Ter Balkt en het lot der dingen De tandeloze tijd 3- Pelsjager te mooi voor jeugd alleen SF: kwaliteit en onzin Weer een aantal thrillers van eigen bodem -C De auteur op zoek naar het verleden Aanbevolen bedlectuur voor jeugd v.a. 10 jaar Varia WOENSDAG 25 JANUARI 1984 ,NSI: Wanneer de wijnkenner zijn min der erudiete disgenoten mee deelt dat de door hen zojuist geledigde fles een 'ziel' bezit, bedoelt hij daar meestal niets verhevens mee. Hij heeft het dan gewoon over een kleine holte in de bodem die ons al tijd weer het gevoel geeft dat wij zijn bezwendeld. Aan fles sen - en meer in het algemeen - aan dingen wordt door de mens geen gevoel toegekend. Laat staan een ziel. Ze zijn er om ons te dienen en daarmee basta. Zonen die de kist van hun vader moeten dragen, klagen na de korte tocht naar het graf al over pijn in de rug, maar over de oude rieten stoel, die hun verwekker bijna een eeuw lang heeft getorst, wordt met geen woord gerept. Die gaat zijn ei genaar achterna. De Moor heeft zijn plicht gedaan, de Moor kan gaan. Met andere woorden: de dingen hebben bij ons geen leven. Iemand die zijn 'verontwaardi ging' heeft geuit over deze 'on menselijke' behandeling van de dingen is de dichter H.H. Ter Balkt, voorheen Habakuk II de Balker. Eén van de mooi ste bundels waarin deze pro blematiek aan de orde komt, is zijn in 1977 verschenen 'Oud gereedschap mensheid moe'. In die bundel neemt hij het op voor het landbouwgereed schap, dat door de vooruitgang in onbruik is geraakt. Eg, hooi- keerder, slijpsteen en hamer: Ter Balkt geeft ze een waardi ge plaats. Het zou me niets ver bazen als alle zeisen in dit land nog eens een erehaag voor hem zouden oprichten. In Ter Balkts laatste bundel, 'He mellichten', die onlangs is ver- Erehaag schenen bij uitgeverij De Har- Balkt. monie, wordt er voor het lot der dingen, dat zozeer met het onze is verweven, weer een grote plaats ingeruimd. Over vlaggen schrijft hij: "Soms schijnen zij mij vleermuis- /vleugels, omgekeerd hangend/ in een sombere winterse half slaap". Maar niet alleen de din gen, de voorwerpen, mogen- zich in zijn belangstelling ver heugen. Een meerkoet wordt door Ter Balkt als volgt geïn troduceerd: "Einstein betreedt de slotgracht/in een leistenen cape haastig/ van de kapstok gegrist van riet". Een fragment als het laatste getuigt niet al leen van Ter Balkts observatie vermogen, maar er spreekt ook een humor uit, die je in de he dendaagse poëzie niet gauw zal aantreffen. Een van de mooiste gedichten uit Hemellichten vond ik 'Kin deren'. Ik geef u de laatste re gels ervan: "Eens, in de herfst mochten alle kinderen kijken toen de tv echt werd op de rode spoordijk De dag dat de spoordijk twee treinen afwierp: echt vuur, echt bloed, echt einde Kinderen willen verwildering Kinderen zien de vrouw zonder armen Kinderen staan krijtwit in de zwaailichten Opgewonden, onder de vleugel van het Rode Kruis Tot het nacht wordt zien zij de helikopters en lopen de dragers met de bran- kards in de weg Ze kunnen niet slapen van de druppelende kraan" CEES VAN HOORE Toen het eerste verhaal van Pa- trizio Canaponi jaren geleden werd gepubliceerd in de Revi sor sprak men van een opzien barend debuut. Niemand min der dan Cees Nooteboom zei eens in een interview dat Cana poni een echte rasschrijver is. Kortom: over gebrek aan be langstelling heeft Van der Heij den, want dat is zijn echte naam, nooit te klagen gehad. Na zijn eerste boeken, de verha lenbundel "Een gondel in de Herengracht" en de roman "De draaideur", zweeg de schrijver. Was het hem misschien ver gaan als die anderen, ook ta lentvolle, jeugdige schrijvers die na één goed boek met trompetgeschal in het walhalla der letteren waren