In het voetspoor van Orwell De kolenboer PAGINA II Kerstbijlage Leidsch/Alphens Dagblad ZATERDAG 24 DECEMBER 19a I I I Wat bezielde George Orwell - wiens eigenlijke naam Eric Blair was - om de laatste jaren van zijn leven te slijten op het onherbergzame Schotse eiland Jura? Onze Londense correspondent Henk Dam bezocht na een barre tocht de woning Barnhill waar Orwell "1984" schreef, en tracht aan de hand van een levensbeschrijving een antwoord op die vraag te Ooit voordat Columbus aan zijn grote avontuur be gon, waren de Hebriden het einde van de wereld. Wie vanaf Schotland koers zette in de richting van de onder gaande zon, wachtte eerst nog enkele van déze kale, onherbergzame eilanden. En dan water, niets dan wa ter. Ook nu nog lijkt het, of leven ;n beschaving langzaam uitdo ven bij deze gure, spaarzaam bewoonde eilandengroep. Zwarte, deels in mistflarden verhulde bergen, armelijke hei develden, stormen die zelden gaan liggen, nattigheid en kou bepalen het leven van alledag. Versterving die Vorm heeft ge kregen. De legenden die je op de He briden kunt horen, vertellen dit op hun eigen wijze. Het zijn on veranderlijk verhalen over de dood, over moorden, over zwar te elfen met bloeddorstige hon den en over wraakgierige groe ne weduwen. Over mannen met stierekoppen die in de schemering schapen wurgen. Dat soort verhalen. Op het eiland Jura, een van de binnen-Hebriden, mogen ze reizigers graag bang maken met het verhaal over de „Cail- lich", een heks. Een oude vrouw die beslist welke sche pen wèl en welke niet de golf van Corryvreckan met z'n eeu wige draaikolk, ten noorden van Jura, door mogen. Met een wee dram (een glaas je whisky) in de hand worden dan in de enige pub van Jura, die deel uitmaakt van het enige hotel van Jura, de verhalen ver teld over de schepen die nooit terugkeerden. „Ai boy, het is een vreemde en trieste plaats, de golf van Corryvreckan", dat laatste woord uitgesproken met Schotse „r-en" die zo krachtig rollen dat de glazen er van rinkelen. Hele reis Het is nog een hele reis naar Jura, ook voor wie van de mo dernste transportmiddelen ge bruik maakt. Eerst moet je op het vliegveld van Glasgow zoe ken naar gate 21. Het is vanaf die uitgang dat de vuilwitte Twinotters van Loganair ver trekken naar het eiland Islay. Op Islay aangekomen - dat de aandacht alleen al verdient vanwege de acht whiskydistil leerderijen die er gevestigd zijn is het op het vliegveldje (niet meer dan een verzameling hou ten loodsen in een desolaat landschap) wachten op verder transport. Sommigen zullen met de Landrover van de posterijen mee kunnen, anderen hebben misschien afspraken gemaakt met het Jura Hotel; meer open baar vervoer is er niet. Dan gaat het dwars het eiland Islay over, naar Port Askaig - tien huizen, honderden meeuwen en een strategisch geplaatst hotel an nex pub. Dat hotel ligt zo strategisch, omdat de veerboot naar het aan de overzijde gelegen Jura maar enkele malen per dag uitvaart; de laatste vaart is die om kwart voor zeven 's avonds. Tenzij er mist hangt natuurlijk, want dan waagt de hardrode boot de en kele honderden meters brede oversteek door het furieus stro mende water van de „Engte van Islay" al helemaal niet. Aan de overzijde ligt, volgens de kaart, Feolin, niet meer dan een primitieve aanlegsteiger, een verroeste container die als wachtkamer dienst doet, en het begin van de enige weg van Ju ra, die langs de kust via de hoofdstad (nou ja...) Craighou- se