De zure strijd om schonere benzine 4 Vertragingstactiek olie- en autoindustrie ^ZATERDAG 28 JANUARI 1984 or II De invoering van loodvrije benzine om een halt toe te roepen aan luchtvervuiling en zure regen is onvermijdelijk. Daarover bestaat langzamerhand allerwege overeenstemming. Maar met die constatering houdt de eenstemmigheid wel op. Milieumaatregelen komen moeizaam van de grond, de economische belangen wegen zwaar. De Westeuropese landen zijn hopeloos verdeeld terwijl de autofabrikanten en oliemultinationals stevig op de rem trappen. De benzine moet schoner, maar wanneer en wie zal dat betalen? Het NOS-journaal liet vorige week woensdag minister Winsemius (milieu) uitvoerig 1 aan het woord over de luchtvervuiling en de zure regen. De toestand was ernstig en het kabinet wilde daar iets aan doen. Maar enkele beelden i verder werd het betoog van de bewindsman al meteen ontkracht. De nieuwslezer i presenteerde de cijfers van de autohandel waaruit bleek dat er in 1983 aanzienlijk meer auto's waren verkocht dan het jaar daarvóór. Zo kreeg de kijker in luttele minuten de ongerijmdheid in beeld: de auto zit weer in de lift, maar de i luchtvervuiling wordt met de dag zorgwekkender en de aandrang op de industrie om schonere produkten te maken steeds groter. In West-Europa wordt sinds het begin van de jaren zeventig een 'emissiebeleid' gevoerd om de schadelijke stoffen in de uitlaat gassen zoveel mogelijk terug te dringen. Met de gasvormige be standdelen koolwaterstoffen en koolmonoxide is dat redelijk ge lukt - een vermindering van 50 procent. Maar de hoeveelheden lood en stikstofoxyden (ook een gas) geven nog weinig aanleiding voor optimisme. Minister Winsemius maakte vorige week bekend dat hij in 1986 wil overgaan tot de invoering van loodvrije benzine. Hij wil deze brandstof niet verplichtend op leggen maar voorlopig op vrij blijvende basis aanbieden aan de consument, die dan uit verschil lende soorten benzine kan kie zen. De meeste dekundigen zijn het er over eens dat invoering van lood vrije benzine een goede stap is op weg naar een schoner milieu. Lood is een schadelijke stof die, zo heeft een Brits onderzoek uit gewezen, vooral in de binnenste den een gevaar kan opleveren voor zwangere vrouwen en klei ne kinderen: het kan de intelli gentie aantasten en tot leermoei lijkheden leiden. Bovendien: als het lood niet meer aan de benzi ne wordt toegevoegd, kan de au to worden voorzien van een kata lysator, die de giftige gasvormige stoffen in de uitlaatgassen tot zo'n 90 procent neutraliseert. Dat het 'reinigen' van de uitlaat gassen van groot belang kan zijn voor de bestrijding van de zure regen is genoegzaam bekend. Het wegverkeer - met z'n niet on aanzienlijke uitstoot van stiksto foxyden - behoort samen met de industrie, de elektriciteitscentra les en huishoudens tot de grote 'zuurmakers' van de neerslag. Daarom is een aantal landen er veel aan gelegen om de giftige stoffen in dè uitlaatgassen dras tisch terug te dringen. Want de zure regen is in Europa milieuprobleem nummer 1. Hele bossen worden er door aange tast, evenals constructiemateria len en cultuurgewassen. In Ne derland wordt de schade door zure regen geschat op 500 mil joen gulden per jaar, elders is het nog erger. Maar niet alle EG-lid- staten lijken daarvan doordron gen. Sommige landen voelen er niets voor de loodvrije benzine ver sneld in te voeren. Zij beroepen zich op de economische belan gen van de auto- en olie-indus trie, die extra investeringen zou moeten doen om de loodvrije benzine een kans te geven. De raffinage zou moeten worden op gevoerd, het wagenpark 'omge bouwd' Eigen beleid Van de paar landen die de bestrij ding van uitlaatgassen wel se rieus neemt, loopt West-Duits- land onmiskenbaar voorop. Sinds het Zwarte Woud ernstig blijkt te zijn aangetast door de verzuurde neerslag, valt er in