eikaars paspoort'
'Niet
Ken naar
Interview
Fatima Jebli-ouazzani
presenteert Radio Thuisland
Legpenning
voor jarige
badmeester
Boete voor
fabrikant
DONDERDAG 22 DECEMBER 1983
DO/ST
Varia
PAGINA 13
door
Peter van der Maat
Fatiraa JebU-ouazzani (23) is
siads enkele weken muziek-
presentatfice van Radio
Thuisland (zondagavond
acht uur, Hilversum 3),
Een jonge vrouw die hier al
meer dan haar halve leven
woont en onlangs definitief
besloot niet terug te keren
naar haar moederland Ma
rokko, Ze praat vrijuit over
haar jeugd.
In veel gevallen wijkt die niet
af van die van de hele twee
de generatie buitenlanders.
Maar er bestaan ook ver
schillen. Ze heeft een duide^
lijke maatschappijvisie:
„Discrimineren is mense
lijk, maar je moet er tegen
vechten".
Een van de '16 bekende kerstliedjes'
door het tv-kinderkoor o.l.v. Iet v.d.
Velde (een grammofoonplaat dus)
heeft de volgende strofe:
'Ik name mijn fluitje
Een ander die nam zijn moezeltje
En dus fluiten en zongen
Voor 't zoet Kindéke
Na, na, na Kindje teer,
Sus, sus en krijt niet meer
Doet uw klein oogkens toe
Zij zijn van kijken moe'.
Een moezeltje?, denk ik dan. Van
Dale brengt opheldering: een moe
zel is Zuidnederlands voor doedel
zak. Lief woord. Onbekend welis
waar, zou je aan kinderen moeten
uitleggen, maar hetzelfde geldt in
iets mindere mate voor doedelzak.
'En dus fluiten en zongen'... Tja,,
misschien 17e eeuws Nederlands,
evenals 'uw klein oogkens'. De tekst
stamt tenslotte uit 1669, hoewel er
ook andere teksten zijn ('ik nam
mijn fluitje, een ander nam zijn
moeselken, en speelden met elkan
der voor 't zoete kindeken').
Mijn dochtertjes van 8 en 5 jaar
zijn ook wel eens van het krijten
moe, maar dan hebben ze niet ge
schreid, maar met stoepkrijt op
straat zitten tekenen. Je moet niet
al te bang zijn om kinderen met on
bekende woorden op te zadelen, ze
beginnen tenslotte bij nul, maar ze
komen fluit natuurlijk wel eerder
tegen dan doedelzak, en moezeltje
komen ze de komende zeventig jaar
vermoedelijk alleen nog maar te
gen de kerstdagen tegen, in dat ene
liedje. Wat mij betreft mag het hen
wel wat gemakkelijker worden ge
maakt. Soms is dat zonde, bijvoor
beeld als je, in 'Maria die zoude
naar Betlehem gaan', de prachtige
maar simpele regels: 'Het hagelde,
't sneeuwde, het miek er zo koud, de
rijm lag op de daken' zou moderni
seren tot: 'Het hagelde, 't sneeuwde,
het was er zo koud, de rijp lag op de
daken'. Maar mijn korststondige
ervaring is, dat de jongste kerstlie
deren bij de jongste kinderen toch
het meest aanslaan, althans bij
mijn dochtertjes. Het favoriete
kerstliedje van Janna van 5 is:
'Toen Jezus in het kribje lag, toen
kwamen de herdertjes daar (idem).
Ze kwamen van de velden en
brachten witte schaapjes mee, ze
kwamen van de velden, en brach
ten hun schaapjes mee'. In het twee
de couplet komen dan de koningen,
en brachten veel kadootjes mee.
Een andere favoriet van Janna is
sjok, sjok, sjok:
'Sjok, sjok, sjok, liep het ezeltje, he
lemaal naar Betlehem (2x).
O, wat was Maria moe. Ze deed af
en toe haar ogen toe.
Sjok, sjok, sjok, liep het ezeltje; Jo
zef zocht naar onderdak (2x).
Maar ze zeiden: "t Spijt ons zeer,
we hebben helaas geen slaapplaats
Hop, hop, hop, liep het ezeltje, want
het rook een warme stal (2x).
Daar - en wie had dat gedacht -
werd Jezus geboren in die nacht?
