'Als je een belangrijke vondst
doet, gaan je wangen gloeien
Schaakspel rond
sloop panden
weer voortgezet
Papyrologisch Instituut
zet de deuren dag open
'Er ligt nog
ontzettend
veel in
de kluizen
3-
Permanent puzzelende papyroloog Pestman:
DE NATUUR ALS BUUR
ICHTEMtÉ
Leiden
Op woensdag 25 januari opent het Papyrologisch Instituut, gevestigd in
de universiteitsbibliotheek aan de Witte Singel de deuren voor het pu
bliek. Voor een rondleiding en bezichtiging van de papyri kunnen be
langstellenden zich aanmelden bij de dienst voorlichting: 148333 tst.
3665.
Daarnaast verzorgt het instituut een lezingencyclus over de aspecten van
het dagelijks leven in Oud Egypte in de Griekse en Romeinse Tijd. De
lezingen zullen worden gehouden op zeven achtereenvolgende maan
dagen, om te beginnen op 13 februari. Inlichtingen 148333 tst. 2186.
door
Saskia Stoeliriga
WOENSDAG 18 JANUARI 1984
LEIDEN - Ergens aan de
Nijl in Egypte staat nog
een slimme koopman met
beschilderde en beschre
ven papyri te leuren. Toe
risten wees gewaar
schuwd: de grote papy
ruskenner professor P.W.
Pestman uit Leiden weet
dat deze voor het oog zo
aardige geschriften een
dag tevoren zijn vervaar
digd. Dus niet geloven dat
ze eeuwen geleden in het
woestijnzand zijn gevon
den.
De hoogleraar Pestman, verbon
den aan het Papyrologisch Insti
tuut, schatert het uit bij het ver
tellen van dit verhaal. Een ver
koopverbod zou hij niet willen
uitvaardigen. "Zoiets kopen is
toch een prachtige tastbare her
innering". Hij heeft er alweer
spijt van het geheim van de
koopman te hebben onthuld.
Op het Papyrologisch Instituut,
dat is gevestigd in de universi
teitsbibliotheek aan de Witte
Singel, beschikken ze in elk ge
val wel over een aantal echte pa
pyri. Af en toe zijn ze zelfs voor
het publiek te bezichtigen, zoals
op 25 januari.
Papyrologie is een vakgebied, dat
zich bezighoudt met het ontcijfe
ren en bestuderen van originele
teksten uit de de oudheid. Zoals
de naam 'papyrologie' aangeeft,
gaat het in de eerste plaats om
teksten op papyrus, een antiek
schrijfmateriaal, gemaakt uit de
destijds in Egypte groeiende - nu
met uitroeiing bedreigde - papy-
rusplant. Uit de stengels van de
papyrus bereidden de oude
Egyptenaren een soort van pa
pier door de stengel in lange re
pen te snijden en deze aan elkaar
te kleven. Tienduizenden van de
ze teksten zijn over de hele we
reld bewaard gebleven. Daar
naast houdt de papyroloog zich
ook bezig met teksten, die ge
schreven zijn op andere materia
len, waarvan echter minder be
waard is: scherven, houten
plankjes, wastafeltjes, linnen,
leer en perkament.
Friese koe
De meeste teksten stammen uit
Egypte waar de klimatologische
omstandigheden bijzonder gun
stig zijn voor het conserveren
van vergankelijke materialen.
Buiten Egypte is dit maar zelden
het geval. Het is daarom zo aar
dig om te melden dat de Friese
terpen ook goed als opslagplaats
kunnen dienen voor spullen
waarvan het vermoeden bestaat
dat ze eeuwigheidswaarde heb
ben. In 1914 werd daar tussen de
klei een wastafeltje (een houten
plankje met een laagje was) ge
vonden met daarop in het Latijn
gekrast een koopcontract betref
fende een 'Friese koe'.
P. van Minnen, een leerling van
Pestman, classicus en onlangs
cum laude afgestudeerd in de
zeer specialistische studierich
ting papyrologie legt onder toe
ziend oog van zijn leermeester
uit waarom de papyri zo belang
rijk zijn.
"Via de geschreven papyri kun je
kennis maken met de oudheid.
Dit komt door de grote verschei
denheid aan gegevens die erop
staan. Er staat werkelijk van al
les op. Naast literaire werken en
religieuze geschriften, treft men
brieven en schrijfoefeningen
■*ïE crn>
•£KKc-rr,.
