c
Krant in bedrijf:
ontnuchterend
stukje historie
Achtergrond
Minister: verband
bedrijfsleven en
ontwikkelingshulp
Jubileumboek 75 jaar NDP
Twaalf jaar cel geëist
wegens wurgen zoontje
Regering veroordeelt
gedwongen verhuizing
VRIJDAG 2 DECEMBER 1983
Varia
Nee we noemen geen
men noemen we niet! V/ant dan
kom ik goed fout te zitten. Ik zal u
uitleggen waarom. Tijdens de pers
conferentie over de afloop van de
Heinéken-kidnapping kregen de
journalisten de initialen van een
drietal hoofddaders, inclusief hun
woonplaats. Te weten: A. B. C., K.
L. M. en X. IJ. Z., respectievelijk
woonachtig in Alkmaar, Kerkrade
en Xerxes. U begrijpt dat de initia
len èn de woonplaatsen verzonnen
zijn, want als ik u de werkelijke
initialen gaf mèt de woonplaats,
dan zou het een koud kunstje zijn
om via het telefoonboek de waar
schijnlijke naam en adres van de
betrokkene te vinden. Van een van
hen lukte mij dat tenminste vrij
snel, - met alle risico natuurlijk,
dat die gevangen hoofdverdachte
geen telefoon heeft en zijn dorpsge
noot met dezelfde initialen geheel
iemand anders is.
En tegen het eind van die perscon
ferentie werd de journalisten be
loofd dat zij de foto's van nog drie
voortvluchtige hoofdverdachten
om 2 uur op het hoofdbureau kon
den afhalen. De initialen van deze
drie man konden we vast krijgen
van hoofdinspecteur K. Sietsma.
Daarop zei een collega van het
Utrechts Nieuwsblad, dat zijn
krant de foto's niet zou plaatsen als
daar niet de namen voluit bij kwa
men te staan, omdat het immers
een vreemde manier was om ver
dachten en hun privacy te bescher
men als je wèl hun portret ter pu-
blikatie gaf, maar hun naam in
dikte tot de eerste letters van voor
namen en achternaam. De hoofdin
specteur zou dit probleem bespre
ken met de hoogste autoriteiten (de
allerhoogste, minister Korthals Al-
tes, was in het zaaltje aanwezig,
dus dat kon geen probleem zijn), en
toen we tegen tweeën de foto's op
het hoofdbureau kwamen halen
kregen, we niet alleen vier foto's
mee (in plaats van de beloofde
drie), maar ook de vier bijpassende
namen voluit.
Nu ligt het een beetje aan de krant
die u leest of u die namen en foto's
hebt gezien of niet. Het Utrechts
Nieuwsblad, dat ik al noemde (een
van de GPD-kranten waarin deze
column verschijnt), had de drie fo
to's op de voorpagina, met vermel
ding van... de initialen. Maar het
Haarlems Dagblad, dat nooit ini
tialen, laat staan de namen voluit
van verdachten vermeldt, heejt
noch de foto's noch de initialen af
gedrukt, - ook al mocht het dit keer
van de minister zelf. Dat is een
kwestie van een al jarenlang, en
misschien wel eeuwenlang gevoerd
redactiebéleid (het Haarlems Dag
blad is de voortzetting van de Op
rechte Haarlemsche Courant die in
1656 gesticht werd). En ook de
Haarlemse Courant behoort tot de
GPD, de Gemeenschappelijke Pers
dienst. De Typhoon en de Nieuwe
Noordhollandse Courant, allebei
GPD-kranten maar ook weer, mèt
het Haarlems Dagblad, tot de Da-
miate Pers behorend, hadden
woensdagavond daarentegen weer
wèl de foto's met de initialen.
De Nederlandse kranten hebben op
dit terrein dus alle hun eigen poli
tiek. Van de landelijke dagbladen
drukten De Telegraaf en het Alge
meen Dagblad zowel de foto's als de
volledige namen af NRC Handels
blad van woensdag publiceerde
noch de foto's, noch de namen of
initialen. Het Parool publiceerde
wel de foto's, mèt de initialen,
maar de beide andere kranten van
de Perscombinatie, Trouw en de
Volkskrant, publiceerden noch de
foto's noch namen of initialen.