Tekst en muziek van Hans Peters
Jr., die ook de tekst schreef (op de
melodie van een Spaans kerstlied)
van het favoriete kerstliedje van
Sara, die in de derde klas van de
lagere school zit:
'Danst een kerstliedje, vrolijk kerst
liedje, 't wordt gespeeld op 'n schal
mei; dat doet Benjamin, herder
Benjamin, en het maakt de mensen
blij. En dus dansen ze, en dus zin
gen ze met z'n allen in de zon; 't was
in Betlehem, 't was in Betlehem, dat
het begon.
Herder Benjamin, oude Benjamin,
speelt het liedje ieder jaar; ieder
een, zegt hij, iedereen, zegt hij,
hoort sinds die nacht bij elkaar. En
dus dansen ze, en dus zingen ze met
z'n allen in de zon; 't was in Betle
hem, 't was in Betlehem, dat het be
gon.
En ze zeggen daar, en ze zeggen
daar: ook al gaat het vaak niet
goed; als het kerstmis is, als het
kerstmis is, krijg je toch weer nieu
we moed. En dus dansen ze, en dus
zingen ze met z'n allen in de zon: 't
was in Betlehem, 't was in Betlehem
dat het begon.
En het vierde liedje dat tot de favo
rieten van mijn dochtertjes behoort
is, wonder boven wonder, ook van
Hans Peters Jr., althans de tekst, op
de melodie van een oud Spaans
kerstlied:
'Kijk, op alle wegen kom je mensen
tegen, feestelijk en fleurig, nie
mand is er treurig. Want Jezus is
jarig en dus is er feest, kom ook
mee, als jij er nog niet bent geweest
(2x).
Jan komt met ballonnen, Trees met
lampionnen, en kijk Karei lopen,
die moet nog iets kopen. Want Jezus
is jarig enz.
Kijk, ook grote mensen komen met
hun wensen: dicht zijn hun bu
reautjes, o wat een cadeautjes.
Want Jezus is jarig enzovoorts.
De laatste drie kerstliedjes behoren
tot de tien Nieuwe Kerstliedjes die
op een plaat zijn samengebracht
die niet in de winkel te koop is,
maar besteld moet worden bij BVP
Music, Postbus 181, 1200 AD Hil
versum. BVP staat voor Benny Vre-
den Producties.
teerd. In processies heb ik
meegelopen als engeltje, ik
heb in kerkkoren gezongen en
dat terwijl thuis de islam de
godsdienst was".
Scheiding
Maar tussen haar ouders ging het
niet meer. De geografische
scheiding die acht jaar had ge
duurd was de oorzaak. „Mijn
moeder was vrij zelfstandig ge
worden. Het is een vrouw met
een sterke wil en ze wilde geen
afstand doen van die zelfstan
digheid. Binnen een half jaar
sprak ze Nederlands terwijl
mijn vader het nog nauwelijks
kon. Hij vond het niet goed dat
ze zich zo ontplooide". Het re
sulteerde in een scheiding.
„Die scheiding is slecht gevallen
in de Marokkaanse gemeen
schap. Mijn moeder werd er op
aan gekeken en verloor al het
contact met vrienden en fami
lie. Ze verhuisde naar Rotter
dam en heeft het daar helemaal
alleen moeten redden. Dat is
heel zwaar geweest, ook omdat
wij in Heerlen bleven. Ze kreeg
uiteindelijk wel een eigen wo
ning en werk als bejaarden
helpster".
„Maar toch heeft ze het niet ge
red, ze is vereenzaamd. Ik heb
de eenzaamheid hier zelf trou
wens ook wel leren kennen.
Vooral in grote steden'kom je
heel gauw alleen te staan. Als
je je gezicht niet vaak genoeg
vertoont, komt er ook niemand
bij jou. Mijn moeder is nu voor
een lange vakantie terug naar
Marokko om weer een beetje
bij te komen. Ik hoop maar dat
ze terugkomt. Ik heb hier zelf
ook haast geen familie en mis
haar erg".
Nadat haar vader voor de tweede
keer was getrouwd, verliet Fa
tima Limburg. Ze had inmid
dels het diploma van de mid
delbare school en belandde in
Rotterdam. „Om een vrienden
kring op te bouwen ben ik
links en rechts naar iets zin
wereld is veel kleiner gewor
den door alle technologie. Je
moet naar andere landen kun
nen gaan. Je kan altijd iets van
elkaar leren".
