c
Niet altijd wat te doen
aan gevaarlijk
Verdient Leiden aan
regio of andersom?
Ene borstprothese is de andere niet
LEZERS SCHRIJVEN
Acties (5)
Acties (6)
Genève
VRIJDAG 2 DECEMBER 1983
Meningen
Het huidige op de Warenwet geba
seerde Speelgoedbesluit verstaat
onder speelgoed: goederen of de
len daarvan die kennelijk be
stemd of geschikt zijn om bij het
spelen door kinderen tot en met
de leeftijd van 14 jaar te worden
gebruikt, alsook schrijf- en
kleurmateriaal en materiaal voor
handenarbeid, dat kennelijk be
stemd is om bij het geven van on
derwijs door kinderen tot en met
de leeftijd van 14 jaar te worden
gebruikt.
Het Speelgoedbesluit is in eerste
versie uitgevaardigd in 1976 om
dat in de praktijk was gebleken
dat er behoefte bestond een rege
ling te treffen voor de veiligheid
van speelgoed. Sindsdien is het
Speelgoedbesluit drie maal ge
wijzigd, de laatste maal in 1981.
Doorgaans ontstaat een Besluit of
een wijziging van een Besluit uit
zo'n gebleken behoefte, maar
soms kan ook een EG-richtlijn
de aanleiding zijn een Besluit uit
te vaardigen of te wijzigen.
door
Drs. S.E.P.G. Merkx
Het Nederlandse Speelgoedbesluit
is overigens binnen de Europese
Gemeenschap één van de meest
gedetailleerde nationale regelin
gen en het staat min of meer mo
del voor een Europese regeling,
welke momenteel in voorberei
ding is. Het stelt met name regels
aan mechanische, fysische, che
mische, brandbare en elektri
sche eigenschappen van speel
goed.
De kontrole op de naleving van het
Speelgoedbesluit, en overigens
van alle andere Warenwetsbe-
sluiten, wordt uitgeoefend door
de 16 Keuringsdiensten van Wa
ren, waaraan onmiddellijk moet
worden toegevoegd dat deze
controle zich slechts kan uit
strekken tot de handelsfase, met
andere woorden de keurings
diensten kunnen slechts contro
leren indien en voorzover de wa
ren ten verkoop worden aange
boden.
De Keuringsdienst van Waren te
Haarlem is aangewezen als in het
bijzonder toegerust voor het on
derzoek van monsters van speel
goed. Dit houdt in dat het meer
specialistische onderzoek en de
ontwikkeling van onderzoeks
methoden op het gebied van
speelgoed door de Keurings
dienst van Waren te Haarlem
wordt uitgevoerd.
Tot hiertoe lijkt het allemaal pri
ma. Er is een wettelijke regeling
en die wordt ook nog gecontro
leerd. Maar hier beginnen ook de
problemen.
De in het begin aangehaalde defi
nitie van speelgoed en de in het
Speelgoedbesluit vermelde eisen
waaraan speelgoed moet vol
doen vormen het handvat voor
de Keuringsdiensten van Waren
op grond waarvan zij al dan niet
kunnen optreden tegen overtre
dingen.
Artikelen die moeilijk onder de de
finitie van speelgoed zijn te van
gen, of waarvoor geen eisen zijn
gesteld in het Speelgoedbesluit,
kunnen een probleem vormen
bij de controle, soms gaat het
dan om artikelen die een duide
lijk gevaar voor de gezondheid of
de veiligheid van het kind inhou
den. Soms gaat het om artikelen
waar dit gevaar minder gepro
nonceerd is, maar waar optreden
toch gewenst is.
In deze gevallen kunnen de Keu
ringsdiensten van Waren ge
bruik maken van de zogenaamde
Gemeentelijke Keuringsverorde
ning, waarvan artikel 3 zegt dat
het verboden is waren te verko
pen, welke bij gebruik overeen
komstig de bestemming schade
lijk zijn of kunnen zijn voor het
leven of de gezondheid. De prak
tijk heeft echter helaas geleerd,
dat dergelijke acties niet altijd
mogelijk zijn.
