BOEKEN Royaal aanbod in avontuurlijke sector -c Gruwelijk drama van Umberto Eco De decadente romantiek van De Haan Themerson: 'Mijnheer Bruis bouwt zijn huis' DONDERDAG 29 DECEMBER 1983 Varia De uitgevers hebben in de afgelopen tijd flink uit gehaald. Talrijke nieuwe uitgaven zagen het le venslicht. Ook in de avontuurlijke sector was er een royaal en zeer ge varieerd aanbod. Teveel om bij te sloffen. Ik moet een greep doen. Natuurlijk pak ik dan ook het jongste produkt van Joop van den Broek. 'De eerste Neder landse thrillerschrijver', wordt hij op de flap genoemd. In elk geval een oude rot in het vak. Hij creëerde de lakonieke en avontuurlijke fotograaf-jour nalist Lex van der Tuyn Wale- Na een flinke periode van rust laat Van den Broek hem nu al weer enkele jaren achtereen opdraven.dn 'Ruiters tegen de hemel' voelt de pseudo-speur- der Lex nattigheid bij de opzet van een vakantiekolonie in Spanje voor Arabische oliemil jonairs. Van den Broeks achtergrond als economisch redacteur van de NRC komt hem dan goed van pas. Hij laat de hoofdfiguren van zijn verhaal danig gooche len met hun financiën. De gang van zaken wordt er zo niet doorzichtiger door. Maar in een ontspannen sfeer leidt Van den Broek zijn lezers toch naar een spectaculaire apotheose, een soort veldslag in die Spaanse 'speeltuin'. 'Ruiters tegen de hemel' door Joop van den Broek, verschenen hij SijthofT 15,50). Dat de werkelijkheid vaak kan opbieden tegen de fantasie kan men weer eens bevestigd zien in het boekje dat Nigel Blun- dell samenstelde. In 'Het grote boevenboek' haalt hij talloze om een of andere reden louche figuren in de herinnering te rug. Mannen en vrouwen, die ieder op hun eigen wijze een valse partij hebben meegebla- zen in het wereldorkest. Niet alleen beruchte fraudeurs, rovers en oplichters worden in korte samenvattingen nog eens voor 'herhaling' opgeroe pen, maar ook politieke figu ren die het met eerlijkheid of menselijkheid niet zo nauw hebben genomen. Dit alles gegarneerd met een kostelijke keuze van korte be richten over alle mogelijke vreemde en markante misda den en misdaadjes. Een aller aardigste collectie. 'Het grote boevenboek' van Nigel Blundell, verschenen bij In den Toren 19,50). Helen Maclnnes werd dezer da gen ook opnieuw op de toon bank geworpen. De inmiddels bijna 77-jarige schrijfster heeft literair gezien een vruchtbaar leven achter de rug. Enkele van haar vele boe ken zijn verfilmd. De meeste van haar werken zijn ook in het Nederlands versche nen, zodat men kan weten dat Helen Maclnnes het gevaar veelal in de neo-nazistische of communistische hoek zoekt. Haar afschuw voor totalitaire regimes klinkt in al haar boe ken door. Haar helden komen steevast uit het westelijke kamp. Maar dat Helen Maclnnes zo'n verhaal vaart en allure weet te geven kan men nu weer erva ren in 'Confrontatie op Cap Martin', haar twaalfde boek dat bij Sijthoff is uitgegeven. Ove rigens een werk dat dateert uit 1976 en al eerder onder de titel 'Het verdwenen memoran dum' in ons land werd ver kocht. Dvaid Wiltse was voor mij nog een volslagen onbekende toen ik aan 'Het helse donker' be gon. Nu zal ik die naam niet licht meer vergeten, zijn ver haal heeft indruk gemaakt. Brute jeugdervaringen hebben van de hoofdpersoon niet al leen een gespleten persoonlijk heid gemaakt, maar later ook een bijna rituele moordenaar, die het vooral op zwangere vrouwen heeft gemunt. Een gruwelijk vergiftigde geest, die aanvankelijk de Newyorkse re chercheur Sandy Block en zijn collega Florio nergens houvast geeft. Tot Sandy's vrouw Sheila zelf in verwachting raakt. De tot dan toe duidelijke verhouding tus sen jager en prooi raakt op dat moment vertroebeld. De ont knoping is verrassend, mis schien niet helemaal verant woord maar in elk geval in drukwekkend. Goed