Computers
krijgen grip
op privacy
De vredesactivist
PAGINA X
Kerstbijlage Leidsch/Alphens Dagblad
ZATERDAG 24 DECEMBER 1983
Scene 1:
De verslaggever: Goedemor
genkunt u mij verbinden met
de computer-herkennings
dienst?"
De telefoniste: „Wat wilt u
weten?"
De verslaggever: „Ik wil
graag weten welke gegevens
over mij bij de politie bekend
zijn"
De telefoniste: „Heeft u dan
een crimineel verleden?
De verslaggever, liegend:
Ja"
De telefoniste: „Dan weet u
zelf toch wat er over u bekend
is?"
Scene 2:
De verslaggever: „Ik wil
graag het adres van een oude
vriend. Ik weet dat hij in deze
stad moet wonen." De chef van
de burgerlijke stand: „U moet
uw verzoek schriftelijk indie
nen. Daarbij moet u de reden
van uw verzoek vermelden."
De verslaggever: „Waarom
wilt u dat wetenDe chef van
de burgerlijke stand: „De gege
vens zijn geheim. Wij wegen het
belang van uw verzoek af.
Waarschijnlijk vragen wij uw
vriend toestemming om aan uw
verzoek te voldoen." De verslag
gever: „Mag ik wel de informa
tie over mijzelf inzien en even
tueel corrigeren?" De chef van
de burgerlijke stand: Ja, als u
zich kunt legitimeren. Maar
correcties zijn moeilijker. Als u
zegt dat u in 1925 bent geboren,
terwijl er 1905 staat, zullen we
dat niet zomaar veranderen."
Scene 3:
De verslaggever: „Ik wil
graag inzage in mijn medische
geschiedenis" De administra
teur van het ziekenhuis: „Kunt
u zich legitimeren?" De admini
strateur, even later: „Dit staat
er over u in. Wilt u een compu
teruitdraai?" De verslaggever:
„Dit zijn niet mijn medische ge
gevens". De administrateur:
„Die zijn geheim, daar komt
niemand bij. U moet uw specia
list inzage vragen. Hij zal dan
beoordelen of dat mag. Patiën
ten hebben nog geen recht om
hun medische gegevens in te
Scene 4:
De verslaggever: „Ik wil
graag weten hoe ik in de com
puters van het Bureau Krediet
registratie voorkom". De BKR-
medewerkster: „Dan moet u
even bij een willekeurige bank
binnenlopen. Na legitimatie
vult u een formulier in en wij
sturen u daarna aangetekend
een computeruitdraai." De ver
slaggever: „Is dat service? De
BKR-medewerkster: „Dat kost
tien gulden" De verslaggever:
Even later bij de bank.
De bankbediende: „Bent u
een relatie van ons?" De ver
slaggever: „Nee." De bankbe
diende: „Sorry, dan helpen we
u niet." (Alle ingesloten bedrij
ven en banken kunnen bij de
BKR nagaan hoeveel schulden
hun klanten hebben. Afhanke
lijk daarvan wordt besloten of
het verantwoord is nieuwe kre
dieten te verstrekken).
Ir. De Koning, de privacy-
specialist van de Consu
mentenbond: "Grof ge
steld: in het Westen mag al
les, tenzij het verboden is.
In het Oostblok mag niets,
tenzij het is toegstaan. Heel
langzaam accepteren wij de
stijl van het Oostblok. Dat
willen we niet, want dat is
in strijd met de democratie.
Maar we doen het wel, om
dat ook bij ons de persoon
lijke levenssfeer onvoldoen
de als waarde geldt".
Privacy moet een waarde
zijn, die vooraf in de besluitvor
ming van bepaalde ontwikke
lingen meetelt, vindt De Ko
ning. Daar is zelden sprake van
geweest. De politiek heeft zich
in de jaren zeventig weliswaar
druk gemaakt over de persoon
lijke levenssfeer. Maar het ging
altijd over het achteraf regelen
van de privacy.
Die tijd lijkt helemaal voorbij.
Andere waarden worden be
langrijker. De Koning: „De
overheid heeft geldgebrek. Ie
dereen moet inleveren. Zo
krijgt fraudebestrijding een ho
gere waarde en wordt daarmee
de persoonlijke levenssfeer
weer als luxe gezien. De poli
tiek laat dit gebeuren."
„Voortdurend worden door
bedrijven en maar vooral ook
door overheden nieuwe slimme
systemen met persoonsgege
vens ingevoerd. Daarmee
wordt de invloed op burgers
vergroot Met de meest simpele
de privacywet. De wet blijft
evenwel nodig om te bepalen
wat de burger met zijn eigen
gegevens mag doen. „Met dat
inzage- en correctierecht zal het
ook allemaal wel goedkomen.