„Het maakt niet uit welke natio
naliteit je hebt. Als je naar el-
kaars paspoort gaat kijken ben
je fout bezig. Ik denk dat de
media een belangrijke ról spe
len. Nu lees en hoor ik vaak al
leen dat buitenlanders proble
men hebben. Maar er is nie
mand zonder problemen, ook
geen Nederlanders".
Dat er problemen binnen de ver
schillende buitenlandse groe
peringen zijn, dat weet ze uit
haar eigen jeugd, maar ook uit
haar werkzaamheden voor de
Rotterdamse kindertelefoon
voor buitenlandse jongeren.
„Meestal waren het meisjes die
belden. Omdat ze ruzie hadden
met hun ouders om hun verke
ring met een Nederlandse jon
gen. Of omdat ze naar school
wilden maar niet mochten".
„Het enige dat je kan doen is
luisteren en een beetje advise
ren. Een oplossing bieden gaat
niet, hoe rot het ook is. De
meeste andere problemen
kwamen voort uit de bureau
cratie. Ingewikkelde formulie
ren waar geen touw aan vast is
te knopen. Bij het arbeidsbu
reau geven ze wel foldertjes in
het Turks of Arabisch maar ve
len hebben daar niets aan om
dat ze hun eigen taal niet eens
kunnen lezen".
„Toch denk ik dat de meeste jon
geren zich hier nog vrij makke
lijk kunnen aanpassen, die zit
ten nog niet in een vast pa
troon. Het zijn meestal de ou
ders die de problemen maken.
Als ik een meisje met een
hoofddoek zie lopen, weet ik
wat de achtergrond is: het
moet van haar ouders. Ik kan
dat begrijpen, maar het is jam
mer dat zo'n meisje de kans
niet krijgt om zich te ontwik
kelen".
Vriendschappen heeft Fatima in
middels ook buiten de Marok
kaanse gemeenschap. „Ik kan
heel gauw contacten maken,
heb een heleboel kennissen,
ook veel Nederlandse. Echt re
kenen kan je natuurlijk maar
op een paar. Maar van die men
sen moet ik het wel hebben.
Dat is mijn familie. Ik heb een
Marokkaanse vriendin van
tweeëntwintig. Ze werkt bij de
Hema, heeft een eigen wagen.
Haar ouders hebben haar ook
vrij gelaten om te doen wat ze
wil".
Bepalend
Ondanks haar besluit hier te blij
ven, denkt Fatima veel aan Ma
rokko. "Die eerste elf jaar zijn
heel bepalend voor me ge
weest. Mijn broertje van zeven
tien en zusje van negentien
hebben dat gevoel veel min
der. Zij waren toen we weggin
gen te klein om zich de sfeer te
kunnen herinneren. Denken er
ook niet over om terug te gaan.
Hoogstens voor een vakantie,
maar dan nog klaagt mijn
broertje over vliegen. Zij voe
len die familieband niet die ik
wel voel. Soms mis ik al die
vertrouwde dingen en mensen
en heb ik het idee dat ik in een
vacuüm ben terecht geko
men".
„Dan merk ik dat de Nederland
se wereld een andere is dan de
mijne. Ik heb er bijvoorbeeld
moeite mee om me aan afspra
ken te houden. Hier moet je
eerst een afspraak maken als je
naar de dokter wil, in Marokko
ga je gewoon en wacht je tot je
aan de beurt bent. Als je hier
bij iemand op bezoek wil, moet
je dat eerst afspreken. Voor mij
hoeft dat niet. Ik wil zo bij een
vriend kunnen binnenlopen.
Is-ie thuis: goed. Niet thuis:
ook goed. Daaraan moet ik me
dus aanpassen, anders krijg je
irritaties. Uit mezelf kom ik
overal te laat, dat moet ik toch
in de gaten houden".
„Veel Nederlanders hebben een
dikke muur om zich heen, blij
ven altijd op een afstand en ge
ven zich niet bloot. Gevange
nen van zichzelf. In Marokko
vind je dat niet. Iedereen ver
telt zijn problemen aan ieder
een. Aan de andere kant is het
in Marokko weer onmogelijk
om over seks en liefde te pra
ten. Helemaal niet met je ou
ders".