vakman schap van David Wiltse. "De blik is bij het schrijven van dit boek gericht geweest als in de diepten van een avondhe mel, - maar van een hemel vol bloedig rood, zwaar en woest van dreigend loodgrijs, vol val- schen koperen schijn". Deze, enigszins pathetische, vol zin vloeide uit de pen van de literair begaafde historicus Jo- han Huizinga toen hij in 1919 een voorbericht moest schrij ven bij de eerste druk van zijn inmiddels klassiek geworden boek "Herfsttij der Middeleeu wen", een studie over levens- en gedachtenvormen in de veertiende en vijftiende eeuw in Frankrijk en de Nederlan den. De verwoording van Huizinga's artistieke gezichtspunt zou niet hebben misstaan op de achterflap van Umberto Eco's lijvige roman "De naam van de roos", die onlangs in de verta ling van Jenny Tuin en Pietha de Voogd bij uitgeverij Bert Bakker is verschenen. Men had, bij wijze van spreken, al leen maar de letters 'ch' uit het adjectief 'valschen' behoeven weg te schrappen. Eco, een vooraanstaand Italiaans wetenschapper op het gebied van de semiotiek (leer der te kens), schreef deze rornan om dat hij op middelbare leeftijd ontdekte dat men 'over datge ne waarover men niet kan theoretiseren moet vertellen'. Dat neemt niet weg dat zijn boek, ondanks - of misschien juist dankzij - het ontbreken van wetenschappelijke preten ties, evenals 'Herfsttij der Mid deleeuwen' een voortreffelijk beeld oproept van een door pest, ketterverbrandingen en godsdiensttwisten geteisterd tijdsgewricht. In de introductie, die door haar nodeloze ingewikkeldheid nogal wat doorzettingsvermo gen van de lezer vergt, legt Eco uit dat hij de geschiedenis, waarvan hij aanstonds zal gaan verhalen, heeft aangetroffen in een oud manuscript. In dit do cument heeft de oude monnik Adson de gruwelen opgete kend die hij als jonge novice heeft meegemaakt in een abdij in Noord-Italië, een abdij waar van de naam om redenen van discretie wordt verzwegen.- Het verslag dat Adson ons pre senteert is verdeeld in zeven dagen en elke dag in perioden overeenkomend met de ge bedstijden in de abdij. Het dra ma speelt zich af in de laatste week van november 1327. Broeder William Van Basker ville, een geleerde Francisca ner monnik uit Engeland, komt als speciaal gezant van de Duitse keizer Lodewijk van Beieren met een uiterst delica te diplomatieke missie naar Italië. Als oud-inquisiteur heeft hij tot taak gekregen een ontmoeting te organiseren tus sen de van ketterij verdachte Franciscanen en de afgevaar digden van de in Avignon zete lende paus Johannes XXII. Keizer Lodewijk en paus Johan nes zijn op dat moment in een hevige politieke en ideologis che machtstrijd gewikkeld. In zet van het geschikt is: strekt de macht van de kerkvader zich ook uit tot het beheer van wat des werelds is, of is dat een privilege dat alleen aan de 'ge wone' vorsten is voorbehou den? William van Baskerville wordt al op de eerste dag van zijn ver blijf in de abdij geconfronteerd met een raadselachtige moord. De abt, die vreest dat de afge zanten van de paus deze ge beurtenis zullen aangrijpen om de Franciscaner orde in diskre diet te brengen, vraagt William of hij zich wil belasten met de opheldering van deze onver kwikkelijke affaire. Geassis teerd door de jonge novice Ad son (Watson), als een Sherlock Homes avant-la-lettre, werpt de erudiete William, die al bij zijn aankomst een verbluffend staaltje van combineren en de duceren heeft laten zien, zich op de ontraadseling van de moord. De gruweldaad blijkt de eerste in een reeks te zijn. Meteen de tweede dag is het alweer raak. 