VKretco x>'
«rckcWtJ Jsf r€-
rJt'.
i&xajxrr
oc<è-ru3£.
b)
uri
Ft
>rl
y
Een 'Leidse' papyrus met e
Papyrologisch Instituut.
rc fragment van de Phaedo van de Griekse wijsgeer Plato. Een ontdekking van het
aan; naast wetten en processtuk
ken vooral ook contracten; ver
der belastingkwitanties, zakelij
ke memoranda, wiskundige oe
feningen, ga zo maar door. Als je
al die stukken hebt uitgeplozen,
krijg je een beetje een indruk hoe
er in een stad uit de oudheid
werd geleefd en gewerkt". Voor
zijn promotie-onderzoek hoopt
Van Minnen zich de komende
tijd op zo'n reconstructie toe te
leggen
Nog een voorbeeld van de classi
cus waarom papyri zo belangrijk
zijn: "Onze kennis van de Griek
se taal, die aanvankelijk voorna
melijk berustte op literaire
werken, is door de papyrologi-
sche vondsten verrijkt met een
enorme hoeveelheid gegevens
over de taal die men sprak, de
taal van het dagelijks leven.
Neem schrijffouten. Deze fouten
leren ons veel over de uitspraak
van het Grieks toentertijd".
Puzzelen
Pestman vult aan: "Eigenlijk is de
papyroloog voortdurend aan het
puzzelen. Als je zo'n antieke pa
pyrus, zo'n document, onder
ogen krijgt probeer je stapje voor
stapje te weten te komen wat er
op staat. Er is nauwelijks een in
deling in woorden, je herkent let
ters en daarmee ga je aan de slag.
Natuurlijk, als je een belangrijke
vondst doet gaan je wangen
gloeien". Wat spottend zegt hij er
achteraan: "Vooral midden in de
nacht kom je op de meest briljan
te ideeën".
Jaren geleden alweer, is er op het
instituut zo'n indrukwekkende
vondst gedaan. Een tekst van de
Griekse wijsgeer Plato werd ge
vonden. Op zich niet zo bijzon
der, want er zijn veel teksten van
hem, door anderen opgeschre
ven, in omloop. Dit keer werd er
Hoogleraar P.W. Pestman (links) en zijn leerling P.
maken met de oudheid. Er staat werkelijk van alles op".
i Minnen: "Via de geschreven papyri kun je kennis
echter veel waarde aan gehecht,
omdat kon worden vastgesteld
dat dit schrijfsel afkomstig was
uit de eerste eeuw na Christus.
Pestman: "De authenciteit is dan
heel groot. Plato stierf 348 of 347
voor Christus. Er zitten slechts
weinig eeuwen tussen zijn dood
en de overlevering van dit frag
ment. Heel mooi".
Op de vraag of de papyri niet 'op'
raken, schudden beide heren het
hoofd. Van Minnen, die nog het
langste voort moet, antwoordt:
"Oh nee, er ligt nog ontzettend
veel materiaal in kluizen. Dozen
die tachtig jaar geleden zijn ge
vuld, zijn dat nu nog". Wat iro
nisch merkt Pestman op dat hun
werkzaamheden eerder ophou
den door de bezuinigingen bij de
universiteit dart door het ontbre
ken van papyri. "Geld voor zo'n
luxe-studie, wordt niet meer ge
geven. Met heel veel moeite kun
nen we onze vier formatieplaat
sen handhaven". Naast het we
tenschappelijk onderzoek naar
de Griekse en Egyptische cul
tuur, moet er ook nog aan 35 stu
denten onderwijs worden gege-
Levenswerk
Bezunigingen of niet, de geleerde
Pestman hoopt met zijn mede
werkers te allen tijde een deel
van de taak van het instituut te
kunnen voltooien. In 1941 is men
begonnen met het schrijven en
redigeren van wetenschappelij
ke boeken over de papyrologie in
al zijn vormen en talen. Anno
1984 zijn er inmiddels 24 delen
van verschenen. Deel 25 en 26
zijn op komst.
De fraaigebonden werken prijken
in de kast achter ons. "Drukkerij
Brill heeft ze prachtig uitgege
ven. Steeds in een oplage van
vijfhonderd". Hij geeft toe dat dit
een hele kostbare geschiedenis
is. Met subsidie kan de aanschaf
prijs vandaag de dag beperkt
blijven tot 148 gulden per deel.
