Komt de tijd van Dickens weer terug? Architectuur voor de gewone man ZATERDAG 17 DECEMBER 1983 Extra Kerstpakketten voor de nooddruftigen in Eibergen, een decemberuitkering voor de armen in Zaandam, een fonds voor Friezen die hun kranteabonnement niet meer kunnen betalen, de gemeente Muiden die de eenmalige uitkering aan de echte minima wil verdubbelen: keert de tijd van de ouderwetse bedeling weer terug? De „gulle" gevers zeggen van niet. Bijstandstrekkers voelen zich desondanks vernederd en gedegradeerd tot derderangs burgers. „Ik zou van zo'n kerstpakket geen hap door mijn keel kunnen krijgen." door Sjak Jansen en Jos van der Meer Het comité 'Vrouwen in de bij stand' in Leiden zit het niet lekker dat hier en daar een gemeente- of kerkbestuur, of een groep particulieren ex traatjes wil geven aan de ech te minima. „Daarmee gaan we terug naar de tijd van de ouderwetse bedeling", meent woordvoerster Til van Haas- ter. Het comité hekelt vooral de aanpak in Eibergen; een bewo nerscomité uit dit Overijsselse dorp heeft geld (zeshonderd gul den; men had op het dertigvou dige gerekend) ingezameld ten behoeve van kerstpakketten voor arme plaatsgenoten. „Maar de rekeningen die ik niet kan be talen blijven in de la liggen", zegt Van Haaster. „Daarom hoeft voor mij zo'n kerstpakket niet. Ik zou er, denk ik, geen hap van door mijn keel kunnen krijgen." Het comité verdenkt de onderhavi ge gemeenten ervan met de lief dadigheidsacties hun eigen ge weten te willen sussen. En te vens de bijstandstrekkers in toom te houden, voor wie het volgens Van Haaster steeds moeilijker valt te accepteren, dat hun positie almaar uitzichtlozer wordt. Met deze hulp wordt volgens het Leidse comité eindelijk beves tigd dat er armoe is. „Terwijl groepen als de onze al jaren strij den voor een betere bijstandsre geling. Die acties komen dan ver nederend over", aldus Van Haas- ter. Willekeur Om de nood bij de minima te leni gen acht zij verdergaande maat regelen nodig dan de extra uitke ring die de regering in petto heeft. Premier Lubbers maakte dat begin deze week bekend. Het comité 'Vrouwen in de bijstand' voelt meer voor een plan van de Voedingsbond FNV: iedere Ne derlander krijgt een basisinko men ter hoogte van de bijstand, en geld bijverdienen mag. Waar bij betaald en onbetaald werk an ders moeten worden verdeeld. Bijstandstrekkers zullen dan weer een toekomst hebben, meent het comité. Volop kritiek van 'Vrouwen in de bijstand' dus. En niet alleen op de regering. Ook op de gemeen ten Opsterland en Gorinchem, die belastinggeld willen terugge ven aan bewoners zonder dat die daar om vragen. Op het dorp Muiden, dat van plan is de een malige uitkering aan echte mini ma te verdubbelen. Op het kerst- pakkettenplan uit Eibergen. Op de centrale kerkeraad van de hervormde gemeente in Zaan dam, die zal bekijken of hoeveel plaatsgenoten een de- cember-uitkering van tweehon derd gulden moet worden ver strekt. En op de hervormde dia conie in Rotterdam die iets soort gelijks overweegt. Kritiek die de regering deelt. Maar op heel andere gronden. „Inko mensbeleid wordt in Den Haag gevoerd. En het is willekeur als de ene gemeente iets extra's geeft en de andere niet", zei mi nister Ruding (financiën) dezer dagen voor de radio. Bij het mi nisterie van binnenlandse zaken verwacht men dan ook dat staatssecretaris Van Amelsfoort binnen twee tot drie weken zal voorstellen een Koninklijk Be sluit te nemen dat het geven van gemeentelijke uitkeringen ver biedt. Kwijtschelding Bij de gemeente Leiden zal men er niet rouwig om zijn. „Mensen die bepaalde gemeentelijke belastin gen niet kunnen betalen, kunnen vragen of ze die niet hoeven te betalen; het zogenaamde kwijt- scheldingsbeleid", zegt PvdA- wethouder P. Bordewijk. „Extra uitkeringen lijken te veel op lief dadigheid. Afgezien daarvan kan Leiden zoiets niet betalen." Ank Koper van het comité 'Eiber gen voor-door elkaar' vertelt waarom ze het volstrekt oneens is met die negatieve reacties: „Dit heeft niets te maken met be deling. Dit is solidariteit. We heb ben dergelijke acties ook voor Polen gehouden. En toen was ie dereen enthousiast. Waarom dan nu zo moeilijk doen? Ik vind het jammer dat heel Nederland