'Dat gepieker is niet nodig' Hoe (on)zuiver is een gasmeter? Psychologen beginnen slaapcursus PAGINA 19 ZATERDAG 10 MAART 1984 Veel mensen kunnen 's avonds moeilijk de slaap vatten, worden 's morgens veel te vroeg wakker of kampen met andere problemen op slaapgebied. Slaapmiddelen worden in grote hoeveelheden verkocht maar brengen de nodige nadelen met zich mee. Slaapcursussen lijken een betere remedie tegen de slapeloosheidskwaal. Na het succes dat enige huisartsen in de Bollenstreek in het recente verleden met dergelijke cursussen boekten bestaat, op initiatief van een aantal psychologensinds kort ook in Leiden de mogelijkheid om de kunst van het slapen machtig te worden. Met ontspanningsoefeningen en prettige gedachten bij het tandenpoetsen is een probleemslaper al een eind op de goede weg. Tjeerd Roosjen (links) en Aart Oosterhuis: "Mensen hebben rare ideeën over de slaap Slapen, iedereen doet het maar niemand kan precies uitleg gen wat het inhoudt. Welis waar is er meer duidelijkheid gekomen over het slaappro- ces sinds het mogelijk werd hersengolven te meten via het maken van een zoge naamde EEG (Electro Ence falogram), maar de vraagte kens zijn gebleven. Slapen lijkt een natuurlijke zaak. Toch gaat het heel veel men sen moeilijk af. Slecht insla pen, veel te vroeg wakker worden, nachtmerries, het zijn enkele van de vele slaap problemen waar mensen mee worstelen. De psychologen Aart Oosterhuis en Tjeerd Roosjen kunnen er over meepraten. Als leden van de Stichting voor Toegepaste Psy chologie (STOEP) - een samen werkingsverband van psycholo gen die vanuit hun vakgebied via cursussen en trainingen hulp en advies willen verstrekken - hou den zij zich in Leiden bezig met het opzetten en begeleiden van slaapcursussen, waarvan er in middels één achter de rug is. Een nieuwe cursus, bestaande uit acht wekelijkse bijeenkomsten van ongeveer twee uur, loopt eind maart van stapel. Vreemde ideeën Volgens Oosterhuis leven er bij mensen vreemde ideeën over de slaap. "Ik slaap geen 8 uur per nacht dus dat is vast niet goed, hoor je dan. Wij moeten duidelijk maken dat het benodigde aantal uren slaap per persoon kan ver schillen en dat er bovendien kwaliteitsverschillen per slaap zijn. Over het algemeen kun je zeggen dat een jonge volwassene ongeveer 8 uur slaap nodig heeft, 'm het eerste gedeelte van de slaap bereikt hij een dieper ni veau dan aan het einde terwijl hij op het eind meer droomt dan in het begin". "Er is een lijn kind-volwassene-be jaarde te trekken. Het kind heeft de meeste slaap nodig, slaapt dieper en droomt meer. Van alles meer. Bij de bejaarde is er sprake van alles minder. Maar het slaap- patroon moet je per individu be- door Bert Paauw kijken. Sommige mensen kun nen met drie uur slaap toe en voelen zich prima. In de politiek zijn dergelijke voorbeelden wel bekend. Het slaappatroon van de mens stabiliseert zich rond het twintigste jaar. Als mensen met klachten komen vragen we altijd naar de slaapgewoonten rond het twintigste jaar". Om misverstanden over het slapen te voorkomen wordt tijdens de cursus in grote lijnen geschetst hoe het slaapproces in elkaar steekt. Bij ieder mens zijn in sla pende toestand cycli te onder scheiden die per cyclus hersen golven te zien geven van lichte naar diepe slaap en weer naar licht. In de lichte slaapfasen ko men de zogenaamde REM-perio- den voor. REM betekent Rapid Eye Movementhet maken van snelle oogbewegingen. Wordt ie mand in de REM-periode wak ker gemaakt, dan blijkt hij bezig te zijn met dromen. Groeihormonen Oosterhuis: "Er bestaan twee hoofdtheorieën over de functie van het slapen. De diepe slaap zou bedoeld zijn voor fysiek her stel. Die theorie wordt onder steund door Japanse onderzoe kingen waarin is gebleken dat er in de diepe slaapfase een groei hormoon wordt afgescheiden dat herstel van de lichaamscellen re guleert. In de REM-periode zou psychisch herstel plaatsvinden. Er