In het recente verleden is men nog
al eens geconfronteerd met pro-
dukten die niet of net niet aan de
definitie van speelgoed voldeden
of waarvoor geen eisen waren
opgenomen in het Speelgoedbe
sluit, terwijl deze produkten wel
door kinderen worden gebruikt.
Voorbeelden hiervan zijn bij
voorbeeld de snoepflesjes, nies
poeder, ijwater, stinkbommen en
geparfumeerde vlakgommen en
viltstiften. Een zeer bedenkelijke
en verwerpelijke ontwikkeling is
de op eetwaar gelijkende reeks
artikelen, zoals de hierboven ge
noemde geparfumeerde vlak
gommen in de vorm van kauw
gom, lippenstift en dergelijke en
de weekgemaakte stukjes kunst
stof in de gedaante van dropjes,
blokjes kaas, en dergelijke. Deze
artikelen kunnen aanleiding ge
ven tot levensgevaarlijke situa
ties, wanneer gedeelten hiervan
in het maag-darmkanaal terecht
komen.
Met hét huidige Speelgoedbesluit
kan hiertegen niet altijd afdoen
de worden opgetreden. Aanpas
sing van het Speelgoedbesluit
(net als van de overige waren-
wetsbesluiten) is tijdrovend, om
dat een wettelijk vastgestelde
procedure moet worden doorlo
pen, waartoe onder andere beho
ren departementaal en interde
partementaal overleg en een ad
viesaanvraag aan de Adviescom
missie Warenwet. In deze Ad
viescommissie zijn overheid,
producenten en consumenten
vertegenwoordigd.
Bovendien moeten nieuwe Beslui
ten en wijzigingen van Besluiten
gemeld worden bij de EG-Com-
missie. Deze kan dan op haar
beurt de betrokken lidstaat ver
plichten de inwerkingtreding
maximaal 1 jaar op te houden.
Dit kan geschieden, indien de
EG-Commissie of de EG-Raad
zelf doende is een Richtlijn op te
stellen, hetgeen voor speelgoed
inderdaag het geval is.
Een en ander betekent dat er nogal
wat obstakels kunnen zijn die
een snelle aanpassing van de re
gels in de wet staan. In gevallen
waar overheidsingrijpen ge
wenst is, maar waar dit op grond
van hierboven gegeven overwe
gingen niet doeltreffend kan ge
schieden moeten andere midde
len worden aangewend. Op de
eerste plaats valt dan te denken
aan uitgebreide voorlichting en
eventueel aan een persbericht.
Met betrekking tot voorlichting is
de door het Ministerie van Wel
zijn, Volksgezondheid en Cul
tuur gesubsidieerde Stichting
"Consument en Veiligheid" te
Amsterdam zeer actief. Onlangs
heeft deze stichting een brochu
re in de serie "Kijk op Veilig"
over speelgoed uitgegeven,
waarin allerlei aanwijzingen zijn
opgenomen over veilig en onvei
lig speelgoed in relatie tot de
voor dit speelgoed bedoelde leef
tijdscategorie. Deze stichting
heeft ook een klachtenlijn, waar
de consument zijn klachten (ook
over andere produkten dan
speelgoed) kan deponeren. Hier
mee kan in een vroeg stadium
een "probleem-produkt" gesig
naleerd worden, hetgeen tot een
gerichte aktie kan leiden.
Overigens kan de konsument zijn
klachten eveneens deponeren bij
elke Keuringsdienst van Waren.
Ook de consumentenorganisa
ties vervullen een zeer nuttige
funktie bij de voorlichting over
en de signalering van potentieel
gevaarlijke produkten.
Op de tweede plaats kan een be
roep worden gedaan op het ver
antwoordelijkheidsbesef van de
betrokken fabrikant of impor
teur. In een aantal gevallen heeft
Drop of kunststof? Het verschil is voor kinderen niet gemakkelijk vast te
stellen. Consumptie van kunststof drop kan levensgevaarlijke situaties
opleveren. (Foto Dirk Ketting)
Wij leven in ons land nog steeds in
een zeer welvarende gemeen
schap, maar zien tot onze spijt
dat vandaag de dag diverse groe
pen uit pure consumptiebegeer
ten, onze samenleving doelbe
wust aan het saboteren zijn. Het
is een volkomen dwaasheid dat
we toestaan dat onze ambtena
ren, die nota bene tot de hoogst
betaalden ter wereld behoren,
ons economisch bestel onge
straft kunnen ontwrichten en
schade toebrengen.
