Zaterdag is hakdag inde Horsten Leiden weer een week in de ban van de jazz ZATERDAG 14 JANUARI 1984 - PAGINA 23 Snierend koperwerk, drukke roffels, schuimend bier en uitpuilende café's.Het is weer jazzweek in Leiden. Geen T.C. Matic volgende week in Leiden, geen Golden Earring of andere moderne popmuziek. Wel jazz, veel jazz, te beginnen morgen wanneer Greetje Kauffeld en haar combo met een optreden bij Jazz on Sunday de vierde Leidse Jazzweek zullen inluiden. Stro- en bolhoedjes, vrijgezellenstrikken en bont geblokte jasjes kunnen zodoende weer uit de motteballen worden gehaald. Leiden probeert volgende week een klein beetje New Orleans te zijn; daarbij geholpen door tal van artiesten, van wie het leeuwedeel voor het voetlicht zal treden op het vijfde Key Town Festival. Dit muzikale festijn zal zich komende zaterdag voltrekken in de Stadsgehoorzaal. Kaarten daarvoor waren twee weken voor aanvang al uitverkocht, terwijl het programma toch geen sterren vermeldt als Oscar Peterson, Stan Getz of Ella Fitzgerald. Om dit soort artiesten van wereldfaam te kunnen lokken is het Leidse festival nog te onbeduidend. Maar kennelijk maalt de Leidse jazzliefhebber daar nauwelijks om. Werd die in voorgaande jaren op Mr. Acker Bilk, Toots Thielemans en Samrny Rimington vergast, dit jaar treden onder anderen Rita Reys, Buddy Tate en als klapstuk Kenny Ball „En als het een beetje meezit komt ook Al Grey nog, de lead-trombonist van Count Basie", vertelt Henny Kwik. Sfeer Kwik (54) is één van de zes Leidenaars (samen het organiserend comité vormend), voor wie de Jazzweek al vorig jaar mei begon. Toen al werden de eerste artiesten gecontracteerd en werd bijvoorbeeld pianostemmer Jim McMahon besteld. Elk jaar weer heeft deze in Nieuwerkerk aan den IJssel wonende Ier zijn handen vol aan het Key Town Festival. De drie vleugels en twee piano's, die op vier podia staan opgesteld en die tot diep in de nacht worden bespeeld, vragen voortdurend zijn aandacht. „Die vleugels kunnen aardig wat hebben, maar met zo'n jazzfestival wordt er zo hard op getimmerd dat ze binnen de kortste keren vals klinken." „Ik moet ze dan telkens opnieuw stemmen. Tot een uur of één. Rond die tijd hebben de meeste bezoekers al zoveel drank op, dat ze de valse tonen niet meer horen. Dan is het alleen nog maar belangrijk of de piano's het doen. Artur Rubinstein zie immers ook altijd: dat een piano vals is, is tot daaraan toe. Het wordt- pas erg£ls-ie niet doet wat ik wil." McMahon wil benadrukken dat hij de sfeer op het Key Town Festival telkens weer buitengewoon vindt. En niet alleen hij vindt dat, ook Leidse jazzmusici als Frits Landesbergen en Hans Dubbelaar huldigen die mening. Allebei voeren zij een big band aan, een minimaal achttienkoppig jazzorkest. Met hun eigen big bands en die uit Voorschoten en de Bollenstreek geven zij komende vrijdag vorm aan een avondvullend big band ball in de Stadsgehoorzaal. Waar jazzcombo's normaliter improviseren, daar kunnen big bands dat niet. „Dan zou het een rommeltje worden", zegt Landesbergen. „Als je zo'n twintig muzikanten hebt, onder wie een batterij blazers, moetje wel arrangeren en dirigeren. Anders krijg je er van zijn leven geen lijn in", voegt Eric Stotijn van de Voorschotense big band er aan toe. Kroegentocht Het dansorkest, waarvan hij deel uitmaakt, is te groot om acte de presence te geven tijdens de jaarlijkse kroegentocht. Woensdagavond zal de vierde in successie worden gehouden. In dertig cafés spelen dan evenzoveel jazzorkestjes en niemand twijfelt eraan of de bierpompen zullen ook dan weer overuren maken. van de mensen. Henny Kwik van het organiserende comité, en ook de man die