Lachen
„Marokkanen zijn onderling ver
gevingsgezinder dan Neder
landers. Als je een fout maakt,
wordt dat daar geaccepteerd.
Als ik hier iets flik, blijven de
mensen je dat kwalijk nemen.
Dan heb je afgedaan, dat vind
ik heel jammer".
„Ik zou ook graag wat meer wil
len lachen. Iedereen is zo se
rieus. Om André van Duin of
Paul van Vliet hebben de men
sen wel plezier, maar onder el
kaar haast nooit. Bijna ieder
een verbergt zich achter kle
ding en andere oppervlakkige
dingetjes".
„Natuurlijk zijn er ook veel goe
de dingen, zoals eerlijkheid en
rechtvaardigheid. In Marokko
ben je helemaal afhankelijk
van wie je helpt. Als een amb
tenaar bijvoorbeeld geen zin
heeft om je iets te vertellen,
heb je pech gehad. Dat zal hier
nooit voorkomen".
Fatima heeft nu drie keer in Ra
dio Thuisland gepresenteerd,
zowel tot haar eigen als tot de
voldoening van de andere me
dewerkers. „Het is een heel
leuk programma. Het is maar
een uurtje en toch barst het
van de verschillende onder
werpen. Je merkt dat het niet
één, twee, hup in elkaar wordt
gezet. Er wordt over nage
dacht.".
„Voor buitenlandse jongeren is
het heel belangrijk om te luis
teren omdat er aandacht wordt
besteed aan allerlei zaken
waarmee zij zelf te maken kun
nen krijgen. Maar voor Neder
landers is het verstandig om te
luisteren, zodat ze weten met
welke dingen buitenlandse
jongeren bezig zijn".
KOUDEKERK AAN DEN RIJN -
Met een speciaal voor de gele
genheid gecomponeerd lied heb
ben de kinderen van de Koude-
kerkse Burg. De Herderschool
gisteren afscheid genomen van
badmeester H.B. van der Velde.
Zichtbaar verrast hoorde Van
der Velde, die op 1 januari met
VUT gaat, de uit volle borst zin
gende schooljeugd aan, die hem
vanwege zijn verjaardag gisteren
ook nog vergastten op een 'lang
zal hij leven'. Als cadeau boden
de kinderen hem een zelfge
maakte 'bakkevoet' aan.
Op het gemeentehuis werd 's mid
dags nog eens afscheid van de
chef-zwemmeester. Wethouder
Tensen bood Van der Velde de
legpenning met inscriptie van de
gemeente Koudekerk aan.
ouazzani:
discrimineren
dat zit
in ieder
UTRECHT (GPD) - In de
restauratie van het
Utrechtse Centraal Sta
tion tocht het meer dan
verschrikkelijk. Er
wordt verbouwd. De
ober met het ingevallen
gezicht kent de klach
ten: „Denkt u dat ik het
zelf niet merk? Ik loop
hier zowat een longont
steking op". Fatima Je
bli-ouazzani heeft haar
benen onder zich getrok
ken op de stoel en ver
telt. Vertelt zo geestdrif
tig dat ze haar broodje
kaas vergeet.
„De afgelopen twee jaar wist ik
zelf soms niet eens wat ik was:
Nederlands of Marokkaans? Ik
had altijd gedacht terug te
gaan. Sommige dingen vond ik
hier toch te moeilijk. Bijvoor
beeld het contact maken met
anderen. Zo veel dingen spelen
een rol voor je aardig wordt ge
vonden: wat ben je, wat doe je?
Eerst moetje in een hokje pas
sen, dan pas kijken Nederlan
ders of ze verder met je willen
omgaan".
„In Marokko word je gewoon
geaccepteerd. Er heerst een he
le andere mentaliteit. Je hoeft
je niet eerst te bewijzen, je kan
je overal meteen op je gemak
voelen. Oké, ik idealiseerde
Marokko ook wel een beetje:
daar is het goed, de mensen
zijn zo aardig. De laatste jaren
ben ik er een paar keer met
vakantie geweest en ik heb ge
zien wat de mogelijkheden
voor mij zijn. En die zijn er niet
veel".
„Na de afgelopen vakantie heb ik
b'esloten hier mijn leven verder
op te bouwen. Of je wil of niet,
je raakt toch ingeburgerd, je
komt er niet onderuit. Je hebt
hier hele mooie en waardevolle
dingen die er in Marokko niet
zijn: je kan zeggen wat je wil,
kan doen watje wil. Daar is dat
onmogelijk".