opgeno men, maar direct na aankomst ook gelijk de weg kwijtraak ten? Dat zou jammer zijn. Canaponi had tenslotte al bewezen inder daad een rasschrijver te zijn. Niet zo'n scribent die regenval na regenval van ellende uit z'n calvinistische huilbuien op on ze arme hoofden laat neerko men. Gewoon een goed schrij ver, een kundig stilist. Canaponi bleef zwijgen, maar niet omdat hij niets meer te zeggen had, zoals we nu weten. Hij werkte onder zijn eigen naam aan een trilogie: A wor king class hero. Die titel is ver anderd in: De tandeloze tijd. Twee boeken zijn er versche nen. In de handel liggen de proloog "De slag om de Blauw brug" en het eerste deel "Val lende ouders". Zo'n zeshon derd pagina's bij elkaar. Het schrijven van een trilogie dwingt eigenlijk per definitie respect af - schep na schep legt de schrijver zijn wortels bloot. Wie het doet zoals Van der Heijden dwingt bewondering af. Je jakkert door deze boe- ken, boeken waarin het thema stilstand zo belangrijk is. De proloog is eigenlijk een epi loog. Na zijn jeugd in het zuiden, studiejaren in Nijme gen en Amsterdam komen we hoofdpersoon Albert Egberts in "De slag om de Blauwbrug" tegen als een aan de drugs ver slaafde dief, die gewapepd met een schaar auto's openbreekt. Trouwdag Veel gebeurtenissen in deze pro loog spelen zich af op de trouwdag van Beatrix: geen woning, geen kroning. De dag ook waarop Albert jarig is. Ie dereen weet hoe de feestelijk heden uit de hand liepen. Dat is nog niet eerder zo realistisch beschreven in de Nederlandse literatuur. En dan te bedenken dat Van der Heijden geen ge tuige is geweest van de gevech ten. Hij vertoefde elders, zoals hij in een interview meedeelde. Maar de beschrijving van de dag is natuurlijk niet het belang rijkst, het is een middel. Van der Heijden laat ons in deze proloog veelal via flash-backs kennismaken met de belang rijkste personages uit zijn trilo gie. Met Albert Egberts vooral, de jongen, man eigenlijk, die stuurloos rondzwalkt, als een schip dat is verlaten door de bemanning. Op pagina 109 staat hij met een steen in de hand. Zal hij gooien, een daad verrichten? "De steen zat opgesloten in mijn hand, achter het traliewerk van mijn vingers. Hij wilde eruit weg, ik voelde hem zwellen, maar hij barstte net niet uit mijn vuist... Het enige dat nog levend aan me leek: die steen. Ik was zelf versteend. Nog even en ik zou omvallen als een standbeeld..." Soms maakt de proloog een cha otische indruk. Teveel flash backs, teveel herinneringen die te summier worden be schreven, denk je af en toe. Schijn. Na lezing van deel 1 van de trilogie besef je pas hoe hecht doortimmerd "De slag om de Blauwbrug" is: de lezer, die aan een flipperkast staat, ziet hoe het balletje in het gat valt. In dat eerste deel, "Vallende ou ders", woont Albert in Nijme- 1? A r IK i DER MEijDu ui SLAG OM DE BLAUWBRUG PROlC)OG GUERIDO gen. Samen met Thjum, een vriend, woont hij in een villa, eigendom van Thjums vader. Van de filosofie-studie komt niet veel terecht: Albert drinkt. Hij die lang geheelonthouder is geweest uit verzet tegen de drankzucht van zijn verwek ker. Stilstand Stilstand obsedeert hem. Albert heeft zelfs een methode be dacht om in de breedte te le ven, zoals hij dat noemt. De tijd letterlijk stilzetten kan ook Albert niet, hoe graag hij dat zou willen. Maar hij heeft een alternatief: leven in de breedte. Aan zijn vriend verraadt hij in een café zijn geheim. Een mi nuut is goud waard als je hem tijdens het verstrijken maar voldoende "in de breedte" weet te rekken. "Tegelijkertijd verwerk je een erotische fanta sie van ongekende scherpte over dat meisje daar.... zie je? ze rookt een sigaartje. Nou ja, slecht voorbeeld: met de jon gen dan, die verderop De Gel derlander staat te lezen. Je ziet, zonder dat het tijd kost, glas helder de haarinplant van het strookje dons dat omhoog naar zijn navel voert.... En, nog maals synchroon - als het ware achter deze fantasie - diep je een zomaar opkomende herin nering tot op het bot uit: aan een tante, bij voorbeeld, die jou ooit een rode kaatsebal toe wierp, maar het bleek een overrijpe tomaat.... enzovoort" Het antwoord van de vriend: het stinkt hier. "Waarnaar? Juist naar stilstand. Jij schijnt te denken, Albert, dat een lijk de geest kan dragen". Op een.bepaald moment wil Al- bert in beweging komen, hij heeft een punt bereikt waarop hij zich moet voelen als een vlieg, gevangen in een bord stroop. Hij wil naar Amster dam. Maar de tocht voert naar het zuiden van Nederland, het zuiden van zijn jeugd. Uiteindelijk komt hij terecht in het dorp van zijn ouders, het dorp waarin hij zijn jeugd ver sleet. Het onderzoeken van de verloren tijd kan beginnen. We maken kennis met de vader, diens broer, de moeder, de grootouders: een hele stoet trekt aan ons voorbij. De schrijver heeft weieens ge zegd dat de invloed van het medium film op de literatuur volgens hem groot is. Wie deze twee boeken heeft gelezen zal moeten toegeven dat dat in elk geval voor Van der Heijden op gaat. In beide boeken bijvoor beeld veel flash-backs. En dat is geen procédé dat stoort, integendeel: heden, verleden, herinneringen zijn naadloos verweven. Er ontstaat een bont wandtapijt waarin geen weef fouten zitten. Deze boeken zijn niet alleen be kentenisliteratuur, in zekere zin zijn het ook tijdverslagen. Wie werd geboren in het begin van de jaren vijftig, jong was in de jaren zestig en ouder werd in de jaren zeventig zal de pro loog en het eerste deel van de ze indrukwekkende trilogie met zeer veel plezier lezen. Die andere delen moeten snel ver schijnen. WIM BRANDS De slag om de Blauwbrug, prijs: 22,50 gulden; Vallende ouders, prijs: 39,- gulden, uitgeverij: Que- De Oostenrijkse Kathe Recheis heeft als schrijfster een uitste kende reputatie, die zij nog eens bevestigt met haar nieu we boek Pelsjager aan het be- vermeer. Een avontuurlijk ver haal dat zich afspeelt in de uit gestrekte wouden van Canada in een tijd dat pelsjagers en in dianen dit ruige, natuurrijke gebied bevolkten. Onder hen bevinden zich de jager Bill Mit chell en zijn zoon Kit. De jon gen leidt in hun afgelegen blokhut bij het bevermeer een eenzaam bestaan. Het alleen zijn versterkt zijn band met de natuur en vooral de dieren in zijn omgeving. Kathe Recheis. (pr-foto) Dan vestigt zich samen met zijn familie de jonge indiaan Top-, ean in de buurt van het bever- meer, op verzoek van Kits va der. Kit is jaloers op de indiaan die een volleerd jager is, hoe wel beide jongens in leeftijd nauwelijks verschillen. Het steekt hem dat vader Mitchell Topean als volwaardige part ner beschouwt, terwijl hij zijn zoon als een groentje behan delt. Dat verbetert na een wan hopige dwaaltocht van Kit in de bossen. Dankzij de gevulde voorraad schuur ziet het kleine groepje mensen bij het bevermeer de altijd barre winter met vertrou wen tegemoet. Een illusie die ruw wordt verstoord door de onverwachte komst van de pelsjager Mike Cameron en diens aantrekkelijke dochter. Hun bezoek loopt voor de Mit chells op een drama uit. De boeken van Kathe Recheis hebben vele prijzen gekregen, ook Pelsjager aan het bever meer. Dat is terecht: het ver haal is een harmonieuze men geling van avontuur, menselij ke emoties en fraaie natuurbe schrijvingen. Het harde be staan van de pelsjager weet Kathe Recheis meeslepend weer te geven. Vooral de twee slachtige houding van de jager •- ten opzichte van