zijn proeven gedaan waarbij mensen steeds in de REM-perio de werden wakker gemaakt. Ge bleken is dat iemand die een dag of vier geen REM-slaap heeft ge had dit daarna gaat inhalen, hij gaat veel dromen, krijgt soms zelfs nachtmerries. Bij mensen met psychische stoornissen blijkt de REM-slaap vaak ernstig verstoord". Bij de indeling van de diverse slaapproblemen gaan Oosterhuis en Roosjen uit van de opvattin gen van de Groningse psychiater Van de Hoofdakker die vier cate gorieën onderscheidt, te weten: - problemen met in- en doorslapen; - continue slaperigheid overdag, 's nachts is men vaak wakker zon der het te beseffen; - stoornissen in het slaap/waakrit me, bekend bij mensen die werken in ploegendiensten. Ie dereen die tijdsverschillen moet overbruggen heeft daar last van, de biologische klok is ontregeld; - gebeurtenissen tijdens een in' principe niet-gestoorde slaap zo als slaapwandelen, nachtmerries en bedplassen. Oosterhuis en Roosjen:"Wij krij gen voornamelijk te maken met mensen uit de eerste probleem categorie, slechte inslapers en slechte doorslapers". Met die laatsten wordt gedoeld op men sen die 's nachts wakker worden en dan niet meer in slaap kunnen komen. Slaapmiddelen Bij problemen is de greep naar slaapmiddelen snel gemaakt. Slaapmiddelen zijn na pijnstil lers de meest gebruikte medicij nen. Oosterhuis: "Het gekke is dat slaapmiddelen juist slaap problemen veroorzaken. Het meest voorgeschreven worden de zogenaamde benzodiazepi- nen, valiumachtige stoffen die ook als rustgevende middelen worden gebruikt. De middelen veroorzaken een zekere ontspan ning, werken niet direct in op het slaapcentrum. Ze werken wel binnen een half uur, maar de werkzame bestanddelen tref je soms wel dertig uur lang in het bloed aan terwijl de afbraakpro- dukten 50 tot 100 uur in het bloed kunnen blijven zitten. Als iemand dergelijke middelen een aantal dagen slikt krijg je een op eenhoping van die stoffen in je bloed, anders gezegd: je wordt zo duf als een konijn". Een andere groep vormen de bar bituraten, die werken zeer ver slavend en verstoren het slaap patroon sterker dan de benzodia zepines Als je een barbituraat twee weken slikt blijft er niets meer over van een normaal slaappatroon. Er treden na het stoppen met die middelen sterke onthoudingsverschijnselen op, nachtmerries als gevolg van REM-inhaal. Dergelijke mensen zijn vreselijk nerveus en geagi teerd, bibberen en krijgen soms toevallen". "Een nog zwaardere groep is die van de methaqualon. Middelen uit die groep zoals isonose vallen zelfs onder de opiumwet. Junks die niet aan hun portie heroïne kunnen komen krijgen een arts soms zo ver dat hij hun 20 30 stuks isonose voorschrijft. Dan kunnen ze een paar dagen van de wereld af. De vierde, meest ge vaarlijke groep wordt gevormd door de combinatiepreparaten. Vesparax hoort daartoe, is be kend omdat het nogal eens voor zelfdoding wordt gebruikt". Zorgvuldig Ondanks alle negatieve verschijn selen en bijwerkingen zijn Oos terhuis en Roosjen geen absolute tegenstanders van slaapmidde len. "Als ze maar verstandig wor den voorgeschreven, in zeer be perkte mate, over een korte pe riode en gecombineerd met een andere behandeling. We kunnen ons best situaties voorstellen waarin slaapmiddelen nuttig zijn. Iemand kan bijvoorbeeld niet slapen omdat kort tevoren een dierbare partner is overle den, terwijl men toch rust nodig heeft om het verdriet te verwer ken en energie voor de dagelijk se bezigheden te hebben. Maar nogmaals, zorgvuldig en selec tief toepassen van middelen is geboden". "De middelen worden naar onze indruk te makkelijk voorge schreven, dat valt niet alleen art sen te verwijten maar ook de mensen zelf. Tegenwoordig is men teveel gewend op de wen ken te worden bediend. Als ie mand zich ongelukkig voelt zou hij of zij het liefste een gelukspil willen slikken. Helaas hebben we wel gemerkt dat huisartsen over het algemeen