,Nee, ik voel me toch geen Ne
derlandse. Ondanks alles blijf
je er tussen hangen. Ik be
schouw dit wel als mijn land,
dat wel. Ik wil hier verder
gaan, kijken hoe ik me het bes
te kan redden".
Keus
Fatima Jebli-ouazzani heeft haar
wereld gekozen. Ze is 23 en
woont al meer dan de helft van
haar leven in Nederland. Sinds
kort is ze een van de twee pre
sentatrices van Radio Thuis
land, elke zondagavond (tus
sen acht en negen) op Hilver
sum 3, voor en door buiten
landse jongeren.
Rotterdam is haar woonplaats, ze
is er op verschillende fronten
actief. Schrijft in het blad De
Witte Duif voor buitenlandse
jongeren over bijvoorbeeld
Poetry International, boeken,
een Palestijns congres in De
Doelen, „en over wat ik mis in
Nederland". Volgend jaar
hoopt ze medicijnen te gaan
studeren en als ze daarvoor
wordt uitgeloot psychologie.
Begin jaren zestig trok haar va
der voor werk naar Europa.
Eerst Frankrijk, later Neder
land, waar hij in Heerlen in de
mijnbouw terecht kon. In 1972
liet hij zijn gezin komen: zijn
vrouw, twee dochtertjes en een
zoontje.
Fatima: „We gingen op een ka
tholieke school van Franse
nonnen. Er zaten geen andere
buitenlandse kinderen en we
zijn ook altijd de enige geble
ven. Ik had in Marokko net een
jaartje Frans gehad op school
en dat kwam goed uit. Door
vanuit het Frans te vertalen in
het Nederlands leerde ik de
taal heel snel".
„Die nonnen hebben ons hele
maal goed opgevangen. Ze
hielpen ons ook thuis met
spullen. Zelf hadden we alleen
een paar stoelen. En op school
werden we volledig geaccep-
nigs gaan zoeken". Het werd
een project voor Marokkaanse
Contacten deed ze er wel op,
maar het project mislukte.
„Van de acht vrouwen die zou
den meedoen, mochten er zes
niet van hun man. Ik ben daar
heel kwaad om geworden. Er
zijn hier heel veel mogelijkhe
den om je te ontwikkelen en
dan pakken ze die niet aan.
Een beetje kan ik het begrij
pen: ze zitten nog in een hele
andere cultuur en zijn angstig
voor allerlei nieuwe dingen.
Maar toch, het is de enige kans
om uit het isolement te ko-
Geloof
Speelt de islam bij de meeste in
dit land levende moslims - zo
wel jong als oud - een belang
rijke rol, Fatima heeft het ge
loof afgezworen. „Op de mid
delbare school vertelde de bio
logieleraar over de evolutie
theorie van Darwin en dat God
daar niet zo veel mee te maken
had. De islam beweert heel wat
anders. Mijn ouders konden
geen antwoord geven op mijn
vragen, ze geloven heilig. Hoe
wel mijn moeder ook dingen
afwijst. In de koran staat dat
man en vrouw gelijk zijn. Zij
heeft daar hele andere ervarin
gen mee gehad".
„Ik ben er van overtuigd dat
mensen hun godsdienst zelf
hebben bedacht. Gewoon ver
zonnen om houvast te hebben.
Iedereen zoekt steun als hij on
zeker is of angstig. Uit die ge
voelens zijn de godsdiensten
ontstaan".
Ondanks het feit dat hun dochter
op school met zaken in aanra
king kwam die niet met hun
ideeën strookten, hebben haar
ouders Fatima gestimuleerd.
„Mijn vader had graag gezien
dat ik iets met economie was
gaan doen. En mijn moeder
heeft er altijd op gelet dat ik
mijn schoolwerk goed deed, ze
begeleidde me ook. Zelf zou zij
graag hebben doorgeleerd
maar op haar vijftiende werd
ze uitgehuwelijkt. Toch ging ze
zelfs na haar huwelijksnacht
weer naar school, maar dat
mocht niet. Ze werd naar huis
gestuurd".
„Veel Marokkaanse en Turkse
kinderen komen hier niet ver
der dan de huishoudschool of
de lts. Dat is de schuld van hun
ouders die niet stimuleren.