de dieren waarop hij jacht maakt. De ja ger houdt van dieren, maar zal niet aarzelen een dier te doden als dat nodig is om zelf in leven te kunnen blijven. Want hoe mooi de natuur ook is, ze kent geen genade. Dat ondervindt Kit die op een gegeven mo ment hopeloos verdwaalt. En dat ervaart ook de trapper Ca meron die door zijn handicap niet meer voldoende kan jagen om in zijn levensonderhoud te voorzien. De vertaling uit het Duits van Corry van der Hulst is goed, af gezien van enkele typische ger manismen. Het boek is van il lustraties voorzien door Hans Kresse. Het is ergens te betreu ren dat de verhalen van Kathe Recheis als jeugdboek worden' gepresenteerd: Pelsjager aan het bevermeer wordt aanbevo len voor de jeugd vanaf 10 jaar. Een veel te beperkt lezerspu bliek: dit verhaal is te mooi om alleen voor de jeugd te reserve ren. Is dat niet een kenmerk van goede jeugdliteratuur? MARGOT KLOMPMAKER Pelsjager aan het bevermeer, Kathe Recheis, uitg. Westfriesland, f 19,50. Hoewel het met de boekenbran che momenteel erg goed gaat en het ene literaire prachtboek het andere opvolgt, lijk het science fiction-genre weer eens in de versukkeling. Be trekkelijk weinig nieuwe titels het afgelopen jaar, nauwelijks origineel Nederlandstalig werk, een rommelig uitgavebe- leid en zwakke propaganda. We zijn weer in galop op weg naar af, met de SF. Meulenhoff - hier toch al jaren de beste en meest actieve uitgeve rij - beperkt haar SF-uitgaven tot het uiterste, lijkt me. Veel herdrukken, en èls er iets nieuws komt, is de kwaliteit niet per definitie onberispelijk. Zo heb ik sinds het debacle met Adje Vissers Sobriëtas zelden zo'n zwak SF-werkje gelezen als het recente Een sfeer van duisternis van R.W. Mackelworth. Een volstrekt chaotisch verhaaltje over een toekomst met een besmeurde aarde, twee elkander al dan niet in de haren vliegende machtsblokken (Polcon en Milcon, politici en militairen, voor wie dat niet meteen door heeft) en een reis naar andere, bewoonbare planeten per "Biosfeer", een uit de kluiten gewassen, holle asteroïde. Tussen de onbenullige intriges en boze machtshebbers ("Zijn samengeknepen ogen leken op borsthoogte in die van Bolder te willen kijken. Zijn blik had iets gluiperigs.") en lichtsnel- heden en ander getoeter door, veel slappe ethiek. Onecht, on af en vooral onzin. Er moet in het buitenland toch voor jaren top-SF te vinden zijn, onver taald? Dat blijkt wel uit Hoeksteen van de Foundation, het recente vervolg op Isaac Asimov's be faamde Foundation-trilogie: Bruna was er als de kippen bij om de vertaling ervan uit te brengen. Asimov ontwierp zijn Foundation-visie 30 jaar gele den, zelf heb ik de schitterde SF-trilogie zo'n tien jaar gele den gelezen - en ik kon de draad haast moeiteloos weer oppakken. Kwaliteit beklijft. Héél beknopt handelt de Foun- datiónliteratuur om de toe- komstlijnen en -voorspellin gen, in het verre verleden op gesteld door Hari Seldon, "de gene die de psychohistorie tot volmaaktheid bracht - de we tenschap die het menselijk ge drag wist vast te leggen in ma thematische vergelijkingen. Het menselijke individu is on voorspelbaar, maar de reacties van menselijke menigten, zo ontdekte Seldon, kunnen statis tisch worden benaderd.. Hoe groter de menigte, des te groter ook de nauwkeurigheid die daarbij bereikt kon worden. En de omvang van de menselij ke massa's waarmee Seldon werkte was maar liefst die van de gezamenlijke bevolking van al de miljoenen bewoonde we relden in de Melkweg." Enfin, de achtergronden worden ook de niet-Foundation-ken- ner in Hoeksteen van de Foun dation snel en helder bijge bracht. Kern van dit deel is juist de onvoorspelbaarheid van het individu (de onbere