de Bondsrepubliek eert opmerke lijk 'milieubesef waar te nemen. De regering-Kohl heeft al aange kondigd dat zij per 1 januari 1986 loodvrije benzine wil Luchtvervuilende uitlaatgassen: situatie wordt met de dag zorgwekkender (foto Loek Zuydei door Wim Wirtz (dat wil zeggen: verplicht voor nieuwe auto's). En zelfs de West- duitse autofabrikanten zijn in be weging gekomen; zij besloten vorig jaar met ingang van 1984 ook auto's te maken die op benzi- ne-zonder-lood kunnen rijden. De Bondsrepubliek voert op dit ge bied een eigen beleid, los van de Europese Gemeenschap, en lijkt daarin aarzelend te worden ge volgd door Nederland. Beide lan den juichen in principe elke EG- maatregel tegen de luchtvervui ling toe, maar hebben daarvan geen al te grote verwachtingen. Wat dat betreft drukte minister Winsemius zich nog zwakjes uit toen hij vorige week opmerkte dat maatregelen in EG-verband maar langzaam - "Te langzaam" - van de grond komen. In de Verenigde Staten en Japan heeft het milieuvijandige effect van de uitlaatgassen tot gevolg gehad dat er krachtige maatrege len zijn genomen. Zo'n 50 pro cent van de Amerikanen en 98 procent van de Japanners rijdt inmiddels op loodvrije benzine, en menige Ford en Datsui* is voorzien van een katalysator. West-Europa, een vergelijkbaar economisch werelddeel, steekt daar schril bij af. Volgens topambtenaar L.C. van Beekhoven van het ministerie van volkshuisvesting, ruimtelij ke ordening en milieu (directie 'Lucht') valt dit voor een deel te verklaren uit een andere mentali teit. "De Amerikanen denken veel meer zwart-wit dan wij: is er een probleem, dan moet dat on middellijk worden aangepakt. In Japan is het net zo. Bovendien heeft Japan een anders ingerich te samenleving dan wij, met een hechtere verstrengeling van overheid en bedrijfsleven". Een andere verklaring zou kunnen zijn dat het protectionisme van de afzonderlijke EG-lidstaten ook op dit gebied de kop op steekt De veelgeprezen Westeu ropese verbondenheid is in elk geval ver te zoeken. Gemeen schappelijke milieumaatregelen komen maar moeilijk op gang, het eigenbelang gaat dikwijls vóór. Wat dat betreft is de invoe ring van loodvrije benzine veel betekenend. Frankrijk en Italiè bijvoorbeeld vertikken het op al le fronten. Alleen West-Duits- land, Nederland, Denemarken, Groot-Brittannië en Griekenland hebben zich binnen de EG sterk gemaakt om een gezamenlijke aanpak van de uitlaatgassen van de grond te krijgen. Economische belangen Maar de economische belangen wegen zwaar. De oliemultinatio nals en de autofabrikanten voe ren aan, dat extra investeringen ten behoeve van een schoner mi lieu doorwerken in de prijzen; en hogere prijzen kunnen leiden tot een kleinere markt en/of kapi taalverlies. Zij staan dan ook niet te trappelen om de loodvrije ben zine meteen al morgen in te voe ren. Woordvoerders van de auto- en oliebranche geven weliswaar toe dat benzine-zonder-lood on vermijdelijk is, maar let wel: het is een internationaal probleem en dat moet internationaal, en vooral niet te snel, worden aan gepakt De autofabrikanten en de olie maatschappijen hebben een ge meenschappelijk belang. De au tofabrikant heeft veel geld gesto ken in de technologie van zijn produkt, dat is aangepast aan de wensen van de consument: zui nig, krachtig en niet duur. Maar de autofabrikant kan niet zonder een goede kwaliteit benzine. De kwaliteit van de benzine wordt uitgedrukt in het zogenoemde octaangetal. Een hoger octaange- tal maakt een grotere compressie mogelijk en dat betekent een zui niger motor of meer vermogen. Lood vormt daarbij een essen tieel bestanddeel. Ter verduide lijking: bij een octaangetal van 98 (superbenzine) is de hoeveel heid lood 6 en zijn de overige brandstofbestanddelen 92. Als het lood niet meer aan de brand stof wordt toegevoegd, gaat het octaangetal, zonder extra raffina