's Nachts, tijdens de metten, wordt het lijk van een andere monnik gevonden. Hij is, met zijn hoofd naar beneden, in een kruik met varkensbloed gezet. William en Adsons verblijf in de abdij ontwikkelt zich tot een periode vol apocalyptische verschrikkingen. Er worden in de zeven dagen dat zij er te gast zijn maar liefst zeven moorden gepleegd. William komt er al snel achter dat alle slachtoffers één ding gemeen hadden: ze wilden allemaal een bepaald 'heidens' boek in handen krij gen, dat zich bevindt in de la- byrintvormige bibliotheek van de abdij Umberto Eco William is nog volop bezig met zijn onderzoek als het pause lijk gezantschap en de van ket terij verdachte Franciscanen arriveren, zodat er van zijn be middelende rol niet veel te rechtkomt. Op humoristische wijze wordt door Eco beschre ven hoe beide partijen elkaar de huid vol schelden en hoe het uiteindelijk zelfs tot een handgemeen komt. "De naam van de roos" laat zich lezen als een spannende detec tiveroman. Alle ingrediënten die kenmerkend zijn voor dit genre zijn aanwezig. Maar niet alleen de spanning komt in dit boek aan bod; het is ook rijke lijk gelardeerd met bespiege lingen van metafysische aard. Kwesties die aan de orde ko men zijn: heeft God ooit gela chen, en heeft hij ooit iets in eigendom bezeten. Over dat lachen zegt de blinde Jorge die veel gelijkenis ver toont met Borges "De geest is alleen sereen wanneer hij de waarheid aanschouwt en zich in het volmaakt goede ver heugt, en men lacht niet om de waarheid en om het goede. Daarom lachte Christus ook niet. De lach is een haard van twijfel... Door te lachen, zegt de dwaas impliciet: 'God be staat niet'Niet bepaald een aangenaam heerschap dus, die Jorge. Zowel Benedictijnen als Franciscanen weet hij de stui pen op het lijf te jagen met een donderpreek die niet onder doet voor die in James Joyce's roman "A Portrait of the Artist as a Young Man". Eco's monumentale roman laat prachtige staaltjes zien van de listige, perfide redeneertrant die de theologen van die tijd er op nahielden om het gelijk aan hun kant en de ketters in het vuur te krijgen. (pr-fot Het geïntrigeer van de monniken onderling, de huiveringwek kende tocht van William en zijn assistent door het labyrint van de bibliotheek en de zon deval die de laatste doormaakt als hij zich vergrijpt aan een arm boerenmeisje; het wordt door Eco op onnavolgbare wij ze beschreven. De abdij wordt een microkosmos, waarin vooral het kwaad goed gedijt. "De naam van de roos" is een heerlijk boek, dat geschreven lijkt voor het naar spannende avonturen smachtende kind dat in iedere volwassene nog wel ergens huist. CEES VAN HOORE Umberto Eco, de naam van de roos, vertaald door Jenny Tuin en Pie tha de Voogd, met medewerking van prof. dr. Th. van Velthoven, uitgeverij Bert Bakker, Amster dam 1983, 39,50. Jacob Israël de Haan verwierf beroemdheid, of beter: be ruchtheid, met zijn roman Pij- pelijntjes. Een aantal lieden er gerde zich aan de homoseksue le inslag. Onder hen: P.L. Tak. De grap is natuurlijk dat die Tak nu welbeschouwd alleen nog maar bekend is als oppo sant van De Haan. Jacob was een veelzijdig man. In den be ginne 'omhelsde' hij het natu ralisme, later evenwel - tussen 1907 en 1910 - publiceerde De Haan een aantal zogenaamde vertellingen. Deze verhalen zijn nu voor het eerst gebundeld verkrijgbaar dank zij Rob Delvigne en Leo Ross. Decadente verhalen zijn het, waarin, om met Gerard Reve te spreken, geen normaal mens voorkomt. Oplichting, een gru welijke ziekte, mensen die ab sint drinken: romantic agony, lezer! De verhalen van De Haan schitteren als valse juwe len, en dat was natuurlijk ook zijn bedoeling. Moraalpredi kers moeten dit boekje ongele zen laten, dat spreekt. Het is niet geschreven voor mensen met een domineesmentaliteit. Je mag de vertellingen niet moreel beoordelen. Kunst om de kunst, en verder geen ge zeur. Frans Netscher had gelijk toen hij in 1908 schreef: "Deze Vertellingen zijn van een ex quise en curieuze schoon heid". WIM