Trouw ging voor haar doen nog
heel ver met de zinsnede: „De vier
andere hoofdverdachten, mannen
in de leeftijd van 25, 26, 30 en 34
jaar, zijn voortvluchtig".
Dus als u iemand op straat ziet lo
pen die 25,26,30 of 34 jaar is en een
wat schuwe indruk maakt, doet u
er goed aan melken de politie te
waarschuwen. In het Commentaar
schrijft Trouw: 'Hopelijk slaagt de
politie erin haar succes compleet te
maken, door ook de resterende ver
dachten en het losgeld te pakken te
krijgen', en ook: 'En gebrek aan
kennis is dan weer een oorzaak dat
er eigenlijk (nog) geen strategie is
om deze afschuwelijke verschijnse
len te bestrijden en, beter nog, te
voorkomen'.
Helemaal juist is dat laatste na
tuurlijk niet: politie en justitie heb
ben wel degelijk een strategie om
althans déze kidnapzaak te bestrij
den, namelijk door de foto's en na
men van de voortvluchtige hoofd
verdachten vrij te geven voor pu-
blikatie. Als ik enerzijds de bede
van Trouw lees dat de politie ook
de resterende verdachten te pakken
zal krijgen, en anderzijds zie dat
Trouw (naar ik aanneem met het
argument dat de krant geen ver
lengstuk van het opsporingsappa
raat behoort te zijn) de meest voor
de hand liggende mogelijkheid om
ze te pakken te krijgen, namelijk de
publikatie van hun portretten en
namen, niet wil inwilligen, dan
heb ik toch het gevoel dat een en an
der met elkaar in tegenspraak is.
Tenslotte was het ook een (anonie
me) tip uit het publiek, die de poli-
tie op het spoor van de verdachten
zette, en, nog belangrijker, op het
spoor van DodeYer en Heineken
(i.a.v.). The Times, tussen haakjes,
publiceerde donderdag zowel de
vier foto's als de bijbehorende na
men voluit.
De krant in bedrijf, 75 jaar samen
werking en samenleving. Schrij
ver: J.M.H.J.Hemels. Uitgeverij:
Ambo bv Baarn.
geïnteresseerd is in het kran-
tenbedrijf.
Belangen
'Omstreeks half december 1908 kwam het te geschie
den, dat ik den directeur van het Algemeen Handels
blad, den heer A.G. Boissevain, in een laten namid
dag een bezoek bracht om met hem overleg te plegen
over iets, waaromtrent ik bemerkt had, dat wij bei
den, in onze hoedanigheid van dagbladdirecteur, be
lang erbij hadden'.
Zo drukte de toenmalige direc
teur van het dagblad De Tijd,
F.J.A.M. Wierdels, zich des
tijds uit over het 'voorspel' tot
het ontstaan van de vereniging
De Nederlandse Dagbladpers
(NDP). 'De beide heren kwa
men al borrelend op de ge
dachte dat er behoefte bestond
aan een vakvereeniging voor
de uitgeverij van dagbladen,
en dan voor het geheele Neder
land'.
Bovengenoemde passages zijn te
lezen in het boek 'De krant in
bedrijf, een uitgave ter gele
genheid van het deze maand te
vieren 75-jarig bestaan van de
NDP. De auteur, dr. J.M.H.J. -
Hemels (verbonden aan de uni
versiteiten van Nijmegen en
Amsterdam en actief op het
terrein van de communicatie
wetenschappen), heeft er een
gedegen werkstuk van ge
maakt. In het rijk geillustreer-
de en gedocumenteerde boek
schetst hij een overzichtelijk
beeld van de rol die het dag
bladwezen de afgelopen 75 jaar
in het maatschappelijk bestel
van Nederland heeft gespeeld.
