eikaars paspoort' 'Niet Ken naar Interview Fatima Jebli-ouazzani presenteert Radio Thuisland Legpenning voor jarige badmeester Boete voor fabrikant DONDERDAG 22 DECEMBER 1983 DO/ST Varia PAGINA 13 door Peter van der Maat Fatiraa JebU-ouazzani (23) is siads enkele weken muziek- presentatfice van Radio Thuisland (zondagavond acht uur, Hilversum 3), Een jonge vrouw die hier al meer dan haar halve leven woont en onlangs definitief besloot niet terug te keren naar haar moederland Ma rokko, Ze praat vrijuit over haar jeugd. In veel gevallen wijkt die niet af van die van de hele twee de generatie buitenlanders. Maar er bestaan ook ver schillen. Ze heeft een duide^ lijke maatschappijvisie: „Discrimineren is mense lijk, maar je moet er tegen vechten". Een van de '16 bekende kerstliedjes' door het tv-kinderkoor o.l.v. Iet v.d. Velde (een grammofoonplaat dus) heeft de volgende strofe: 'Ik name mijn fluitje Een ander die nam zijn moezeltje En dus fluiten en zongen Voor 't zoet Kindéke Na, na, na Kindje teer, Sus, sus en krijt niet meer Doet uw klein oogkens toe Zij zijn van kijken moe'. Een moezeltje?, denk ik dan. Van Dale brengt opheldering: een moe zel is Zuidnederlands voor doedel zak. Lief woord. Onbekend welis waar, zou je aan kinderen moeten uitleggen, maar hetzelfde geldt in iets mindere mate voor doedelzak. 'En dus fluiten en zongen'... Tja,, misschien 17e eeuws Nederlands, evenals 'uw klein oogkens'. De tekst stamt tenslotte uit 1669, hoewel er ook andere teksten zijn ('ik nam mijn fluitje, een ander nam zijn moeselken, en speelden met elkan der voor 't zoete kindeken'). Mijn dochtertjes van 8 en 5 jaar zijn ook wel eens van het krijten moe, maar dan hebben ze niet ge schreid, maar met stoepkrijt op straat zitten tekenen. Je moet niet al te bang zijn om kinderen met on bekende woorden op te zadelen, ze beginnen tenslotte bij nul, maar ze komen fluit natuurlijk wel eerder tegen dan doedelzak, en moezeltje komen ze de komende zeventig jaar vermoedelijk alleen nog maar te gen de kerstdagen tegen, in dat ene liedje. Wat mij betreft mag het hen wel wat gemakkelijker worden ge maakt. Soms is dat zonde, bijvoor beeld als je, in 'Maria die zoude naar Betlehem gaan', de prachtige maar simpele regels: 'Het hagelde, 't sneeuwde, het miek er zo koud, de rijm lag op de daken' zou moderni seren tot: 'Het hagelde, 't sneeuwde, het was er zo koud, de rijp lag op de daken'. Maar mijn korststondige ervaring is, dat de jongste kerstlie deren bij de jongste kinderen toch het meest aanslaan, althans bij mijn dochtertjes. Het favoriete kerstliedje van Janna van 5 is: 'Toen Jezus in het kribje lag, toen kwamen de herdertjes daar (idem). Ze kwamen van de velden en brachten witte schaapjes mee, ze kwamen van de velden, en brach ten hun schaapjes mee'. In het twee de couplet komen dan de koningen, en brachten veel kadootjes mee. Een andere favoriet van Janna is sjok, sjok, sjok: 'Sjok, sjok, sjok, liep het ezeltje, he lemaal naar Betlehem (2x). O, wat was Maria moe. Ze deed af en toe haar ogen toe. Sjok, sjok, sjok, liep het ezeltje; Jo zef zocht naar onderdak (2x). Maar ze zeiden: "t Spijt ons zeer, we hebben helaas geen slaapplaats Hop, hop, hop, liep het ezeltje, want het rook een warme stal (2x). Daar - en wie had dat gedacht - werd Jezus geboren in die nacht? Tekst en muziek van Hans Peters Jr., die ook de tekst schreef (op de melodie van een Spaans kerstlied) van het favoriete kerstliedje van Sara, die in de derde klas van de lagere