Deze situatie is ontstaan door zui
ver demagogische beïnvloeding
van volksleiders die handig in
spelen op de egoïstische eigen
schappen die in ieder van ons
aanwezig zijn. Waar dit toe kan
leiden hebben wij gezien bij onze
oosterburen, en zien dat nog
steeds op veel plaatsen in de we
reld gebeuren.
De zwakke naturen worden in
massa daardoor gegrepen en zijn
niet meer in staat tot zelfstandig
denken. Dat deze mensen onge
straft hun gang kunnen gaan is
in mijn ogen het gevolg van een
ver doorgevoerde vrijheid.
Ik ben mij er van bewust dat deze
stelling veel protesten zal oproe
pen, maar ik wil diegenen die de
ze stelling willen betwisten vra
gen om eens rustig na te denken
en naar de historie te kijken.
Ieder verstandig mens weet dat te
veel vrijheid leidt tot ongebon
denheid en dat leidt tot wanorde
en chaos. Dit is helaas een na
tuurwet. We zien hier gebeuren
dat deze elementen kans zien om
in ongeveer het welvarendste
land ter wereld ontevredenheid
en haat te kweken die ons le
vensgeluk verpesten.
Het is volgens mij dan ook de taak
van de regering om zo snel moge
lijk wetten te mak^n die de
rampzalige gevolgen van te veel
vrijheid tegengaan.
Mijn voorstel is dat de regering een
wet ontwerpt die staatsdienaars
beschermt tegen bewust negatie
ve beïnvloeding en die lieden die
dit reeds zijn uit de staatsdienst
verwijdert.
Het zou niet de eerste keer zijn dat
onze regering gedwongen was
soortgelijke maatregelen te ne
men. Ook hebben zulke lieden
volgens mij geen recht op 2 jaar
wachtgeld en moeten zoals ieder
ander burger die zonder werk
komt direct in de ww, dat is dan
een beloning die nergens anders
ter wereld wordt gegeven.
Er staan duizenden werkloze land
genoten te wachten en te hunke
ren om voor hun gezin een be
hoorlijk inkomen te verdienen.
Het motief dat deze vervangers
niet bekwaam zouden zijn, wijs
ik van de hand. Ik denk dan ook
nog aan een bekend gezegde:
men kan beter een betrouwbare
analfabeet in dienst hebben dan
een bekwaam saboteur.
In het vertrouwen dat veel mensen
het met mij eens zullen zijn,
hoop ik dat dit schrijven tevens
mag bijdragen ons land tot be
zinning te brengen.
A. v.d. Pol
Burggravenlaan 111
Leiden
Naar aanleiding van uw vergelij
kend onderzoek over de verdien
sten van werknemers, ambtena
ren en trendvolgers vraag ik mij
verbaasd af hoe u aan die gege
vens komt.
Ik verdien als ambtenaar 4de klas
se met 3 periodieken: 2774,-
pensioen -ƒ163,57
inh.BOB -ƒ241,00
loonbel. - 284,70
IZA ƒ126,74
kledinggeld 30,60
1978,34
Dan is het zo dat in het bedrijfsle
ven nog veel een 13de maand of
winstuitkering, een auto van de
zaak ook voor privé wordt gege
ven. Dat moet je allemaal bij het
salaris optellen. Dus alleen zo'n
lijst zegt niets en is alleen stem
ming kweken tegen ons. Want
zo'n onderzoek houdt het be
drijfsleven al vijf jaar tegen.
Een periodiek krijg je als je zes jaar
in een rang staat. Dus moet je
twaalf jaar in één rang staan voor
dat salaris zonder extra's. Dan
betaal ik per jaar geen 4500,-
loonbelasting, maar 4900,-. Dit
ter verduidelijking.