kenbare factor dus in Hari Sel- don's psychohistorische toe komst) en zo ligt het lot van de hele Melkweg-wijde mensheid in handen van Golan Trevize, voormalig Raadsheer van de Eerste Foundation. Op de hie len gezeten door zowel de Eer ste als de Tweede Foundation komt het in de buurt van de "totaal-planeet" Gaia tot een verrassende ontknoping. Uitmuntende SF-literatuur, ver teld in sterke dialogen en - heel knap - ondanks (en dankzij!) de drie voorafgaande delen uitste kend als zelfstandige roman te lezen. Bij voorbaat een klassie ker die geen SF-liefhebber mag missen! En mijn compli menten voor de fraaie verta ling. Minder briljant, maar toch ook fascinerend is het vierde deel van Ansen Dibell's Het Be wind van Een: Stormvloed- grens, spannende fantasie over Heer Pedross, zoon van de machtige, naar de ruimte ver trokken Shai, en Sue, dochter van Jannus, die als Laatste Ko ning in eerdere delen de hoofd rol speelde. Goede, spannende SF, maar - zoals ook uit boven staande sumiere regels gecon cludeerd mag worden - moei lijk te lezen zonder kennis van de voorgaande delen. Heel jammer, want Dibell is één van mijn favoriete SF-auteurs en het mpet een kleine moeite zijn - net als bij Asimov - via een flinke proloog de onweten de lezer(es) geheel op de hoog te te brengen van het vooraf-, gaande. Dus, alle vier delen ko pen. De moeite èn het geld wel wöard. ROB VOOREN R.W. Mackelworth, Een sfeer van duisternis. Uitg. Meulenhoff (SF 190), Amsterdam 1983, f 14,50. Ver taling: Dolf Pereboom. Isaac Asimov, Hoeksteen van de Foundation. Uitg. A.W. Bruna Zoon, Utrecht 1983, f24,90. Verta ling: Peter Cuijpers. Ansen Dibell, Stormvloedgrens, dl. 4 van Het Bewind van Een. Uitg. Meulenhoff (SF 192), Amsterdam 1983, f 16,50. Vertaling: Walter B. 'Relsky. Weer een aantal Neder landse thrillers. Om te beginnen die van John Vermeulen. Ik kreeg er meteen twee op mijn bureau. Zijn ver halen mogen niet erg realis tisch zijn - om een grote mate van onwaarschijnlijkheid vriendelijk te betitelen - ik vindt ze wel goed leesbaar. Alles draait in deze verhalen om Ansen Wagner, een soort su perman die met een roodhari ge supervrouw van de Europe se Geheime Dienst aan zijn zij de als een beer te keer gaat. De ene keer rolt hij een organisa tie op die kleine jongetjes als middel tot misdaad gebruikt en dan weer poogt hij achter de smerige praktijken te komen die worden gepleegd achter de muren van een 'onneembaar' bejaardeninstituut. Hard en wreed, met veel seks, maar vlot geschreven en vol - spanning. 'Moordkindercn' en 'Scarabee' door John Vermeulen, Bruna in Utrecht, resp. 19,90 en 7,50. der, die onder het pseudoniem Vanyan avonturenromans schrijft, heeft van de hoofdfi guur van zijn 'Wit wint' geen aangename jongen gemaakt. Integendeel, Olivier Sternman weet alles van zeezeilen, is meer dan goed geinformeerd over het gebruik van elektroni ca, maar begrijpt niets van menselijke relaties. Geen won der, zijn vader is met schip en al in de Poolzee verdwenen voor Olivier werd geboren en zijn moeder vindt alleen troost in sherry. En aan geld geen ge brek. Olivier leeft van kick tot kick en gaat ten slotte in op een ver zoek van zijn moeder om een laat spoor van zijn vader te vol gen. In zijn eentje gaat hij met een prachtig geoutilleerd jacht op stap naar de Noordpool, via de ruimte nauwgezet gevolgd door Russen en Amerikanen. Hij vindt het spoor van zijn va- CIA. ook de KGB en de Bijster veel levert het niet op. Al leen een sappig avonturen verhaal. dat hier en daar ech ter dreigt te verstikken in een te veel aan technische details. Janwillem van de Wetering is weer aan het snuffelen geweest in de rijke voorraad Oosterse griezel- en misdaadverhalen. Dertien Japanse en één Chi nees verhaal heeft hij uitgeko zen. 