"Marx' denken:
geen greintje
menselijkheid"
Staat de witte auto daar goed?
Reacties op nieuwe rijexamen theorie positief
Hard oordeel van filosoof Broersen
Marx en Engels als blikvangers temidden van het Communistisch Manifest, uitgegeven in verschillende talen.
(foto Panorama DDR)
'zeer—groot-grondbezitter' aan
het hoofd is komen te staan van
het onmetelijke Russische rijk,
dan kan hij het niet laten om in
dezelfde alinea te reppen over
'de mislukte revolutionair Karei
zonder land'.
En de neiging van Marx om de hele
werkelijkheid in te passen in zijn
eigen rigide schema, stelt hij als
volgt aan de kaak: "Alle proble
men die Kareltje op de middel
bare school al leerde kennen,
worden overgeschilderd in de
zwart-wit kleuren van de klas
senstrijd". (pag. 85).
Doen een dergelijke stijl en woord
keuze geen afbreuk aan de ernst
van het betoog en aan de kwaliti-
teit van de argumenten? Broer
sen, lichtelijk geamuseerd: "Aca
demisch gezien is dat hele mar
xisme natuurlijk nauwelijks se
rieus te nemen. Maar dat neemt
niet weg dat de politieke
werkelijkheid ervan griezelig ac
tueel en ernstig genoeg is. Som
mige moordpartijen, zoals in het
Cambodja onder Pol Pot, halen
zelfs het "Guinness Book of
World-Records". Broersen ziet
er geen aanleiding in om plecht
statig of met verschuldigde eer
bied over Marx en de marxisten
te schrijven.
Serieuze aandacht voor bijvoor
beeld 'De Jonge Marx' of voor
het 'Humanisme van Marx', zou
menige onnozele hals misschien
nog op het idee kunnen brengen
dat er 'misschien toch wel wat in
zit'. Broersen: "Zo'n hoogleraar
in de filosofie als Delfgaauw, die
menige serieuze studie aan Marx
heeft gewijd, maakt zich op die
manier nog schuldig aan een
vorm van medeplichtigheid".
Een benadering zoals van de sla
vist prof. Karei van het Reve is
hem veel liever. "Zo'n twintig
jaar geleden heeft Van het Reve
tijdens een. lezing in Leiden zijn
gehoor nog eens uitgedaagd één
enkele alinea van Marx aan te
wijzen waaruit zou kunnen blij
ken dat deze enig spoor van me
dedogen kende. Welnu, volgens
mij heeft Van het Reve nooit ant
woord gekregen".
In de goot
In zijn studie neemt Broersen zelf
trouwens ook graag af en toe eni
ge afstand van al te zwaarwichti
ge beschouwingen. Bespiegelin
gen over allerhande filosofen,
van Hegel tot Sartre en van Plato
tot Althusser, wisselt hij af met
treffende citaten van schrijvers
zoals Brecht, Camus, en niet te
vergeten van George Orwell.
Met Orwells eenvoudige begrip
'common decency', algemeen
fatsoen, zou Broersen de hele
marxistische rimram al in de
goot kunnen vegen, ware het niet
dat hij als geschoold filosoof, en
uiteraard in het kader van zijn
proefschrift, toch de hele ideeën
wereld van Marx en de zijnen op
beproefd wetenschappelijke wij
ze onderuithaalt.
Maar ondanks al die geleerdheid
blijft hij steeds heel dicht in de
buurt van schrijvers die ook kun
nen denken. Orwell schreef in
1931 dat alle 'moreel gezonde'
mensen al wisten dat het Sowjet-
regime stinkt. En Broersen
trekt een eenvoudige conclusie:
"Dus ook zonder een historische
of sociaalwetenschappelijke des
kundige te zijn, kan mén tot een
juist oordeel komen".
Het indrukken van
een groene of een rode
knop. Het nieuwe
rijexamen theorie is
tegenwoordig beperkt
tot die eenvoudige
handeling. Natuurlijk
moet er ook nog
worden nagedacht,
zeventig dia's lang en
tien seconden per dia.
Hoewel dat enig
concentratieverlies
met zich meebrengt
zijn de eerste reacties
op de nieuwe
examenuitvoering
overwegend positief.