Waar het om gaat is dat er ie
dere keer weer een stukje van
de persoonlijke levenssfeer
wordt afgeknabbeld. Dat is
achteraf met een privacywet
niet meer goed te maken."
Extra problemen voor de pri
vacy is het gebruik van de com
puter als speelgoed. „Niets is zo
spannend om te kijken of je
kan inbreken in andere compu
ters. Het leidt tot een nieuw
soort fraude en waarschijnlijke
tegenmaatregelen die de con
trole op de burgers weer meer
vergroten."
Volksstelling
In 1971 kwam de privacy
voor het eerst aan de orde in de
politiek, toen een volkstelling
zou worden gehouden. Er werd
gereageerd op de weerstand
onder grote delen van de bevol
king tegen de telling. Wat gaat
er met al die gegevens gebeu
ren, was de vraag van het volk.
Politici vonden dat de volks
telling moest worden uitge
steld en dat eerst de bescher
ming van de persoonlijke le
venssfeer bij wet moest worden
beschermd. Er werden com
missies ingesteld en dat resul
teerde in een wetsontwerp in
1981.
Ondertussen ging de tech
niek door en kregen de ambte
naren steeds meer wensen. Op
het ministerie van binnenland
se zaken werd een plan ge
maakt om de bevolkingsadmi
nistratie deels te automatise
ren. Er zou een computercen
trum komen, dat bevolkingsge
gevens van gemeenten electro-
Thomas van Duin is lid van het
Leidse Platform Kruisraketten
Nee! Hij vreest dat de toekomst
er eng gaat uitzien. "Wat 1984
betreft ben ik zeer gespannen.
Het volgende jaar kunnen we
misschien angstige dingen
meemaken", zegt Van Duin.
Eng, gespannen, angstig:
voorwaar geen woorden die de
mens vrolijk stemmen. Kan
Van Duin zijn pessimisme
toelichten? "Nou kijk, de
vredesbeweging bereidt zich
voor op harde acties. Het is niet
ondenkbaar dat er grimmige
situaties zullen ontstaan. Ik
verwacht botsingen. We zullen
moeten laten zien dat we zeer
strijdbaar zijn".
Hij is naar eigen zeggen niet
fatalistisch. Tegenstanders
zullen er volgens hem niet in
slagen om de vredesbeweging
te demoraliseren. Hoewel hij
wel een slag om de arm houdt.
"Ja kijk, als ze blijven
uitstellen, dus in Den Haag niet
snel een beslissing nemen over
de kruisraketten, dan is het
mogelijk dat de
vredesbeweging de wind uit de
zeilen wordt genomen. Ik
bedoel, dan kan het zijn dat een
aantal mensen
gedemoraliseerd zal raken.
Wachten is niet leuk, en we
wachten bovendien al een
tijdje op een besluit".
Wordt het kruisraketten nee! of
kruisraketten ja! Wat denkt
Van Duin? "Nee!,nee!
verwacht ik. Ze kunnen in Den
Haag tenslotte niet om het feit
heen dat het verzet afkomstig is
uit verschillende lagen van de
bevolking. De druk is groot".
En als de regering ja zegt, wat
dan Van Duin? "Dan zijn ze
nog niet van ons af. Dan krijg je
verzet, heftig verzet. Heus,
geloof me, dat kan ik je op een
briefje geven. Maar er is hoop:
wij kunnen protesteren".
Er zijn tienduizenden computertoestanden waarin de persoonlijke gegevens van
Jan en alleman liggen opgeslagen. Iedere keer weer geven we argeloos naam, adres
en eventuele andere gegevens prijs aan steriele geheugens, die - eenmaal aan
elkaar gekoppeld, wat technisch zeer goed mogelijk is - een heel leven in beeld
kunnen laten verschijnen. De wetgever staat intussen met twee linkerhanden toe
te kijken.
gegevens kan je iemands priva
cy aantasten. Dat gebeurt als ie
mand de gegevens voor iets ge
bruikt, waarvoor ze oorspron
kelijk niet zijn opgeslagen. On
gevoelige gegevens bestaan
niet."
Als voorbeeld geeft hij het
gebruik van girobetaalkaarten.
Onschuldig op het eerste ge
zicht. Maar een supermarkt kan
in samenhang met de streepjes
code op de artikelen het koop
gedrag van vaste klanten na
gaan en daarmee die klant ma
nipuleren. Er zijn al postorder
bedrijven die aan de hand van
bestellingen klanten aanschrij
ven met haarscherp geschre
ven brieven die op bepaalde
produkten wijzen die voor die
klant interessant zijn.