school zit: 'Danst een kerstliedje, vrolijk kerst liedje, 't wordt gespeeld op 'n schal mei; dat doet Benjamin, herder Benjamin, en het maakt de mensen blij. En dus dansen ze, en dus zin gen ze met z'n allen in de zon; 't was in Betlehem, 't was in Betlehem, dat het begon. Herder Benjamin, oude Benjamin, speelt het liedje ieder jaar; ieder een, zegt hij, iedereen, zegt hij, hoort sinds die nacht bij elkaar. En dus dansen ze, en dus zingen ze met z'n allen in de zon; 't was in Betle hem, 't was in Betlehem, dat het be gon. En ze zeggen daar, en ze zeggen daar: ook al gaat het vaak niet goed; als het kerstmis is, als het kerstmis is, krijg je toch weer nieu we moed. En dus dansen ze, en dus zingen ze met z'n allen in de zon: 't was in Betlehem, 't was in Betlehem dat het begon. En het vierde liedje dat tot de favo rieten van mijn dochtertjes behoort is, wonder boven wonder, ook van Hans Peters Jr., althans de tekst, op de melodie van een oud Spaans kerstlied: 'Kijk, op alle wegen kom je mensen tegen, feestelijk en fleurig, nie mand is er treurig. Want Jezus is jarig en dus is er feest, kom ook mee, als jij er nog niet bent geweest (2x). Jan komt met ballonnen, Trees met lampionnen, en kijk Karei lopen, die moet nog iets kopen. Want Jezus is jarig enz. Kijk, ook grote mensen komen met hun wensen: dicht zijn hun bu reautjes, o wat een cadeautjes. Want Jezus is jarig enzovoorts. De laatste drie kerstliedjes behoren tot de tien Nieuwe Kerstliedjes die op een plaat zijn samengebracht die niet in de winkel te koop is, maar besteld moet worden bij BVP Music, Postbus 181, 1200 AD Hil versum. BVP staat voor Benny Vre- den Producties. teerd. In processies heb ik meegelopen als engeltje, ik heb in kerkkoren gezongen en dat terwijl thuis de islam de godsdienst was". Scheiding Maar tussen haar ouders ging het niet meer. De geografische scheiding die acht jaar had ge duurd was de oorzaak. „Mijn moeder was vrij zelfstandig ge worden. Het is een vrouw met een sterke wil en ze wilde geen afstand doen van die zelfstan digheid. Binnen een half jaar sprak ze Nederlands terwijl mijn vader het nog nauwelijks kon. Hij vond het niet goed dat ze zich zo ontplooide". Het re sulteerde in een scheiding. „Die scheiding is slecht gevallen in de Marokkaanse gemeen schap. Mijn moeder werd er op aan gekeken en verloor al het contact met vrienden en fami lie. Ze verhuisde naar Rotter dam en heeft het daar helemaal alleen moeten redden. Dat is heel zwaar geweest, ook omdat wij in Heerlen bleven. Ze kreeg uiteindelijk wel een eigen wo ning en werk als bejaarden helpster". „Maar toch heeft ze het niet ge red, ze is vereenzaamd. Ik heb de eenzaamheid hier zelf trou wens ook wel leren kennen. Vooral in grote steden'kom je heel gauw alleen te staan. Als je je gezicht niet vaak genoeg vertoont, komt er ook niemand bij jou. Mijn moeder is nu voor een lange vakantie terug naar Marokko om weer een beetje bij te komen. Ik hoop maar dat ze terugkomt. Ik heb hier zelf ook haast geen familie en mis haar erg". Nadat haar vader voor de tweede keer was getrouwd, verliet Fa tima Limburg. Ze had inmid dels het diploma van de mid delbare school en belandde in Rotterdam. „Om een vrienden kring op te bouwen ben ik links en rechts naar iets zin wereld is veel kleiner gewor den door alle technologie. Je moet naar andere landen kun nen gaan. Je kan altijd iets van elkaar leren". „Het maakt niet uit welke natio naliteit je hebt. Als je naar el- kaars paspoort gaat