Maar over de hele wereld staan
ze. Zelfs op de universiteit van
Michigan. En dat geeft hem een
zekere trots.
door J.P.H.M. Adema en H.A.J, in Den Bosch
In de serie 'De natuur als buur' bespreken de Leidse biologen Ade
ma en In den Bosch wekelijks natuurverschijnselen die zij in de
stad aantreffen en waar de 'gewone' Leidenaar achteloos aan
voorbij zou gaan.
Vandaag: fossielen in het straatbeeld.
Menigeen associeert het begrip
fossielen met het buitenland,
gebergten deze
overblijfselen van voorhistori
sche dieren en planten kan
aantreffen. Een enkeling denkt
misschien aan Zuid-Limburg
met haar mergelgroeven en de
steenhopen van de kolenmij
nen. Leiden als vindplaats van
fossielen ligt echter evenzeer
voor de hand. En dan doelen
we niet op allerlei microscopi
sche resten, zoals stuifmeel,
die de specialist altijd wel in
aardlagen weet te vinden, maar
op vrij grote exemplaren van
meerdere centimeters.
Vooral het Rapenburg is er rijk
aan. Langs vrijwel de gehele
lengte liggen voor de huizen
achter de meer of minder ver
roeste hekjes, blauwe platen
kolenkalk. Dit gesteente bevat
vele fossielen, wat vooral bij
regenachtig weer goed te zien
is. Het lage muurtje om het Ka-
inerlingh-Onnes laboratorium
is van het zelfde materiaal,
evenals de stoepranden in veel
Nederlandse steden. Het ge
steente dankt zijn naam aan
het feit dat het onder de kolen-
lagen wordt aangetroffen. Het
stamt uit de geologische perio
de die Tournaisien genoemd
wordt wordt (naar het Belgi
sche plaatsje Tournai). Dit tijd
perk ligt zo'n 340 miljoen jaar
achter c
Koralen
Zodoende zijn in Leiden al lang
uitgestorven dieren te vinden.
De rugose koralen zijn daarvan
een voorbeeld. De foto toont
een kolonievormende verte
genwoordiger, maar er zijn ook
solitaire vormen van bekend.
Deze zien er uit als kromme
hoorntjes van twee tot vier
centimeter lang en zijn even
eens vertegenwoordigd in de
kolenkalk.
Een groep dieren die we in Lei
den minder vaak zien, alhoe
wel enkele stoepjes ze bevat
ten, zijn de ammonieten. Te
genwoordig leeft alleen nog
maar het verwante genus Nau
tilus met drie soorten, maar
vroeger kenden deze inktvis-
achtigen een grote soortenrijk
dom. Hun schelp, die alle va
riaties tussen volkomen recht
en posthoornachtig opgerold
laat zien, is op doorsnede goed
te onderscheiden van slakken
door het bezit van dwars-
schotjes, waar doorheen in het
midden of langs de buitenkant
een buis loopt. Deze vervult
een functie bij het reguleren
van het zweefvermogen
zeedieren, door de kamers met
vloeistof te vullen of te legen.
Tentamen
Natuurlijk zitten ammonieten
ook in andere gesteenten. In
banken met mooi gepolijste
vloeren zijn soms schitterende
exemplaren te vinden. De op
lettende biologie-student kon
hier vroeger zijn voordeel mee
doen, want de docent die het
mondeling tentamen paleonto
logie afnam, had de gewoonte
om te informeren waar men
vandaan kwam, om vervolgens
vragen te stellen over fossielen
in gebouwen van de desbetref
fende plaats. In Rotterdam was
het postkantoor aan de Cool-
singel 's mans geliefde object.
Een studente die dit hoorde
van een stadgenoot, die het
tentamen al had gedaan, toog
dan ook naar dit gebouw. In
die tijd stond er midden in de
hal nog een informatie-hokje
Toen degene die dit bemande
haar zoekend om zich heen kij
kend opmerkte, kwam hij op
haar toe en vroeg waarmee hij
haar van dienst kon zijn. De
studente antwoordde dat zij
fossielen zocht. Waarop de
man onmiddellijk zijn handen
aan zijn mond zette en uit alle
macht door de hal riep: "Wie
heeft hier een fossiel gevon
den?!"