Dichterbij
De Koning signaleert dat de
doelstellingen van huidige
computerbestanden zich
steeds verder uitbreiden. „Aan
de hand van de gegevens kan
de overheid bepalen of ik wel
in de voor mij juiste woning
woon. Of ik wel terecht verdien
wat ik verdien. Is het goed als
een surveillerende politieman
in één oogopslag vóóraf kan
zien of ik in Groningen een ver
keersovertreding heb begaan.
Dat zijn steeds stapjes dichter
bij."
De burgerij maakt zich hief
niet druk over, omdat ze naar
zijn idee het overzicht van de
bedreiging mist. Ieder bestand
op zich lijkt onschuldig; maar
het totaal van nu al honderd
duizend stuks is juist angstaan
jagend, vooral als ze met elk^r
in verband worden gebracht.
„Misschien worden we nog wel
eens wakker. Of het is al zo in
onze cultuur verweven, dat nie
mand zich er aan stoort."
Het ergert De Koning dat in
voering van de meeste compu
terbestanden plaatsvindt zon
der politieke bemoeienis. De
Koning: „Willen we met z'n al
len een genetica-bank, waarin
de erfelijkheidsgegevens van
vele families worden opgesla
gen? Is dat maatschappelijk af
gewogen in de Tweede Kamer?
Nee, dat is een administratieve
beslissing geweest in de Zie
kenfondsraad. En niemand
weet of de huidige doelstellin
gen van deze gegevensbank
straks niet ongemerkt zullen
worden verbreed."
Hij vindt een beoordeling
van de noodzaak van compu
terbestanden belangrijker dan
nisch onder rijksdiensten zou
verspreiden.
Dit plan voor de Centrale
Personen Administratie moest
ook in een wet worden gere
geld. Maar de behandeling kon
niet plaatsvinden als de priva
cywet nog niet van kracht was.
Dat is nog steeds niet het geval
en het ziet er niet naar uit dat
daar binnen afzienbare tijd ver
andering in komt.
Minister Rietkerk (binnen
landse zaken) heeft onlangs be
sloten het wetsontwerp op de
Centrale Personenadministra-
tie (CPA) in te trekken. De
voortgang van de techniek
wacht toch echt niet op de bu
reaucratie. Er ligt nu een nieuw
plan, waarin de automatisering
veel verder is doorgevoerd.
Het plan eist dat alle gemeen
ten hun bevolkingsregisters en
burgerlijke standen in compu
ters opslaan. Dan hoeft het
computercentrum, waarin het
nu ingetrokken plan voorzag,
niet te worden gebouwd. Er
was kritiek op dit centrum om
dat hier de gegevens van de he
le Nederlandse bevolking zou
den liggen. Maar voor de bur
ger verandert er niets.
Gelukkig
Ir. Tas, directeur van de di
rectie overheidsorganisatie en
-automatiseringen, zegt dat ie
dereen gelukkig kan zijn met
het nieuwe plan voor de bevol
kingsadministratie. „De priva
cy blijft zo een zaak van de ge
meenten zelf. Inbraak in de
computers is ondanks beveili
ging wel mogelijk, maar dat is
nauwelijks te voorkomen.
Trouwens, nu zijn de papieren
persoonskaarten in de gemeen
telijke kasten ook niet optimaal
te beveiligen."
Het gevaar van automatisering
is dat andere computers heel
gemakkelijk aan de elektro
nisch opgeslagen bevolkings
gegevens zijn te koppelen. Een
overheid kan op die manier een
beeld van bepaalde burgers
krijgen. Ook is de overheid in
staat de controle op diezelfde
burger te vergroten.
Tas erkent dat. Hij vindt ech
ter dat daarover niet schichtig
gedaan moet worden, omdat
die gegevens nu ook al beschik
baar zijn. Het enige verschil is
dat die zodadelijk veel sneller
zijn te vergaren.
„Emotioneel reagerend, zeg
ik ook: de burger wordt steeds
meer in een hoek gedrukt. De
door Weert Schenk
politiek moet betalen waar de
grenzen van het koppelen van
gegevens ligt. En mensen die
daarmee over de schreef gaan,
moet je kunnen pakken."
De topambtenaar van Bin
nenlandse Zaken heeft echter
de indruk dat de politiek niet
zo geïnteresseerd is in het on
derwerp, omdat het grote pu
bliek dat ook niet is. Hij gaat er
wel van uit dat het parlement
over het nieuwe plan iets te
zeggen krijgt.