weinig van ontwennings- en gewennings- verschijnselen weten". De deelnemers aan de slaapcursus krijgen in elk geval wel het één en ander over die verschijnselen te horen. Roosjen, die de eerste cursus begeleidde: "Wij houden ons niet zozeer bezig met de oor zaken van de slaapstoornissen. Ons uitgangspunt is dat mensen een bepaald gedrag vertonen waarmee zij zichzelf uit de slaap houden. Wij reikerj de mensen middelen aan om verandering te brengen in hun slaapgedrag". Oefeningen "Dat gebeurt op diverse manieren. Ten eerste via voorlichting. Wat is slaap en wat doen slaapmidde len? Mensen worden afgeholpen van verkeerde gedachten over slaap. In de tweede plaats via spierontspanningsoefeningen. Die oefeningen kan men toepas sen voor het naar bed gaan. De deelnemers krijgen een instruc tieboekje waarmee men de spie ren in het eigen lichaam kan langslopen". "Verder kijken we naar het levens ritme overdag. We doen sugges ties om jachtigheid te neutralise ren. Slaapgedrag heeft te maken met gedrag overdag. Het aan brengen van kleine veranderin gen - goed ontbijten, geen 20 koppen koffie drinken op een dag en dergelijke - kan slaap- bevorderend werken. Mensen hebben op een gegeven moment het idee controle over het pro bleem te krijgen". "Daarnaast leren wij de cursisten de laatste momenten voor het slapen gaan belonend te maken. Systematisch wordt geoefend leuke gedachten te koppelen aan handelingen die vlak voor het slapen gaan worden verricht zo als tandenpoetsen of de deur op slot doen. Vroeger dacht men bij het tandenpoetsen waarschijn lijk iets van: als ik nou maar in slaap kom". "Een ander punt op de cursus is het leren tegengaan van een ma lende gedachtenstroom. Mensen kunnen dan niet in slaap komen omdat allerlei gedachten door hun hoofd spoken. Wij gebrui ken in dat geval de geleide fanta siemethode. Men moet bijvoor beeld een beeld oproepen van een plankje waarin men de ge dachten beitelt. Dat plankje wordt in de rivier geworpen en op die manier zie je je gedachten wegdrijven. Er is ook wel een an dere methode, de gedachten- stop-methode, maar die spreekt ons niet zo aan. Je leert dan ge dachten te stoppen, die waar schijnlijk op een ander moment toch weer terugkomen. Wij vin den dat je gedachten niet moet onderdrukken, maar datje ze be ter geleidelijk kunt afvoeren". Adviezen "Voorts geven wij individuele ad viezen. Slaapstoornissen zijn soms het gevolg van zorgen over de volgende dag. Kan ik wel alles doen wat ik wil doen? Wij advise ren dan een schema te maken voor de volgende dag zodat men planmatig kan zien of het lukt. Gepieker 's nachts is dan niet no dig. Wij laten de cursisten altijd nauwkeurig noteren wanneer ze slapen, hoeveel ze slapen en wanneer ze wakker worden". Bij het van de grond helpen van de slaapcursus zeggen Oosterhuis en Roosjen veel steun te hebben gekregen van de vakgroep klini sche psychologie van de Leidse universiteit. Inmiddels zijn di verse waardevolle contacten op gebouwd, o.a. met de afdeling maatschappelijk werk van het Elisabeth Ziekenhuis en de Tele fonische Hulp Dienst. Oosterhuis: "Ook de relatie met huisartsen is verbeterd. Die hiel den aanvankelijk de boot wat af, maar mede omdat de eerste cur sus voor het merendeel van de deelnemers positieve resultaten heeft opgeleverd is dat verbe terd. Het versterkt in elk geval onze animo voor de volgende cursussen. Eventuele deelne mers moeten overigens wel goed beseffen dat het succes van de cursus in de eerste plaats van henzelf afhangt. Zij moeten er aan werken, men krijgt ook huis- werkopdrachten mee. Wij kun nen helpen om de slaapproble men te overwinnen, maar wij rei ken geen wondermiddelen aan". De slaapcursus in Leiden begint op dinsdag 27 maart. Corresponden tieadres: A. Oosterbuis, postbus 3247, Delft, tel. 015-613787. De zuiverheid van de aloude gasmeter staat ter discussie. De afwijkingen, meestal in het nadeel van de verbruiker, dreigen