De opmars van de 'truttigheid' MOOI OF LELIJK Noordwijker bekent twintig gevallen van flessetrekkerij Hoe de roep om kleinschaligheid leidde tot vertrossing van de architectuur Goederen gekocht zonder te betalen Man betrapt inbreker net te laat Leidse raakt gewond in Voorschoten mOp 1 februari 1982 werd de gehele binnen stad van Leiden, en een deel van de om geving, aangewezen als beschermd stadsgezicht. Stadsvernieuwing was op dat moment natuurlijk al een sleutelwoord in het gemeentelijk beleid, maar aan het begin van de ja ren tachtig werd het pas goed ernst. Leiden zou ge staag veranderen van een stad in verval tot een stad in herstel. De officiële inschrijving in het register van bescherm de stads- en dorpsgezichten heeft tot doel het stede lijk en historische karakter van de Leidse binnen stad te behouden, te renoveren en te ontwikkelen, of anders gezegd: de binnenstad van Leiden wordt in oude luister hersteld. Het is natuurlijk niet zo dat de stad één groot open luchtmuseum moet worden waar geen veranderin gen mogelijk zijn. Monumenten worden aangepast aan de eisen van deze tijd en nieuwbouw is toege staan mits het passend is in zijn omgeving. Het bouwen in de bestaande stad heeft zich de afgelo pen jaren dan ook niet gekenmerkt door in het oog springende architectuur. Aangepaste nieuwbouw is de stelregel geworden. Het nieuwe, het schokkende, het indrukwekkende dat de moderne architectuur zou moeten kenmerken, lijkt geheel verdwenen. In de tijd waarin De Stijl en het Nieuwe Bouwen vol op in de belangstelling staat, valt de nieuwbouw in de Leidse binnenstad juist op door een aaneenscha keling van nostalgische vormen: huisjes van bak steen met houten puntdaken, helrode pannen en er kertjes uit grootmoeders tijd. Kortom: Madurodam in het groot. Mooi of lelijk? Dat is de vraag die de gemoederen voortdurend bezighoudt. En wat de één mooi vindt wordt door de ander juist verafschuwd. Vast staat dat de Leidse binnenstad in de greep is van de klein schaligheid. Critici spreken van "kneuterigheid" of van "de nieuwe truttigheid" maar de 'gewone' Lei- denaar vindt het "gezellig" en "knus". In een reeks artikelen wordt het bouwen in het be schermde stadsgezicht op de korrel genomen, want één ding is duidelijk: over smaak valt wel te twisten. Het Stadsbouwhuis aan de Langegracht: een eigentijds gebouw en te vens het centrum van gemeentelijke bouwzaken. (foto Holvast) MODERNE ARCHITECTUUR IN EEN BESCHERMD STADSGEZICHT LEIDEN - Een 26-jarige i van Noordwijk heeft tegenover de Leidse politie bekend dat hij betrokken was bij twintig geval len van flessetrekkerij waarbij voor ruim 20.000 gulden schade is aangericht. De Noordwijker werd een paar da gen geleden aangehouden op verdenking van het kopen van goederen zonder betaling in en kele Leidse winkels. Bij nader verhoor bleek de man in de afge lopen maanden ook winkeliers in Noordwijk, Noordwijkerhout, Rijnsburg en Amsterdam te heb ben gedupeerd. Hij kocht goede ren die varieerden van bloemen, drank (ter waarde van ruim twee duizend gulden) en kleding tot een kleuren teevee, videorecor der en een complete massageta fel. Bij een Leids meubelbedrijf bestel de hij meubels met een waarde van 18.000 gulden. Het bedrijf probeerde tot twee keer toe de meubels af te leveren maar beide keren was de Noordwijker niet thuis. Daardoor bleef het meu belbedrijf een financiële strop bespaard. De meeste goederen heeft de Noordwijker inmiddels wegge geven. De politie onderzoekt