Ter Balkt en het lot der dingen
De tandeloze tijd
3-
Pelsjager te mooi
voor jeugd alleen
SF: kwaliteit en onzin
Weer een aantal thrillers van eigen bodem
-C
De auteur op zoek naar het verleden
Aanbevolen bedlectuur
voor jeugd v.a. 10 jaar
Varia
WOENSDAG 25 JANUARI 1984 ,NSI:
Wanneer de wijnkenner zijn min
der erudiete disgenoten mee
deelt dat de door hen zojuist
geledigde fles een 'ziel' bezit,
bedoelt hij daar meestal niets
verhevens mee. Hij heeft het
dan gewoon over een kleine
holte in de bodem die ons al
tijd weer het gevoel geeft dat
wij zijn bezwendeld. Aan fles
sen - en meer in het algemeen -
aan dingen wordt door de
mens geen gevoel toegekend.
Laat staan een ziel. Ze zijn er
om ons te dienen en daarmee
basta.
Zonen die de kist van hun vader
moeten dragen, klagen na de
korte tocht naar het graf al
over pijn in de rug, maar over
de oude rieten stoel, die hun
verwekker bijna een eeuw lang
heeft getorst, wordt met geen
woord gerept. Die gaat zijn ei
genaar achterna. De Moor
heeft zijn plicht gedaan, de
Moor kan gaan. Met andere
woorden: de dingen hebben bij
ons geen leven.
Iemand die zijn 'verontwaardi
ging' heeft geuit over deze 'on
menselijke' behandeling van
de dingen is de dichter H.H.
Ter Balkt, voorheen Habakuk
II de Balker. Eén van de mooi
ste bundels waarin deze pro
blematiek aan de orde komt, is
zijn in 1977 verschenen 'Oud
gereedschap mensheid moe'.
In die bundel neemt hij het op
voor het landbouwgereed
schap, dat door de vooruitgang
in onbruik is geraakt. Eg, hooi-
keerder, slijpsteen en hamer:
Ter Balkt geeft ze een waardi
ge plaats. Het zou me niets ver
bazen als alle zeisen in dit land
nog eens een erehaag voor hem
zouden oprichten.
In Ter Balkts laatste bundel, 'He
mellichten', die onlangs is ver- Erehaag
schenen bij uitgeverij De Har- Balkt.
monie, wordt er voor het lot
der dingen, dat zozeer met het
onze is verweven, weer een
grote plaats ingeruimd. Over
vlaggen schrijft hij: "Soms
schijnen zij mij vleermuis-
/vleugels, omgekeerd hangend/
in een sombere winterse half
slaap". Maar niet alleen de din
gen, de voorwerpen, mogen-
zich in zijn belangstelling ver
heugen. Een meerkoet wordt
door Ter Balkt als volgt geïn
troduceerd: "Einstein betreedt
de slotgracht/in een leistenen
cape haastig/ van de kapstok
gegrist van riet". Een fragment
als het laatste getuigt niet al
leen van Ter Balkts observatie
vermogen, maar er spreekt ook
een humor uit, die je in de he
dendaagse poëzie niet gauw zal
aantreffen.
Een van de mooiste gedichten
uit Hemellichten vond ik 'Kin
deren'. Ik geef u de laatste re
gels ervan:
"Eens, in de herfst mochten alle
kinderen kijken
toen de tv echt werd op de rode
spoordijk
De dag dat de spoordijk twee
treinen afwierp:
echt vuur, echt bloed, echt einde
Kinderen willen verwildering
Kinderen zien de vrouw zonder
armen
Kinderen staan krijtwit in de
zwaailichten
Opgewonden, onder de vleugel
van het Rode Kruis
Tot het nacht wordt zien zij de
helikopters
en lopen de dragers met de bran-
kards in de weg
Ze kunnen niet slapen van de
druppelende kraan"
CEES VAN HOORE
Toen het eerste verhaal van Pa-
trizio Canaponi jaren geleden
werd gepubliceerd in de Revi
sor sprak men van een opzien
barend debuut. Niemand min
der dan Cees Nooteboom zei
eens in een interview dat Cana
poni een echte rasschrijver is.