Maar ook het taalprobleem is
groot. Soms komen kinderen
in dezelfde klas als waarin ze in
Marokko zaten. Dat is heel
dom. Je moet er voor zorgen
dat ze eerst de taal beheersen.
Ik moest toen ik hier kwam
ook in de eerste beginnen. Zat
als elfjarige tussen de kleintjes
maar het is goed gelopen".
Discriminatie
„Nee, ik heb nooit last van discri
minatie. Een keer ben ik uitge
scholden voor neger, verder
nooit. Maar je moet goed weten
dat het niet alleen Nederlan
ders zijn die discrimineren.
Het zit in ieder mens. Marok
kanen discrimineren elkaar
onderling net zo goed en Ne
derlanders zijn ook niet altijd
even aardig tegen elkaar".
„Het hoort nou eenmaal bij de
mens, maar je moet wel tegen
discriminatie vechten. Het
nooit accepteren. Wat je moet
doen als het je gebeurt, is pro
beren duidelijk te maken hoe
het komt dat je er misschien
een beetje anders uitziet, maar
dat het verder niets zegt. Je
moet nooit bij de pakken neer
zitten".
„Natuurlijk word ik woedend als
er iemand zegt: schop die bui
tenlanders toch het land uit.
Waar ben je dan mee bezig?
Als je in de geschiedenis terug
kijkt, zie je dat in elke tijd be
woners van het ene land naar
het andere trokken, zo is het
nu weer. Nederland is niet al
leen voor de Nederlanders. De
DEN HAAG-ALPHEN - De offi
cier van justitie bij de Haagse
rechtbank, mevrouw mr. Schelf
hout, heeft'tegen een fabrikant
werktafels uit Alphen aan den
Rijn een geldboete geëist van
vijfhonderd gulden. Bovendien
vroeg zij vier weken voorwaarde
lijke gevangenisstraf en een
proeftijd van twee jaar. De kan
tonrechter veroordeelde de Al-
phenaar in een eerder stadium
tot een boete van driehonderd
gulden. Hiertegen tekende hij
hoger beroep aan.
De officier stelde de directeur van
het bedrijf schuldig aan een on
geluk waarbij een 32-jarige werk
nemer dodelijk verongelukte en
een tweede üchte verwondingen
aan zijn hoofd opliep. De fabri
kant, zo meende de officier, had
ervoor moeten zorgen dat de vei
ligheid optimaal was.
Het ongeval deed zich voor op 10
mei van het vorig jaar. Het
slachtoffer was bezig met het af-
monteren van een elektrische
motor onder een werktafel waar
mee mensen en zware spullen
omhoog kunnen worden ge
bracht; zijn collega stond op die
tafel en bracht er schakelaars op
aan. Plotseling klapte het pla
teau met denderend geweld naar
beneden. De 32-jarige werkne
mer die eronder stond was op
sla? dood.
Het veiligheidssysteem is inmid
dels uitgebreid, vertelde de di
recteur gistermiddag voor de
rechtbank. Er worden nu ook
balkjes bij geleverd die moeten
worden aangebracht om onge
lukken als waarvan hier sprake
is voortaan te voorkomen.
Volgens de fabrikant stond het
slachtoffer bekend als een 'ge
makzuchtig' iemand, maar niet
als uitermate slordig. Zijn colle
ga daarentegen was zeer nauw
gezet.
Uit het verhoor bleek dat niet het
slachtoffer en zijn collega de ta
fel hadden neergezet op de plek
waar het ongeval zich voortdeed.
Twee andere werknemers van
het bedrijf hadden dit gedaan.
De directeur veronderstelde dat
de verongelukte en gewonde
man niet hebben gecontroleerd
of de vergrendeling van het
werkplateau naar behoren was.
Juridisch zat het allemaal uiterst
moeizaam in elkaar. De officier
van justitie vroeg zich af of een
directeur wel aansprakelijk is
voor een ongeluk dat zich in zijn
bedrijf voordoet. Volgens de ou
de Veiligheidswet is daar wel
sprake van. Daarom eiste zij een
iets hogere boete dan de kanton
rechter eerder dit jaar deed. Of
de rechtbank het met haar ziens
wijze eens is, zal op 4 januari blij
ken als er uitspraak wordt ge
daan.