De kop is eraf. De eerste
kandidaten weten inmiddels
wat het is: het nieuwe
rij-examen theorie valt om de
drommel niet mee. Hoe
eenvoudig het ook werkt. Een
dia op een scherm en twee
drukknoppen, een groene (ja)
en een rode (nee) voor de
beoordeling van de afgebeelde
verkeerssituatie. De
bedenktijd is 10 seconden.
door Jan Westerlaken
Hoe steekt de theorie van het
nieuwe rij-examen in elkaar? Zoals
gezegd, simpel. Op het
projectiescherm worden zeventig
verschillende situaties afgebeeld
zoals die in het dagelijks verkeer
kunnen voorkomen. Terugkerend
op elke dia een witte auto of een
witte motor. De kandida(a)t(e)
moet zich voorstellen dat hij of zij
de chauffeur van de witte auto is of
de witte motor bestuurt.
De vragen zijn direct, het
taalgebruik voor iedereen te
begrijpen. En er is ook wel het een
en ander veranderd. Vragen over
We praten nu over Nederlanders,
maar kunnen buitenlanders aan
hétzelfde examen aanzitten?
Goossens: "We beschikken over
examens in zeven talen: Frans,
Duits, Engels, Spaans, Portugees,
Turks en Marokkaans. Even
hebben we eraan gedacht om ook
een Joegoslavische versie eraan
toe te voegen. Daar hebben we
voorlopig van afgezien."
Als een Chinees examen wil doen?
"Dan moeten we een tolk
inschakelen. Nee, die is niet
beëdigd. De voorwaarde die we
aan hem stellen is dat hij geen
familie van de kandidaat mag zijn.
Inderdaad, het is een kwestie van
vertrouwen. Een tolk zou de
antwoorden kunnen voorzeggen.
We controleren dat wel. Als we
maar even denken dat het niet
goed zit, dan krijgt de kandidaat
geen certificaat."
Rijscholen
Resten de rijschoolhouders.
Hadden zij voldoende tijd om op
de nieuwe methode in te spelen?
"De tijd was wat krap", reageert
mevrouw Oudshoorn van rijschool
Rijnland in Alphen. "Nu draait het
lekker. Vier dagen van de week
geven wij lessen in theorie. Precies
op dezelfde manier als bij het CBR
het examen wordt afgenomen.
Vooral jongere leerlingen bevalt
het uitstekend. Ik dacht dat de
ouderen er wat meer moeite mee
nebben. Het is nog te vroeg om
over de resultaten een oordeel te
geven. Maar in de toekomst, denk
ik, zal het theoretisch-examen zijn
vruchten zeker gaan afwerpen."
De Voorschotense rijshoolhouder
Van Ast zegt er het volgende over:
"Voor mensen die oppervlakkig
lezen is dit examen een uitkomst.
Eerst was het kiezen uit drie
mogelijkheden, nu hebben de
kandidaten vijftig procent kans dat
zij het goede antwoord geven.
Alleen, ik ben bang dat er na zo'n
veertig dia's concentratieverlies
optreedt."
Is dat onderzocht? Goossens:
"TNO, dat dit systeem heeft
ontwikkelt, heeft dat inderdaad
bekeken. Wij hebben nog geen
vorm van concentratieverlies
kunnen registreren. Ik kan me wel
voorstellen dat een kandidaat na
enkele tientallen plaatjes wat
minder aandachtig kykt."
Eenmaal aan de
macht gekomen
richten de
volgelingen van
Marx een
'bloedkermis' aan
zonder zich
daarvoor te
schamen.
Integendeel, zij
achten het zelfs
noodzakelijk.
Aldus Theo
Broersen (39) die
afgelopen
woensdag aan de
Rijksuniversiteit
Leiden
promoveerde op
zijn proefschrift
'Het marxistische
complex, analyse
van ideologie en
praktijk'.
door J.W.E. Metselaar
'Een bloedkermis', het is me
nogal een term, en dat nog wel
in een proefschrift. Maar de
auteur, de vriendelijke
bescheidenheid zelve, aarzelt
geen moment om zijn harde
oordeel nader van argumenten
te voorzien.
'In de geschiedenis van de USSR
zijn naar schatting twintig maal
meer slachtoffers gevallen dan
onder Hitier. Maar als Reagan dit
imperium bestempelt tot het
'Rijk van het Kwaad', dan mag
dat blijkbaar niet. Maar waarom
zou je zoiets niet mogen zeg
gen?"