of er echt sprake is van goedgevig- heid van de man of dat bepaalde mensen zich schuldig hebben ge maakt aan heling. Volgens politiewoordvoerder Gra- veland slaagde de Noordwijker er steeds weer in om allerlei goe deren te bestellen zonder te beta len "dank zij een bijzonder glad de babbel". Overleden kind De zelfhulporganisatie 'Ouders van een overleden kind' houdt zaterdag 11 februari een lan delijke ontmoetingsdag in Amersfoort. Belangstellenden kunnen zich voor deze dag op geven bij het centraal contac tadres aan de Albert Cuyp- straat 8 in Hazerswoude. Tij dens deze dag zullen ouders vertellen over hun ervaringen bij de opvang rondom het over lijden van hun kind. Ook is er een inleiding van de heer S. Herman en kan er in groepjes over de eigen ervaringen wor den verteld. 'Ouders van een overleden kind' is een organi satie die ouders bij elkaar wil brengen om over hun gezamen lijke ervaring te praten. Juist lotgenoten blijken elkaar te kunnen helpen, wanneer ou ders zich door vrienden, fami lie, buren en collega's onbegre pen of in de steek gelaten voe- Soos Vandaag is er weer een soos bij de Jongerenbeweging, Koppen- hinkstraat 2 (vlakbij de Kaas markt). Iedereen is welkom om half negen. Swingavond Swingen op de nieuwste, maar ook wat oudere plaatjes. Dat kan vrijdagavond in het LVC, Breestraat 66. De zaal gaat om negen uur open. LEIDEN - Een 55-jarige Leidenaar uit de Balistraat in de Kooi werd vannacht in zijn slaap gestoord door een inbreker en kon nog juist constateren hoe deze er met een bedrag van achtduizend gul den aan cheques en contant geld, zijn rijbewijs en enkele boeken vandoor ging. De inbreker was de woning binnengedrongen door het foreceren van een bo- venraampje. VOORSCHOTEN - Rond één uur vannacht is een 19-jarige Leidse ernstig aan het gezicht gewond geraakt toen de auto van haar eveneens 19-jarige Noordwijkse vriend in Voorschoten op die van een 39-jarige Voorschotense reed. De Noordwijker bleek on der invloed van sterke drank zijn auto te hebben bestuurd. Het ongeluk gebeurde op de hoek van de Raadhuislaan en Leidse- weg in Voorschoten. De Noord wijker en zijn Leidse vriendin re den vanuit de Raadhuislaan vol gens de politie pardoes de Leid- seweg op waar zij op de auto van de Voorschotense botsten. Het spreekt vanzelf dat men geen al te grote verschillen in hoogte en schaal toelaat bij het bouwen in een beschermd stadsgezicht. Maar in een historische binnen stad kunnen wel heel verschil lende bouwwerken naast elkaar staan zonder dat direct sprake is van disharmonie. Het vermijden van elke tegenstelling in hoogte, breedte en kleur heeft veel weg van een overdreven zucht naar harmonie. Uiteraard is de truttigheid die in de hedendaagse bouwpraktijk de boventoon voert geen typisch Leids verschijnsel. Integendeel: de nieuwbouw in Hollandse ste den lijkt juist als vele druppels water op elkaar: een eindeloze opeenvolging van huisjes, lieflij ke tuintjes, pleintjes die eigenlijk niets voorstellen en grote bouw sels vol overbodige frutsels en fratsels. Hoe heeft het zo ver kunnen ko men? Daarvoor zouden we een flink eind terug moeten in de tijd. Ten minste naar het begin van deze eeuw, toen grote bevol kingsgroepen hun leven moes ten slijten in kelderwoningen en krotten. De totstandkoming van de woningwet (1901) en de op komst van woningbouwvereni gingen brachten verandering in die erbarmelijke woonomstan digheden. Op grond van bepalin gen in de woningwet ontwierp H.P. Berlage z(jn