op zondag in Leiden jazzconcerten op touw zet, verzinkt dan altijd weer in gedachten naar de Leidse Jazz Club die rond 1950 boven de Harmonie aan de Breestraat jazz presenteerde. Of de Fifth C. Parker Club die onder andere in de Kleine Burcht sessies organiseerde. Ook staat hem nog helder voor ogen het legendarische concert dat Ben Webster vlak voor zijn dood in Leiden gaf. Nadien verstomde hier de jazz. „Maar gelukkig", zegt Kwik, „leeft het nu-weer op. Leiden heeft inmiddels een jazzweek, het jazzcafé The Duke aan de Oude Singel en het Key Town Festival. En we hebben alweer vijftien jaar de jazzclub Hot House die twee keer per maand jazzartiesten naar Leiden haalt. Leiden is weer jazzminded", zo meent Kwik. Volgens Pim Jacobs, die op het Key Town Festival met zijn trio Rita Reys zal begeleiden, wint jazz over de gehele linie weer aan populariteit. De huidige opleving is naar zijn mening ook wel verklaarbaar. „In de jaren zestig en zeventig zijn de mensen overspoeld met popmuziek. Muzikanten die optraden met immense geluidsinstallaties. Op die kunstmatige muziek is men nu een beetje uitgekeken, denk ik." Generatieloos Jacobs noemt jazz generatieloos. Een stelling die de econoom Roefie Hueting onderschrijft. Dinsdagavond zal hij, muzikaal ondersteund door zijn Down Town Jazzband, in het Rijksmuseum voor Volkenkunde een lezing geven over het ontstaan en de ontwikkeling van de jazz. Het zijn in hoofdzaak de Amerikaanse negers die de jazz ziin Op de drie vorige kroegentochten werden althans zoveel rondjes gegeven, dat kasteleins moeite hadden het bij te benen. En driejaar geleden was de vraag naar bier zelfs dermate groot dat kroegbazen omstreeks middernacht bij elkaar om nieuwe vaten kwamen bedelen. Sindsdien nemen ze hun voorzorgsmaatregelen en slaan ze extra vaten in. Ook René de Korte van café Aniba. De sfeer Ujdens de vorige kroegentocht noemt hij 'in één woord grandioos'. „Het is een feest. De mensen staan bij mij op de tafels. Populair gezegd swingt het hier dan de pan uit. Maar als je het mij vraagt is dat in heel Leiden zo tijdens de Jazzweek." In plaats van de tap te bedienen zal De Korte woensdagavond in zijn café gitaar en banjo spelen. Als een van de zeven Jazz-Pilgrims: een orkestje dat hij 26 jaar geleden heeft helpen oprichten, toen de uitspanning De Vink en het Voorschotense Allemansgeest nog te boek stonden als ware jazzpodia die op zaterdagavonden uitpuilden van jonge jazzliefhebbers. Opleving De Leidse jazzmuzikant Dolf del Prado heeft er wel zin in, zegt hij. Hij is bassist van onder andere de Swing Society en het trio Hein van der Gaag. „Maar ik speel dit jaar zelf niet in de Jazzweek hoor. Ik wil het nu eens van begin tot eind als toeschouwer meemaken. Ik ga dus elke avond gezellig stappen." Tijdens de kroegentocht zal de NZH weer een aantal bussen inzetten om de mensen gratis van café naar café te vervoeren. Bierglazen verhuizen op zo'n tocht van kroeg naar kroeg. En in de cafés ziet het blauw van de rook en zwart Kenny Ball aanzien hebben geschonken en ook bij de vernieuwing ervan de toon zijn blijven aangeven. In de periode van de slavernij is het begonnen met de manier waarop de negers Amerikaanse kerkliederen aanpasten aan hun eigen smaak. Andere invloeden in de vorm van Europese marsen, quadrilles en dergelijke werden opgenomen en getransformeerd. Uit deze combinatie van invloeden ontsprongen verschillende manieren van muziek maken die ten slotte uitmondden in de jazz. Grammofoonplaten uit die begintijd zijn niet of nauwelijks meer verkrijgbaar. Wellicht ook niet op de snuffelmarkt die komende zaterdag in de Leidse Waag wordt gehouden. Toch is die daar