te geven. Mogen we hieruit
afleiden dat het u veel moeite
kost om materiaal voor verhalen
te verzamelen?
"Die moeite verschilt per verhaal.
Soms komt een gegeven bijna
voor niets boven, bijvoorbeeld
bij het zien van een oude foto,
het luisteren naar een vergeten
stuk muziek of het opsnuiven
van een geur. Verhalen die op
geen enkele persoonlijke herin
nering berusten, die volledige
fictie zijn, kosten uiteraard meer
hoofdbreken, meer 'verzinnen',
meer bronnenstudie en meestal
langer wachten op de 'vonk' die
er iets van maakt".
U wordt vaak afgeschilderd als
een schrijver die kiest voor een
"De oude Anna lag in een smal ijze
ren ledikant naast de Russische
kachel op de dood te wachten,
waarvoor de tijd ook min of meer
gekomen was: de oude vrouw liep
tegen de tachtig. Ze had zich lang
op de been weten te houden,
maar drie jaar geleden had ze
het opgegeven en ze was gaan lig
gen, ze kon niet meer".
De schrijver die in staat is om zijn
roman met zo'n ouverture te la
ten beginnen, mag voor de rest
van het boek op mijn sympathie
rekenen. Wie niet alleen maar let
op de betekenis, maar ook het
ritme in de gaten houdt, ziet een
gloeiend cardiogram opdoemen
voor zijn geestesoog, een avond
lijk berglandschapje dat over
moet gaan in een dal. Zulke zin
nen toonzetten meteen wat nog
volgt.
Ze vloeiden uit de pen van de Rus
sische schrijver Valentin Ras-
poetin, van wie onlangs de ro
man 'De laatste termijn' bij de
Arbeiderspers is verschenen.
Voor de Nederlandse vertaling
zorgde Anne Pries, een Leidse
slaviste die werkzaam is bij het
Documentatie Bureau voor Oost-
europees Recht te Leiden. Zoals
bovenstaand fragment al aan
geeft, heeft zij angstvallig ge
waakt over de hartslag van dit
sterk tot de ontroering spreken
de proza.
Raspoetin beschrijft in 'De laatste
leven in afzondering, een vrijwil
lig monnikenbestaan. Is die om
schrijving juist? En zo ja, waar
om juist die afzondering. Vroe
ger was u jazzmusicus en leefde
ongetwijfeld veel meer 'onder de
mensen'. Wat is de reden van de
ze omschakeling?
"Een monnikenbestaan, dat is
overdreven. Ik zie mensen, be
zoek steden, tentoonstellingen,
enzovoort. Maar ik werk lang
zaam en heb veel tijd en afzonde
ring nodig voor schrijven en her
schrijven. Voor 'iets maken'
moet je vrijwillige opsluiting
over hebben! Dat men denkt aan
totale afzondering komt mis
schien omdat ik me niet laat zien
op literaire bijeenkomsten cn
dergelijke. Een schrijver moet
maar liever schrijven, zo lang het
gaat. Wat de omschakeling van
muziek naar schrijven betreft,
dat is simpel. Ik wilde schrijver
worden. En ik kan maar één ding
tegelijk".
- Overigens: hoofdpersonen uit uw
verhalen leiden vaak een geïso
leerd bestaan. Zijn geen mensen
van de wereld om het zo maar
eens uit te drukken. Vanwaar die
gepreoccupeerdheid met deze
"De meeste mannelijke hoofdper
sonen uit mijn verhalen willen
iets tot stand brengen of na laten
om hun bestaan te rechtvaardi
gen. Of het nu vestingbouwers,
schrijvers of muzikanten zijn.
Isolatie is daar een voorwaarde
toe. Truman Capote schrijft:
When Gods hands you a gift, he
also hands you a whip. Om iets te
maken is nu eenmaal ongerief
nodig. Het staat in verband met
hebben of zijn. Er is een balans
in alles".
- Belemmert die afzondering u niet
termijn' de laatste drie dagen van
een Siberische boerin, die veel
kinderen ter wereld heeft ge
bracht, "maar nu waren er nog
slechts vijf in leven. Dat kwam
omdat in het begin de dood de
gewoonte had hun gezin even re
gelmatig te bezoeken als een
bunzing een kippenhok en daar
na was de oorlog begonnen."
De oude vrouw brengt haar laatste
levensjaren door bij Michail,
haar jongste zoon. Als de toe
stand van zijn moeder een kri
tiek stadium nadert, ontbiedt hij
per telegram zijn broer en zus
ters. Het oudje, dat nu eindelijk
haar kinderen weer eens ziet,
kikkert zienderogen op van hun
bezoek. De twee zonen, die ervan
overtuigd zijn dat het niet zo'n
vaart loopt met de dood van hun
moeder, vergrijpen zich aan de
voor de rouwplechtigheid inge
slagen voorraad vodka. Ze blij
ven nog net nuchter genoeg om
te voorkomen dat het dochtertje
des huizes de volle flessen gaat
inleveren voor statiegeld.