Hemels heeft zich daarbij niet
beperkt tot de geschiedenis
van de NDP, maar er een com
pleet 'stuk' persgeschiedschrij-
ving van gemaakt. Allerhande
onderwerpen, feiten, relaties,
spanningsvelden en ontwikke
lingen passeren de revue. Om
eens wat te noemen: grafische
technieken, journalistenorga
nisaties, krantenpapier en de
handel daarin, advertentie- en
reclamewezen, nieuwsvoorzie
ning en persbureaus, relaties
tot kerkelijke en wereldlijke
overheden.
Ontnuchterend
Boeiend voor wie daarin is geïn
teresseerd en zeker ontnuchte
rend voor wie bij het kranten-
bedrijf is betrokken. Zaken die
de laatste jaren voor de nodige
beroering hebben gezorgd
(persconcentratie, etherrecla
me, strijd om omroepgege
vens, concurrentie met andere
media) blijken in het verleden
eveneens te hebben gespeeld
en minstens zoveel opwinding
te hebben veroorzaakt.
De huidige voorzitter van de
NDP, drs. A.A.J.W. Thijssen,
stelt terecht in het voorwoord
dat de inhoud van het boek
onthutsend is voor mensen in
kringen van het dagbladbedrijf
die denken met iets nieuws be
zig te zijn. De geschiedschrij
ving van Hemels toont op
nieuw aan hoe relativerend een
terugblik op het verleden kan
werken.
In zijn drang naar volledigheid
'hoest' de auteur soms zoveel
details op dat het niet altijd
meevalt de aandacht er bij te
houden. Desondanks een
waardevol boek. In de eerste
plaats voor de dagbladuitge
vers maar daarnaast ook voor
iedereen die op de één of ande
re wijze een band heeft met of
Keren we nu terug naar het jaar
1908 waarin op 21 december 's
middags om 3 uur in het Bible-
Hotel aan het Amsterdamse
Damrak alle vertegenwoordi
gers van dagbladen in Neder
land werden opgeroepen voor
een vergadering. Van de in to
taal 65 dagbladdirecteuren
kwamen er 37 opdagen terwijl
nog eens drie dagbladuitge
vers schriftelijk hun instem
ming betuigden met het plan
een vereniging voor de beharti
ging van gemeenschappelijke
belangen op te richten. Boisse
vain werd de eerste voorzitter,
Wierdels de eerste secretaris
van de NDP.
Het aanpakken van adverteer
ders en advertentiebureaus die
zich aan oneerlijke praktijken
schuldig maakten, kreeg in die
eerste periode veel aandacht
van de NDP. Daarnaast wer
den verzoeken gericht aan re
gering en parlement voor ver
laging van het telegram- en
posttarief en werd onderling
overleg bevorderd bij het rege
len van contracten met tele-
graafagentschappen, corres
pondentiebureaus en de leve
rancier van de Amsterdamse
beursnoteringen.
In de jaren 1910 - 1920 moesten
de dagbladuitgevers veel ener
gie op drie grote probleemge
bieden richten: de bestrijding
van sluikreclame, de papier
schaarste als gevolg van de
Eerste Wereldoorlog en de toe
nemende drang vanuit journa-
Krantenlopers en fietsers uit 1928.
door
Bert Paauw
maatschappelijke sector in Ne
derland door de Duitsers ge
lijkschakelen - maar dat mag
toch geen reden zijn voor te
rughoudendheid. Waarom
staan er in het boek bijvoor
beeld wel lijsten van kranten-
bedrijven die in 1941 door de
Duitsers werden verboden of
er uit zichzelf mee stopten om
dat ze niet de schijn op zich
wilden laden met de vijand te
heulen maar ontbreken de na
men van bedrijven die hun uit
gaven, met min of meer door
de bezetter gecontroleerde in
houd, pas beëindigden toen
geen papier meer voorhanden
was?
In het boek duikt regelmatig de
naam Johan Willem Henny
(1889-1964) op, directeur van
het Leidsch Dagblad die een
vooraanstaande rol heeft ge
speeld in de NDP. Van 1930 tot
1940 was hij voorzitter, moest
toen aftreden omdat hij niet ac
ceptabel was voor de met de
bezetter heulende Raad van
Voorlichting voor de Neder
landse Pers, maar keerde in
1951 als voorzitter terug. Die
positie zou hij nog vijfjaar blij-
listenkringen om te komen tot
betere arbeidsvoorwaarden.