kloeke w blokken voor de arbeidersklasse. Zijn ontwerpen betekenden nog geen definitieve breuk met het tradionele bouwambacht, maar wel het begin van de vernieu wing. Wibaut De legendarische SDAP-wethou- der F.M. Wibaut stelde zich tot taak in Amsterdam woningen neer te zetten en te verhuren be neden de kostprijs. Enkele so ciaal-bewogen architecten zagen in de bouw van grote aantallen woningen, behalve het lenigen van de nood, ook een mogelijk heid een bouwstijl te ontwikke len die de bewustwording van de arbeiders zou vergroten. Zo kreeg Amsterdam, dank zij Wi baut, zijn 'burchten' voor de ar beidersklasse in de Spaarndam- merbuurt (architect De Klerk) en in Oud-Zuid. Een bouwkunst die we kennen onder de naam Am sterdamse School. In het midden van de jaren twintig verloor deze bouwstijl weer aan invloed. Groepen radicale archi tecten trokken ten strijde tegen de heersende architectuuropvat tingen waarin naar hun oordeel 'het esthetische' (versieringen) overheerste. Zij ontwikkelden het Nieuwe Bouwen, een stijl waarvan strakke vormen, een voud en het beproeven van nieu we materialen en technieken de belangrijkste kenmerken waren. Het Nieuwe Bouwen was een we reldwijd verschijnsel en werd zichtbaar in de woningbouw, maar ook in de bouw van fabrie ken (Van Nelle in Rotterdam) en gemeenschapsvoorzieningen. In Nederland leverden beeldende kunstenaars en architecten die zich hadden verenigd in de in Leiden opgerichte Stijl-bewe ging een belangrijke bijdrage (het redactiesecretariaat van het tijdschrift De Stijl was gevestigd in het Leidse Volkshuis). Opzien barend waren in die tijd de stoe len van Rietveld, de schilderijen van Mondriaan en het Rietveld- Shröderhuis in Utrecht. Hoogbouw De architecten Merkelbach, Dui ker, Staal, Stam, Oud en Van Eesteren' vormden begin jaren twintig de kern van het Nieuwe Bouwen in Nederland en schon ken bijzondere aandacht aan de arbeiderswoning. Zij droegen nieuwe middelen aan om de mo derne eisen, voldoende licht en lucht in de woning, vorm te ge ven in de architectuur: het indi viduele huis werd vervangen door het woningblok: lange rijen indentieke woningen met vlakke gevels en platte daken die vooral in vogelvlucht perspectieven van een verbluffende schoonheid Met name Duiker keerde zich te gen het huis-met-een-tuintje bouwen. Duiker was er van over tuigd dat de hoogbouw de woon vorm van de toekomst was en er Een beeld van de Leidse nieuwbouw. Op de foto linksboven de letterenfaculteit van de rijksuniversiteit aan de Witte Singel: hekjes langs betonnen kolommen en overdadige baksteendecoraties. Rechtsboven: het dakkapelletje uit grootmoeders tijd is zeer populair in de hedendaagse woningbouw. Op de foto rechtsonder een nieuwbouw- complex aan de Oude Singel met trapjes; pittoreske raampjes en puntdaken. Linksonder: het opvallende pand van het voormalige nieuwe boekhuis, aan de Breestraat, waarin de invloeden van De Stijl te herkennen zijn. (foto's Holvast) De architect Dudok maakte in de jaren dertig bovenstaand ontwerp voor een nieuw Leids stadhuis dat het moest afleggen tegen het ontwerp van Blaauw. Dudok nam met zijn karakteristieke architectuur een apar te plaats in tussen de Amsterdamse School en De Stijl. toe zou bijdragen het woon- vraagstuk voor de arbeider op te lossen. Zijn ideeën werden slechts in beperkte mate gereali seerd, vielen bij het grote pu- bliek niet in goede aarde, en leid den aan het eind van de jaren dertig weer tot de introductie van een