BRANDS Nerveuze vertellingen, Jacob Israël de Haan. Uitgeverij Bert Bakker. Prijs: 24,50. Stefan Themerson was een tijdlang een onbekende voor de mees te Nederlandse literatuurliefhebbers. Hij werd gelezen door een select publiek. Pas nadat hy de jaarlijkse Huizingalezing had gehouden in de Leidse Pieterskerk kon hij zich verheugen in een grotere belangstelling. Themerson is geboren in Polen, maar hij woont al weer geruime tijd in Engeland. Hij schreef een aan tal filosofische boeken, boeken die opvielen door het oorspron kelijke denkwerk dat TÏiemerson verrichtte. Themerson schreef echter ook kinderboeken. Tien om precies te zijn. Onlangs verscheen bij de Nederlandse uitgeverij De Bezige Bij 'Meneer Bruis bouwt zijn huis'. 'Mr. Rouse Builds His House' (1951) is de Engelse vertaling/ bewerking van 'Pan Tom Budqje Dom' (1938). Ik neem aan dat Barbara Wright hem hielp bij dat werk, op een andere manier kan ik haar co-auteurschap niet verklaren. Nicolaas Matsier vertaalde het boekje waarin teke ningen staan van de vrouw van Themerson, Franciszka. Hij deed dat kundig zoals je mag verwachten van iemand die het werk van Themerson zeer is toegenegen en al vaker boeken van hem vertaalde. In het begin van 'Meneer Bruis bouwt zijn huis' maken we kennis met meneer Thomas Bruis die graag een huis wil hebben. Wat blijkt tijdens zijn bezoek aan meneer Hilarius Bouwer, de archi tect? Het is helemaal nog niet zo eenvoudig om een huis te laten bouwen. Je hebt huizen en huizen en huizen en huizen, zo leert hij. "Dit is het huis van de slak, groot is 't niet, maar hij is onder dak," zei meneer Hilarius Bouwer, de architect. Uiteindelijk komen ze er dan toch uit: er kan worden begonnen met de bouw van het huis. Bij die werkzaamheden wil meneer Bruis graag aanwezig zijn. Dat kan ook, maar helaas neemt hij telkens de verkeerde vervoersmiddelen, zodat het huis al klaar is als hij aankomt. Desalniettemin is meneer Bruis zeer ver heugd. "Hoera! Hoera voor iedereen en alles!" herhaalde hij, hij opende zijn paraplu en zeilde omlaag naar de grond". Meneer Bruis denkt nu dat hij overal af is. Maar hoe zit het met het licht, stroom en water? Nog genoeg te doen, merkt meneer Bruis. Natuurlijk komt het allemaal goed: dat huis stort heus niet in, aan het eind van het boekje kan Thomas Bruis zeer tevreden zijn. Dit werkje van Themerson is geschikt om voor te lezen aan de zeer jeugdigen. En geef het ook gerust cadeau aan de al wat oudere kinderen. Trouwens, ondergetekende die weliswaar nog lang niet aan zyn pensioen toe is, maar toch de kinderschoenen al is ontgroeid, heeft ook genoten van dit boekje. WIM BRANDS Ida De 6-jarige Ida is een meisje met een rijke fantasie, tot groot ver maak van haar omgeving. Ze amuseert zich uitstekend met jong en oud, in gezelschap of alleen. Haar belevenissen staan be schreven in 'Met Ida' en 'Wat denkt Ida'. Het eerste boek, waarin Ida nog op de kleuterschool zit, is losser van samenhang dan het tweede. In 'Met Ida' draait het om ge beurtenissen als 'de grote zwijgdag' gevolgd door 'de grote praatdag', ontmoetingen met buurtgenoten, naar de kleuter school, en vooral de gesprekken tussen Ida en opa. 'Wat denkt Ida' gaat voornamelijk over de verstoorde band tussen Ida en opa. Tot Ida's grote verdriet is haar opa hertrouwd en heeft hij niet meer zo'n behoefte aan zijn kleindochter. Het meisje is ver drietig en jaloers op opa's jonge vrouw. Haar grootvader en bes te vriend heeft haar in de steek gelaten, vindt ze. En ondanks de pogingen van opa en zijn vrouw om 'het weer goed te maken', volhardt het meisje in haar stugge houding. Haarscherp en indringend wordt beschreven hoe het meisje wor stelt met haar gevoelens. Ida en haar grootvader worden met zo veel liefde geportretteerd, dat de lezer niets anders kan