kijken ben je fout bezig. Ik denk dat de media een belangrijke ról spe len. Nu lees en hoor ik vaak al leen dat buitenlanders proble men hebben. Maar er is nie mand zonder problemen, ook geen Nederlanders". Dat er problemen binnen de ver schillende buitenlandse groe peringen zijn, dat weet ze uit haar eigen jeugd, maar ook uit haar werkzaamheden voor de Rotterdamse kindertelefoon voor buitenlandse jongeren. „Meestal waren het meisjes die belden. Omdat ze ruzie hadden met hun ouders om hun verke ring met een Nederlandse jon gen. Of omdat ze naar school wilden maar niet mochten". „Het enige dat je kan doen is luisteren en een beetje advise ren. Een oplossing bieden gaat niet, hoe rot het ook is. De meeste andere problemen kwamen voort uit de bureau cratie. Ingewikkelde formulie ren waar geen touw aan vast is te knopen. Bij het arbeidsbu reau geven ze wel foldertjes in het Turks of Arabisch maar ve len hebben daar niets aan om dat ze hun eigen taal niet eens kunnen lezen". „Toch denk ik dat de meeste jon geren zich hier nog vrij makke lijk kunnen aanpassen, die zit ten nog niet in een vast pa troon. Het zijn meestal de ou ders die de problemen maken. Als ik een meisje met een hoofddoek zie lopen, weet ik wat de achtergrond is: het moet van haar ouders. Ik kan dat begrijpen, maar het is jam mer dat zo'n meisje de kans niet krijgt om zich te ontwik kelen". Vriendschappen heeft Fatima in middels ook buiten de Marok kaanse gemeenschap. „Ik kan heel gauw contacten maken, heb een heleboel kennissen, ook veel Nederlandse. Echt re kenen kan je natuurlijk maar op een paar. Maar van die men sen moet ik het wel hebben. Dat is mijn familie. Ik heb een Marokkaanse vriendin van tweeëntwintig. Ze werkt bij de Hema, heeft een eigen wagen. Haar ouders hebben haar ook vrij gelaten om te doen wat ze wil". Bepalend Ondanks haar besluit hier te blij ven, denkt Fatima veel aan Ma rokko. "Die eerste elf jaar zijn heel bepalend voor me ge weest. Mijn broertje van zeven tien en zusje van negentien hebben dat gevoel veel min der. Zij waren toen we weggin gen te klein om zich de sfeer te kunnen herinneren. Denken er ook niet over om terug te gaan. Hoogstens voor een vakantie, maar dan nog klaagt mijn broertje over vliegen. Zij voe len die familieband niet die ik wel voel. Soms mis ik al die vertrouwde dingen en mensen en heb ik het idee dat ik in een vacuüm ben terecht geko men". „Dan merk ik dat de Nederland se wereld een andere is dan de mijne. Ik heb er bijvoorbeeld moeite mee om me aan afspra ken te houden. Hier moet je eerst een afspraak maken als je naar de dokter wil, in Marokko ga je gewoon en wacht je tot je aan de beurt bent. Als je hier bij iemand op bezoek wil, moet je dat eerst afspreken. Voor mij hoeft dat niet. Ik wil zo bij een vriend kunnen binnenlopen. Is-ie thuis: goed. Niet thuis: ook goed. Daaraan moet ik me dus aanpassen, anders krijg je irritaties. Uit mezelf kom ik overal te laat, dat moet ik toch in de gaten houden". „Veel Nederlanders hebben een dikke muur om zich heen, blij ven altijd op een afstand en ge ven zich niet bloot. Gevange nen van zichzelf. In Marokko vind je dat niet. Iedereen ver telt zijn problemen aan ieder een. Aan de andere kant is het in Marokko weer onmogelijk om over seks en liefde te pra ten. Helemaal niet met je ou ders". Lachen „Marokkanen zijn onderling ver gevingsgezinder dan Neder landers. Als je een fout maakt, wordt dat daar geaccepteerd. Als ik hier iets flik, blijven de mensen je dat