nog niet meedoet. Want dat hulp hard nodig is, weet iedereen. Ei genlijk zou je dit het hele jaar door moeten doen. Nu is het een druppel op een gloeiende plaat. Een groot voordeel is weer dat ze er in Den Haag ongetwijfeld van zullen horen. Misschien wordt er nu iets aan de laagste uitkerin gen gedaan." Kapitein F. Bergsma van het Leger des Heils in Leiden vraagt zich af „waarom dit soort explosies van naastenliefde zich altijd pas aan het eind van het jaar openbaren. Waarom niet het hele jaar door?" Zolang dit soort acties geen ziel- tjeswinnerij beoogt, juicht hij ze in beginsel toe. „Maar je moet oppassen dat je de mensen niet afhankelijk maakt. Wij hij het Leger zeggen altijd: geef iemand die honger heeft geen vis maar een hengel. Daar schiet je veel meer mee op." Solidariteit Dominee P. van Beek van de her vormde gemeente in Zaandam kan het zich goed voorstellen dat Til van Haaster van het Leidse comité 'Vrouwen in de bijstand' zich beledigd voelt door hulpac ties als die van zijn kerk. „Ik heb dergelijke reacties ge hoord en ik ben c schrokken. Het is niet doeling de kerk weer te laten te rugvallen op het bedelingsmodel van de soeppot uit de vorige eeuw. Daarom voel ik veel voor het idee van de werkgroep Niet- Beroepsmatige Actieven. Die zegt: geef het geld dat je voor hulp aan de minima inzamelt aan de sociale dienst, zodat die het eerlijk kan verdelen." „Ik besef terdege dat we bezig zijn met oplapperij en gatenvullerij. Maar het is ook een signaal van ons aan Den Haag van: heren, doe hier iets aan. Of de kerk hier mee aan klantenbinding doet? Zeker niet. De mensen hoeven geen kerklid te zijn om in aan merking te komen voor onze uit kering. De vijftig aanvragen ko men uit allerlei gezindten, ook van niet-kerkelijken." Woordvoerder C. Middelhof van de Rooms-Katholieke Kerkprovin cie beschouwt de steunacties als een noodzakelijke geste van soli dariteit. „Natuurlijk is het de taak van de overheid om een rechtvaardige samenleving te scheppen waarin iedereen naar behoren kan bestaan. Maar hoe rechtvaardig ook: er zullen altijd mensen tussen de wal en het schip vallen. En die mensen kun nen we best te hulp komen. Dat is niet meer dan onze plicht van uit het evangelie. Maar dat mag natuurlijk niet inhouden dat de waakzaamheid van de overheid mag verslappen." Respect Het standpunt van de Generale Diakonale Raad van de Neder landse Hervormde Kerk is al niet anders. Volgens de raad verdie nen genoemde handreikingen („die naar eer en geweten wor den gedaan") slechts respect. En wat zegt de Leidse diakonaal predikant A. Dronkers? „Het komt mij allemaal iets te gemak kelijk voor. Op zich een groots gebaar hoor, maar ik ben een beetje bang voor misbruik. Ik moet nog zien of al deze charitas werkelijk terecht komt bij de die het echt nodig heb ben. Punt is ook: hoe spoor je die echte behoeftigen op?" De Muidense gemeentesecretaris M. C. Jansen weet nog zo net niet of het Koninklijk Besluit dat staatssecretaris Van Amelsfoort in de maak heeft de verdubbe ling van de eenmalige uitkering aan de echte minima in zijn dorp onmogelijk zal maken. „De rege ring vindt toch ook dat die men sen moeten worden geholpen. Er is alleen geen geld voor om dat elk jaar weer te doen. Als wij dan met zo'n initiatief komen, zal men dat in Den Haag toejuichen, neem ik aan", zegt hij. W. Pattje, beleidsmedewerker voor sociale zaken bij de Tweede-Ka merfractie van de PvdA, vindt het Muidense idee sympathiek genoeg om navolging te verdie nen. „Hoewel ik het schandelijk vind dat gemeenten genoodzaakt zijn zich zo actief met het inko mensbeleid te bemoeien", zegt hij. „Er is echter één maar. Een ge meente als Muiden kan dit doen omdat ze geld genoeg heeft. Een andere is daar te arm voor, en dat is meestal de gemeente die ook met hogere gemeentelijke belas tingen werkt. Het inkomensver schil tussen minima daar en die in wat rijkere plaatsen wordt daardoor nog eens extra ver groot. En dat is een betreurens waardige zaak." Dickensiaans De Leidse wethouder Bordewijk is het daar helemaal mee eens. Ge meentesecretaris Jansen gelooft daarentegen dat het afhangt van wat een gemeentebestuur be langrijk vindt voor zijn bevol king of een