Wagner: weg met minimiim-j eugdloon Westerterp: 'Als dat 'ns voor mekaar kan komen' VRIJDAG 16 DECEMBER 1983 De BKR-regeling, schreef ik giste ren, is niet bestemd voor de verbor gen Vincent van Goghs onder de huidige generatie beeldende kun stenaars, maar voor de 'kleine man' onder de schilders en beeld houwers, wier werk internationaal geen opzien baart, maar technisch en wat opvatting betreft tussen mooi en acceptabel in zit. Zij verko pen wel eens wat, maar niet ge noeg, en niet tegen prijzen die het hun mogeljk maken er met vrouw, atelier en kinderen op redelijk aan vaardbare wijze van te leven. Daarom moet via die BRR-rege- ling een bodempje in hun bestaan worden gelegd, dat hen in staat stelt gestadig door te werken en op de afgesproken tijden werk in te le veren, dat op aanvraag kan wor den opgehangen in scholen, in de kamers van de universiteitsmede werkers, in ziekenhuizen en ga zo maar door. De vraag die in deze barre tijden van blijkbaar noodzakelijke bezui nigingen gesteld moet worden is, of ook de 'kleine man' onder de beel dende kunstenaars recht van be staan als full time kunstenaar heeft. Daarop zijn twee antwoor den mogelijk: 1. Ja, natuurlijk, en 2. Nee, Wie 'ja, natuurlijk' zegt, kan van twee dingen uitgaan. Ten eerste dat het schilderen van schildertijen net zo'n vak is als bijvoorbeeld het onderwijzen van kinderen, en dat de regering bij het 'afvloeien' van leerkachten toch ook 'objectieve normen' (de laatstkomende) han teert, en geen kwalitatieve normen (wie het slechtst lesgeeft moet er het eerst uit diLS wie het slechtst schil dert moet ook het eerst uit de BKR). En ten tweede dat goedgemaakte maar weinig opzienbarende schil derijen net zoveel recht hebben in de huiskamer te hangen als goedge maakte maar weinig opzienbaren de bijzettafeltjes het recht hebben in diezelfde huiskamer te staan. Beide vervullen daarin een secun daire maar nuttige functie. Wie 'nee, waarom?' zegt kan ten eerste zeggen dat het aanbod de vraag verre overtreft, anders zou den de opslagplaatsen niet vol staan met BKR-werken terwijl die toch gratis door allerlei instellin gen kunnen worden geleend. Ik weet niet hoe het elders is, maar het Oost Europa Instituut van de Am sterdamse universiteit heeft in elf lokalen 25 schilderijen van de BKR hangen, te weten vier van Pavel Husak, twee van Sepke Bartlema en twee van Robert Jurissen, en verder eentje van Luke Kleiman, Dion Leroy, Feiko, Jan Tebben, Chris van Geest, Ferdinand Erf- man, Vera de Groot, Frans de Boo, Gerardus Coffeng, Maarten Man- son, A. Moerbeek, Titi Poelsma, An- netje van Verseveld, Willem Wag ner en J. Beversluis-Tangelder. Een ruime keus dus voor een insti tuut dat door de vele boekenkasten nauwelijks wandruimte heeft om de schilderijen behoorlijk op te hangen. Als er desondanks al te veel kunstwerken in de opslag ruimten vergeefs op hun nieuwe baasje staan te wachten en er al leen maar nieuw werk bijkomt, lijkt het zinvol ervoor te zorgen dat aan die Kunstberg alleen nog maar het beste van het beste wordt toegevoegd, en dat de kunstenaars die buiten de BKR-staatssteun val len maar het toch niet kunnen laten te scheppen dat dan maar op eigen risico moeten doen. En ten tweede kunnen de critici van de BKR zeggen dat er dank zij de subsidies weliswaar ook een Bo terberg en een Melkmeer zijn waar niemand goed raad mee weet, maar dat Kunst geen eerste levens behoefte is zoals boter en melk. Bo vendien is het goed van je fouten te leren, zodat het niet alleen tijd wordt die Boterberg te elimineren, maar ook de Kunstberg, te begin nen in Nederland... En wat vind ik zelf? Ik vind dat de BKR, toen die werd ingesteld, een grote verbetering was vergeleken met het ontbreken van een BKR daarvoor, maar dat anno 1984 een gehalveerde BKR reëler is dan de doorgeschoten BKR van nu. De BKR is... geëtioleerd, net als die 'aanfluiting van een plant' in Ar chibald Strohalm van Harry Mu- lisch: lange, slappe, geligwitte sten gelslierten die nooit licht hadden gezien. Want wat in het donker groeit wordt wel lang maar ook bloedeloos, zonder chlorofyl, wit, zonder het houtweefsel dat de plant