Kortom: over gebrek aan be
langstelling heeft Van der Heij
den, want dat is zijn echte
naam, nooit te klagen gehad.
Na zijn eerste boeken, de verha
lenbundel "Een gondel in de
Herengracht" en de roman "De
draaideur", zweeg de schrijver.
Was het hem misschien ver
gaan als die anderen, ook ta
lentvolle, jeugdige schrijvers
die na één goed boek met
trompetgeschal in het walhalla
der letteren waren opgeno
men, maar direct na aankomst
ook gelijk de weg kwijtraak
ten?
Dat zou jammer zijn. Canaponi
had tenslotte al bewezen inder
daad een rasschrijver te zijn.
Niet zo'n scribent die regenval
na regenval van ellende uit z'n
calvinistische huilbuien op on
ze arme hoofden laat neerko
men. Gewoon een goed schrij
ver, een kundig stilist.
Canaponi bleef zwijgen, maar
niet omdat hij niets meer te
zeggen had, zoals we nu weten.
Hij werkte onder zijn eigen
naam aan een trilogie: A wor
king class hero. Die titel is ver
anderd in: De tandeloze tijd.
Twee boeken zijn er versche
nen. In de handel liggen de
proloog "De slag om de Blauw
brug" en het eerste deel "Val
lende ouders". Zo'n zeshon
derd pagina's bij elkaar.
Het schrijven van een trilogie
dwingt eigenlijk per definitie
respect af - schep na schep legt
de schrijver zijn wortels bloot.
Wie het doet zoals Van der
Heijden dwingt bewondering
af. Je jakkert door deze boe-
ken, boeken waarin het thema
stilstand zo belangrijk is.
De proloog is eigenlijk een epi
loog. Na zijn jeugd in het
zuiden, studiejaren in Nijme
gen en Amsterdam komen we
hoofdpersoon Albert Egberts
in "De slag om de Blauwbrug"
tegen als een aan de drugs ver
slaafde dief, die gewapepd met
een schaar auto's openbreekt.
Trouwdag
Veel gebeurtenissen in deze pro
loog spelen zich af op de
trouwdag van Beatrix: geen
woning, geen kroning. De dag
ook waarop Albert jarig is. Ie
dereen weet hoe de feestelijk
heden uit de hand liepen. Dat
is nog niet eerder zo realistisch
beschreven in de Nederlandse
literatuur. En dan te bedenken
dat Van der Heijden geen ge
tuige is geweest van de gevech
ten. Hij vertoefde elders, zoals
hij in een interview meedeelde.
Maar de beschrijving van de dag
is natuurlijk niet het belang
rijkst, het is een middel. Van
der Heijden laat ons in deze
proloog veelal via flash-backs
kennismaken met de belang
rijkste personages uit zijn trilo
gie.
Met Albert Egberts vooral, de
jongen, man eigenlijk, die
stuurloos rondzwalkt, als een
schip dat is verlaten door de
bemanning. Op pagina 109
staat hij met een steen in de
hand. Zal hij gooien, een daad
verrichten?
"De steen zat opgesloten in mijn
hand, achter het traliewerk van
mijn vingers. Hij wilde eruit
weg, ik voelde hem zwellen,
maar hij barstte net niet uit
mijn vuist... Het enige dat nog
levend aan me leek: die steen.
Ik was zelf versteend. Nog
even en ik zou omvallen als
een standbeeld..."
Soms maakt de proloog een cha
otische indruk. Teveel flash
backs, teveel herinneringen
die te summier worden be
schreven, denk je af en toe.
Schijn. Na lezing van deel 1
van de trilogie besef je pas hoe
hecht doortimmerd "De slag
om de Blauwbrug" is: de lezer,
die aan een flipperkast staat,
ziet hoe het balletje in het gat
valt.