wel voor bedoeld. „In voorgaande jaren", vertelt wederom organisator Henny Kwik, „heb ik er een paar leuke exemplaren op de kop kunnen tikken. Platen van Oscar Peterson en Ben Webster die niet meer in de handel waren. En voor een zacht prijsje hoor. Er zijn echt veel koopjes op die snuffelmarkt. iedereen die wat op jazzgebied te verkopen geeft kan er gaan zitten. Dat kost niets, niks geen staangeld of zo. Tot nog toe is er ook elk jaar een oud mannetje geweest, ik ken zijn naam niet, die oude grammofoons te koop aanbood. Ikzelf hoop er nog eens een oude plaat van Kenny Clark en van Francie Bolands Big Band weg te halen. Die zijn nergens te krijgen, maar wie weet op de snuffelmarkt wel." Wasbord Tussen de bedrijven van die markt door zal een jazzconcours Oude Stijl worden gehouden. Acht orkesten uit Leiden en omgeving zullen elkaar dan proberen de loef af te steken. Niet alleen wat samenspel en arrangement betreft, ook op solistisch gebied. „Dat vinden we minstens zo belangrijk", zegt Gerard Wijfjes, die samen met leden van de jazzclub Nieuwkoop en de jazzclub Zoetermeer de jury zal vormen. Wijfjes is bestuurslid van de Wassenaarse jazzclub en speelt al zo'n Programma Leidse Jazzweek Zondag 15 januari 15-18 uur: optreden Greetje Kauf feld en haar combo bij Jazz on Sunday in bowlingrestaurant (Boshuizerlaan). Dinsdag 17 januari 19.30-22.30 uur: lezing over jazz door Roefie Hueting, ondersteund door de Down Town Jazzband in aula Rijksmuseum voor Volken kunde (Steentraat lb). Woensdag 18 januari 21 uur: opening Jazzweek in Leidse Waag door burgemeester Goe- koop. 21.30-02.00 uur: Kroegentocht langs dertig Leidse cafés. Donderdag 19 januari 21-24 uur: jazz-sesjun in de Waag Vrijdag 20 januari 21-24 uur: moderne jazz in Leidse Waag, m.m.v. Hans Dulfers Re- flud. 20-01 uur: Big band ball in Stadsge hoorzaal, m.m.v. de big bands Voorschoten, Bollenstreek, Hans Dubbelaar en Frits Landesber gen. Zaterdag 21 januari 10.30-17 uur: jazz-snuffelmarkt in Waag. 12-16.30 uur: jazz-concours Oude Stijl in Waag. 20-04.00 uur: Key Town Festival in Stadsgehoorzaal, m.m.v. o.a. Ken ny Ball, Rita Reys, Buddy Tate, Dutch Swing College Band, Lil lian Boutté e.a. Zondag 22 januari 71-12.30 uur: gospelconcert in Pie terskerk, m.m.v. Lillian Boutté en Rijnlands Mannenkoor. 12.30-17.30 uur: uitswingen in Leid se Waag. vijfjaar in de Greenfield Cracker Jacks. Geen piano of bai\jo, maar wasbord. „Een wat ongebruikelijk instrument misschien. In de muziekhandel is het ook niet verkrijgbaar; je moet ervoor naar de rommelmarkt". Hij bespeelt zijn instrument met behulp van vingerhoedjes. „Moeilijk is het niet. Als je maar gevoel voor ritme hebt", aldus Wijfjes. Sluitstuk van de Jazzweek is volgende week zondag een gospelconcert in de Pieterskerk, waaraan het Rijnlands Mannenkoor en zangeres Lülian Boutté uit New Orleans hun medewerking verlenen. De avond daarvoor zal laatstgenoemde dame van de partij zijn op het Key Town Festival, waar onder anderen ook Buddy Tate en de Dutch Swing College Band zullen optreden, alsmede Margie Ball. Deze 35-jarige zangeres die in de jaren zestig bekend stond als de Voorschotense Sandy Shaw maakt op dit festival min of meer haar come-back. „Dat popwerk van vroeger zing ik natuurlijk niet meer. Ik doe nu uitsluitend jazz, dat bevredigt me meer. Dixielandnummers en zo. Maar ook nummers van Al Jarreau". Songs van Peggy Lee gaat ze evenmin uit de weg, zegt ze. Ze heeft sinds kort een nieuw trio. „Dat gaat heel lekker. Elk optreden is weer een feest." Reünie Hoogtepunt van het festival belooft het optreden van de uit Engeland afkomstige Kenny Bah and his Jazzmen te worden, een formatie die