ge, omlaag en daarmee de kwali teit van de benzine. Dat bete- Bijlage van het Leidsch/Alphens Dagblad kent: minder zuinig rijden of minder vermogen en, als het voertuig niet speciaal voor het gebruik van loodvrije benzine is 'omgebouwd' (de industrie spreekt van 'retooling'), een 'pin gelende' motor. Loodarm In de tweede helft van de jaren ze ventig bereikten de EG-lidstaten overeenstemming over een bin dende richtlijn voor het loodge- halte in benzine. Een liter benzi ne mocht niet minder dan 0,15 en niet meer dan 0,4 gram lood be vatten. Deze richtlijn geldt nog steeds. Maar op 1 oktober 1985 zal de hoeveelheid lood in Neder land, nog steeds binnen het be stek van de Europese richtlijn, worden verlaagd. Dan mag het loodgehalte niet meer zijn dan 0,15 gram per liter. De benzine is dan 'loodarm'. Volgens woordvoerders uit de olie- en autowereld (Shell en RAI) heeft de invoering van loodarme benzine geen noemenswaardige gevolgen voor de industrie. Uit berekeningen van het ministerie van VROM blijkt echter dat lood arme benzine wel duurder zal uitpakken voor de consument. Van Beekhoven (directie 'Lucht') schat de prijsverhoging bij loodarme benzine op 3 cent per liter. Dat betekent voor alle Nederlandse automobilisten sa men een prijsverhoging van 150 miljoen gulden per jaar. Volgens Van Beekhoven maakt loodarme benzine een intensie ver raffinageproces noodzake lijk. Dat leidt tot extra investe ringen en nieuwbouw voor de oliemaatschappijen, die bijvoor beeld extra grondstof moeten in voeren voor de fabricage. De consument vindt dat allemaal te rug in de benzineprijs. Maar zoals gezegd: het grootste probleem is de loodvrije benzine. In de officiële overlegkanalen speelt de strijd daarover zich voornamelijk af tussen de olie maatschappijen en autofabrikan ten. De oliemaatschappijen zou den moeiteloos loodvrije benzine kunnen maken. Maar de autofa brikanten verzetten zich tegen een verlaging van het octaange tal. Zij zouden hun produkt zo danig moeten aanpassen dat de kwaliteit van de auto gelijk blijft - zuinig en krachtig - en dat kost, zeggen ze, te veel geld. Daarom verlangen ze bij invoering van loodvrije benzine dat de olie maatschappijen hun raffinage aanpassen en dezelfde kwaliteit brandstof leveren als voorheen. Maar daartegen maken de olie maatschappijen weer bezwaar omdat dit volgens hen extra in- gezicht om te zien hoe de olie maatschappijen en autofabrikan ten elkaar de bal toespelen", zegt Lucas Reijnders van de stichting Natuur en Milieu. Hij zit namens de consumenten- en milieu-orga nisaties in de zogenoemde Erga- werkgroep, die voor de Europese Commissie, het dagelijks be stuur van de EG, gegevens aan draagt over het loodgehalte in benzine. De werkgroep ('Evolu tion of Reglementation Global Approach') is bezig te bekijken hoe een zo laag mogelijk loodge halte kan worden bereikt. Daar toe worden zowel de auto-indus trie als de oliemaatschappijen en overige belangenorganisaties ge hoord. Verwacht wordt dat de werkgroep in maart of april haar bevindingen zal presenteren, maar de voorstanders van lood vrije benzine maken zich daar over weinig illusies. Zolang landen als Frankrijk (Re nault, Citroën, Peugeot, Talbot) en Italië (Fiat, Alfa Romeo, Lan cia) dwarsliggen, mist de EG de vereiste eenstemmigheid om loodvrije benzine op Westeuro pese schaal te kunnen invoeren. Zelfs een Europees Parlement is niet bij machte dit op korte ter mijn te veranderen. In dit parle ment werd vorige week met alge mene stemmen een resolutie aangenomen, waarin onder meer werd aangedrongen op invoering van loodvrije benzine en het aan brengen van katalysatoren op auto's. Maar de bevoegdheden van het Europese Parlement zijn beperkt en uiteindelijk is het nog steeds de EG-ministerraad die de dienst uitmaakt. Scheve ogen Volgens ambtenaren van het mi nisterie van VROM is de ruimte voor