dan het meisje in het hart sluiten. Schrijfster Maud Reutersward heeft met 'Wat denkt Ida' het sterkste boek van de reeks geschreven. Beide boeken bevatten aantrekkelijke voorleesstof voor jonge kinderen. Sommige hoofdstukken zijn te lang, waardoor de aan dacht kan verslappen. Gezien de moeilijkheidsgraad van het taalgebruik zijn de boeken alleen geschikt om voor te lezen. n der Beek. ill. MARGOT KLOMPMAKER. Veel moois en fraais aan litera tuur gaat ons dezer dagen onge merkt voorbij: er is een berg van boeken en alleen de top er van komt gewoonlijk voor be spreking in aanmerking. Dat is jammer, omdat ook aan de voet van de heuvel edelge steente voor het oprapen kan liggen. Hieronder dan ook in kort bestek een bescheiden overzicht van de literaire onderkant - wie weet hoeveel flonkerends de ware literaire zoeker er aan treft... Nostalgie naar het vooroorlogse jazz-tijdperk zal niet vreemd zijn aan de nog voortdurende en levendige belangstelling voor het werk van F. Scott Fitzgerald. Een leuke aanschaf ADVERTENTIE BOEKHANDEL DE KLER LEIDEN-LEIDERDORP OEGSTGEEST-KATWIJK VOORSCHOTEN Alle op deze pagina besproken boeken zijn bij ons dlrekt lever baar, óf vla onze TERMINAL te bestellen en dan binnen drie da gen verkrijgbaar. lijkt dus Neerslag uit het para dijs ("Bits of Paradise"), een bundel met Scott Fitzgeralds onverzamelde verhalen èn die van zijn vrouw Zelda. "De be slissing om ze te combineren is genomen vanwege de intieme en complexe relatie tussen hun beider verhalen. Ze putten uit dezelfde bronnen en ofschoon ze zelden samen schreven, weerspiegelt hun werk een emotionele samenwerking", verzekert de flaptekst nogal vaag. Een mooie paperback met verhelderend voorwoord van Scottie Fitzgerald Smith en beknopte inleiding door Matthew J. Bruccoli. F. Scott Fitzgerald en Zelda Fitzge rald, Neerslag uit het paradijs. Uitg. Loeb/W&L Boeken, Amster dam 1983, 34,50 vertaling Carel Limonard. Van de Skandinavische litera tuur verschijnt hier niet zóveel in vertaling dat men er regel matig recensies van aantreft (binnenkort wel op deze plek een bespreking van werk van de Zweedse auteur P. Jersild!). Vooral uitgeverij Manteau roert zich hier. recent in verta ling verscheen E 18, een humo ristische vakantieroman van de Noorse schrijver Knut Fald- bakken, al bekend van Avond land cn Sweetwater. Over Alis Hamre, een jonge ge scheiden vrouw met een doch tertje van vier, die zich geen dure vakantie kan veroorlo ven. "Op een zonnige dag krijgt ze langs de E 18 een lift van een vrachtwagenchauffeur met een scheve grijns en een meer dan scheve verhouding tot de maatschappij. Hun tocht langs allerlei campings is een uitstapje door Noorwegens vakantieland met alle mythen en rituelen die daar een onder- deel van vormen". De eerste, levendig geschreven bladzij den verleiden tot dóórlezen - het boek ligt dan ook al op mijn vakantiestapeltje... Knut Faldbakken, E 18. Uit het Noors vertaald door Paula Ste vens. Uitg. Manteau, Amsterdam 1983, 27,50. Marcellus Emants (1848-1923) behoorde tot onze naturalisti sche stroming, wat veel som berte in zijn werk tot gevolg had: met de grootst mogelijke tegenzin las ik op school ziin Een nagelaten bekentenis uit 1894. Nieuwsgieriger ben ik naar zijn reisimpressies en -verslagen, waarvan Langs de Nijl (oorspr. 