overeind moet houden. Je groeit naar watje in je groei remt, legt de bollenkweker aan Archibald en Jutje uit, en dat is in dit geval het licht. Een geètioleerde plant die in het duister wordt gehouden wordt zo lang 'omdat zij licht zoekt, rem mend licht, zij zoekt overal licht om groen te worden'. Hoewel alle vergelijkingen altijd mank gaan is het niet voor niets dat die associatie met een geètio leerde plant bij me opkwam toen ik over de BKR nadacht. De BKR is doorgeschoten, uit zijn krachten ge groeid, en het lijkt niet onredelijk die situatie in beperkte mate te re dresseren. DEN HAAG - „Kijk, we waren in die anderhalf jaar nogal opgeschoven en dan probeer je met de genade mee te werken. Je ziet al die studies, al die waterloopkundige modellen en je denkt aan die fantastische prestaties die Rijkswaterstaat en de Nederlandse aannemers zullen kunnen gaan leveren en dan verzucht je bij jezelf: God, God, God, als dat eens voor mekaar kon komen. Daarom heb ik het gehouden op vijf procent onvoorzien en geen tien procent. Die verantwoor ding neem ik op me". En daarom heeft ex-minister Westerterp (verkeer en waterstaat), want van hem is dit citaat - uit een brief aan de Algemene Rekenka mer - afkomstig, wat méér cijfertjes aangenamer geinterpreteerd dan verantwoord was. En daarom wellicht ook heeft ex-minister Tuijnman de Tweede Kamer stelselmatig te laat en onvolledig geïn formeerd over de werkelijke, financiële gang van zaken bij het Oos- terscheldeproject. En daarom heeft ook de Tweede Kamer zich in een eerste fase niet al te nadrukkelijk bezig gehouden met de con trole van wat er op Verkeer en Waterstaat gebeurde. Dat was 'not done', waarschijnlijk, als het er om ging het waterstaatkundige pro ject van de eeuw te realiseren, de doorlaatbare stormvloedkering in de Oosterschelde. Het is niet eens dat dit project gigantisch uit de hand aan het lopen is. De kostenoverschrijdingen zijn, voor een project van dergelijke omvang, niet overdreven groot. Wat er wél aan de hand is, is eigen lijk erger: de Tweede Kamer is gemanipuleerd en voorgelogen, heeft, vooral in 1976, zélf nogal makkelijk de ogen gesloten en heeft pas laat haar wat fatalistische houding laten varen, via een door het CDA gesuggereerd onderzoek door de Algemene Rekenkamer. De Kamer heeft de Rekenkamer gevraagd of zij haar controlerende taak heeft kunnen vervullen. Het antwoord is eenvoudig: neen. Oktober '81: de betonnen pijlers voor de Oosterscheldedam De financiële pijlers bleken minder stevig. i aanbouw op het werkeiland Neeltje Jans. Kostenoverschrijdin- gen Bij het onderzoek van de Reken kamer vallen twee hoofdlijnen te onderscheiden, die ieder aan een bepaalde periode gebon den zijn. In eerste instantie is er het tijdvak '74-'76, toen hard werd gestudeerd op de moge lijkheid een andere dan een ge wone dam aan te leggen, om daarmee het progressieve, mi lieuvriendelijke karakter van het kabinet-Den Uyl te demon streren. Dat gebeurde onder verantwoording van minister Westerterp (KVP). En vervolgens is er de periode- Tuijnman (WD). Onder zijn bewind is de Kamer informatie onthouden over de financiële voortgang, waardoor de Kamer pas in 1981 voor het eerst over kostenoverschrijdingen hoor de die al in '79 waren ontstaan. Terug naar de periode-Wester-t terp. „Men wilde die dam zo' graag", zei de president van de Rekenkamer, dr H. Peschar, gisteren om te verklaren hoe het kan dat de Tweede Kamer zozeer de ogen heeft gesloten voor de wankele pijlers - de beeldspraak moet een beetje kloppen in relatie tot het pro ject - die in financieel opzicht het Oosterscheldeproject schraagden. Dat wil niet zeggen dat parle ment en kabinet zich zonder enig voorbehoud in het Ooster- schelde-avontuur hebben ge stort. In de Kamer waren wel degelijk grenzen gesteld, ont bindende voorwaarden. Zou de dam te duur worden, dan zou er alsnog een gewone, dichte dam worden aangelegd. Maar hoeveel mocht die door laatbare stormvloedkering duurder zijn dan de dam die volgens het oorspronkelijke Deltaplan zou worden aange legd? De méérkosten mochten 1.600 tot 1.700 miljoen bedragen, plus een extra marge