„Er zijn genoeg ambtenaren
die vinden dat we dat soort din
gen niet meer bij de wet moe
ten regelen. Dat geeft hun gro
tere vrijheden. Ik hoor niet bij
die groep. Ik vind dat de poli
tiek moet beslissen. Juist om
dat het gevolgen kan hebben
voor de persoonlijke levens
sfeer."
Tas vervolgt: „Mijn grote
zorg is dat de hele informatie
voorziening niet politiek wordt
bestuurd. En de toestand gaat
door, zonder dat de politiek bij
voorbeeld uitspreekt dat be
drijven bepaalde gegevens niet
in computers mogen opslaan of
gebruiken. Er is wildgroei. Ik
denk dat het komt omdat de
politici denken: de techniek is
te ingewikkeld, dat snap ik
niet."
De politiek
CDA-Kamerlid Sytze Faber,
privacy-deskundige van zijn
fractie, zegt dat het parlement
niets te verwijten valt over de
lijdensweg van de privacywet.
„De vorige minister van justi
tie, De Ruiter, heeft geen priori
teit aan de wet gegeven."
De Tweede Kamer vond de
wet die De Ruiter in 1981 in
diende veel te ingewikkeld. Hij
moest een andere maken. On
dertussen zou er een noodwetje
komen. Een jaar geleden is dat
bij de Kamer ingediend, maar
de behandeling laat nog steeds
op zich wachten.
Ook andere wetten die met
privacy te maken hebben, zoals
die op de politieregistratie en
de justiële documentatie, blij
ven vastzitten. „De departe
menten houden ze op", zegt Fa
ber, „we hebben er al diverse
malen om gevraagd, maar het
komt niet. Dat is erg frustre
rend, want meer kunnen we
niet doen."
Het Kamerlid wil het parle
ment niet helemaal vrijpleiten.
„Privacy is ingewikkeld. Het is
ondoenlijk om het goed in de
gaten te houden. Je zou er te
veel tijd aan moeten besteden.
Maar het heeft ook geen priori
teit en vaak ontbreekt de des
kundigheid."
Hij erkent dat het nu een war
winkel is. Regels ontbreken.
Hij constateert dat de politiek
de privacy nu aan de netheid
van de bedrijven overlaat. Fa
ber bespeurt in het bedrijfsle
ven een behoefte aan regule
ring. „Ze willen weten hoe
streng die wetten worden."
Handel
Het gebrek aan wetgeving
uit zich bijvoorbeeld in de han
del in computerbestanden. De
PTT verkoopt de adressenbe
standen naar Duitsland, zodat
telefoonabonnees weldra onge
vraagde post van de oosterbu
ren kunnen verwachten. Faber:
„Die handel is gevaarlijk. Een
geweldig manco in de wetge
ving."
De CDA'er vindt niet dat
men „koudwatervrees" moet
hebben voor computerbestan
den. „Maar je moet wel oplet
ten. Een brug te ver vind ik het
nagaan van koopgewoonten via
creditcards. Dat zou in de pri
vacywet bijvoorbeeld moeten
worden verboden. Het is een
voorbeeld hoe de zaak uit de
hand gaat lopen."
De politiek mag Gods water
niet over Gods akkers laten lo
pen, zegt Faber. „Je moet defi
nities over gevoeligheid van ge
gevens maken. Controles in
bouwen. Verspreiden van gege
vens aan derden strafbaar stel
len. Snel alle bestanden en
doelstellingen daarvan regi
streren. We denken erover om
zo langzamerhand zelf een
wetsontwerp te maken en in te
dienen."
Faber vindt niet dat de priva
cy ertoe mag leiden dat het
elektronisch opsporen van
strafbare feiten onmogelijk
wordt. „Maar ik kan me voor
stellen dat daar een zware pro
cedure vpor komt, zoals nu
voor het afluisteren van
telefoons geldt."
Hij keurt „een moderne wijze
van het opsporen van crimine
len" goed, omdat de maat
schappij geïndividualiseerd is.
„Vroeger had je de sociale con
trole van de omgeving. Die is
weg. Dan moet je de middelen
aanpassen. Daar ligt dan een
privicy-probleem, dat je moet
oplossen."
Bij die oplossingen moeten ver-*
schillende klippen worden om
zeild. „Maar je moet ook den
ken: wie niks te verbergen
heeft, heeft nergens last van.
Maar er zijn een aantal dingen
die niet geregistreerd mogen
worden, zoals huidskleur of
sexuele geaardheid. Daar
moet men van af blijven".