In dat eerste deel, "Vallende ou
ders", woont Albert in Nijme-
1? A r IK
i DER MEijDu
ui SLAG OM
DE BLAUWBRUG
PROlC)OG
GUERIDO
gen. Samen met Thjum, een
vriend, woont hij in een villa,
eigendom van Thjums vader.
Van de filosofie-studie komt
niet veel terecht: Albert drinkt.
Hij die lang geheelonthouder
is geweest uit verzet tegen de
drankzucht van zijn verwek
ker.
Stilstand
Stilstand obsedeert hem. Albert
heeft zelfs een methode be
dacht om in de breedte te le
ven, zoals hij dat noemt. De
tijd letterlijk stilzetten kan ook
Albert niet, hoe graag hij dat
zou willen. Maar hij heeft een
alternatief: leven in de breedte.
Aan zijn vriend verraadt hij in
een café zijn geheim. Een mi
nuut is goud waard als je hem
tijdens het verstrijken maar
voldoende "in de breedte"
weet te rekken. "Tegelijkertijd
verwerk je een erotische fanta
sie van ongekende scherpte
over dat meisje daar.... zie je?
ze rookt een sigaartje. Nou ja,
slecht voorbeeld: met de jon
gen dan, die verderop De Gel
derlander staat te lezen. Je ziet,
zonder dat het tijd kost, glas
helder de haarinplant van het
strookje dons dat omhoog naar
zijn navel voert.... En, nog
maals synchroon - als het ware
achter deze fantasie - diep je
een zomaar opkomende herin
nering tot op het bot uit: aan
een tante, bij voorbeeld, die
jou ooit een rode kaatsebal toe
wierp, maar het bleek een
overrijpe tomaat.... enzovoort"
Het antwoord van de vriend:
het stinkt hier. "Waarnaar?
Juist naar stilstand. Jij schijnt
te denken, Albert, dat een lijk
de geest kan dragen".
Op een.bepaald moment wil Al-
bert in beweging komen, hij
heeft een punt bereikt waarop
hij zich moet voelen als een
vlieg, gevangen in een bord
stroop. Hij wil naar Amster
dam. Maar de tocht voert naar
het zuiden van Nederland, het
zuiden van zijn jeugd.
Uiteindelijk komt hij terecht in
het dorp van zijn ouders, het
dorp waarin hij zijn jeugd ver
sleet. Het onderzoeken van de
verloren tijd kan beginnen. We
maken kennis met de vader,
diens broer, de moeder, de
grootouders: een hele stoet
trekt aan ons voorbij.
De schrijver heeft weieens ge
zegd dat de invloed van het
medium film op de literatuur
volgens hem groot is. Wie deze
twee boeken heeft gelezen zal
moeten toegeven dat dat in elk
geval voor Van der Heijden op
gaat. In beide boeken bijvoor
beeld veel flash-backs.
En dat is geen procédé dat stoort,
integendeel: heden, verleden,
herinneringen zijn naadloos
verweven. Er ontstaat een bont
wandtapijt waarin geen weef
fouten zitten.
Deze boeken zijn niet alleen be
kentenisliteratuur, in zekere
zin zijn het ook tijdverslagen.
Wie werd geboren in het begin
van de jaren vijftig, jong was in
de jaren zestig en ouder werd
in de jaren zeventig zal de pro
loog en het eerste deel van de
ze indrukwekkende trilogie
met zeer veel plezier lezen. Die
andere delen moeten snel ver
schijnen.