meer romantische vorm geving. De meeste architecten en lagere overheden hadden door de jaren heen toch al vastgehouden aan de traditionele bouwtrant. In Leiden weet men daar van mee te praten. Denk maar aan het Leidse stadhuis van architect C.J. Blaauw dat in 1940 gereed kwam en de voorkeur had boven het moderne ontwerp van W.M. Dudok. Een goed voorbeeld is ook het aantrekken van het tradi tionele architectenbureau Gran- pré Molière dat voor Leiden het uitbreidingsplan 1933 ontwierp. Vooruitstrevende stromingen in de architectuur zoals de Amster damse School, De Stijl of het Nieuwe Bouwen hebben in Lei den eigenlijk slechts in geringe mate hun weerslag gevonden. Flatneurose Toch werden in Nederland de ideeën van het Nieuwe Bouwen ook na de Tweede Wereldoorlog nog tot uitdrukking gebracht. Bijvoorbeeld in de bouw van de zogenaamde tuinsteden (stro- kenbouw maar daartussen flinke stukken groen). De noodzaak om na oorlog snel en veel woningen te bouwen voor weinig geld leid de in de jaren vijftig en zestig evenwel tot veel lelijke en eento nige hoogbouw. Nederland bouwde nijver aan zijn moderne samenleving. Nieuw bouwwijken vol hoge flats wer den in hoog tempo uit de grond gestampt. Aan het begin van de jaren zeventig kwamen zelfs meer dan 150.000 woningen per jaar gereed. Er was dus sprake van een flinke aanval op de wo ningnood, maar de eenvormig heid nam daardoor wel toe. Be grippen als flatneurose en ver vreemding deden hun intrede. De reactie kon niet uitblijven. Eind jaren vijftig baarde de archi tect Aldo van Eijk opzien door zijn gevoelsmatige aanpak van de stedebouw. In de jaren zestig groeide het besef dat 'mensvrien delijke' woonvormen de beste oplossing waren voor de stedelij ke problemen. Het waren roerige jaren. De welvaart nam explosief toe, inspraak deed haar intrede, de verbeelding aan de macht. Inzichten over wat er met de oude binnensteden moest gebeuren, veranderden ingrijpend. Begin jaren zestig sprak de Leidse PvdA-wethouder Piena nog van revolutionaire plannen die een groot deel van de binnenstad zouden verlossen van de krotbe bouwing waarin veel arbeiders woonden. De 'Leidse Jordaan' (Oranjegracht en omgeving) werd het eerste slachtoffer van de 'vooruitgang' en met de grond gelijk gemaakt. Tien jaar later werden de revolutionaire plan nen door een nieuwe (linkse) ge neratie beschouwd als een knie val voor de betonbouw en pro jectontwikkelaars. We moesten terug naar de natuur en klein schaliger bouwen. Kneuterig Hoogbouw werd massaal afgezwo ren. Het gevolg is een dorre op eenvolging van kneuterige huis jes met pannendaken, speelse gevels en pittoreske raampjes en deurtjes die de kleinschaligheid van weleer suggereren. In werkelijkheid is van kleinscha- LEIDEN - Sla een hoek om in de Leidse binnenstad, het doet er niet toe waar, of er wordt wel gebouwd. In elk open gat, al is het niet groter dan een taartpunt, worden nieuwe woningen neergezet. ligheid geen sprake. De bouwac tiviteit in de binnenstad is groter dan ooit zodat de speelse gevel tjes en puntdaken bijna massaal worden herhaald. De nieuwbouw aan de Oranje- gracht en Waard gracht is onmis kenbaar een kind van de jaren zeventig en mag een goed voor beeld van stadsherstel heten. Maar neem nu het nieuwbouw- complex aan de Morssingel, een flatgebouw van tien verdiepin gen hoog met knullige schuine daken, alleen bedoeld om het kleiner te laten lijken dan het is. Menselijkheid, sfeer, gezellig heid en kleinschaligheid zijn de