kwalijk nemen. Dan heb je afgedaan, dat vind ik heel jammer". „Ik zou ook graag wat meer wil len lachen. Iedereen is zo se rieus. Om André van Duin of Paul van Vliet hebben de men sen wel plezier, maar onder el kaar haast nooit. Bijna ieder een verbergt zich achter kle ding en andere oppervlakkige dingetjes". „Natuurlijk zijn er ook veel goe de dingen, zoals eerlijkheid en rechtvaardigheid. In Marokko ben je helemaal afhankelijk van wie je helpt. Als een amb tenaar bijvoorbeeld geen zin heeft om je iets te vertellen, heb je pech gehad. Dat zal hier nooit voorkomen". Fatima heeft nu drie keer in Ra dio Thuisland gepresenteerd, zowel tot haar eigen als tot de voldoening van de andere me dewerkers. „Het is een heel leuk programma. Het is maar een uurtje en toch barst het van de verschillende onder werpen. Je merkt dat het niet één, twee, hup in elkaar wordt gezet. Er wordt over nage dacht.". „Voor buitenlandse jongeren is het heel belangrijk om te luis teren omdat er aandacht wordt besteed aan allerlei zaken waarmee zij zelf te maken kun nen krijgen. Maar voor Neder landers is het verstandig om te luisteren, zodat ze weten met welke dingen buitenlandse jongeren bezig zijn". KOUDEKERK AAN DEN RIJN - Met een speciaal voor de gele genheid gecomponeerd lied heb ben de kinderen van de Koude- kerkse Burg. De Herderschool gisteren afscheid genomen van badmeester H.B. van der Velde. Zichtbaar verrast hoorde Van der Velde, die op 1 januari met VUT gaat, de uit volle borst zin gende schooljeugd aan, die hem vanwege zijn verjaardag gisteren ook nog vergastten op een 'lang zal hij leven'. Als cadeau boden de kinderen hem een zelfge maakte 'bakkevoet' aan. Op het gemeentehuis werd 's mid dags nog eens afscheid van de chef-zwemmeester. Wethouder Tensen bood Van der Velde de legpenning met inscriptie van de gemeente Koudekerk aan. ouazzani: discrimineren dat zit in ieder UTRECHT (GPD) - In de restauratie van het Utrechtse Centraal Sta tion tocht het meer dan verschrikkelijk. Er wordt verbouwd. De ober met het ingevallen gezicht kent de klach ten: „Denkt u dat ik het zelf niet merk? Ik loop hier zowat een longont steking op". Fatima Je bli-ouazzani heeft haar benen onder zich getrok ken op de stoel en ver telt. Vertelt zo geestdrif tig dat ze haar broodje kaas vergeet. „De afgelopen twee jaar wist ik zelf soms niet eens wat ik was: Nederlands of Marokkaans? Ik had altijd gedacht terug te gaan. Sommige dingen vond ik hier toch te moeilijk. Bijvoor beeld het contact maken met anderen. Zo veel dingen spelen een rol voor je aardig wordt ge vonden: wat ben je, wat doe je? Eerst moetje in een hokje pas sen, dan pas kijken Nederlan ders of ze verder met je willen omgaan". „In Marokko word je gewoon geaccepteerd. Er heerst een he le andere mentaliteit. Je hoeft je niet eerst te bewijzen, je kan je overal meteen op je gemak voelen. Oké, ik idealiseerde Marokko ook wel een beetje: daar is het goed, de mensen zijn zo aardig. De laatste jaren ben ik er een paar keer met vakantie geweest en ik heb ge zien wat de mogelijkheden voor mij zijn. En die zijn er niet veel". „Na de afgelopen vakantie heb ik b'esloten hier mijn leven verder op te bouwen. Of je wil of niet, je raakt toch ingeburgerd, je komt er niet onderuit. Je hebt hier hele mooie en waardevolle dingen die er in Marokko niet zijn: je kan zeggen wat je wil, kan doen watje wil. Daar is dat onmogelijk". ,Nee, ik voel me toch geen Ne derlandse. Ondanks alles blijf je er tussen hangen. Ik