Ten aanzien van dat laatste: op
11 januari 1919 werd er voor de
eerste maal over het salaris-
vraagstuk gesproken tussen
vertegenwoordigers van de
NDP en journalistenorganisa
ties. Het zou nog tot 1 septem
ber 1948 duren alvorens de
eerste cao voor journalisten tot
stand kwam.
Persconcentraties (o.m. Het
Nieuws van de Dag bij De Te
legraaf) en karakterverande
ringen (o.m. fotopagina's,
strips, karikaturen, korte ver
halen) deden in de jaren twin
tig het nodige stof opwaaien.
Maar vooral de opkomst van
de radio maakte heel wat men
sen zenuwachtig. Niet alleen
ontstond er strijd over de ver
melding van de radioprogram
ma's in de kranten, er was met
name vrees voor de concurren
tie op het terrein van de
nieuwsvoorziening.
De oprichting van het Algemeen
Nederlands Persbureau (ANP)
op 11 december 1934 ging dan
ook gepaard met strikte regels
over de aard en tijdstippen van
de radionieuwsuitzendingen.
Het kwam er eigenlijk op neer
dat de radio alleen datgene
mocht omroepen wat de men
sen al in de kranten hadden
kunnen lezen.
Wordt in deze NDP-jubileumuit-
gave de periode vóór de Twee
de Wereldoorlog tamelijk gron
dig belicht, in contrast daar
mee is de oppervlakkige toon
die over de houding van de
dagbladuitgevers in die oorlog
speriode zelf wordt aangesla
gen. Dat is een zwak punt in
het boek.
Weliswaar kan die periode niet
als een hoogtepunt in de NDP-
of algehele pershistorie wor
den beschouwd - de georgani
seerde pers liet zich als eerste
Verscheidenheid
De jaren vijftig kenmerkten zich
in de dagbladwereld door op
bouw en herstel, zoals in vele
sectoren van de maatschappij
het geval was. Maar in de jaren
zestig sloeg de vlam in de pan.
Vijfdaagse werkweek, over
heidsbemoeienis, persconcen
traties. Bedroeg het aantal zelf
standige dagbladondernemin
gen in 1950 nog 60, in 1962 wa
ren dat er 54 en vijf jaar later
was dat aantal al gezakt tot 42.
Het bracht de NDP er, in sa
menwerking met het Neder
lands Genootschap van Hoofd
redacteuren, toe een nota uit te
brengen, gericht aan de over
heid, met als teneur: overheid,
tref maatregelen om de voor
waarden te scheppen voor een
gezonde bedrijfstak met een
door verscheidenheid geken
merkte dagbladpers.
Hemels merkt terecht in zijn
boek op dat die nota het begin
markeert 'van de aanvaarding
van het einde van de volstrekte
staatsonthouding inzake de
pers'. In 1974 heeft dat geleid
tot de door de overheid opge
richte Stichting Bedrijfsfonds
voor de Pers. Dat Bedrijfs
fonds is overigens geen garan
tie voor een onbelemmerd
voortbestaan van kranten. Dat
is onder meer gebleken in juli
1982 toen Het Vaderland in
Den Haag werd opgeheven. En
met de stormachtige ontwik
kelingen rond de audiovisuele
media staan de krantenbedrij-
ven nieuwe gevaren te wach
ten.
Of
een beschermende hand
van de kant van de overheid
zal worden aangereikt valt te
betwijfelen. Het slot van het
NDP-jubileumboek is in dat
opzicht niet erg optimistisch.
Een hoofdredactioneel com
mentaar uit de Haagsche Cou
rant wordt aangehaald:'Het
overheidsbeleid jegens de dag
bladpers is, over een lange pe
riode gemeten, kil en vaak ne
gatief. Als dat zo blijft zullen er
in de dagbladwereld onvermij
delijk opnieuw harde klappen
vallen'.