van 20 procent vanwege de onzeker heden die een nog nimmer uit gevoerd project als dit met zich meebrengt. Dat werd in '74 vastgesteld. Daarna begon het manipuleren. Een samenvat ting: - Vrij plotseling verhoogt Wester terp de meerkosten van 1.600 a 1.700 miljoen tot 1.750 miljoen; - De aanpassing van de geschatte kosten in verband met prijs stijgingen, inflatie dus, is ho ger dan op basis van de werkelijke stijging verant woord is. Dat scheelt 113 mil joen; - De post onvoorzien, begroot op 250 miljoen (tien procent van de geschatte kosten voor de stormvloedkering), wordt om aan de financiële ontbindende voorwaarde te kunnen voldoen teruggebracht naar 120 miljoen (zie ook het citaat van Wester terp aan het begin van dit ver haal). De Rekenkamer acht dit onverantwoord. Gezien de aard van het werk had deze post zeker 20 procent moeten zijn, oftewel 500 miljoen, 380 miljoen méér dan de voorstel len van Westerterp; - In de onderdelen van het pro ject, buiten de stormvloedke ring om, zit volgens de Reken kamer ten onrechte géén post onvoorzien. Was die wél opge nomen, dan zou het project 68 miljoen duurder zijn geweest. Goochelwerk Het gaat om enkele voorbeelden van financieel goochelwerk, maar het rapport van de Re kenkamer is uitputtender. Op vallend is een passage waarin wordt geconstateerd dat de ambtenaren van Rijkswater staat zich onder druk gezet voelden: „Voor het kabinet stond in het midden van de ja ren zeventig veel op het spel indien de afsluitbare dam uit kostenoverwegingen niet door het parlement zou worden aan vaard. Dit hield sterke druk in voor de Rijkswaterstaat bij het opstellen van de kostencalcu- laties. Anderzijds bestond de zorg dat een te lage raming de Rijkswaterstaat in grote pro blemen zou brengen tijdens de uitvoering van het project". Opvallend is dat al in '75 het toenmalig hoofd van de Delta dienst tamelijk indringend waarschuwde voor een wat al te optimistische voorstelling van zaken: Dit komt er met andere woorden op neer dat ik geloof dat de toelaatbaar geachte kosten met ten minste een half miljard zullen worden overschreden". En een half miljard in guldens van '75 is al gauw zo'n 1,2 miljard in gul dens van '86, als de pijlerdam voltooid zal zijn. Heeft de Kamer dan zitten sla pen? Je kunt immers constate ren dat al op het moment dat er in '76 besloten werd tot de uit voering van het project in z'n huidige vorm, er een financieel gat was van enige honderden miljoenen. Met andere woor den, het project zou véél meer kosten dan de Kamer zelf als uiterste grens had gesteld. Maar de Kamer accepteerde dat, nochtans, zoals de Reken kamer opmerkte. Willens en wetens, want behalve geld stond er méér op het spel: pres tige, een milieu-vriendelijk be leid, het gevoel aan de wieg te staan van een Hollandse 'maanlanding op de bodem Rijker gerekend Met al dat kunst- en vliegwerk kon het Oosterscheldeproject beginnen, niet overigens dan nadat Rijkswaterstaat zich iets rijker had gerekend dan zij was door een post van 140 miljoen voor onderzoek, die in twee verschillende nota's voor kwam, gewoon te verdubbelen tot 280 miljoen toen die twee nota's werden gecombineerd. Meteen toen het project was be gonnen, had het uit die tijd da terende zesde voortgangsrap port over de uitvoering van het project, een kostenoverschrij- ding van 70 tot 200 miljoen moeten melden, zegt de Re kenkamer. Dat gebeurde echter niet. Ster ker nog, pas in december '81 hoorde de Kamer voor het eerst officieel dat er iets mis was, raison van 728 miljoen gulden. Wat dit betreft is het rapport ver nietigend voor ex-minister Tuijnman, zoals het ook al ver nietigend is voor diens voor ganger Westerterp. Tuijnman heeft de Kamer stelselmatig verkeerd voorgelicht, stelsel matig de financiële situatie te rooskleurig voorgesteld, en éénmaal gelogen toen hem was gevraagd hoe groot de kans was dat de pijlerdam in 1986 klaar zou zijn; 1985 was overi gens een eis die de Kamer had gesteld. De kans dat '86 ge haald wordt, is zeker méér dan 50 procent, antwoordde Tuijn man destijds. Intern had de Deltadienst echter al uitgere kend dat die kans 50 procent