extra uitkering er komt. „Elke gemeente die op de begroting geld beschikbaar heeft voor onverwachte uitgaven, kan een bedrag aan de minima ge ven. Maar ja, je hebt nu eenmaal gemeenten waar men het geld liever aan sportvoorzieningen of verkeersdrempels besteedt. Dat is hun eigen vrije keuze." Jansen gelooft er niets van dat de Muidense uitkering een vorm van nieuwe bedeling is. „Toen de mensen nog afhankelijk waren van de kerken was dat bedeling, want ze hadden geen recht op die steun. Wij geven dat geld - als tenminste de gemeenteraad er mee akkoord gaat en de Kroon dat raadsbesluit goedkeurt - om dat is gebleken dat sommige mensen teveel aan koopkracht moeten inleveren. Als die situa tie zo blijft en zolang Muiden daarvoor het geld heeft, zal dat iets blijvends zijn." Adjunct-directeur J. Kleijne van de Leidse sociale dienst houdt zijn hart vast voor „Dickensiaan- se toestanden", net als zijn Rot terdamse collega F. Hetzels. Bei den pleiten voor een betere inko menspolitiek. „Want we moeten goed beseffen dat die steunacties slechts een symptoombestrij ding zijn." Krant „Ik hoop niet", zegt Kleijne, „dat we hiermee een tijdperk van een nieuw soort bedeling ingaan". En Hetzels: „Niet voor niets heeft onze dienst vorige week het rapport 'Minima zonder mar ge' gepresenteerd. Daarin tonen we aan dat armoede weer bestaat in Nederland; we noemen harde cijfers over 500.000 gezinnen in Nederland die heel moeilijk zit ten. Ik hoop en verwacht ook dat Den Haag met die gegevens zal gaan werken." In Leeuwarden hebben drie welge stelde abonnees van het Friesch Dagblad deze week een stichting opgericht met als doel het abon nement op die krant te betalen voor abonnees die daartoe niet langer in staat zijn. „Het gaat ons om de onderlinge solidariteit van de lezers. Je mag in moeilijke tij den best wat zorg Voor elkaar hebben", aldus K. Veenstra, een van de drie initiatiefnemers. Architect K. E. Polgar, die in Leiden menig stadsvernieuwingsproject van de grond hielp, werd onlangs onderscheiden voor zijn menselijke aanpak. Een gesprek met hem. door Miep Hoenson Een mens staat er niet dage lijks bij stil, maar het resul taat van wat een architect tij dens werkuren bedenkt heeft jarenlang zichtbare conse quenties. Straten, nieuw- Kritiek bouwwijken, gebouwen, ge renoveerde huizen - onze da gelijkse leefomgeving wordt grotendeels door de architect ingericht. je, onder het toezwaaien van veel lof uitgereikt. Hij dankt deze ho ge eer voornamelijk aan zijn ont werpen voor sociale woning bouw in samenhang met menselijke woonomgeving. Daarvan is genoemd renovatie- gebied in Leiden een veelbelo vend voorbeeld geweest. Dank zij overheidssubsidies konden er in Nederland heel wat van dit soort projecten van de grond ko men. De Duitsers keken volgens de bekroonde architect, wiens werk voor 70 procent uit ontwer pen voor 'de gewone man' be staat, met open mond toe. In sommige gevallen valt het werk van architecten ook in het bui tenland op. Zo waren Duitse ar chitecten dusdanig onder de in druk van het nieuwe uiterlijk van het Leidse Herengracht/Zijl- singelgebied dat ze vanaf de vol tooiing van dit stuk stadsver nieuwing besloten de Hollandse ontwerpers nauwlettender in de gaten te gaan houden. Die op merkzaamheid van onze ooster buren resulteerde vorige week in een prijs voor architect K.E. Pol gar (58) van het Waddinxveense bureau Treffers en Polgar, die voor de metamorfose van het He- rengracht/Zijlsingelgebied deels verantwoordelijk was. Polgar kreeg de Duitse gouden Heinrich Tessenow Medaille, dé smaak maker in het architectenwereld Lof van buitenstaanders, kritiek van de bewoners zelf - de tegen stelling is groot. Er is de laatste tijd heel wat te doen geweest over datzelfde Herengracht/Zijl- singelgebied. Bewoners klaag den over bouwkundige gebre ken. Een speciale commissie van de gemeenteraad bracht uitein delijk rapport uit en moest con cluderen dat de klachten wel de gelijk gegrond waren. Polgar is zelf evenmin voor hon derd procent gelukkig met het uiteindelijke resultaat van zijn werk aan de tekentafel. "In tech nische zin is lang niet alles in or de", beaamt hij, om vervolgens de zwarte piet door te spelen: "De