naar Ardlussa voert. Jura is 45 bij 10 kilometer groot en heeft iets meer dan 200 inwoners. De meesten van hen wonen in Craighouse, aan de oostkust, waar het hotel is, de enige winkel van het eiland Het totaal geïsoleerde Barnhill Hier schreef Orwell zijn "1984". (een inwoner; „Ze hebben er al les dat je niet nodig hebt, en niets dat je nodig hebt") en de distilleerderij. Bar oord De meeste inwoners werken, voorzover ze werk hebben, in die distilleerderij. Verder wordt er gevist op zalm, forel en kreeft, en is er wat schapen teelt. Goed gaat dat laatste niet; de velden zijn te nat, het gras is te schraal en de schapen heb ben een constant dieet van aan vullende vitaminen en medicij nen nodig om overeind te blij- De Golfstroom loopt langs Jura, en daarom wordt het er nooit echt bitter koud. Fuchsia heggen en een stakerig palm boompje in de minitieus onder houden tuin van het Jura Hotel bewijzen dat. Evengoed maakt de snijdende wind van Jura in de winter een zeer bar oord. Het eiland ontleent zijn naam aan het Noorse „Dyr oer", dat zoveel als herteneiland bete kent. Een toepasselijke naam, ook nu nog. Er leven op Jura niet minder dan 5000 herten, waarvan er elke herfst 600 700 worden afgeschoten door Ne derlandse, Duitse, Arabische en Britse jagers, die voor dat genoegen goud geld moeten neertellen. Vroeger was Jura wel wat dichter bevolkt: ooit moeten er een kleine 1000 mensen ge woond hebben, onder wie Mary MacCrain. Haar grafsteen ver meldt dat ze 128 jaar oud werd, nog niets vergeleken bij haar 17e-eeuwse voorvader Gillour MacCrain die volgens de zerk 180 Christmasses in his own home" doorbracht. Maar de constante worsteling met het klimaat, met de arme tierige bodem waarop haast niets wil groeien en met land heren die de weinige pioniers van hun bezit afranselden om dat ze het exclusief voor de jacht wilden gebruiken, heb- ben Jura stukje bij beetje ont volkt. Jongeren trekken ook nu nog weg omdat er geen werk op Ju ra te vinden is. De geïsoleerde positie van het eiland maakt dat de overheid er geen trek in De laatste loodjes wegen het zwaarst. Reizigers, die dezer dagen het kuilenrijke. pad naar Orwells huis betreden, doen dat op eigen risico. Zo luidt althans de waarschuwing op het bord. <Foto gpd» projecten heeft, omdat t van en naar Jura alles zo duur maakt. Zoals al gezegd: leven en beschaving lijken er lang zaam uit te doven. Het was op dit eiland dat George Orwell zijn beklemmende meester werk „1984" schreef. Bouwstenen George Orwell - dat was zijn schrijversnaam. Hij heette ei genlijk Eric Blair en werd in 1903 in India geboren als zoon van een lagere ambtenaar. Zo als in die tijd gebruikelijk was, ging zijn moeder in 1911 met hem en zijn twee zussen naar Engeland zodat de kinderen daar onderwijs konden volgen. Zo kwam de jonge Orwell op achtjarige leeftijd op een kost school in Zuid-Engeland te recht. Later is wel gezegd dat het regime op deze strenge school - waar hij toch al uit de toon viel temidden van de ove rige jongens die vrijwel alle maal van zeer gegoede komaf waren - de eerste bouwstenen heeft geleverd voor het'beeld van de totalitaire staat in „1984". Dank zij een beurs kon Or well in 1917 naar Eton, ook nu nog beschouwd als een van de beste scholen in Engeland voor jongens in de puberteit. Daar maakte hij de belofte niet erg door Henk Dam waar: zijn prestaties op deze eli teschool waren in elk geval zo danig dat'hij geen beurs voor een goede