de Nederlandse regering om los van de EG te opereren, bijzonder klein. Loodvrije benzi ne op vrijwillige basis invoeren kan nog wel (Winsemius wil deze brandstof aantrekkelijker maken via een lagere accijns, dus lagere prijs). Maar bij een verplicht ge bruik zou ons land in botsing ko men met de voorschriften van de EG. Bovendien heeft Nederland weinig auto-industrie, dus rela tief veel buitenlandse auto's op de weg die straks niet allemaal geschikt zullen zijn voor het ge bruik van loodvrije benzine. Daar komt bij, zeggen de ambte naren, dat een verplicht gebruik van de duurdere loodvrije benzi ne tot allerlei fricties kan leiden ten opzichte van landen waar de benzine-zonder-lood niet is inge voerd: prijsverschillen, handels belemmeringen, kortom scheve ogen. Lucas Reijnders (Natuur en Mi lieu) is het daar niet mee eens. "In de EG-voorschriften zit een ontsnappingsclausule waarbij een lidstaat kan zeggen: wij wij ken ervan af. Als het zover zou komen is er een goede kans dat je een proces hierover bij het Eu ropese Hof wint". Volgens Reijn ders is een verplicht gebruik van loodvrije benzine voor nieuwe auto's heel goed mogelijk als ons land zou aanhaken bij de Bonds republiek. Hij wijst op een voor stel dat de Europese consumen ten- en milieu-organisaties heb ben gedaan: voer naast de lood houdende ook verplicht lood vrije benzine in en maak deze brandstof goedkoper via een la gere accijns. Voor het argument dat de Neder landse automobilist in dat geval geen Franse of Italiaanse - on aangepaste - auto meer zou kun nen kopen, is hij niet erg gevoe lig. "De Fransen en Italianen moeten dan maar extra technolo gie kopen om hun auto's voor loodvrije benzine aan te passen. Dat is ook in hiin belang. Anders prijzen ze zichzelf uit de markt in landen waar straks op loodvrije benzine wordt gereden". Volgens Reijnders hoeft de raffina ge van een kwalitatief goede loodvrije benzine niet te leiden tot onevenredig hoge kosten voor de oliemaatschappijen, en dus voor de consument. "Er staat nu toch al een deel van de raffi- nagecapaciteit onbenut als ge volg van een tegenvallende vraag. Zestig tot zeventig pro cent van de aardolie-industrie draait, de rest ni^t of nauwelijks. Je kunt dat deel dus gebruiken voor extra raffinage. Het is bo vendien zo dat je het octaangetal bij loodvrije benzine zonder al te veel kosten kunt verhogen door toevoeging van bepaalde meng- stoffen, zoals tertiaire butylalco- hol en methanol. Daardoor heb je nauwelijks kwaliteitsverlies en het vraagt geen grote investe ringen". De stichting Natuur en Milieu be pleit, met andere woorden, een versnelde invoering van lood vrije benzine. Maar minister Win semius volgt een andere koers en voegt zich daarbij in de traditie van achtereenvolgende bewinds lieden die zich met het vraagstuk van de luchtvervuilende uitlaat gassen hebben beziggehouden hij doet het stap voor stap. Zo wil hij binnenkort eerst een proef beginnen met loodarme benzine (is de automobilist bereid daar voor de hogere prijs te betalen?). Verder overweegt hij een jaar lijkse, vrijwillige autokeuring in te voeren, onder het mom dat een goed afgestelde, zuinige mo tor ook een schone motor is. Ook wil de minister dat de maxi mum-snelheid goed in het oog wordt gehouden, omdat hoge snelheden wel degelijk van in vloed kunnen zijn op het milieu (ter illustratie: bij een snelheid van 120 kilometer scheidt de au to 60 procent meer stikstofoxy den af dan bij 90 kilometer). Maar niet al zijn ambtgenoten lij ken daarvan overtuigd, zodat het' nog maar de vraag is of het kabi- net-Lubbers straks met een sa menhangend beleid de uitlaat gassen te lijf zal gaan. Want was het niet minister Smit-Kroes (verkeer en waterstaat) die vorig jaar nog de maximum snelheid wilde verhogen tot 120 kilometer per uur?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 15