c Een plan van allure waarin heden en verleden samengaan Klooster, dolhuis, pesthuis, gasthuis en straks museum Restauratie Caeciliagasthuis: Leiden WOENSDAG 7 DECEMBER 1983 LEIDEN - Ooit, in een bijna grijs verle den, heeft de Leidse gemeenteraad uitgesproken dat elke politicus of hoogwaardigheidsbekleder die een bezoek bracht aan de stad Leiden langs de Boerhaavezalen geleid moest worden. Onwetend van het feit wat men zich met die uitspraak op de hals haalde. Generaties Tweede-Kamerle den, ministers, gedeputeerden en ho ge ambtenaren zijn erlangs gevoerd. Zelfs de koningin is er geweest. Bedoeling van de vertoning was om de hoogwaardigheidsbekleders ervan te doordringen dat de restauratie van het eeuwenoude bouwwerk in de wijk De Camp niet langer uitgesteld kon wor den. En inderdaad, voor iedereen was wel duidelijk dat de instorting van het monument nabij was. Keer op keer werden dan ook toezeggingen gedaan die de hoop op herstel wakker hielden. Maar evenzovele keren is de restaura tie van het complex door het rijk weer op de lange baan geschoven. Tot de staatssecretaris van volkshuisvesting, Brokx, enkele maanden terug het ver lossende woord sprak. Nog voor het Zoals op nevenstaande tekening zal straks de voorgevel van het Boerhaave-museum aan de Lange Agnietenstraat er uit zien. eind van 1983 zou met de restauratie van het monument daadwerkelijk een begin mogen worden gemaakt. De staatsecretaris komt vrijdag in hoogst eigen persoon naar Leiden om de eer ste restauratiehandeling te verrichten. 'Zwarte dood' De geschiedenis van het Caecilia-gast- huis, zoals het gebouw de langste tijd heet, gaat terug tot de middeleeuwen. De oudste bestemming was een vrou wenklooster van de orde van St. Au- gustinus. Ten tijde van Leidens ontzet kreeg een deel van de gebouwen de bestemming van pesthuis. Duizenden Leienaren stierven in die jaren aan de 'zwarte dood'. Isolatie was het enige tegen de gevreesde ziekte. het oude SylvillS ria enkele plannen voor een groot scheepse nieuwbouw op de plaats van het St. Caecilia-klooster werd in 1598 begonnen met de verbouwing van het complex. Daarvoor werd het geld bij een gebracht door het organiseren van een grote loterij. De totale kosten be droegen 9208 gulden, 6 stuiver en 9 penning. Bij de verbouwing kwamen Als na het ontzet van de stad de pest af neemt gaat het Caecilia-gasthuis ook dienst doen als huisvesting voor krankzinnigen. De begane grond van het complex wordt dolhuis, voorzien van 24 cellen zonder direct daglicht en zo ver mogelijk verwijderd van de an dere zieken. 'Hoe donkerder, hoe be ter' was de stelregel. Het pest- en dolhuis werd door de Dol huisgracht gescheiden van andere be bouwing in de buurt. De gracht werd in 1670 overkluisd en later gedempt. In de loop van de 17e eeuw veranderde de bestemming van het Caecilia-gast huis door de bouw van een pesthuis buiten de stadsgrenzen. Sindsdien werden in het gasthuis andere zieken verpleegd. Aan de oostzijde van het complex werden ook enkele prove nierswoninkjes gebouwd voor gehuw de bejaarden die zich in het gasthuis inkochten en zich zo verzekerd wisten van een goede verzorging op hun oude dag. In 1636 werd in Leiden een begin ge maakt met het zogenaamde klinisch onderwijs. Daarmee maakte het on derricht van studenten in de medicij nen een enorme stap voorwaarts. In het Theatrum Anatonicum werden de lichamen "der aan innerlijcke ziekten overleden personen" in het bijzijn van de professor, doctores en studenten geopend door de daartoe benoemde stadschirurgijn. Voor het openen der lijken, op een tafel in het midden van het