Volgens Broersen is het - terecht
een schande om jezelf na
Auschwitz nog een neo nazi te
noemen. Maar het is blijkbaar
geen schande om jezelf marxist
te noemen, of zelfs stalinist. "Dit
is één van de verschijnselen die
tot nadenken stemt"
En aan dat nadenken heeft hij de
nodige tijd besteed. Een docto
raal examen filosofie in Gronin
gen, een doctoraal cum laude in
de sociale en politieke weten
schappen aan de GU in Amster
dam, en dan deze week zijn pro
motie in Leiden bij professor
Van Gunsteren.
Maar Broersen is zeker geen ka
mergeleerde. In 1978 nam hij af
scheid van de Katholieke Uni
versiteit te Nijmegen, waar hij fi
losofie doceerde, en sindsdien
maakt hij grote reizen over de he
le wereld. Zo verbleef hij een jaar
in Afrika en maakte hij, geheel
op eigen gelegenheid, een reis
door China. Van georganiseerde
'ideologische' groepsreizen wil
hij niets weten. Dat is naar zijn
zeggen eerder een 'groteske pro
cessie van tragikomische figu
ren' die zich als politieke bede
vaartgangers laten inpakken
door de vertegenwoordigers van
een geoliede propagandamachi
ne.
Maar hoe is het mogelijk dat wes
terse intellectuelen steeds weer
opnieuw zo bevattelijk blijken
voor de verlokkingen van com
munistische dictaturen? Broer
sen: "Het klinkt misschien wat
cru, maar het theoretische onbe
nul is kenmerkend voor de eeuw
waarin we leven".
Zelf heeft hij in China het nodige
meegemaakt. Als eenling rond
reizend in dat enorme land, is hij
herhaaldelijk aangeklampt door
mensen die hem vertelden over
de verschrikkingen van de cultu
rele revolutie. "Het is dan bijna
onmogelijk om niet ook in snik
ken uit te barsten", aldus Broer
sen, die niet begrijpt hoe mensen
met een gerust hart zulke geregi-
seerde reizen kunnen onderne
men. "Men gaat even zo vrolijk
naar zo'n land toe om later, na te
rugkomst, aan de andere kant
van de wereld, te gaan staan jui
chen. Er spreekt volgens mij een
minachting uit voor het leven
van de mensen die het voorwerp
zijn van deze sociale experimen
ten".
Afstand
Maar hij heeft zelf ook ervaren hoe
moeilijk het is om afstand te hou
den. Op een gegeven moment op
zoek naar iemand die goed En
gels sprak, kreeg hij binnen de
kortste keren een enorme auto
met chauffeur tot zijn beschik
king en men reed net zo lang met
hem rond tot er een leraar Engels
was gevonden met wie hij zich
kon onderhouden. "Je beseft
dan heus wel dat je wordt gema
nipuleerd bij het leven, maar het
blijft moeilijk om de mensen die
al die moeite voor je doen, niet
aardig te vinden."
Maar hij wil zich geen rad voor
ogen laten draaien. Op zoek naar
de kern van het marxistische
complex, met alles wat daaraan
vastzit aan terreur en grootscha
lige moordpartijen, richt Broer
sen zijn aandacht niet in de eer
ste plaats op die 'oude, betwete
rige econoom' die een dor boek
heeft geschreven over de econo
mie. Hij gaat terug naar de jonge
Marx, naar de kern van diens fi
losofie.
"De humanistische, jonge Marx
wordt dan ten tonele gevoerd.
Maar de kern van zijn denken
kende niets menselijks, het is
eerder ronduit anti-humanitair,
het is gericht tegen de natuur en
tegen iedere notie van menselijk
heid". De lezer meevoerend op
een lange tocht door de geschie
denis, vanaf Plato, Aristoteles,
en Christus, en vandaar via mid
deleeuwse christelijke wijsgeren
zoals Thomas van Aquino tot de
tijd van Hegel en Marx, betoogt
Broersen dat met Marx een defi
nitieve breuk ontstond met de
klassieke christelijke traditie
waarin de rede en de humaniteit
nog zo'n grote rol speelden.
Marx echter, als 'organisator van
de geschiedenis', als 'verachter
van het heelal' heeft de nodige
volgelingen gekregen die zijn
leer ook in praktijk hebben ge
bracht. Deze 'titels', die hij Marx
zonder veel omhaal toevoegt,
heeft Broersen echter niet op los
se gronden gekozen. Uit en te na,
tot in de subtielste details, legt
hij Marx, maar ook Engels, Le
nin en hun goedpraters in alle
soorten en maten, genadeloos op
de snijtafel.