be schouw dit wel als mijn land, dat wel. Ik wil hier verder gaan, kijken hoe ik me het bes te kan redden". Keus Fatima Jebli-ouazzani heeft haar wereld gekozen. Ze is 23 en woont al meer dan de helft van haar leven in Nederland. Sinds kort is ze een van de twee pre sentatrices van Radio Thuis land, elke zondagavond (tus sen acht en negen) op Hilver sum 3, voor en door buiten landse jongeren. Rotterdam is haar woonplaats, ze is er op verschillende fronten actief. Schrijft in het blad De Witte Duif voor buitenlandse jongeren over bijvoorbeeld Poetry International, boeken, een Palestijns congres in De Doelen, „en over wat ik mis in Nederland". Volgend jaar hoopt ze medicijnen te gaan studeren en als ze daarvoor wordt uitgeloot psychologie. Begin jaren zestig trok haar va der voor werk naar Europa. Eerst Frankrijk, later Neder land, waar hij in Heerlen in de mijnbouw terecht kon. In 1972 liet hij zijn gezin komen: zijn vrouw, twee dochtertjes en een zoontje. Fatima: „We gingen op een ka tholieke school van Franse nonnen. Er zaten geen andere buitenlandse kinderen en we zijn ook altijd de enige geble ven. Ik had in Marokko net een jaartje Frans gehad op school en dat kwam goed uit. Door vanuit het Frans te vertalen in het Nederlands leerde ik de taal heel snel". „Die nonnen hebben ons hele maal goed opgevangen. Ze hielpen ons ook thuis met spullen. Zelf hadden we alleen een paar stoelen. En op school werden we volledig geaccep- nigs gaan zoeken". Het werd een project voor Marokkaanse Contacten deed ze er wel op, maar het project mislukte. „Van de acht vrouwen die zou den meedoen, mochten er zes niet van hun man. Ik ben daar heel kwaad om geworden. Er zijn hier heel veel mogelijkhe den om je te ontwikkelen en dan pakken ze die niet aan. Een beetje kan ik het begrij pen: ze zitten nog in een hele andere cultuur en zijn angstig voor allerlei nieuwe dingen. Maar toch, het is de enige kans om uit het isolement te ko- Geloof Speelt de islam bij de meeste in dit land levende moslims - zo wel jong als oud - een belang rijke rol, Fatima heeft het ge loof afgezworen. „Op de mid delbare school vertelde de bio logieleraar over de evolutie theorie van Darwin en dat God daar niet zo veel mee te maken had. De islam beweert heel wat anders. Mijn ouders konden geen antwoord geven op mijn vragen, ze geloven heilig. Hoe wel mijn moeder ook dingen afwijst. In de koran staat dat man en vrouw gelijk zijn. Zij heeft daar hele andere ervarin gen mee gehad". „Ik ben er van overtuigd dat mensen hun godsdienst zelf hebben bedacht. Gewoon ver zonnen om houvast te hebben. Iedereen zoekt steun als hij on zeker is of angstig. Uit die ge voelens zijn de godsdiensten ontstaan". Ondanks het feit dat hun dochter op school met zaken in aanra king kwam die niet met hun ideeën strookten, hebben haar ouders Fatima gestimuleerd. „Mijn vader had graag gezien dat ik iets met economie was gaan doen. En mijn moeder heeft er altijd op gelet dat ik mijn schoolwerk goed deed, ze begeleidde me ook. Zelf zou zij graag hebben doorgeleerd maar op haar vijftiende werd ze uitgehuwelijkt. Toch ging ze zelfs na haar huwelijksnacht weer naar school, maar dat mocht niet. Ze werd naar huis gestuurd". „Veel Marokkaanse en Turkse kinderen komen hier niet ver der dan de huishoudschool of de lts. Dat is de schuld van hun ouders die niet stimuleren. Maar ook het taalprobleem is groot. Soms komen kinderen in dezelfde klas als waarin ze in Marokko zaten. Dat is heel dom. Je