theater, werd in later jaren vooral het Caecilia-gasthuis gebruikt. Het klinisch onderwijs bereikte een hoogtepunt onder professor Sylvius. Hij berichtte in 1660 aan curatoren en burgemeester dat "in 't sieckhuys bin nen Leyden verscheyde ontledingen geschieden van dode lichamen" en dat de belangstelling zo groot was dat twee "ommetrecken" (balustraden) moeten worden gemaakt omdat de studenten het anders niet goed kon den zien. Twaalf gemerkte bedsteden in het Cae- ciliagasthuis waren in die tijd ook al gereserveerd voor het medisch onder wijs aan het ziekbed. Wanneer de "doctores en de chirurgijns" meenden dat bepaalde patiënten daarvoor ge schikte objecten waren, moest daar van mededeling worden gedaan aan de burgemeester. De regenten zorg den ervoor dat de patiënten werden overgebracht naar de gereserveerde bedsteden. Het klinisch onderwijs werd wereldbe roemd toen onder leiding van de arts Herman Boerhaave secties werden verricht. Door de belangrijke rol die hij heeft vervuld worden de grote za len van het Caecilia-gasthuis ook wel Boerhaavezalen genoemd. Pleidooi De tand des tijds heeft het gasthuis ui teraard niet onaangetast gelaten. Door de eeuwen heen is steeds veel geld uit gegeven aan verbouwingen en ingrij pende restauraties. Dat is nooit zonder slag of stoot gegaan, maar zeker de laatste jaren heeft men hemel en aarde moeten bewegen om het bouwwerk onder de gretig gehanteerde slopers hamer vandaan te houden. Al meer dan een halve eeuw verkeert het Caeciliagasthuis in wel zeer slechte staat. Prof. dr.J.A.J. Barge schreef daarover al in het Leidsch jaarboekje van 1936/1937. Hij hield een hartstoch telijk pleidooi om het historische bouwwerk van de ondergang te red den: "Misschien kunnen deze weinige regelen er iets toe bijdragen, dat het gebouw althans voorlopig gespaard blijft en men gelegenheid krijgt te on derzoeken of het mogelijk is dit inter nationale cultuurmonument te behou den en het een bestemming te geven, waarin de dienst, die het in het verle den heeft gedaan, tot uitdrukking komt en de herinnering aan hen, die er hebben gewerkt tot roem der universi teit, levend blijft". De uitgesproken wens van de professor zal bijna een halve eeuw nadien in ver vulling gaan. Het Caeciliagasthuis wordt gerestaureerd en zal over enkele jaren onderdak bieden aan het Rijks museum voor de geschiedenis der Na tuurwetenschappen: het Boerhaave- museum. Centraal staat het voormalige turf- magazijn, waar de ingang van het museum is gesitueerd met daarbo ven het wapen van Leiden. Aan weerszijden van het monument staat de nieuwbouw. Rechts op de tekening een pand dat bij de ont vangsthal gaat behoren. Links de lezing- en filmzaal, voorzien van een moderne geplooide gevel, uitge voerd in glas en groen gemoffeld aluminium. ueheel links op de tekening staat een nieuw gebouw dat het omhulsel wordt van het Theatrum Anatomi- cum. Achter de voorgevel zijn nog' de daken zichbaar van de histori sche Boerhaave-zalen. Rechts op de tekening is een gedeelte te zien van de bestaande bebouwing in de wijk De Camp. LEIDEN - Het restauratieplan voor het Caeciliagasthuis is veelbelovend. Verbouwingen en restauraties, in vroeger jaren uitgevoerd onder beheer van 'gasthuismeesteren', verbleken bij het plan dat het gerenomeerde architecten bureau Van de Sterre-Peetoom voor het complex heeft uitgewerkt: een plan van allure, waarin heden en verle den samenvloeien. De Boerhaavezalen worden aller fraaist gerestaureerd, er wordt een filmzaal gebouwd in een eigentijds omhulsel van glas en gemoffeld alumi nium, de historische binnenplaats in ere