GRONINGEN (GPD) Minister
Schoo (ontwikkelingssamenwer
king) wil het bedrijfsleven gaan
betrekken bij het overleg over de
vraag welk beleid Nederland in
bepaalde ontwikkelingslanden
het best kan voeren. Ook zal het
bedrijfsleven vooraf worden be
trokken bij de wijze van uitvoe
ring van projecten.
Het Nederlandse ontwikkelingsbe
leid zal zich overigens in de toe
komst vooral richten op tien van
de armste ontwikkelingslanden
en op het oplossen van specifie
ke problemen in een aantal re
gio's: zoals de Sahel, Zuidelijk-
Afrika en Midden-Amerika. Een
speciaal hulpprogramma, in sa
menwerking met het Nederland
se bedrijfsleven en gericht op het
versterken van het bedrijfsleven
in ontwikkelingslanden, zal wor
den opgezet voor dié landen die
al een zekere mate van economi
sche en industriële ontwikkeling
hebben bereikt.
Dit zei minister Schoo gisteren bij
de opening van het symposium
„Ontwikkelingssamenwerking,
maak er werk van" in Gronin
gen. Dit symposium is door de
economische faculteit van de
Universiteit van Groningen geor
ganiseerd op verzoek van minis
ter Schoo. In twee dagen wordt
de vraag behandeld, welke rela
tie er is tussen de Nederlandse
ontwikkelingssamenwerking en
de werkgelegenheid in Neder
land.
Schoo nam in haar rede „een voor
schot" op de in december te ver
wachten Herijkingsnota, waarin
de nieuwe beleidslijnen van het
ontwikkelingssamenwerkings-
beleid worden uiteengezet. Vol
gens de minister is de geografi
sche spreiding van de Neder
landse hulp nauwelijks meer te
hanteren. Effectieve hulpverle
ning vereist continuiteit, maar
die kan maar met een zeer be
perkt aantal landen worden aan
gegaan. „Met onze financiële
armslag denk ik dat we met niet
veel meer dan ongeveer tien van
de laagste en lage-inkomenslan-
den zo'n langdurige samenwer
kingsrelatie zouden kunnen hou
den", aldus de minister.
Binnen het hulpbeleid is, aldus
Schoo, ook plaats voor hulpver
lening aan een aantal regio's die
zeer specifieke problemen heb
ben, zoals de Sahel. Voor de hulp
aan landen met een zekere eco
nomische en industriële ontwik
keling, die in samenwerking met
het bedrijfleven moet worden
georganiseerd, denkt de minister
aan het gebruiken van instru
menten of het geven van ontwik-
kelings-relevante exportkredie
ten en co-financiering met parti
culiere banken.
ROERMOND (ANP) De officier
van justitie bij de rechtbank in
Roermond, mr. J. van Mechelen,
heeft gisteren een onvoorwaar
delijke gevangenisstraf van
twaalf jaar geëist tegen de 34-jari-
ge V. wegens het doden van zijn
8-jarig zoontje.
V. wordt ervan beschuldigd zijn
zoontje op 28 juli in de bossen
rond Arcen, even ten noorden
van Venlo, met een stuk touw te
hebben gewurgd. De officier
sprak van een afschuwelijk mis
drijf, waar in normale omstan
digheden twintig jaar of levens
lang op staat.
Aanvankelijk vroeg de officier om
een psychiatrisch tegenrapport
en om aanhouding van de zaak,
omdat het rapport tot conclusies
was gekomen, die volgens Van
Mechelen totaal niet onder
bouwd waren. De verdediger,
mr. B. Moszkowics, verklaarde
echter dat het, zonder het noe
men van een eis, voor hem moei
lijk was een pleidooi te houden,
waarop de officier van justitie
meteen met de eis van 12 jaar we
gens moord kwam.