WIM BRANDS
De slag om de Blauwbrug, prijs:
22,50 gulden; Vallende ouders,
prijs: 39,- gulden, uitgeverij: Que-
De Oostenrijkse Kathe Recheis
heeft als schrijfster een uitste
kende reputatie, die zij nog
eens bevestigt met haar nieu
we boek Pelsjager aan het be-
vermeer. Een avontuurlijk ver
haal dat zich afspeelt in de uit
gestrekte wouden van Canada
in een tijd dat pelsjagers en in
dianen dit ruige, natuurrijke
gebied bevolkten. Onder hen
bevinden zich de jager Bill Mit
chell en zijn zoon Kit. De jon
gen leidt in hun afgelegen
blokhut bij het bevermeer een
eenzaam bestaan. Het alleen
zijn versterkt zijn band met de
natuur en vooral de dieren in
zijn omgeving.
Kathe Recheis. (pr-foto)
Dan vestigt zich samen met zijn
familie de jonge indiaan Top-,
ean in de buurt van het bever-
meer, op verzoek van Kits va
der. Kit is jaloers op de indiaan
die een volleerd jager is, hoe
wel beide jongens in leeftijd
nauwelijks verschillen. Het
steekt hem dat vader Mitchell
Topean als volwaardige part
ner beschouwt, terwijl hij zijn
zoon als een groentje behan
delt. Dat verbetert na een wan
hopige dwaaltocht van Kit in
de bossen.
Dankzij de gevulde voorraad
schuur ziet het kleine groepje
mensen bij het bevermeer de
altijd barre winter met vertrou
wen tegemoet. Een illusie die
ruw wordt verstoord door de
onverwachte komst van de
pelsjager Mike Cameron en
diens aantrekkelijke dochter.
Hun bezoek loopt voor de Mit
chells op een drama uit.
De boeken van Kathe Recheis
hebben vele prijzen gekregen,
ook Pelsjager aan het bever
meer. Dat is terecht: het ver
haal is een harmonieuze men
geling van avontuur, menselij
ke emoties en fraaie natuurbe
schrijvingen. Het harde be
staan van de pelsjager weet
Kathe Recheis meeslepend
weer te geven. Vooral de twee
slachtige houding van de jager
•- ten opzichte van de dieren
waarop hij jacht maakt. De ja
ger houdt van dieren, maar zal
niet aarzelen een dier te doden
als dat nodig is om zelf in leven
te kunnen blijven. Want hoe
mooi de natuur ook is, ze kent
geen genade. Dat ondervindt
Kit die op een gegeven mo
ment hopeloos verdwaalt. En
dat ervaart ook de trapper Ca
meron die door zijn handicap
niet meer voldoende kan jagen
om in zijn levensonderhoud te
voorzien.
De vertaling uit het Duits van
Corry van der Hulst is goed, af
gezien van enkele typische ger
manismen. Het boek is van il
lustraties voorzien door Hans
Kresse. Het is ergens te betreu
ren dat de verhalen van Kathe
Recheis als jeugdboek worden'
gepresenteerd: Pelsjager aan
het bevermeer wordt aanbevo
len voor de jeugd vanaf 10 jaar.
Een veel te beperkt lezerspu
bliek: dit verhaal is te mooi om
alleen voor de jeugd te reserve
ren. Is dat niet een kenmerk
van goede jeugdliteratuur?
MARGOT KLOMPMAKER
Pelsjager aan het bevermeer, Kathe
Recheis, uitg. Westfriesland,
f 19,50.
Hoewel het met de boekenbran
che momenteel erg goed gaat
en het ene literaire prachtboek
het andere opvolgt, lijk het
science fiction-genre weer
eens in de versukkeling. Be
trekkelijk weinig nieuwe titels
het afgelopen jaar, nauwelijks
origineel Nederlandstalig
werk, een rommelig uitgavebe-
leid en zwakke propaganda.
We zijn weer in galop op weg
naar af, met de SF.
Meulenhoff - hier toch al jaren de
beste en meest actieve uitgeve
rij - beperkt haar SF-uitgaven
tot het uiterste, lijkt me. Veel
herdrukken, en èls er iets
nieuws komt, is de kwaliteit
niet per definitie onberispelijk.