hersteld en het Anatomisch Theater wordt herbouwd. De hoofdingang van het toekom stige Boerhaave-museum is gesi tueerd aan de Lange Agnieten straat, in het zogenaamde turf- magazijn. Dit bouwwerk, gesierd met het Leidse wapen, heeft in het verleden dienst gedaan als onderkomen voor de bedeling van rooms-katholieken armen. Het heeft van oorsprong niets te maken met het Caeciliagasthuis maar is wel een heel markant herkenningpunt van de wijk De Camp. Filmzaal Naast het turfmagazijn was in de vorige eeuw het roemruchte bor deel 'De Likkepot' gelegen. Op deze plek komt een stukje nieuwbouw dat tezamen met het turfmagazijn de ontvangsthal, garderobes en toiletten herbergt. Naast die ontvangstruimten wordt de moderne lezing- en filmzaal gebouwd. Een goed geoutilleerd gebouw waar het publiek optimaal geïnformeerd kan worden over de geschiede nis van de natuurwetenschap pen. "We hebben bewust gekozen voor een modern bouwwerk naast het historische uiterlijk van het turf magazijn", vertelt architect Pee toom. "Een filmzaal is iets eigen tijds en laat zich nu eenmaal niet vertalen in historische vormen. Bovendien is het veel interessan ter als een gebouw, waar de ont wikkeling der natuurweten schappen tentoongesteld wordt, ook de bouwkunst uit alle tijden te zien geeft. Zoiets maakt een wandeling door het museum straks extra spannend". Eeuwen geleden liep tussen het turfmagazijn en dc Boerhaaveza len de Dolhuisgracht. In de nieu we opzet is er sprake van een binnenstraatje die dc complexen met elkaar verbindt. Het straatje wordt overkapt met een glazen dak zodat het daglicht ruim schoots kan toetreden. Vanuit de bestaande Dolhuissteeg ontstaat bovendien een interressant door- aoor Jan Rijsdam kijkje omdat een gewelf, halver wege het binnenstraatje, wordt afgesloten met een glazen wand. "Dat wordt werkelijk een verrij king van het stadsbeeld", meent architect Peetoom. Boerhaavezalen De restauratie van de Boerhaave zalen moet wel de kroon op het werk worden. Het is een sober, beetje kil gebouw. De zalen zien er nog zo uit als in 1600. "Wat er zo bijzonder aan is", zegt archi tect A. Peetoom, "zijn de hoge muren en zware binten die, on dersteund door karbeels, de hou ten zoldering dragen". De zalen behoren tot de oudste gedeelten van het complex, het vroegere klooster. Als sinds de 15e eeuw, zo blijkt uit oude tekeningen en documen ten, staan de Boerhaavezalen zo scheef als de toren van Pisa. "De restauratie van de zalen kan dan ook niet gebeuren alvorens de gevels op deskundige wijze wor den gestut. Om verdere verzak king te voorkomen worden de gebouwen stevig verankerd. Dat wordt een interressant stuk werk", meent Peetoom. Een probleem bij de restauratie van de historische zalen is het wegwerken van een enorme hoe veelheid kabels en leidingen. "Het is een hele kunst om pijpen van lucht- en warmte-installaties een weg door het gebouw te la ten vinden zonder dat het stoort. We hebben daar een aardige op- Het Boerhaave-museurn wordt dertien zalen rijk, waar de ge schiedenis der natuurweten schappen tentoongesteld kan worden. Verder zijn er studieza len en dienstruimten, voor de op bouw van exposities, in het plan begrepen. Architect Peetoom voor "zijn" Caecilia-gasthuis dat over enkele weer jaren in volle glorie zal staan te pronken. (Foto Holvast) wen, geschikt gemaakt om het personeel van het museum in on der te brengen. Archeologie Voor archeologen kan de bodem onder het Caeciliagasthuis nog interessant zijn. Bij riolerings werkzaamheden in het afgelopen jaar werd al enig graafwerk ver richt en zijn, op de plaats van de