'Alledaags griezelig', zegt Janwillem, die ook een verhaal van Robert van Gulik heeft ge selecteerd en deze bundel be sluit met twee van zijn eigen verhalen, die zich ook in het oosten afspelen. 'Brief uit het dodenrijk', Oosterse Diezelfde Janwillem van de We tering schreef eens 'De ver dachte Verheugt' als boeken weekgeschenk. Een weinig geïnspireerd werkje. Een aan tal excentrieke Amsterdam mers op een hoop geveegd. En het duo Grijpstra De Gier danst er zijn bekende, bijna ri tuele dans om heen. Veel ge wild vrolijk geklets, weinig wol. Men kan het als 'Moord zonder lijk' nog eens lezen, maar ge lukkig revancheert de schrij ver zich meteen daarna in het tweede deel van zijn boek 'Lijk zonder moord'. Het duo G.& D. praat daarin minder en doet meer. Wat De Gier betreft: ook in de liefde. 'Moord zonder lijk, lijk zonder moord' door Janwillem van de We tering, Bruna en Zoon, 19,90. Vliegtuigkaping en televisiejour- nalistiek, een echt eigentijdse combinatie. Het staat óns zo na. Bert van der Veer heeft er handig op ingespeeld met een vlot geschreven verhaal. Zes fotomodellen zijn mede slachtoffers bij een kaping. Een tv-journalist ziet jaren la ter de foto nog eens en vraagt zich af wat er van de meisjes is geworden. Hoe hebben zij de emoties van toen verwerkt? Wellicht stof voor een reporta' f?e. Martin Mellema duikt erin. Op eigen risico. Niet alleen finan cieel blijkt al spoedig want de gebeurtenissen waren niet zo simpel als zij leken. Van der Veert houdt een hoog tempo aan en zijn ontknoping komt toch nog als een verrassing. Voor liefhebbers smakelijk leesvoer. 'Zwart film' door Bert van der Veer, Bruna en Zoon 19,90). KOOS POST ADVERTENTIE BOEKHANDEL DE KLER LEIDEN-LEIDERDORP OEGSTGEEST-KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op deze pagina besproken boeken zijn bij ons dlrekt lever baar, óf via onze TERMINAL te bestellen en dan binnen drie da gen verkrijgbaar. 'De jongen met de gele ogen' 'De jongen met de gele ogen' van de Nieuw-Zeelandse s.chrijf- ster Margaret Mahy is in ver schillende landen met prijzen bekroond. Een on-alledaags boek dat bij kinderen die graag buitenissige verhalen lezen ze ker zal aanslaan. De jongen met de gele ogen is een menge ling van tovenarij en werkelijk heid, met een beklemmende spanning en een zeer verras sende ontknoping. Hoofdpersoon is Johan, een jon gen van ongeveer 10 jaar. Hij wordt achtervolgd met allerlei fantasiebeelden. Als jong kind had hij daar al last van, maar ouder geworden wordt het steeds erger. Een geheimzinni ge stem vertelt hem dat hij ma gische krachten bezit. Johan ontdekt dat stem en beelden iets te maken hebben met een geheim in zijn familie: een ou doom is jaren geleden op raad selachtige wfize verdwenen. Deze oud-oom is naar Johan op zoek 'om hem te halen'. Dat maakt Johan doodsbang. De gebeurtenissen krijgen een on verwacht verloop wanneer de man plotseling bij Johan voor de deur staat. Fantasie en werkelijkheid vloeien moeiteloos in elkaar over. Heel geraffineerd creëert de schrijfster een geheimzinni ge sfeer en voert de spanning- op naar de komst van oud-oom Berend. De verrassende wen ding die het verhaal dan neemt houdt de lezer tot het eind toe geboeid. 'De jongen met de ge le ogen' is een prima boek om te griezelen 's avonds vlak voor het slapen gaan. Aanbevolen bedlectuur voor kinderen van af 10 jaar. Het verhaal is uitstekend geïllu streerd door Alex de Wolf en op de vertaling van Ank van Wijngaarden valt niets aan te merken. Dc jongen met de gele ogen, Marga ret Mahy, uitg. Ploegsma, f 17,90. MARGOT KLOMPMAKER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 18