Tegenwoordig zijn de natuurste
nen balies vervangen door mo
dernistische contrapties in
rood en zilver, sterk dissone-
rend met de omgeving. Slechts
aan de voet van enkele pilaren
is nog wat van het vroeger ge
bruikte materiaal terug te vin
den. En het moet gezegd wor
den, de ruim veertig centime
ter lange ammonieten zijn in
drukwekkend genoeg voor een
tentamenvraag.
Het staat er nog. Dat prachtige
monumentale herenhuis aan
de Stationsweg. Maar het lot
van het pand zal vermoedelijk
in februari worden bezegeld.
Het langslepende conflict over
de sloop van de percelen Sta
tionsweg 23 en 25 heeft de af
gelopen maand een nieuwe di
mensie gekregen. Een laatste
meesterzet van de zijde van
B en W moet het kostelijk ar
chitectonisch erfgoed voor het
nageslacht behouden.
Het is al eerder vastgesteld: het
gemeentebestuur verzuimde
aanvankelijk het gebied van de
Stationsweg door middel van
een bestemmingsplan te be
schermen. Sindsdien doet het
echter verwoede pogingen om
deze nalatigheid te herstellen.
In het juridisch gevecht tussen
de gemeente en makelaar
Mens, die op de plaats van het
herenhuis een modern kantoor
wil bouwen, lijkt de gemeente
aan de verliezende hand. De
weigering van B en W om een
bouw— en een sloopvergun
ning te verlenen zal vermoede
lijk ongedaan worden gemaakt
door de commissie beroep- e-n
bezwaarschriften. Eerderé uit
spraken van de commissie en
van de Raad van State wijzen
sterk in die richting. Alleen het
advies van de Haagse Wel
standscommissie het zoveel
ste advies dat de commissie
heeft ingewonnen kan nog
de strohalm bieden, waaraan
het gemeentebestuur zich kan
vastklampen. Maar zelfs als de
ze Welstandscommissie het be
houd van het herenhuis be
pleit, is het de vraag of volgens
de afdeling rechtspraak van de
Raad van State, het hoogste
rechtscollege in deze materie,
de benodigde vergunningen
geweigerd kunnen worden. De
kans dat de vergunningen niet
verleend (moeten) worden lijkt
kortom uiterst gering.
Vandaar dat B en W nog vóór de
definitieve uitspraak van de
commissie beroep- en be
zwaarschriften hun toevlucht
hebben genomen tot een nieu
we zet: De weigering om het
pand Stationsweg 23 aan de
woonbestemming te onttrek
ken. B en W baseren zich hier
bij op artikel 56 van de Wo
ningwet, volgens welk artikel
een vergunning is vereist, wan
neer men bestaande woon
ruimte voor andere doelein
den, bijvoorbeeld als kantoor,
wil gaan gebruiken.
Appartement
B en W wijzen erop dat een
sloopvergunning kan worden
geweigerd, wanneer er van ge
meentewege geen toestem
ming is gegeven om woon
ruimte aan de bestemming te
onttrekken. B en W voeren aan
dat het pand Stationsweg 23
nog altijd een woonfunctie
heeft en dat ook had op het
moment (16 november 1973),
toen bij Koninklijk Besluit ar
tikel 56 van de Woningwet in
Leiden van kracht werd.
De oogarts dr. P.J.M. Henry staat
sinds 15 november 1953 geregi
streerd als hoofdbewoner van
het pand. In 1957 kreeg hij toe
stemming woonruimte onder
te verhuren. Dr. Henry heeft
volgens B en W tot september
1983. zijn praktijk in het pand
uitgeoefend en .nimmer zich
als hoofdbewoner laten uit
schrijven. Na het vertrek van
Henry had deze het in de oude
staat, als woonruimte moeten
achterlaten, aldus B en W. Het
college wijst er verder op dat
ook op de verdieping en op zol
der 'appartementsgewijs en
niet kamersgewijs' wordt ge
woond. Vojgens B en W is de
behoefte aan 2-, 3- en 4-kamer-
woningen in Leiden bijzonder
groot en wordt ook in de mees-
door
Leo Maat
te oudere panden van de Sta
tionsweg nog in de bovenver
diepingen gewoond, waarna
het college na nog enkele over
wegingen tot de conclusie
komt dat de toestemming
moet worden geweigerd.