Het oude besje, dat haar hoofd pas
wil neerleggen als ook haar jong
ste dochter is gearriveerd, moet
met lede ogen aanzien hoe de
zoon bij wie zij in huis is zich
over haar beklaagt. Er onstaat
rond haar sterfbed tussen de kin
deren een ruzie waarvan zelfs het
hart van een havenarbeider een
geduchte opdoffer zou krijgen.
Met afschuw constateert de moe
der hoe haar kinderen van haar
om thema's aan het heden te ont
lenen? Wel de aanleg van de Hol
landse Spoorlijn, niet de aanleg
van de Schiphollijn?
"Afzondering belemmert niets.
Ook geen open oog voor het he
den. Men moet alles alléén ver
werken en bewerken. De lezer
wil, als hij mijn boek leest, mijn
optiek, niet die van mijn vrien
den of familie. Te veel 'commu
nicatie' is ook niet alles. Wat het
verleden betreft: het is overzich
telijker, het is gezien en gedacht.
In jullie voorbeeld heeft de
Schiphollijn nog amper geschie
denis of verhaal, er zit nog nau
welijks gras op".
Roman
- Over uw werkwijze: begint u pas
te schrijven als u de omtrekken
van een verhaal al helemaal in
uw hoofd heeft, of ontstaan de
contouren tijdens het schrijven?
"Meestal heb ik thema en hoofd
personage in het hoofd, maar on
tstaat de ontwikkeling en afwik
keling al schrijvend. Een enkele
maal schrijf ik vooral punten op,
maar het verhaal zelf wijzigt ze
dan wel eens, of slaat ze over. Te
veel notities staan de woorden
stroom in de weg als het goed
loopt. Een vaste werkwijze heb
ik dus niet, ook geen vaste schrij
furen. Men moet afwachten wan
neer het lukt".
- Kunnen we binnen afzienbare tijd
een nieuwe bundel van u tege
moet zien?
"Niet op korte termijn. Haast is do
delijk. Ik maak van ieder verhaal
meerdere versies, soms zes of ze
ven. Wel komt er een los verhaal
van mij uit in een bundel waar
aan verschillende Arbeiderspers
auteurs bijdragen, over een paar
maanden".
- U heeft tot op heden uw krachten
beproefd op verhalen. In een eer
der interview heeft u verteld ooit
een 'mislukte' roman te hebben
geschreven. De verhalen, waarin
de vrouw An de hoofdrol speelt,
nemen achter elkaar geplaatst al
de proporties aan van een kleine
novelle. Overweegt u ooit een ro
man te schrijven?
"Ik ben bezig met een langer ver
haal, een novelle wordt het mis
schien. Aan een kleine roman
denk ik ook, maar of dat lukt is
wat anders".
Grappen
- Veel van de hoofdpersonen in uw
verhalen zijn twijfelaars, die
door hun aarzelingen kansen
missen ('De thuiskomst', 'Lange
weg naar Veere'). Houdt dit ver
band met uw eigen jarenlange
aarzeling betreffende uw schrij
verschap?
"Men kan inderdaad niet te ver
weg schrijven van de eigen aard.
Toch probeerde ik af en toe an
dersoortige figuren op te voeren,
zoals mijn Thomas uit 'Zand en
Grind' en 'Thomas en de schep
pende evolutie', als een tegen
wicht binnen de bundels. Maar
de zelfverzekerden boeien me
minder. 'Ik twijfel dus ik ben'
heeft Sjestow geschreven".
- Uit uw verhalen spreekt vaak een
onbegrip voor vrouwen. Zoals in
'September'. Toch heeft u in een
interview gezegd dat uw verha
len beter door vrouwen worden
begrepen. Hoe is dat te rijmen?
"Ik hoop maar dat jullie bedoelen
dat een paar mannelijke hoofdfi
guren uit m'n verhalen vrouwen
slecht begrijpen! Zelf vind ik dat
vrouwen niet mis te verstaan
zijn, vooral in hun practische en
nuchtere vertrouwdheid met na
tuur en leven. Door dit laatste
zijn ze (soms) ook nuchtere en
goede lezers"
- Maarten 't Hart, een groot liefheb
ber van uw werk, schreef in een
artikel in NRC/Handelsblad
(over zijn tocht naar Zweden) dat
de schrijver F.B. Hotz volgens
hem een geschikte kandidaat is
voor de Nobelprijs. Welke Ne
derlandse schrijver zou u voor
dragen?
"Maarten houdt van grappen!'
zijn vervreemd. Haar enige hoop
richt zich op de dochter die nog
niet aanwezig is. Waar blijft ze
toch zo lang?
De 'helden' van Valentin Raspoe
tin, die in de Sowjet-Unie onge
hoord populair is, zijn veelal ge
wone dorpsmensen, kolchoze-
boeren die van politiek evenveel
afweten als een pinguin van zon
nebrandolie. Eén van de thema's
die hij in deze roman behandelt
is hoezeer een mens van zijn ge
boortegrond kan vervreemden.