de pan uit te rijzen, zo heeft het IJkwezen in Amsterdam wereldkundig gemaakt. Anders gezegd: de gasbedrijven innen geld waarop zij geen eigenlijk aanspraak kunnen maken. Een terecht verwijt of niet? Ir. B. de Groot, hoofd afdeling gas van het energiebedrijf Rijnland in Leiden, over de vraag of er met toepassing van de moderne technologie geen meter te construeren valt die precies aangeeft hoeveel kubieke meters gas er zijn verbruikt. Elk jaar hetzelfde liedje: zodra de gasprijs omhoog gaat, is er altijd wel iemand die zich herinnert dat de meter niet deugt. Of dat er te warm gas door het leidingnet wordt ge stuwd. Het is waar: de gas meter is niet helemaal zuiver. Er is sprake van een kleine onnauwkeurigheid in het mechanisme, maar die is wet telijk toegestaan. De. ene me ter wijst wat meer aan, de an dere wat minder. Ir. B. de Groot, hoofd afdeling gas van het energiebedrijf Rijnland in Leiden: "Wat ons betreft, wij willen een zo zuiver mogelijke meting. En wij niet alleen. De meterfabrikanten doen hun ui terste best om ook op die nullijn te komen. Eerder rusten ze niet. Laat ik duidelijk zijn: een nieu we meter kan in het begin een fractie meer gas aangeven dan er in werkelijkheid doorheen stroomt. Een voordeel dus voor het energiebedrijf. De andere kant is dat die meter aan slijtage onderhevig is en in een later sta dium precies andersom reageert, dus meer gas geeft dan de meter noteert." Moeilijk meetbaar Die slijtage in de gasmeter ont staat, omdat er voortdurend on derdelen in beweging zijn. Voor al het schot of het membraan tus sen de twee kamers die om de beurt met gas volstromen heeft het behoorlijk zwaar te verduren. Het tussenschot is met het telme chanisme van de meter verbon den. Over het membraan zit een dun laagje geiteleer gespannen dat na verloop van tijd slijt. Ge volg: het tussenschot laat gas door dat de meter niet regi streert. Maar daar gaat het nu niet om. Het Amsterdamse IJkwezen heeft geconstateerd dat de meter bij een kleinverbruiker systema tisch een procent meer aangeeft dan er wordt verstookt. Ir. De Groot: "Dat is pure onzin. Steek proeven wijzen uit dat er naar be horen wordt gewerkt. We be schikken over een goede ijkin- stallatie waarmee we de meters controleren. Volmaakt? Niets is volmaakt, dat kan niet. Je hebt met drie dingen te maken: gas is heel moeilijk te meten; de tech niek is niet volmaakt en dan is er nog het gedrag van de verbrui ker. Tel je die drie dingen bij el kaar op, dan heb je antwoord op de vraag waarom het niet lukt om het gasverbruik exact te me ten. Ik kan het niet ontkennen: er zijn mensen die ervan profite ren, maar er zijn ook mensen die minder krijgen dan hun toe komt. Het is vooral die groep die zich luidruchtig laat horen/' Technisch kunnen we veel. Maar een eenvoudige gasmeter op nul afstellen lukt niet. Is er met com putertechniek dan niets te rege len? Ir. De Groot: "Weet je dat die gasmeters helemaal nog niet zo slecht zijn? De ontwikkeling ervan gaat gestadig door. Een paar jaar geleden had men alle reden tot te klagen. Toen waren de omstandigheden inderdaad erbarmelijk. Dat kun je nu be paald niet meer beweren. Slech te gasmeters zyn niet meer in de handel". Kunststof De oplossing van het probleem lijkt in aantocht. Na jarenlang dokteren zijn Engelse technici er in geslaagd een mechanisme van kunststof te ontwikkelen dat na jarenlang gebruik blijft zoals het is. De inhoud van de gaskamers zal zich hierdoor praktisch niet meer wijzigen. De vraag is ge rechtvaardigd waarom een der gelijke gasmeter nu pas op de markt verschijnt. Laten we wel wezen: als een verbruiker niet op tijd zijn energierekening betaalt, draait de leverancier de kraan dicht. Als hem 'onrecht' wordt aangedaan, kan hij als consu ment op niemand een beroep doen. Ir. De Groot: "Bedenk wel dat er al zo'n vijftien tot twintig jaar naar zoiets is gezocht. Denk je iets ge vonden te