trefwoorden van de hedendaagse ontwerp-praktijk: de 'vertros sing' van de architectuur. Door de jaren heen is de lagere overheid, als opdrachtgever, een steeds belangrijker rol gaan spe len. Hoewel de Partij van de Ar beid in Leiden reeds tien jaar een meerderheid in het stadsbestuur heeft, lijkt de conclusie ge rechtvaardigd dat de vertaling van progressieve politiek in ar chitectonische opvattingen na genoeg achterwege is gebleven. De Leidse wethouder van volk huisvesting, Tesselaar, geeft dat volmondig toe. "Ik ben een huis jesbouwer", zegt hij onver bloemd. "De keuze voor een ar chitect wordt in hoofdzaak be paald door de vraag of hij het bouwproces, dat wil zeggen de prijs en de kwaliteit van de wo ning, in de klauwen kan houden. Daarnaast vind ik van belang of een ontwerp behoorlijk woon comfort oplevert en op de derde plaats komt pas de vraag of een architect ook in staat is een rede lijk uiterlijk aan zijn ontwerp te geven". Stevenshof Waren de betogen van volkshuis- vesters in het verleden door spekt met socialistische idealen (Wibaut: "we moeten ze het mooie geven"), tegenwoordig is "goed en goedkoop" dus "het doel waar naar wij streven". Een doel dat evenwel is gekoppeld aan de behartiging van de belan gen van de laagst betaalden, de arbeiders, voor wie het benard wonen nog altijd één der meest brandende problemen is. prioriteiten van de gemeente Leiden eigenlijk het duidelijkst tot uiting. Voor de Stevenshof werden zeventien aannemers ge vraagd een kant en klaar bouw plan in te dienen. Met de archi tectenkeuze heeft de gemeente zich niet willen bemoeien. "Als het maar goed en goedkoop is, en verder zoekt u het maar uit", zo was de boodschap. Een gemeentelijke staande uit ambtenaren en de wethouders Waal en Tesselaar, houdt zich overigens wel bezig met ontwikkelingen op het ge bied van architectuur en met de keuze van architecten die in Lei den aan de slag mogen. De ver richtingen van de architecten- keuzecommissie worden even wel met de nodige scepsis beke ken. "Waal uitgezonderd hebben ze de ballen verstand van richtin gen en stijlen in de hedendaagse architectuur", zo meent een hoge ambtenaar. Woontoren Het is bijna vanzelfsprekend dat zich in den lande weer een ont wikkeling voordoet die wijst op een kentering in het bouwen. Nieuwbouw is door de jaren heen eigenlijk, net als kleding, onderhevig aan mode. Stijlen wisselen elkaar af, heen en weer geslingerd tussen traditie en vooruitgang, tussen verstand en gevoel. De tijd is momenteel weer rijp voor verandering. De nieuwste trend die zich afte kent is die van de compacte bin nenstad met torenhoge woonge bouwen. Rotterdam loopt in die nieuwe ontwikkeling voorop. Aan het Weena verrijst een woontoren van 120 meter hoog. Utrecht en Den Haag volgen. Maar ook in het Leidse stads bouwhuis heeft het idee postge vat dat het nu maar eens afgelo pen moet zijn "met de 'truttig heid'. "Het roer moet om", volgens som mige ambtenaren en ook de Leidse wethouder van ruimtelij ke ordening, Waal, meent dat "spraakmakende architectuur niet voorbehouden mag blijven aan enkele grote steden". Een ge durfd bouwplan is daarom in de maak: een woontoren voor Lei den! uitbreidingsgebied als de Stevenshofjespolder komen de Het Nieuwe Bouwen werd in Amsterdam in ruime mate in de praktijk gebracht. Zoals bovenstaand ontwerp van architect J.F. Staal dat in 1925 werd gerealiseerd aan het Mercatorplein en omgeving.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 4