universiteit kon krij gen. Daarom besloot Orwell in de schreden van zijn vader te tre den en in de koloniale dienst te gaan. Zq kwam hij in 1922 als aankomend politieman in Bir ma. Hij bleef er vijf jaar, lang genoeg om een grote weerzin tegen het Britse imperialisme op te bouwen, en nam toen zijn ontslag. Vervolgens nam Orwell een ongebruikelijke stap: hij kon digde zijn familie pontificaal aan schrijver te willen worden. Deels gemotiveerd door die ambitie, deels als gevolg van vage socialistische idealen bracht hij de volgende jaren van zijn leven grotendeels door onder zwervers in Londen en armen in Parijs. Terwijl hij in de beginjaren '30 zijn eerste echte boeken schreef (daarvóór had hij al wat journalistiek werk gedaan), had Orwell tal van baantjes. Zo was hij enige tijd leraar, werkte hij in een boekwinkel en stonden hij en zijn vrouw Eileen een tijdje in een dorpstaveerne. Spanje In 1937 reisden Orwell en zijn vrouw naar Spanje, waar hij als verslaggever de burgeroorlog wilde beschrijven. Spoedig evenwel vocht Orwell aan repu blikeinse zijde mee. Daarbij raakte hij ernstig aan zijn keel gewond. Nog maar net her steld, moesten George en Ei- leen ijlings Spanje verlaten, omdat ze het risico liepen geë xecuteerd te worden. In zijn boek „Homage to Ca talonia" schreef Orwell over de voor hem schokkende ervarin gen in Spanje. Schokkend vooral omdat hij had moeten meemaken hoe de volksrevolu tie was „verraden" door op de Sovjet-Unie gerichte commu nisten. Later zou hij daar nog eens op terugkomen in zijn bestseller „Animal Farm". Toen de oorlog uitbrak, pro beerde Orwell in het leger te komen. Daar werd hij gewei gerd, omdat hij al een hele ge schiedenis als tbc-lijder achter zich had. Orwell ging daarop werken bij de buitenlandse dienst van de BBC. De ervarin gen die hij in die jaren opdeed met propaganda, zouden hem bij het schrijven van „1984" zeer van pas komen. Tal van boeken, artikelen, es says hadden van hem inmid dels een bekend man gemaakt, met name in socialistische kring. Het in 1945 gepubliceer de „Animal Farm" maakte hem beroemd en voor de eerste keer elk B. Cramer is kolenboer aan de Leidse Hogewoerd. Hoe somber wordt 1984? "Goh, meneer, denkt u nou eens goed na! Hoe lang zitten wij in dit land al niet met aardgas? Natuurlijk, er zijn mensen die er een kachel bijnemen, maar echt veel zijn dat er toch niet". Hij verlangt wel eens terug naar de tijd dat de centrale verwarming nog niet op grote schaal was ingevoerd. "Zo'n kachel, jongen, dat is toch gezellig. Veel gezelliger dan zo'n centrale verwarming in geval". Zijn stemgeluid verraadt dat hij heimwee heeft naar de dagen dat de gehele familie 's avonds rond de potkachel ging zitten om een partijtje Mens-erger-je-niet te gaan spelen. Hij vervolgt zijn relaas: "Weet je wat het is: er zijn tegenwoordig genoeg mensen die weer een kachel willen hebben, maar het kan niet meer. Want wat doen ze: ze slopen tijdens de renovatie de schoorstenen. Ja, daar zitje dan. Daardoor krijg je nooit meer de kans om te genieten van die lekkere, droge warmte van de kachel. Kent u dat nog? Die lekkere, droge warmte?" De opkomst van de centrale verwarming duidt hij aan als een gasexplosie. Vóór die tijd had hij een mooi leven. En nu? Ach, hij is al op leeftijd en je zou kunnen zeggen dat het verkopen van kolen gewoon een hobby van hem is geworden. "Ik dien mijn tijd wel uit. Ik somber? Luister eens: ik ben gezond en dat is toch