onlangs haar vijfentwintigjarig bestaan vierde en in de jaren zestig hits scoorde met Midnight in Moscow, The green leaves of summer en Sukiyaki. Vanuit Essex laat Ball telefonisch weten na het optreden in Leiden een tournee te zullen maken door Rusland en Australië. Ongevraagd zegt hij garant te zullen staan voor de nodige jive, slow- en swingmuziek. Volgens Henny Kwik is dat voor veel mensen niet de enige drijfveer om het festival te bezoeken. „Key Town is vooral ook een reünie van mensen die weten: mijn vrienden zijn er, dus ik ga er ook heen. Moetje voor de grap maar eens in de wandelgangen kijken. Dat zijn echte ontmoetingsplekken. Daar zie de hele avond door hele groepen mensen. En allemaal hebben die plezier. Een sfeer jongen... Fantastisch!" Op het koninklijk landgoed De Horsten (tussen Voorschoten en Wassenaar) is het elke zaterdagmorgen een drukte van belang. Op initiatief van natuurbeschermingsorganisaties is een legertje van vrijwilligers er bezig een hectare bomen om te hakken. Niet uit vandalisme, maar uit cultuurhistorisch oogpunt. "Je ziet hier echt resultaat van je werk". door Miep Hoenson Het is een gemêleerd gezelschap dat die zaterdagmorgen staat te hakken, te zagen en loopt te sjouwen in de Horsten, het koninklijk landgoed tussen Voorschoten en Wassenaar. Leeftijd noch geslacht blijkt een beperking te zijn als het er om gaat het eeuwenoude cultuurbos in z'n oude luister te herstellen. Die bossen langs de spoorlijn (tussen de Wassenaarse Seringenberg en de Voorschotense Horstlaan) zijn namelijk zoals nagenoeg alle andere stukken groen in ons land ooit door de mens aangeplant en onderhouden. Men plantte er doorgaans hakhout dat economische waarde had als brandhout, bonestaken, afrasterings- of gereedschaphout. Vanaf de zeventiende eeuw al is het hout gebruikt om er bonestokken van te maken. Tuinders en boeren trokken uit 'de Veen', de Alkemadese dorpen, met pramen over de Vliet naar dit bos om er versgekapte stammetjes te kopen. De Veners waren gewoon er in de wintermaanden dagenlang te bivakkeren om er ter plekke bonestaken en takkenbossen te vervaardigen om vervolgens met hun lading terug te varen naar hun woonplaats. Die ceremonie herhaalde zich tot de broedtijd aanbrak. Authentiek De Ujd dat er in hakhout werd gehandeld is goeddeels voorbij. Het arbeidsintensieve werk loont sinds de jaren zestig al niet meer. Maar het landschap in deze regio wordt nu uit cultuurhistorisch oogpunt zo authentiek mogelijk bijgehouden. Dat gebeurt wekelijks in onder andere Lisse (landgoed Keukenhof), Warmond (landgoed Oostergeest), bij diverse geriefbosjes in en om Alphen en bij de oude waterkering van Koudekerk en Hazerswoude. In de toekomst zal het landgoed aan de Jacoba van Beierenweg in Voorhout ook door vrijwilligers onder handen worden genomen. Leuk voor de wandelaars o'm van het kenmerkend uiterlijk van laagblijvend loofbos met dunne stammetjes kennis te nemen, al ontgaat sommigen de bedoeling ervan en is het commentaar ('of dat nou nodig is, dat gehak') niet van de lucht. Nodig is het niet echt. de boel kan ook de boel worden gelaten. Aardig is het wel omdat zo'n hakbos, indien goed beheerd, een grote variatie aan vogels en planten aantrekt. Dat is althans gebleken uit onderzoek van de Leidse bioloog Hein Krantz. Om die redenen ronselen de Vakgroep Milieubeheer van de universiteit en het Instituut voor Natuurbeschermingseducatie Leiden (I VN) de eerste drie maanden van het jaar elke zaterdag vrijwilligers. Kinderen, ouderen, mannen en vrouwen steken er - weer of geen weer - de handen uit de mouwen. Jaarlijks hakken ze een hectare bomen weer in de oorspronkelijke staat