Dolhuisgracht, onder meer la- kenloodjes, rhunten, penningen, ringetjes, tinnen lepels, messen en sloten gevonden. Het resul taat was tot dusver nog teleur stellend, maar daar kan verande ring in komen. De restauratie van het Caecilia- complex is, los van de histori sche betekenis, ook van enorm belang voor de rehabilitatie van de wijk De Camp. Het verpau perde buurtje achter de Haar- lemmerstraat gaat met sprongen vooruit als het kolossale com plex in het hart van de wijk in ere zal zijn hersteld. Architect Peetoom'werkt intussen al ruim vier jaar aan het restaura tieplan voor het Caeciliagast huis. En het zal nog wel even du ren voordat het eeuwenoude complex is omgetoverd in een modern museum. Het enorme karwei gaat jaren in beslag ne men. In 1986, zo is de verwach ting, zal het complex er weer in volle glorie bijstaan. weer te bewonderen zijn. Vanaf een verdieping, een soort extra balustrade, krijgen de museum bezoekers een goed zicht op de snijtafel. Er is niet veel fantasie voor nodig om te bedenken welk een taferelen zich in het Theater Anatomicum zullen hebben af gespeeld. Tuin "De bezoekers van het museum zullen hun wandeling door het gebouw op verschillende plek ken kunnen onderbreken met een bezoek aan de historische binnenplaats van het vroegere gasthuis. Het wordt een fantas tisch mooie tuin waar het goed toeven is", aldus architect Peer toom. "Er staan nog prachtige bomen. Een eeuwenoude treures en een reusachtige eik zullen, on danks de vele bouwactiviteiten die gaan plaatsgrijpen, gespaard blijven". Op de oude binnenplaats van het Caeciliagasthuis lijkt 1983 eigen lijk nog verre toekomst. Er heerst een bijna middeleeuwse sfeer. Zonder het sculptuur van een van de kunstenaars die in een deel van het Caeciliacom- plex woonachtig zijn, zou het het decor kunnen zijn voor een afle vering van Willem van Oranje. Ten oosten van de binnenplaats staat een rij lage huisjes. De pro venierswoninkjes. Het is nauwe lijks voorstelbaar dat daar nog mensen wonen. Zij zullen door de gemeente andere woonruimte aangeboden krijgen. De wonink jes worden, net als de zolderver diepingen van de andere gebou Een kopergravure van het Theatrum Anatomicum die C. Jz. Visscher in 1644 maakten. (Foto Gemeente Archief Leiden) De Boerhaave-zalen waar de beroemde arts zijn medisch onderwijs gaf. Door het creëren van een binnenstraatje in het toekomstige museum ontstaat een nieuw De zalen zullen na restauratie onderdak bieden aan de collectie van het doorkijkje in de wijk De Camp. Het gewelf op de voorgrond wordt afgesloten met een Boerhaave-museum. (Archieffoto) glazen wand. Het turfmagazijn, dat thans in zeer slechte staat verkeert, wordt straks ingnag van het Boerhaave-museum lossing voor gevonden", vertelt de architect. "In de zalen zitten namelijk schoorstenen van enor me afmetingen waarin we kana len en leidingen zoveel mogelijk kwijt proberen te raken". Theatrum Anatonicum De herbouw van het Theatrum Anatomicum zal ongetwijfeld het meest tot de verbeelding spreken. Net als in de 17e eeuw wordt het theater volgezet met allerlei bezienswaardigheden. Door het vele glas dat in gebouw wordt gebruikt zal ook vanaf de straat enig zich zijn op het Thea trum Anatomicum. Vroeger was het al zo dat in de zo mermaanden, wanneer geen sec ties werden verricht, het Leidse publiek en talloze buitenlandse gasten zich mochten vergapen aan de medische wonderen. Op, de balustrades werden skeletten, medische instrumenten en aller lei rariteiten uitgestald. Een der gelijke opstelling zal straks ook

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 4