Zo heb ik sinds het debacle
met Adje Vissers Sobriëtas
zelden zo'n zwak SF-werkje
gelezen als het recente Een
sfeer van duisternis van R.W.
Mackelworth. Een volstrekt
chaotisch verhaaltje over een
toekomst met een besmeurde
aarde, twee elkander al dan
niet in de haren vliegende
machtsblokken (Polcon en
Milcon, politici en militairen,
voor wie dat niet meteen door
heeft) en een reis naar andere,
bewoonbare planeten per
"Biosfeer", een uit de kluiten
gewassen, holle asteroïde.
Tussen de onbenullige intriges
en boze machtshebbers ("Zijn
samengeknepen ogen leken op
borsthoogte in die van Bolder
te willen kijken. Zijn blik had
iets gluiperigs.") en lichtsnel-
heden en ander getoeter door,
veel slappe ethiek. Onecht, on
af en vooral onzin. Er moet in
het buitenland toch voor jaren
top-SF te vinden zijn, onver
taald?
Dat blijkt wel uit Hoeksteen van
de Foundation, het recente
vervolg op Isaac Asimov's be
faamde Foundation-trilogie:
Bruna was er als de kippen bij
om de vertaling ervan uit te
brengen. Asimov ontwierp zijn
Foundation-visie 30 jaar gele
den, zelf heb ik de schitterde
SF-trilogie zo'n tien jaar gele
den gelezen - en ik kon de
draad haast moeiteloos weer
oppakken. Kwaliteit beklijft.
Héél beknopt handelt de Foun-
datiónliteratuur om de toe-
komstlijnen en -voorspellin
gen, in het verre verleden op
gesteld door Hari Seldon, "de
gene die de psychohistorie tot
volmaaktheid bracht - de we
tenschap die het menselijk ge
drag wist vast te leggen in ma
thematische vergelijkingen.
Het menselijke individu is on
voorspelbaar, maar de reacties
van menselijke menigten, zo
ontdekte Seldon, kunnen statis
tisch worden benaderd.. Hoe
groter de menigte, des te groter
ook de nauwkeurigheid die
daarbij bereikt kon worden.
En de omvang van de menselij
ke massa's waarmee Seldon
werkte was maar liefst die van
de gezamenlijke bevolking van
al de miljoenen bewoonde we
relden in de Melkweg."
Enfin, de achtergronden worden
ook de niet-Foundation-ken-
ner in Hoeksteen van de Foun
dation snel en helder bijge
bracht. Kern van dit deel is
juist de onvoorspelbaarheid
van het individu (de onbere
kenbare factor dus in Hari Sel-
don's psychohistorische toe
komst) en zo ligt het lot van de
hele Melkweg-wijde mensheid
in handen van Golan Trevize,
voormalig Raadsheer van de
Eerste Foundation. Op de hie
len gezeten door zowel de Eer
ste als de Tweede Foundation
komt het in de buurt van de
"totaal-planeet" Gaia tot een
verrassende ontknoping.
Uitmuntende SF-literatuur, ver
teld in sterke dialogen en - heel
knap - ondanks (en dankzij!) de
drie voorafgaande delen uitste
kend als zelfstandige roman te
lezen. Bij voorbaat een klassie
ker die geen SF-liefhebber
mag missen! En mijn compli
menten voor de fraaie verta
ling.
Minder briljant, maar toch ook
fascinerend is het vierde deel
van Ansen Dibell's Het Be
wind van Een: Stormvloed-
grens, spannende fantasie over
Heer Pedross, zoon van de
machtige, naar de ruimte ver
trokken Shai, en Sue, dochter
van Jannus, die als Laatste Ko
ning in eerdere delen de hoofd
rol speelde. Goede, spannende
SF, maar - zoals ook uit boven
staande sumiere regels gecon
cludeerd mag worden - moei
lijk te lezen zonder kennis van
de voorgaande delen.