het belangrijkste, niet? Verder is e natuurlijk geen aardigheid meer aan". Op de foto wil hij niet. "Wat moet ik nou met die narigheid!" Praten als Brugman mag niet baten: het blijft nee. "Wat koop ik nou voor een foto. Meneer, ik zeg maar zo: laat mij maar lekker doorploeteren". in zijn leven, vrij van financiële zorgen. Zijn vrouw maakte dat niet meer mee: ze stierf enkele maanden voordat het boek uit kwam. Eenzaam nu, hoewel steeds met zijn aangenomen zoon, een huishoudster en een zus die voor hem zorgde in zijn nabij heid, besteedde Orwell al zijn energie aan het schrijven. Daar-' bij werd hij nog al eens ge stoord door welwillende vrien den en kennissen, die meenden dat de weduwnaar wel een ver zetje kon gebruiken. Het tegendeel was het geval. De door zijn ziekte verzwakte Orwell wilde juist rust, serene rust om te kunnen schrijven, met name aan het boek waar voor hij de eerste ideeën al in 1943 ontwikkelde, en dat een satire moest worden over het gruwelijke leven in een totali taire staat... Jura Het was David Astor, hoofd redacteur van de zondagskrant The Observer waarvoor Orwell schreef, die hem attent maakte op het bestaan van Jura. Astor, telg uit een steenrijke familie, had daar zelf een landgoed, en hij wist dat zijn noorderburen, Margaret en Robin Fletcher, op hun uitgestrekte gebied een huis hadden leeg staan. De Fletchers vonden het goed dat Orwell het huis (Barn hill) kwam bewonen, en Orwell zelf ondernam bepaald enthou siast de 48 uur durende reis van de Londense wijk Islington naar Jura. Margaret Fletcher, die voor de tweede keer ge trouwd is en nu Margaret Nel son heet, kan zich Orwells aan komst nog goed voor de geest halen. „Hij kwam april 1946 hier aan. Ik kan me het nog als de dag van gisteren herinneren. Daar stond hij, een lange, ma gere, wat trieste man. Het trof me dat de schrijver van wie we wisten dat hij „Animal Farm" had geschreven en dat hij zeer getalenteerd was, er zo slecht uitzag", vertelt ze in haar land huis te Ardlussa. Orwell bracht de nacht door in dat landhuis, en werd de vol gende dag door zijn gastheren naar Barnhill gebracht, tien ki lometer verderop naar het noorden. Ook nu nog is dat geen geringe tocht. Jura's enige weg immers houdt bij Ardlussa op. En naar het afgelegen Barn hill voert slechts een gatenrijk pad, alleen per Landrover begaanbaar. Hoe bracht George Orwell zijn tijd op Barnhill door? Schrij vend uiteraard, zo nu en dan vrienden ontvangend en mis lukte pogingen in het werk stel lend wat gewassen rond de boerderij te verbouwen. Me vrouw Nelson: „Goed ging dat niet. Hij en zijn vrienden pro beerden het met graan, maar de grond is hier nu eenmaal te schraal". Drie keer per week onder nam de postbode de expeditie naar Noord-Jura en zo kwamen Orwell en zijn zus, die met hem was meegekomen, aan hun le vensbehoeften. Meel, aardap pelen, kaarsen, olie, het moest allemaal uit de winkel in het 40 kilometer naar het zuiden gele gen Craighouse komen. Motorfiets Geregeld ondernam Orwell per oude BSA-legermotorfiets de tocht naar Ardlussa waar hy weer andere victualiën kon ko pen. Mevrouw Nelson: „Hij zat meer naast die motor op de grond te sleutelen, dan dat hij ermee reed. Door het slechte pad ging dat ding steeds ka pot". Was het wel verstandig van de aan tering en bloedspuwin gen lijdende Orwell, zich zo te isoleren? Hoewel zijn verblijf op Jura klimatologisch gezien wel verantwoord was (zoals al gezegd: bittere kou