G.A. van der Berg
Vrouwenpolderstraat 28
Sassenheim
n uw commentaar "Genéve" bent
u iets vergeten. De Sowjet-Unie
wordt al jarenlang "belaagd"
door atoombommen, ter land, ter
zee en in de lucht. Amerika weet
Meningen op deze
pagina zijn voor
rekening van de
auteurs
dit er toe geleid dat deze inder
daad het betrokken produkt uit
de handel heeft genomen. Het
spreekt vanzelf dat ondanks het
feit dat er een Speelgoedbesluit
van kracht is, de ouders hun ver
antwoordelijkheid niet van zich
af kunnen schuiven bij de aan
koop van speelgoed en bij het
toezicht op het gebruik van dit
speelgoed door hun kinderen. In
het bijzonder moet hier gewezen
worden op vormen van speel
goed die onschuldig lijken, maar
toch potentieel gevaarlijk zijn.
Speelgoed bestemd voor oudere
"kinderen moet buiten bereik
van jongere kinderen blijven.
Speelgoed in de vorm van schei-
kundedozen, stoommachines en
dergelijke behoort onder toe
zicht van ouderen te worden ge
bruikt.
Het zou ook verstandig zijn als ou
ders er op letten wat hun kinde
ren zich zelf in de buurtwinkel
aanschaffen. Men staat er ver
steld van wat sommige winke
liers soms aan kleine kinderen
verkopen. Per slot van rekening
kan niet bij iedere winkel een
keurmeester worden neergezet.
(De auteur is inspecteur van de Volks
gezondheid, belast met het toezicht
op de levensmiddelen en de keuring
ClapiKfnün hwd
c/jjd. d
ptyt?
JÉ
niet wat oorlog is. Mocht zij het
wel aan de weet komen...?
Met het laatste gedeelte van uw
commentaar kan ik alleen maar
instemmen en er aantoevoegen,
dat het belachelijk is, gewoon
een poging van Amerika om zelf
buiten schot te blijven.
A. Kapaan
Magdaleria Moonsstraat 9A
Leiden
Vorige maand adviseerde de Leid-
se raadscommissie voor cultuur
de Leidse Volksuniversiteit K
O een onderzoek in te stellen
naar de mogelijkheden om niet-
Leidse cursisten tien procent
meer cursusgeld te laten beta
len dan Leidse burgers. Een ver
hoging als deze, die volgend
jaar moet worden doorgevoerd,
wordt als -enige mogelijkheid
gezien om verdere bezuinigin
gen bij K O te voorkomen. Op
ons verzoek gaat Ton Kohlbeck,
wethouder in Oegstgeest, in op
gevolgen van het advies.
Afgaande op het bericht in de
krant over het voornemen van de
Leidse Volksuniversiteit K O
om niet-Leidse cursisten tien
procent méér cursusgeld te laten
betalen, is mijn eerste, impulsie-
door
Ton Kohlbeck
ve reactie tweeledig. Het eerste
gevoel is er een van verbazing:
wat een onzin, welk een cultureel
protectionisme. Maar in tweede
instantie overheerst de behoed
zaamheid: laat je door de krant
niet verleiden om in dat oude,
kwalijk riekende potje te roeren.
Geen nieuwe oorlogen tussen
Leiden en de randgemeenten,
juist nu de verhoudingen geluk
kig zo goed zijn.
Laat ik, om van de culturele nood
een politieke deugd te maken,
mij op dit laatste terrein toch
maar eens duidelijk uitspreken.
Mij, zoals dat in de zeventigerja
ren heette, "kwestbaar opstel
len".
In de veelvuldige contacten, die de
dagelijks bestuurders van Lei
den en de randgemeenten met el
kaar hebben, slagen de Leidse
collega's er voortreffelijk in de
noden van hun stad duidelijk te
maken. "Ja, knikken, geplaagd
door een collectief schuldbe
wustzijn, Bezemer, Meerburg,
Van Schagen, Van der Heijden
Kohlbeck en anderen", natuur
lijk kent Leiden veel meer pro
blemen dan onze gemeenten. Na
tuurlijk, de financiële toestand is
slechter, de werkloosheid hoger,
de stadsvernieuwing dringender
noodzakelijk.
Maar tegelijk roert zich in ons bin
nenste, in elk geval in dat van
mij, een heel ander duiveltje.