Heel jammer, want Dibell is één
van mijn favoriete SF-auteurs
en het mpet een kleine moeite
zijn - net als bij Asimov - via
een flinke proloog de onweten
de lezer(es) geheel op de hoog
te te brengen van het vooraf-,
gaande. Dus, alle vier delen ko
pen. De moeite èn het geld wel
wöard.
ROB VOOREN
R.W. Mackelworth, Een sfeer van
duisternis. Uitg. Meulenhoff (SF
190), Amsterdam 1983, f 14,50. Ver
taling: Dolf Pereboom.
Isaac Asimov, Hoeksteen van de
Foundation. Uitg. A.W. Bruna
Zoon, Utrecht 1983, f24,90. Verta
ling: Peter Cuijpers.
Ansen Dibell, Stormvloedgrens, dl. 4
van Het Bewind van Een. Uitg.
Meulenhoff (SF 192), Amsterdam
1983, f 16,50. Vertaling: Walter B.
'Relsky.
Weer een aantal Neder
landse thrillers.
Om te beginnen die van John
Vermeulen. Ik kreeg er meteen
twee op mijn bureau. Zijn ver
halen mogen niet erg realis
tisch zijn - om een grote mate
van onwaarschijnlijkheid
vriendelijk te betitelen - ik
vindt ze wel goed leesbaar.
Alles draait in deze verhalen om
Ansen Wagner, een soort su
perman die met een roodhari
ge supervrouw van de Europe
se Geheime Dienst aan zijn zij
de als een beer te keer gaat. De
ene keer rolt hij een organisa
tie op die kleine jongetjes als
middel tot misdaad gebruikt
en dan weer poogt hij achter de
smerige praktijken te komen
die worden gepleegd achter de
muren van een 'onneembaar'
bejaardeninstituut.
Hard en wreed, met veel seks,
maar vlot geschreven en vol
- spanning.
'Moordkindercn' en 'Scarabee' door
John Vermeulen, Bruna in
Utrecht, resp. 19,90 en 7,50.
der, die onder het pseudoniem
Vanyan avonturenromans
schrijft, heeft van de hoofdfi
guur van zijn 'Wit wint' geen
aangename jongen gemaakt.
Integendeel, Olivier Sternman
weet alles van zeezeilen, is
meer dan goed geinformeerd
over het gebruik van elektroni
ca, maar begrijpt niets van
menselijke relaties. Geen won
der, zijn vader is met schip en
al in de Poolzee verdwenen
voor Olivier werd geboren en
zijn moeder vindt alleen troost
in sherry. En aan geld geen ge
brek.
Olivier leeft van kick tot kick en
gaat ten slotte in op een ver
zoek van zijn moeder om een
laat spoor van zijn vader te vol
gen. In zijn eentje gaat hij met
een prachtig geoutilleerd jacht
op stap naar de Noordpool, via
de ruimte nauwgezet gevolgd
door Russen en Amerikanen.
Hij vindt het spoor van zijn va-
CIA.
ook de KGB en de
Bijster veel levert het niet op. Al
leen een sappig avonturen
verhaal. dat hier en daar ech
ter dreigt te verstikken in een
te veel aan technische details.
Janwillem van de Wetering is
weer aan het snuffelen geweest
in de rijke voorraad Oosterse
griezel- en misdaadverhalen.
Dertien Japanse en één Chi
nees verhaal heeft hij uitgeko
zen. 'Alledaags griezelig', zegt
Janwillem, die ook een verhaal
van Robert van Gulik heeft ge
selecteerd en deze bundel be
sluit met twee van zijn eigen
verhalen, die zich ook in het
oosten afspelen.
'Brief uit het dodenrijk', Oosterse
Diezelfde Janwillem van de We
tering schreef eens 'De ver
dachte Verheugt' als boeken
weekgeschenk. Een weinig
geïnspireerd werkje. Een aan
tal excentrieke Amsterdam
mers op een hoop geveegd. En
het duo Grijpstra De Gier
danst er zijn bekende, bijna ri
tuele dans om heen. Veel ge
wild vrolijk geklets, weinig
wol.