Mr. Van Mechelen verwierp de ge
dachte dat de vader zich zozeer
met zijn 8-jarig zoontje, de ione-
ste van ane kinderen, had ver
eenzelvigd dat deze als het ware
een dubbele zelfmoord (op zijn
zoontje en zichzelf) moest ple
gen. Volgens de officier doodde
V. na kalm beraad en rustig over
leg zijn zoontje uit wraakgevoe
lens jegens zijn ex-vrouw. Hij
werd weliswaar met een wond
aan zijn pols gevonden naast de
auto waarin zijn dode kind lag,
maar dat was volgens de officier
geen echte poging tot zelfmoord.
zoals de psychiater suggereerde.
Huwelijksmoeilijkheden vormden
de diepere achtergrond van het
drama. Na een echtscheiding
werden de twee oudste kinderen
van V. aan de moeder toegewe
zen en de jongste aan zijn vader.
Hij dreigde dit kind evenwel te
verliezen vanwege zijn depres
sies.
Verdediger Moszkowics verwierp
de ten laste gelegde moord,
waarvan gezien de geestestoe
stand van V. volgens hem geen
sprake kan zijn geweest. Hij con
cludeerde dat V. in het geheel
niet toerekenbaar was op het mo
ment van zijn daad. Daarom zijn
er volgens hem maar twee moge
lijkheden: tbr of invrijheidstel
ling. Uitspraak 15 december.
Minister steunt
niet toelaten
Centrumpartij
DEN HAAG (ANP) Minister
Rietkerk (binnenlandse za
ken) staat achter de beslis
sing van de adviesraad van
Almere om twee kandidaten
van de Centrumpartij niet toe
te laten tot de gemeenteraad.
Begin deze maand besliste de
adviesraad de twee kandida
ten van de Centrumpartij die
in de nieuwe gemeenteraad
waren gekozen niet toe te la
ten. Volgens de adviesraad
stond niet vast dat de twee
echt in Almere woonden. Een
van de twee had, voordat hij
werd gekozen, opgegeven dat
hij van Utrecht naar Almere
was verhuisd. Volgens de
plaatselijke politie echter zou
de man niet regelmatig in de
stad overnachten.
DEN HAAG (ANP) - De Nederlandse regering is verontrust over het
besluit van de Zuidafrikaanse regering de zwarte bewoners van het
dorpje Mogopa gedwongen te verhuizen. De regering doet een klem
mend beroep op de regering in Pretoria op de genomen beslissing terug
te komen.
Volgens de Nederlandse regering is de moedwillige vernietiging van hui
zen, scholen en klinieken van een dorpsgemeenschap, die al meer dan
70 jaar op dezelfde grond is gevestigd, een ernstige inbreuk op elemen
taire mensenrechten.
Met het verwoesten van de dorpsvoorzieningen en huizen wil de Zuid
afrikaanse regering de bevolking dwingen te verhuizen.
De Nederlandse regering wijst de actie, die plaatsvindt in het kader van
het zogenoemde hervestigingsbeleid van de Zuidafrikaanse regering,
uitdrukkelijk van de hand en betreurt het menselijk leed dat voort
vloeit uit het optreden van de Zuidafrikaanse regering.
Volgens de werkgroep Kairos dreigen duizenden inwoners van het dorp
Kwangema morgen te worden gedeporteerd naar het thuisland Kwazu-
lu.
Kwangema ligt in de provincie Transvaal en is een van de drie dorpen die
bestemd zijn voor vernietiging door de autoriteiten in Pretoria omdat
het een "zwarte plek" in het blanke Zuid-Afrika is.
CPN laakt
gebruik
dienstauto's CDA
DEN HAAG (ANP) - Het gebruik
van dienstauto's door CDA-be-
windslieden naar eigen partijbij
eenkomsten is bij het CPN-ka
merlid Eshuis verkeerd gevallen
In schriftelijke vragen infor
meert zij hoe het CDA dit ge
bruik rymt met een brief van mi
nister Rietkerk (binnenlandse
zaken) over het treffen van disci
plinaire maatregelen bij het ge
bruik van dienstauto's bij acties.
Mevrouw Eshuis wil verder weten,
hoe vaak het gebruik van dienst
auto's voor partijdoeleinden
voorkomt en welke kosten daar
aan verbonden zijn. Ook vraagt
zij zich af, of de kosten bij het
CDA in rekening worden ge
bracht.