Het is deerniswekkend om te
zien hoe de oude vrouw uiteinde
lijk door haar 'vreemde' kinde
ren aan haar lot wordt overgela
ten in de uren waarin zij juist zo
veel steun nodig heeft.
In een interview vertelde de ver
taalster Anne Pries mij dat Ras
poetin, die zij in Irkoetsk heeft
bezocht, haar eens heeft gezegd
dat Russen veel dingen beschou
wen als regen. Deze uitspraak
lijkt zeer wel van toepassing op
de oude vrouw, de hoofdpersoon
van dit boek. Hoewel, waren
haar kinderen maar zo mild als
regen! Hun gedrag komt meer
overeen met hagel, die elk stro-
halmpje waaraan zij zich kan
vastklampen meedogenloos
neerslaat.
CEES VAN HOORE
Valentin Raspoetin, De laatste ter
mijn, roman, vertaald en van een na
woord voorzien door Anne Pries, Ar
beiderspers, Amsterdam 1984.
38,50.
Het moet vele jaren geleden zijn
gebeurd: we zaten met z'n allen
naar de televisie te kijken. Onge
twijfeld werd er gewacht op een
knokfilm of een voetbalwed
strijd. Mijn broertje, het wachten
beu, schakelde onder luide
protesten over op het andere net.
Wij ontwaarden een vlezige ge
stalte die stond te brullen en te
krijsen als een aap die net met
zijn staart tussen de balkondeu
ren was gekomen. Iemand die
nooit meer onder het spanlaken
vandaan mag komen. Wat hij
zei? Niet te verstaan.
Later kreeg ik het vermoeden dat
de voordrachtskunstenaar op dat
moment wellicht zijn beroemde
gedicht 'Kom toch klaar kloot
zak' voordroeg, maar zeker we
ten doe ik het niet. het geheugen
laat me in de steek. De meeste
leden van het gezelschap hadden
toentertijd overigens hun oor
deel snel gevormd. Deze man
moest snel worden afgevoerd.
Misschien dat een koudwater-
therapie nog uitkomst kon bie
den. Er waren slechts twee indi
viduen die blijk gaven van inte
resse: de hond en ik. De hond
probeerde de kunstenaar te
evenaren door het op een angst
wekkend huilen te zetten en ik
zweeg. Gefascineerd.
Het moeten de nadagen van John
ny the Selfkicker zijn geweest.
Wie zijn nieuwe boek 'Gevecht
tegen het zuur' leest zal begrij
pen dat hij nu definitief van die
persoon afscheid heeft genomen.
Hij wil niet meer geteisterd wor
den door zijn verleden. The Self
kicker is dood, leve Van Doorn.
Zoiets.
Ik kan me goed voorstellen dat
Van Doorn niet meer wil worden
lastig gevallen met zijn verleden.
The Selflcicker hoort bij de jaren
zestig, en over die tijd maken al
leen verlate, hippies zich nog
maar druk. Én Louis van Gaste
ren. Daar komt nog eens een
keer bij dat de clubhuispodia te
genwoordig worden bevolkt
door zogenaamde performing
poets en om nou maar weer
steeds te horen dat jij de geeste
lijke vader bent van die ratelaars
- nou, het lijkt me niet leuk.
Maar goed, zoals ik al zei: nu telt
alleen Johnny, eigenlijk Johan.
van Doorn nog maar. Is 'Gevecht
tegen het zuur' leuk? Geen we
reldliteratuur, dat niet. Er staan
ook geen aangrijpende verhalen
in. We leren vooral, zoals iemand
al goed formuleerde, wat de
schrijver doet als hfj niet schrijft.
En dat is in het geval van Van
Doorn: vertoeven in knijpjes en
wandelen in Gods vrije natuur.
Maar daarover schrijft hij dan
wel mooi. Korte zinnen, laten we
zeggen: een soort parlando-stijl.
Van Doorn zal altijd iemand ble
ven die op een regenachtige
maandagmiddag de bezoekers
van een mistroostig café weet te
vermaken met verhalen die zijn
doorspekt met anecdotes en
zwaarmoedige levenswijsheden.
Een niet geringe kunst.
Tijdens het lezen van deze verha
len moet je natuurlijk het stem
geluid van de dikke dichter nooit
vergeten. Een goede raad: lees
dit boek als de kater op z'n ergst
is en het zuur maar blijft borre
len.
WIM BRANDS
Johnny van Doorn. Gevecht tegen het
zuur. Uitgeverij: De Bezige Bij.
ADVERTENTIE
BOEKENWEEKAKTIE
Op zaterdag 24 maart van 15.00 tot 17.00
uur op de Nieuwe Rijn 15 en 16 met muzi
kale omlijsting van het ensemble RA-
FAELLO.
signeert bij
boekhandel
ADVERTENTIE
BOEKHANDEL
Leiden, Leiderdorp
Oegstgeest, Katwijk
Voorschoten
Alle op deze pagina besproken boeken zijn bil
ons direkt leverbaar, óf via onze TERMINAL te
bestellen en dan binnen drie dagen verkrijg
baar.