terug. Het is werken in een lommerrijke omgeving waar fazanten en hazen onbekommerd ronddartelen Minder sfeervol maken modder, vrieskou, storm en sneeuw het zaterdagse vrijwilligerswerk. De stammen kunnen niet in voor- of najaar worden gekapt omdat de sapstromen in het binnenste van de bomen dan nog volop in beweging zijn. Die stroom moet eerst tot stilstand zijn gekomen, wil het hakken niet te veel zweet kosten. Bovendien wordt het voorjaar gemeden om de vogels tijdens het broeden niet te storen. Het is niet de bedoeling het hele bos weer in de oude staat terug te brengen. Een gedeelte laat men bewust verwilderen. Al zijn er al die zaterdagen tientallen vrijwilligers aan het zwoegen, het is geen doen om het hele bos onder handen te nemen. Uitputtend Voorschotenaar Kees Medema is die zaterdag in januari zo'n zwoeger. Hij zegt tijdens het uitblazen zich als vrijwillig hakker te hebben opgegeven om "lekker in het bos" te kunnen rondstappen. Uitputtend vindt hij het zagen en hakken deze eerste zaterdag wel, maar het zal wel Volgende week weer? "Nou, het moet een grapje blijven, ik weet dus niet of ik zo fanatiek ben dat ik elke zaterdag kom. Anderzijds vind ik dat ze op je moeten kunnen rekenen als je je eenmaal hebt opgegeven". De niet meer zo piepjonge Wassenaarder Van Gogh vindt dat hij ook best wat extra lichaamsbeweging kan gebruiken. Daarom heeft hij zich aangesloten bij een plaatselijke hakgroep, 'De Negenhont', genoemd naar oen oppervlaktemaat. Met zichtbare trots wijst hij op een even verderop gelegen stuk terrein: "Dét hebben we vorig jaar gedaan. Voorlopig hoeft daar niets meer aan te gebeuren. Je ziet hier echt resultaat van je werk, dat is het leuke ervan". Er zijn meer vliegen in één klap te slaan volgens Pieter Veldstra, één van de initiatiefnemers van de hakgroep: het zware werk verbroedert. "Je ziet hier een topambtenaar naast een fietsenmaker als gezworen vrienden samen zagen. Er zijn mensen verslaafd aan dit werk. Die beginnen in november al te bellen wanneer ze weer aan de slag kunnen". Voorts is het de initiatiefnemers er om te doen zo veel mogelijk mensen bij de zorg en het beheer van het verrassend grote natuurgebied te betrekken. Een gebied dat tien jaar geleden nog gedeeltelijk was voorbestemd om snelweg te worden. Een loos viaduct aan de rand van het bos is de enige stille getuige van de Leidse Baan, de snelweg waarvan de aanleg door natuurliefhebbers in de kiem werd gesmoord. Bonestaken De Leidse Baan komt er definitief niet. Alle rumoer die rond de aanleg van deze snelweg ontstond heeft wel tot gevolg gehad dat dit fraaie stuk bos in de wijde omgeving meer bekendheid kreeg en het aantal bezoekers toeneemt Onder hen ook tuinders, die - wetende dat er weer gekapt wordt - hoe langer hoe meer om bonestaken komen vragen. De tijd dat het kappen economisch zo rendabel was dat er manjaren arbeid in gestopt werden, zal nooit meer terugkeren. Maar een kuub openhaardhout is voor menigeen toch niet te versmaden Om de inwoners van deze regio de resultaten van het kapwerk te laten zien organiseert het IVN Leiden vanmiddag en morgen een anderhalf uur durende wandeling door de hakhoutpercelen van De Horsten. Deze wandelingen beginnen om twee uur en staat onder leiding van natuurgidsen. Laarzen aanbevolen. Toegangskaartjes zijn te koop bij de ingang aan de Voorschotense Horstlaan. Overigens is het natuurgebied ook te bereiken via de Papeweg of de Seringenberg in Wassenaar. Honden zijn vanwege de talrijke vogels, hazen en fazanten helaas niet welkom. Eensgezind aan de slag... en wat extra lichaamsbeweging

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1984 | | pagina 23