Advocaat Van der Pluijm, de
raadsman van de makelaar,
spreekt van een schandelijke
beslissing. "Nu het vijf vóór
twaalf is en de commissie ge
dwongen zal zijn een sloopver
gunning te verlenen, komen B
en W hiermee aan. Ik zie het als
een laatste stuiptrekking". Van
der Pluijm bestrijdt dat het
hier om een woning gaat. Het
is volgens hem al 25 jaar geen
woning meer en artikel 56 zou
dan ook niet van toepassing
zijn. Van der Pluijm heeft daar
om consequent geweigerd om
toestemming voor onttrekking
aan de bestemming te vragen.
B en W hebben toen maar
ambtshalve, dus ongevraagd,
een beslissing genomen. Afge
wezen wat niet gevraagd werd,
maar volgens B en W wel ge
vraagd had moeten worden.
Van der Pluijm omschrijft het
als vertragingstactiek. In de
hoop dat van afstel uitstel
komt. "Maar ik heb geen teke
nen die daarop (afstel) wijzen".
Zelfstandig
Appartementen? De advocaat
vindt het een modewoord.
Waar het volgens hem om gaat,
is dat het geen zelfstandige wo
ningen zijn. Het is, aldus Van
der Pluijm, gewoon één groot
herenhuis. Wat er zo essentieel
aan is voor de woningvoorraad
is hem een raadsel, temeer
daar B en W er nooit eerder
naar omkeken. Het afkopen
van de woonbestemming, zo
als elders in de stad wel ge
beurt, is niet eens overwogen.
Zijn conclusie: B en W probe
ren de sloop te dwarsbomen
uit een oogpunt van monu-
mentenbelang, maar schermen
met het belang van de volks
huisvesting. Van der Pluijm
heeft tegen de beschikking van
B en W bezwaar gemaakt bij de
gemeentelijke commissie voor
beroep- en bezwaarschriften
en beroep aangetekend bij Ge
deputeerde Staten van Zuid-
Holland. Een dubbele proce
dure, die kenmerkend is voor
de ingewikkeldheid van de ju
ridische grappen van B en W.
Immers, als GS het met Van
der Pluijm eens zijn dat B en W
slechts op verzoek en niet
ambtshalve hadden mogen be
slissen over de onttrekking
'van woonruimte, dan wordt
het beroep van Van der Pluijm
niet, ontvankelijk verklaard.
Gelijk hebben is plezierig,
maar gelijk krijgen is een
kunst. Tot spijt van de ge
meente verstaat Van der
Pluijm die kunst.
Ruilbeurs
De ruilclub Koningskerk' houdt
vrijdag een ruilavond in de
Willem de Zwijger school. Ver
zamelaars van postzegels,
munten, lucifermerken, siga
renbandjes, bankbiljetten, an
sichtkaarten aantekenstrook-
jes en dergelijke zijn van zeven
uur af welkom in de schóól aan
de Willem de Zwijgerlaan 44.
Asmat-papua's
Kunst en kunstenaar bij de As
mat-papua's. Dat is het onder
werp van een tweetal lezingen
die prof. dr. A.A. Gerbrands
morgenavond en volgende
week donderdagavond houdt
in het K&O-gebouw, Oude Vest
45. Aan de hand van door hem
zelf vervaardigde films en
dia's geeft Gerbrands een beeld
van het houtsnijwerk van deze
papua's uit het vroegere Neder
lands Nieuw Guinea, die tot in
de jaren vijftig nog als gevrees
de koppensnellers en kanniba
len golden. In het houtsnijwerk
komt hun verbondenheid met
de voorouders en het hierna
maals tot uitdrukking. De le
zingen beginnen om kwart
over acht.
Hengelsport (1)
De Gulden Voorn viste een wed
strijd in de Ringvaart. Uitslag:
1 H. Schouten 2260 gram-4
stuks, 2 M. Hoogkamer 1290-2,3
H. van Alphen 640-1, 4 F. Smit
630-2, 5 G. Harland 490-2, 6 T.
v.d. Meer 150-1.
Hengelsport (2)
DVS viste de negende wedstrijd
in de Ringvaart. Uitslag: 1 J.
Helverstijn 7325 gram-18 stuks,
2 B. Heemskerk 5800-10, 3 J.
Sinteur 3250-11, 4 M. Bron-
meyer 3325-10, 5 W. Steenber
gen 2750-8, 6 T. Hoppenbrou
wer 2200-7, 7 F. Zandbergen
2475-4, 8 W. van Berkel 2225-4,
9 W. Schouten 2075-5,10 W. Tes-
ke 950-5.