was. Niet méér dus. Het rapport maakt niet duidelijk wie in dit verband de kwade genius is geweest. Was het Tuijnman zelf, een^ aimabel man, maar een uiterst zwak mi nister, die niet te veel gedon der wilde hebben tijdens zijn ministersschap, immers de aanloopfase tot zjn pensioen? Of was het de beleidstop op het departement, dan wel de hoofddirectie van Rijkswater staat, die profiteerden van de zwakte van hun minister en, door de Kamer niet in te lich ten, een reeks van voldongen feiten creëerden, en de Kamer de weg terug, naar een dichte dam, afsneden, mocht de Ka mer daar alsnog naar hebben verlangd? De Rekenkamer geeft daar géén antwoord op. Waarschuwing Feit is wel, dat de Deltadienst in 1979 is begonnen om méér geld te vragen, omdat de post on voorzien aan het opraken was. Men heeft zelfs vanuit de uit voeringsorganisatie aange drongen op een nieuwe post onvoorzien van éérst 200 en toen 300 miljoen omdat men zag hoezeer de zaak uit de hand aan het lopen was. In ok tober 1980 waarschuwde ir H. Engel, hoofd van de Delta dienst, in een interne nota voor een voorstelling van zaken die niet in overeenstemming was met de werkelijkheid. Die sig nalen echter werden gene geerd. In de voortgangsrapportages werden de ramingen van de kosten simpelweg aangepast aan het geld dat men beschik baar had, terwijl de ramingen van de Deltadienst, de zoge noemde bestedingsplannen, vanaf eind '79 stelselmatig ho ger uitkwamen. En er werd méér verzwegen. Zo als bijvoorbeeld het feit dat er in 1980 een financieel gat was ontstaan omdat het kabinet be sloten had de gestegen prijzen niet voltallig aan de verschil lende ministeries te vergoe den, maar slechts voor de helft. Van dat alles bleef de Kamer on kundig. Pas onder minister Zeevalking (D'66) verscheen in december 81 een voortgangs rapport dat er mee door kon, maar dat was lang nadat de eerste kostenoverschrijdingen waren ontdekt, en méér dan een half jaar nadat minister Tuijnman berichten over kos tenoverschrijdingen en over schrijdingen van de tijdsgrens als 'indianenverhalen' had ge kenschetst. Niet nauwlettend Heeft ook in dit geval de Kamer boter op het hoofd? Enigszins, maar iets minder dan in '76. De verschillende Kamerleden zijn in ons parlementaire systeem namelijk afhankelijk van de formatie die het kabinet strekt. Is die informatie juist, dan baseert de Kamer zich bijna automatisch op on juiste uitgangspunten. Desondanks is de Kamer niet echt nauwlettend te werk ge gaan. Zo is bijvoorbeeld het moment waarop werd gerap porteerd dat de post onvoor zien was uitgeput bijna onge merkt aan iedereen voorbij ge gaan, terwijl toen het echte werk aan de pijlerdam nog moest beginnen. Vandaar waarschijnlijk dat de reactie van de meest betrokken Ka merleden enigszins terughou dend is. Hoe moet het nu verder? Dat is simpel. De stormvloedkering wordt gewoon afgebouwd, nieuwe tekorten zullen vo lief worden genomen. De Ka mer zal echter het gepaste x trouwen in het departement van verkeer en waterstaat - ook al zit daar nu een nieuwe nister - moeten vervangen door gepast wantrouwen. Het min ste wat men kan doen is de be stedingsplannen van de Delta dienst opeisen, zodat de cijfers daarin kunnen worden verge leken met die in de halfjaarlijk se Voortgangsrapportages. Helaas is daar alle reden voor. Terwijl je er over het alge meen, maar misschien is dat wat al te naief gedacht, van uit mag gaan dat je de meeste ge gevens die van de verschillen de kabinetten afkomstig zijn kunt vertrouwen, blijkt dat die tot stand zijn gekomen na r nipulatié en bedrog. Er is, met Westerterp te spreken, wat al te voortvarend met de gena de meegewerkte. Eerste kolom: gemiddelde sneeuwhoogte in cm op de lage pistes, tweede kolom: gemid delde sneeuwhoogte in cm op de hoge pistes. Duitsland: Sauerland: tot maximaal 20 Harz:15-40 Duitse Alpen:25 - 55 Weersvooruitzichten: tempera tuur schommelend om het vriespunt, wisselvallig met af en toe regen, in het oosten en zuiden overgaand in natte of Oostenrijk Vorarlgebergte:40 - 95 Tirol:...30-75 Salzburgerland:30 - 80 De wintersportmogelijkheden zijn in het algemeen redelijk en kunnen