architecten die aan dit ge bied werkten hebben de zaak niet voldoende in eigen hand kunnen houden. Het planproces was niet goed". En daarnaast vindt hij het teleur- De Leidse Oranjegracht (Herengracht/Zijlsingelgebied). Inzet: de be kroonde architect K. E. Polgar. stellend hoe weinig de bewoners van hun omgeving hebben ge maakt. "Wij konden alleen maar suggereren wat gemeente en be woners zelf moesten invullen. En dan moet ik stellen dat ze er wei nig van gemaakt hebben. Ze heb ben geen enkele inspiratie gehad om hun woonomgeving aan te vullen. Nog geen plantje is er op de stoep gezet, terwijl het karak ter van die grachtjes zich daar juist zo voor leent. De bewoners hebben iets van: wat zich buiten m'n voordeur bevindt is van de Dan hebben de Duitsers de bedoe ling van zijn werk beter begre pen. "Ze hebben gewoon door al dat onkruid heengekeken". Oriënteren Polgar vindt het allemaal jammer. Het was hem er juist om begon nen dat de bewoners zich uiter mate betrokken zouden voelen bij hun directe omgeving. Zijn ontwerpen zijn ook op een onlos makelijk geheel van wonen en woonomgeving afgestemd. De bewoner moet zich kunnen "Neem de binnenstad van Lei den. Als je daar loopt weet je pre cies of je richting centrum gaat oriënteren, en dat kan hij dik wijls niet in de hedendaagse nieuwbouwwijken, waar alle huizen en straten op elkaar lij ken. Onze voorouders deden hun werk volgens Polgar beter, of juist de binnenstad uitgaat. Je hebt grachten, stegen, binnen- hofjes - je kunt je oriënteren. Er is een profiel. Tegenwoordig bouwen we lege plekken veel te snel vol met nieuwbouw waarin elke samenhang ontbreekt. In Leiden-zuid heb je ook een aan tal van die straten. Alles is er vol komen identiek: de bestrating, de flats, de afmetingen. Polgar is evenmin in staat om van af de tekentafel een wijk te laten verrijzen die zo afwisselend en herkenbaar is als de gedurende honderden jaren vormgegeven Leidse binnenstad. De architect zoekt het daarentegen in afwisse lende pleintjes, een verscheiden heid aan straatbedekking, wat bomen hier en daar. Hij tracht ook afwisseling te bren gen in het gezicht dat hij huizen rijen in nieuwbouwwijken mee geeft. Om die reden krijgen wo ningen aan de ene kant van de straat een berging aan de voor kant en de tegenoverliggende panden krijgen die juist aan de achterkant. Een doorgaande weg moet breder zijn dan een gewone straat. Kortom: "Het karakter van zo'n wijk moet niet massaal of eentonig overkomen. De be woner moet niet verloren gaan, maar zijn eigen voordeur of por tiek kunnen herkennen. In de Merenwijk is het bijvoorbeeld ui terst moeilijk om je te oriënteren. Je volgt die rondweg, maar weet nooit waar je uitkomt. Je moet in één oogopslag kunnen zien wat een rijweg is, en wat een woonerf of een plein", Tuingebieden Bij zijn pogingen om voor 'gewone mensen' een leefbare woongele genheid te scheppen blijft het vaak tobben met geld, tijd en ruimte. Voor Polgar een reden temeer om zich te verheugen in de onderscheiding, die naar zijn zeggen onder alle Europese ar chitecten een begrip is. Tesse now, de man naar wie de onder scheiding is genoemd, toonde zich begin deze eeuw een am bachtelijk architect. Hij maakte geschiedenis door zich af te zet ten tegen de 'slums', de achter buurten rondom de industriege bieden waarin fabrieksarbeiders destijds werden gehuisvest. Tes senow vond dat hardwerkende mensen meer verdienden dan een sombere en saaie straat met alleen de minimale voorzienin gen. Zijn ideëen om de bouw van dergelijke woongebieden een halt toe te roepen vond overal in Europa navolging. De slums maakten plaats voor de 'tuinge bieden', gemoedelijker ogende wijkjes met veel groen. Deze Duitser is voor zijn landgeno ten nog altijd een lichtend voor beeld. Desondanks slagen onze oosterburen er niet in om appar tementen of eengezinshuizen te ontwerpen waarvan de huurprijs niet boven de vierhonderd gul den uitkomt. Dat hun Neder landse collega's daarin vaak wel slagen ligt volgens de bekroonde architect aan de slogan 'eerst re kenen, dan tekenen'. Werk van Polgar tal van 12 tot 22 ja nuari worden tentoongesteld In het Swaensteyn.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 23