komt er door de golfstroom niet voor), zat de dichtstbijzijnde dokter in het verre Craighouse. De man was al helemaal onbereik baar als het weer eens mistte. Rpm&ntische naturen heb ben wel geschreven dat Orwell met zijn verblijf op het grimmi ge Jura-eiland doodsverlangen tot uitdrukking bracht - een wens tot zelfvernietiging - en dat „1984" als testament be doeld was. Margaret Nelson ge looft daar niet in. „Hij heeft met mijn eerste man vaak gespro ken over boeken die hij nog wilde schrijven". Die gesprekken hielden Or well en Robin Fletcher eind '47, toen de schrijver zo ziek was geworden, dat zijn verblijf op Barnhill niet langer verant woord was. Hij had op dat mo ment de eerste ruwe schets van „1984" af en had daarbij zich zelf zo uitgeput, dat hij weken lang het bed moest houden. Dat gebeurde op Ardlussa, waar Margaret hem verpleegde. Maar de zieke man ging zo achteruit, dat hij naar een zie kenhuis in Glasgow moest wor den gebracht, waar hij zeven maanden zou verblijven. In de zomer van '48 was hij terug op Jura, en het was op Barnhill dat hij de laatste hand aan „1984" legde. In dat jaar nam hij ook de be slissing zijn boek „1984" te noe men, door de laatste twee cij fers van 1948 om te draaien. Hij had lang geaarzeld tussen die titel en „De laatste man in Eu ropa". Lang zou Orwell niet op zijn geliefde eiland blijven. Be gin '49 reisde hij af naar een zie kenhuis in Londen, en een jaar later velde de tbc hem defini tief toen hij, 47 jaar oud, over leed. Jachtpartijen Margaret Nelson is dezer da gen best bereid geïnteresseerde reizigers tegen kostprijs met haar Landrover van Ardlussa naar Barnhill te rijden - over de tien kilometer doe je e^n klein uur. Het huis van Orwell is sinds jaar en dag verhuurd aan een bankier uit Londen, die het twee maanden Rer jaar ge bruikt als uitvalsbasis voor jachtpartijen op herten. Er is vrijwel niets veranderd aan het eenzame witte huis met z*n schitterende uitzicht over een baai. Margaret: „Het enige dat veranderd is, is dat de hui dige huurder er dubbele ramen in heeft laten zetten om het in de herfst nog een beetje warm te krijgen." Zwaluwen vliegen in en uit de aangebouwde stal, terwijl Margaret en haar man, beiden sneeuwwit, kijken naar een struikje verwilderde azalea's, het enige dat er van de door Or well aangelegde voortuin is overgebleven. Ze zegt tegen haar man: „Weet je dat ik die nog eens aan hem heb gege ven?" Eerder dit jaar was het in en rónd Barnhill een drukte van belang toen de BBC er een ge dramatiseerde documentaire opnam. Andere tv-ploegen zijn gevolgd. Journalisten, letter kundigen en fans van Orwell leggen in een steeds gestager stroom de pelgrimsreis naar het verre Jura af. Margaret en haar man, die een dagtaak hebben aan het runnen van hun zeer omvang rijke landgoed, hebben het er maar druk mee. „Waarom ik al die moeite neem? „De herinnering is me veel waard. Bovendien doe ik het voor dit eiland. Ik heb hier vrij wel mijn hele leven gewoond", aldus Margaret, die van haar er varingen met George Orwell doende is een kleine brochure samen te stellen. Die zal vol gend jaar - hèt jaar, als het pas echt druk op Jura belooft te worden - goed van pas komen, denkt ze. Dat is dan meteen een aardi ge gids voor de aankomende schrijvers van wie zich de afge lopen maanden al enkelen op Ardlussa gemeld hebben, met de bedoeling er ook een mees terwerk te schrijven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 32