zich door sneeuwval zelfs nog verbeteren. Op-veel plaatsen zijn inmiddels de ski liften in gebruik en dit week einde gaan er nog meer open. Weersvooruitzichten: de mid- dagtemperatuur schommelt rond het vriespunt en er zal veel bewolking zijn. In het wes ten van het land kans op sneeuwval. Zwitserland: Graubünden:20-45 Berner Oberland:20-40 Wallis:25 -55 Poedersneeuw in de meeste Zwitserse wintersportgebie den. In Graubünden en Berner Oberland zijn de meeste pistes geopend. In Wallis zijn de meeste pistes slechts gedeelte lijk geopend. Weersvooruit zichten: kans op sneeuwval, veel bewolking en middagte- mepratuur rond het vriespunt. Noord-Italië: Bijna alle pistes zijn gesloten omdat er te weinig of geen sneeuw ligt. België: Frankrijk: Savoie/Haute Savoie:30 - 65 Het merendeel van de skiliften is nog niet in gebruik. Weers vooruitzichten: wisselvallig, bewolkt met kans op neerslag in de vorm van sneeuw. DEN HAAG (GPD/ANP) - „Laat die meisjes en jongens van 15, 16 en 17 jaar een vak leren. Verbiedt dat ze in loondienst mogen. Waarom kan men in andere lan den zo'n verplichting wel instel len en bij ons niet? Het zou een nieuw middel moeten zijn in de strijd tegen de enorme jeugd werkloosheid". Aldus ir. H. Vre- deling, lid van de commissie- Wagner II, gisteren bij een toe lichting op het slotrapport. De oud-minister en voormalig EG- commissaris heeft zich in de commissie steeds doen kennen als een voorvechter van de aan sluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt. Hij heeft in het buitenland ervaren hoe men er daar op staat dat jeugdigen niet maar direct in het arbeidsproces gaan. Ze moeten eerst een vak opleiding volgen. En dat gebeurt dan ook met de grote meerder heid, tot het record van 75 pro cent in Zwitserland toe. „Bij ons gaat maar 5 procent van die leeftijdsgroepen naar een vakopleiding, dat is betreurens waardig weinig", aldus Vrede- ling. "Het gaat hier om opleidin gen, die zich voor een deel in de bedrijven afspelen. Dat is trou wens veel beter voor meisjes en jongens van 15 jaar en ouder. Die hebben niet zoveel zin meer in dat schoolse, klassikale onder wijs". Vredeling wijst er op dat 55 pro cent van de jongeren in deze leef tijdsgroepen nu werkloos is. "Gelukkig zijn werkgevers en werknemeners in bedrijfstakken als metaal, elektrotechniek en bouw elkaar op dit punt nu aan het vinden". Het slotrapport van de commissie- Wagner is positief ontvangen door de werkgeversorganisaties VNO en NCW en ook door de vakcentrale voor middelbaar en hoger personeel MHP, die het besluit van de commissie om zichzelf nu op te heffen betreurt. "Deze onafhankelijke commissie heeft op afstandelijke wijze ge opereerd en vertrouwen gekre gen in grote lagen van de bevol king", aldus een woordvoerder De commissie moet volgens de MHP blijven bestaan om het voorgestane kabinetsbeleid ook in zijn verder uitwerking kritisch te blijven volgen. Kritiek is er van PvdA, FNV en de middenstand, die vindt dat de aandacht teveel is gericht op de grote industrieën. De commissie wil het officiële overleg in het be drijfsleven eigenlijk opheffen en terug naar een 'onderonsjes-eco nomie'. Dat bergt het gevaar in zich, dat kleinere bedrijven bui ten die nieuwe vormen van over leg word gehouden, vreest het Koninklijk Nederlands Verbond van Ondernemingen. Volgens de FNV hebben Wagner c.s. te eenzijdig gekeken naar de werking van de markt. Zij heeft geen oog gehad voor de aantas ting van de maatschappelijke as pecten van het industriebeleid en de negatieve economische ge volgen van drastische bezuini gingen. Voorzitter mr. G.A. Wagner ver klaarde het besluit om de com missie op te heffen met de mede deling dat veel aanbevelingen door het kabinet tot beleid zyn verheven. "De tijd nu rijp is voor nieuw industrieel elan. Wij heb ben de iryectie gegeven, het li chaam moet nu verder zelf het werk doen", aldus Wagner. Wel moeten er nog veel "knopen wor den doorgehakt", waarbij met name het ontwikkelen van nieu we technologieën door over heidsinstellingen en het bedrijfs leven voorrang moet hebben

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 17