hebben, dan zul je het toch eerst goed moeten testen voor je er in de praktijk mee aan de slag kunt gaan. Stel je voor dat er duizenden van die meters zijn geïnstalleerd en men komt er achter dat ze niet goed zijn. Nou, dan ben je mooi uit. De proefperiode zit erop. Ik ver wacht dat ze binnen niet al te lan ge tijd op de markt zullen ver schijnen." Waar is dan het wachten op? En krijgen dan alle woningen in de 22 gemeenten die Rijnland van gas voorziet zo'n meter? De Groot: "De meter is nog niet door de ijk heen. Ik weet niet wanneer de eerste in gebruik zal worden genomen. Mijn verwach ting is wel dat die er binnen een jaar is. Denk niet dat we dan als een razende die meters gaan plaatsen. Dat is onmogelijk en gevaarlijk. De kosten van deze meter zijn hoog. Plaats je ze vol op, dan betekent een en ander dat je het vastrecht zal moeten verhogen. Daar zit niemand op te wachten. Stel je voor dat wij al onze aansluitingen van zo'n nieu we gasmeter voorzien, dan bind je je aan een producent. Als hij failliet gaat of als de apparaten worden afgekeurd, dan ga je de mist in. Ik denk dat de andere fa brikanten ook wel zo'n mecha nisme in hun meters zullen gaan inbouwen." Temperatuur Het nieuwe in deze gasmeters is dat er een temperatuurvoeler is ingebouwd. Simpel gezegd: de meter voelt hoe warm het gas is dat door hem heen stroomt. Is het gas warm. dan gaat het me- tertje automatisch langzamer lo pen. Bij koude gebeurt het te genovergestelde. "Zo zou iedereen aan zijn trekken kunnen komen", denkt ir. De Groot. "Maar ik blijf toch enkele bedenkingen houden. Als je deze meter installeert, zal er ook aan de druk in de gasleiding (aan voer) zelf moeten worden gesleu teld. En wat gebeurt er 's zomers als de zon dagen achtereen op de straat schijnt en het gas uitzet? 's Winters heb je weer met het te genovergestelde te maken." Terug naar het uitgangspunt: gas bedrijven varen wel bij slechte meters. Ir. De Groot: "Als er bij Rijnland sprake zou zijn van geld incasseren waarop het geen recht heeft, dan gebeurt dat ze ker niet bewust. Ik ontken niet dat energiebedrijven op die ma nier geld zouden kunnen verdie nen. Maar dan zal je uitsluitend plusmeters (meters die meer aan geven dan ze doorlaten) moeten installeren. Dat is, wat mij be treft, tegen alle regels in." De Groot voegt eraan toe, dat Rijn land jaren achtereen miljoenen kubieke meters gas is kwijtge raakt. Of dat te wijten was aan slechte meters, weet hij niet. Het is evenmin bekend waar dat gas dan is gebleven. "We hebben er wel armoe door geleden want het heeft Rijnland miljoenen gul dens gekost. Bekijk je de situatie nu, dan boeken we een beschei den winst. Hoeveel? Niet meer dan een ton." Wanneer keurt Rijnland een gas meter af en hoe oud is hij dan? "Als er een afwijking is die hoger is dan twee procent gaat die me ter eruit. Is hij niet ouder dan tien jaar, dan proberen we hem te repareren. Maar als hij ouder is en eenzelfde mankement ver toont, gaat hij naar de schroot hoop. Dat controleren we in onze ij kinrichting." Vier merken Rijnland controleert de gasmeters bij de verbruikers, maar wie con troleert Rijnland? Ir. De Groot: "Controle is er van diverse kan ten: het IJkwezen, de fabrikant die zo zuiver mogelijke appara tuur wil afleveren en het VEG- Gasinstituut in Apeldoorn neemt geregeld steekproeven. Dat insti tuut vraagt een bepaalde jaar gang van meters op, meet ze door en laat weten of ze moeten wor den vervangen of dat ze nog een poosje mee kunnen. Daarom hebben wij vier verschillende merken. Als een ervan wordt af gekeurd is de zaak te overzien, maar als je met één merk werkt en ze zijn allemaal niet goed meer, dan kom je toch wel voor behoorlijke moeilijkheden te staan." JAN WESTERLAKEN Gasverbruik is moeilijk te meten. De onnauwkeurigheid in het huidige systeem is echter wettelijk toegestaan. (foto H im Dijkm

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 19