Men kan het als 'Moord zonder
lijk' nog eens lezen, maar ge
lukkig revancheert de schrij
ver zich meteen daarna in het
tweede deel van zijn boek 'Lijk
zonder moord'. Het duo G.& D.
praat daarin minder en doet
meer. Wat De Gier betreft: ook
in de liefde.
'Moord zonder lijk, lijk zonder
moord' door Janwillem van de We
tering, Bruna en Zoon, 19,90.
Vliegtuigkaping en televisiejour-
nalistiek, een echt eigentijdse
combinatie. Het staat óns zo
na. Bert van der Veer heeft er
handig op ingespeeld met een
vlot geschreven verhaal.
Zes fotomodellen zijn mede
slachtoffers bij een kaping.
Een tv-journalist ziet jaren la
ter de foto nog eens en vraagt
zich af wat er van de meisjes is
geworden. Hoe hebben zij de
emoties van toen verwerkt?
Wellicht stof voor een reporta'
f?e.
Martin Mellema duikt erin. Op
eigen risico. Niet alleen finan
cieel blijkt al spoedig want de
gebeurtenissen waren niet zo
simpel als zij leken. Van der
Veert houdt een hoog tempo
aan en zijn ontknoping komt
toch nog als een verrassing.
Voor liefhebbers smakelijk
leesvoer.
'Zwart film' door Bert van der Veer,
Bruna en Zoon 19,90).
KOOS POST
ADVERTENTIE
BOEKHANDEL
DE KLER
LEIDEN-LEIDERDORP
OEGSTGEEST-KATWIJK
VOORSCHOTEN
Alle op deze pagina besproken
boeken zijn bij ons dlrekt lever
baar, óf via onze TERMINAL te
bestellen en dan binnen drie da
gen verkrijgbaar.
'De jongen met de gele ogen'
'De jongen met de gele ogen' van
de Nieuw-Zeelandse s.chrijf-
ster Margaret Mahy is in ver
schillende landen met prijzen
bekroond. Een on-alledaags
boek dat bij kinderen die graag
buitenissige verhalen lezen ze
ker zal aanslaan. De jongen
met de gele ogen is een menge
ling van tovenarij en werkelijk
heid, met een beklemmende
spanning en een zeer verras
sende ontknoping.
Hoofdpersoon is Johan, een jon
gen van ongeveer 10 jaar. Hij
wordt achtervolgd met allerlei
fantasiebeelden. Als jong kind
had hij daar al last van, maar
ouder geworden wordt het
steeds erger. Een geheimzinni
ge stem vertelt hem dat hij ma
gische krachten bezit. Johan
ontdekt dat stem en beelden
iets te maken hebben met een
geheim in zijn familie: een ou
doom is jaren geleden op raad
selachtige wfize verdwenen.
Deze oud-oom is naar Johan op
zoek 'om hem te halen'. Dat
maakt Johan doodsbang. De
gebeurtenissen krijgen een on
verwacht verloop wanneer de
man plotseling bij Johan voor
de deur staat.
Fantasie en werkelijkheid
vloeien moeiteloos in elkaar
over. Heel geraffineerd creëert
de schrijfster een geheimzinni
ge sfeer en voert de spanning-
op naar de komst van oud-oom
Berend. De verrassende wen
ding die het verhaal dan neemt
houdt de lezer tot het eind toe
geboeid. 'De jongen met de ge
le ogen' is een prima boek om
te griezelen 's avonds vlak voor
het slapen gaan. Aanbevolen
bedlectuur voor kinderen van
af 10 jaar.
Het verhaal is uitstekend geïllu
streerd door Alex de Wolf en
op de vertaling van Ank van
Wijngaarden valt niets aan te
merken.
Dc jongen met de gele ogen, Marga
ret Mahy, uitg. Ploegsma, f 17,90.
MARGOT KLOMPMAKER