Spot en hoon
Het hoeft geen verbazing te wek
ken als in een proefschrift een
betoog wordt opgebouwd op het
scherpst van de snede, het valt
wel op als spot en hoon de lezer
steeds weer verrassen en hem
een grimlach op het gezicht tove-
Als Broersen in het hoofdstuk over
het imperialisme even memo
reert hoe Lenin uiteindelijk als
hoe te handelen als er een militaire
kolonne op de weg is en of een
begrafenisstoet wel of geen
voorrang heeft, zijn uit het examen
verdwenen. Het theoretisch
rij-examen is helemaal op de
praktijk afgestemd.
Een paar voorbeelden: de witte
auto rijdt op een onverharde weg.
Van rechts komen, rijdend op
eveneens een onverharde weg, een
paard en ruiter. Vraag: moet de
chauffeur paard en ruiter voorrang
verlenen?
Tweede vraag: de witte auto
parkeert aan de linkerkant van een
straat waar eenrichtingverkeer van
kracht is. Vraag: mag dat?
Volgende voorbeeld: de witte auto
staat geparkeerd aan de
rechterkant van de weg in een
geschilderde strook voor fietsers.
Vraag: staat de auto daar goed
geparkeerd?
Laatste vraag: de witte auto verlaat
een woonerf. Van rechts nadert
een fietser. Vraag: moet de
chauffeur de fietser voorrang
geven?
Bedenktijd
En zo gaat het zeventig vragen
achter elkaar door. De kandidaten
hebben tien seconden bedenktijd
om hun beslissing te nemen. Een
beslissing die binnen die tijd altijd
kan worden herroepen door alsnog
de andere knop in te drukken.
Niet antwoorden wordt als fout
aangerekend. Maakt de kandidaat
meer dan tien fouten, dan zal hij
nog een keer terug moeten komen.
Het CBR (Centraal Bureau
Rijvaardigheidsbewijzen) is
enthousiast over deze manier van
theorie examineren. Maar de
techniek kan falen. Wat dan?
Chef-examinator F.M. Goossens
van de Leidse CBR-vestiging:
Een dia op een scherm en twee drukknoppen, een groene (ja) en een rode (nee). (foto Holvast)
"Dan gaan we op handbediening
over. Praktisch gesproken hoeven
we nooit kandidaten naar huis te
sturen. Of de stroom moet volledig
uitvallen, dan is er geen eer meer
aan te behalen."
Hoewel het nieuwe examen nu al
een maand van kracht is, verbaast
het Goossens dat de opkomst nog
niet optimaal is. Het CBR schat dat
er jaarlijks in Leiden rond de
twintigduizend examens zullen
worden afgenomen. Maar dat is
een prognose die voorlopig niet
lijkt uit te komen. Goossens
daarover: "Er zijn nu wat onzekere
factoren. Een kandidaat kan
examen doen waar hij of zij dat
wenst. Men is niet meer gebonden
aan de stad waar men woont. Een
Leidenaar mag ook in Amsterdam
theoretisch-examen afleggen."
Het tweede punt dat de
CBR-examinator in dit verband
aanhaalt: "Er zijn heel wat
rijschoolhouders die hun
leerlingen nog even vasthouden.
Aan de ene kant om hen vertrouwd
te maken met deze methode van
examen doen en aan de andere
kant om wat te verdienen. Ze
hebben niet voor niets dure
apparatuur aangeschaft."
Gokken
Een donderdagochtend bij'het
CBR aan het Schuttersveld:
vijftien nerveuze kandidaten
nemen plaats achter de knoppen.
Een uur later, na wat
aanloopmoeilijkheden met de
apparatuur, is het voorbij. Drie van
de vijftien moeten nog een keer
terugkomen.
Hoe is het examen bevallen, was
het moeilijk? "Er waren nogal wat
vragen die op elkaar leken",
reageert de kandidaat van wie later
blijkt dat hij een van de drie
gezakten is. "Voor de rest viel het
wel mee. Ik had ruim voldoende
tijd om tot een beslissing te
komen."
Uitzonderlijk hoog scoort een
Leidse vrouw: 69 goede
antwoorden. Haar mening?
"Moeilijk, ach, niet echt. Als je de
theorie goed leert hoef je niet te
zakken. Ik vind deze vorm van
examen doen in elk geval een stuk
gemakkelijker dan uit drie
antwoorden te moeten kiezen. Een
keer heb ik moeten gokken. Bij die
situatie met paard en ruiter. Ik wist
met of de auto in dat geval
voorrang moest verlenen of zelf
voorrang had. Voor de rest waren
er voor mij geen vraagtekens."