moet er voor zorgen dat ze eerst de taal beheersen. Ik moest toen ik hier kwam ook in de eerste beginnen. Zat als elfjarige tussen de kleintjes maar het is goed gelopen". Discriminatie „Nee, ik heb nooit last van discri minatie. Een keer ben ik uitge scholden voor neger, verder nooit. Maar je moet goed weten dat het niet alleen Nederlan ders zijn die discrimineren. Het zit in ieder mens. Marok kanen discrimineren elkaar onderling net zo goed en Ne derlanders zijn ook niet altijd even aardig tegen elkaar". „Het hoort nou eenmaal bij de mens, maar je moet wel tegen discriminatie vechten. Het nooit accepteren. Wat je moet doen als het je gebeurt, is pro beren duidelijk te maken hoe het komt dat je er misschien een beetje anders uitziet, maar dat het verder niets zegt. Je moet nooit bij de pakken neer zitten". „Natuurlijk word ik woedend als er iemand zegt: schop die bui tenlanders toch het land uit. Waar ben je dan mee bezig? Als je in de geschiedenis terug kijkt, zie je dat in elke tijd be woners van het ene land naar het andere trokken, zo is het nu weer. Nederland is niet al leen voor de Nederlanders. De DEN HAAG-ALPHEN - De offi cier van justitie bij de Haagse rechtbank, mevrouw mr. Schelf hout, heeft'tegen een fabrikant werktafels uit Alphen aan den Rijn een geldboete geëist van vijfhonderd gulden. Bovendien vroeg zij vier weken voorwaarde lijke gevangenisstraf en een proeftijd van twee jaar. De kan tonrechter veroordeelde de Al- phenaar in een eerder stadium tot een boete van driehonderd gulden. Hiertegen tekende hij hoger beroep aan. De officier stelde de directeur van het bedrijf schuldig aan een on geluk waarbij een 32-jarige werk nemer dodelijk verongelukte en een tweede üchte verwondingen aan zijn hoofd opliep. De fabri kant, zo meende de officier, had ervoor moeten zorgen dat de vei ligheid optimaal was. Het ongeval deed zich voor op 10 mei van het vorig jaar. Het slachtoffer was bezig met het af- monteren van een elektrische motor onder een werktafel waar mee mensen en zware spullen omhoog kunnen worden ge bracht; zijn collega stond op die tafel en bracht er schakelaars op aan. Plotseling klapte het pla teau met denderend geweld naar beneden. De 32-jarige werkne mer die eronder stond was op sla? dood. Het veiligheidssysteem is inmid dels uitgebreid, vertelde de di recteur gistermiddag voor de rechtbank. Er worden nu ook balkjes bij geleverd die moeten worden aangebracht om onge lukken als waarvan hier sprake is voortaan te voorkomen. Volgens de fabrikant stond het slachtoffer bekend als een 'ge makzuchtig' iemand, maar niet als uitermate slordig. Zijn colle ga daarentegen was zeer nauw gezet. Uit het verhoor bleek dat niet het slachtoffer en zijn collega de ta fel hadden neergezet op de plek waar het ongeval zich voortdeed. Twee andere werknemers van het bedrijf hadden dit gedaan. De directeur veronderstelde dat de verongelukte en gewonde man niet hebben gecontroleerd of de vergrendeling van het werkplateau naar behoren was. Juridisch zat het allemaal uiterst moeizaam in elkaar. De officier van justitie vroeg zich af of een directeur wel aansprakelijk is voor een ongeluk dat zich in zijn bedrijf voordoet. Volgens de ou de Veiligheidswet is daar wel sprake van. Daarom eiste zij een iets hogere boete dan de kanton rechter eerder dit jaar deed. Of de rechtbank het met haar ziens wijze eens is, zal op 4 januari blij ken als er uitspraak wordt ge daan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 13