1884) net opnieuw is uitgegeven. Na een cultuur- toeristisch verblijf in Cairo vaart de auteur de Nijl op tot Aboe Simbel in Numbië. Om dat u en ik daar ook nog nooit zijn geweest, moeten we Emants Nijltocht wel plaats vervangend volgen. Een keurig boekje, deze "aante keningen van een toerist", uit de prima serie "Op Schrijvers Voeten". Benieuwd naar Emants' bovenvermelde som berheid, las ik de laatste blad zij vast: "Maar toen de volgen de morgen de eerste straal van de stijgende Horus voor de één millioen en zoveel honderddui zendste maal wéér de strakke lippen van zijn lievelingszoon kuste, was 't alsof er een glim lach omheenspeelde bitter koud, en onbeschrijfelijk ver achtend". (p.171). Marcellus Emants, Langs de Niji Aantekeningen van een toerist. Nawoord Peter Winkels. Uitg. Veen, serie Op Schrijvers Voeten, Utrecht/Antwerpen 1983, 16,90. Een tijdje geleden was er bij Son- ja op tv een jongen te bestude ren die verliefd was geworden op een (Thaïs) meisje dat een jongen bleek. Dat gaf tal van narigheden, operaties en on kiese, begerige blikken van Sonja en haar gasten. Veel meer herinner ik me daar niet Onder de titel Katoi, een onge wone liefde heeft Henk Roo- zendaal in romanvorm verslag gedaan van zijn relatie. Niet slecht voor een debutant: het verhaal is vlot, met vaart, sex en tederheid geschreven. Zon der die herinnering aan Sonja en haar gasten (de auteur uit gezonderd: een misschien domme, maar pretentieloze jongen) was lezing van Katoi me zeker beter bevallen. Toch geen roman voor voyeurs al leen. Henk Roozendaal, Katoi. Een onge wone liefde. Uit. Veen, Utrecht/ Antwerpen 1983, 18,90. Hoog opgetast bij de kassa der boekhandels ligt overal Tejo, "de lotgevallen van een geë mancipeerde man" door Koos Meinderts en Harrie Jekkers. Zie, alweer, Sorya. Een grappig boekje over een moderne suk kel, vreselijk gehuwd met een onaanraakbare feministische lesbienne, voorzien van een wat slimmer zoontje en behept met tal van idiote en voorspel bare frustaties. Een boekje vol gestoorde types: "Egbert bleek een en al begrip en had bovendien heel zinnige ideeën. Hij werkte als andra- goog bij de stichting 'Zithoek- werk', die vanuit een geheel nieuwe optiek en met een to taal andere aanpak impasses binnen relaties probeerde te doorbreken". Het grovere schaterwerk dus - al kon er bij mij zelden een lachje af. Een stripverhaal zonder plaatjes. Koos Meinderts en Harrie Jekkers, Tejo. De lotgevallen van een geë mancipeerde man. Uitg. De Har monie, Amsterdam 1983, 14,90. Uitvoeriger bespreking dan hier mogelijk nog verdient De we gen der verbeelding, de nieuwste roman van Hella Haasse. Het is, zegt de flap tekst, "een boek met veel trom- pe l'oeil en veel labyrinten, want daar houdt de schrijfster van". Soit. Hoofdpersoon is tijdschriftre dacteur Klaas Welling die on uitgegeven werk van een onbe kend Nederlands dichter ont dekt. Op weg voor een vakan tie aan de Franse zuidkust krijgt hij panne en hulp van een vrachtwagenchauffeur die "vreemde verhalen" blijkt te verzinnen "waarin hij heimelij ke angsten afreageert". Tijdens de vakantie gebeuren er aller lei onverklaarbare dingen... verschillende interpretaties, langs uiteenlopende wegen der verbeelding, lijken mogelijk. Hella S. Haasse, De wegen der ver beelding. Uitg. Querido, Amster dam 1983, 27,50. Momenteel zyn er nogal wat co lumnisten (Rubinstein, Spaan e.a.) die hun verspreid in dag en weekbladen gepubliceerde stukjes gebundeld hebben. Het resultaat is uiteraard vaak van wisselende kwaliteit (niet alles b.v. van Renate Rubin stein of Laune Langenbach is steeds goed, leuk of zelfs lees baar); dat geldt niet voor J.H. Donner, wiens onder de ferme titel Van Computers, Politiek, Amsterdam 8c een klein meis je gebundelde stukjes ik uiter mate geboeid gelezen en geno ten heb. Geschreven in een ei genzinnige, soms korzelige, soms heel geestige en plecht statige stijl. Vrij filosofische onderwerpen, maar niet altijd, zoals dat van De goede vrouw ("De goede vrouw is het snelst te herken nen aan haar innerlijke relatie tot het stofwisselingsproces"). Zeer aanbevolen. J.H. Donner, Van Computers, Poli tiek, Amsterdam een klein meis je. Uitg. Bert Bakker, Amsterdam 1983, J 19,50. ROB VOOREN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 15