Een duiveltje dat op onverwach
te momenten naar voren springt
en roept: "Maar jullie krijgen als
centrumgemeente meer geld per
inwoner van het Rijk dan wij.
Wel 10 15 miljoen extra, alleen
voor jullie centrumfunctie. Jullie
kunnen ook veel meer een be
roep doen op allerlei subsidies
en potjes van Rijk en Provincie.
Kijk maar naar de miljoenen aan
asfalt die de laatse jaren over de
binnenstad zijn uitgestort".
Voor het nu werkelijk driftig ge
worden duiveltje door kan gaan
en bijvoorbeeld gaat zeuren om
het absoluut, maar ook relatief
veel grotere ambtenarencorps,
dat de centrumgemeente erop
nahoudt, heb ik hem weer tot be
daren gebracht. Haastig stop ik
hem terug in het reservaat, Ta
boe geheten.
Terug naar het eigenlijke onder
werp. Waarom is het eigenlijk
niet redelijk dat niet-Leidenaren
wat meer betalen voor dure voor
zieningen in een arme stad?
Een paar redenen zijn zo te noe
men. Allereerst lokt zo'n maatre
gel tegenreacties uit. Want ook
bijv. Oegstgeest en Leiderdorp
hebben plaatselijke K O-afde-
lingen, waarin nogal wat Leidse
cursisten deelnemen. Moeten die
dan ook meeer gaan betalen?
Ons zwembad Poelmeer kost aan
exploitatie- en kapitaalslasten
bijna een miljoen per jaar en
trekt tienduizenden Leidse be
zoekers. Moeten die meer gaan
betalen? En hoe controleer je de
herkomst van de bezoekers van
alle culturele en recreatieve
voorzieningen? Toch niet door
invoering van een soort per
soonsbewijs mag ik hopen?
Achter het voorstel rond K O
steekt een verderliggende ge
dachte, die nader onderzoek ver
dient. De gedachte, dat Leiden
aan zijn centrumfunctie veel
meer geld uitgeeft dan de stad er
voor terugkrijgt.
Daarom krijgen dit soort voorstel
len een kans. Mede daarom zijn
in de loop van de jaren tal van
gemeenschappelijke regelingen
opgezet die het beheer over aller
lei voorzieningen in de streek
moeten spreiden. Daarom heb
ben de randgemeenten soms last
van een heimelijk schuldgevoel
tegenover Leiden, zeker als het
gemeentebestuurders betreft die
vanuit hun politieke overtuiging
een gelijke verdeling van lasten,
op welk terrein dan ook, voor
staan.
Maar is de gedachte op zich juist?-'
Ik zou het in alle eerlijkheid niet
kunnen zeggen; ik weet het een
voudig niet. En meer onderzoek
dan dat met de natte vinger is er
bij mijn weten ook niet naar ge
daan.
Ik zou een dergelijk onderzoek ze
ker toejuichen, een onderzoek
naar taken en middelen van zo
wel Leiden als de randgemeen
ten. Wat krijgen we, wat doen we
en voor wie doen we dat: me
dunkt aan de universteit zitten
vast nog wel enkele grensverleg
gende wetenschappers te hunke
ren naar een stukje maatschap
pelijke dienstverlening.
Dat aan de uitkomst consequenties
dienen te worden verbonden
spreekt vanzelf. Dat kan zijn in
de sfeer van herverdeling van
middelen, maar ook in deze tij
den waarschijnlijker, in afstoting
van taken.
Het is een oude Üst van bestuur
ders om op hachelijke momen
ten boten af te houden door te
verwijzen naar nader onderzoek
en diepgaande bestudering. In
dit geval kan men er van over
tuigd zijn dat deze opzet verre
van mij is. Immers, de K O-
zaak staat niet op zichzelf, maar
is het eerste signaal van wat we
nog veel meer te horen zullen
krijgen. Want de gemeenten, élle
gemeenten hebben het zwaar te
verduren. Nog eerder dan hun
burgers hebben zij het gelag van
de recessie moeten betalen. Kor
ting na korting rolde in vaak vol
strekte willekeur over de ge
meenten heen, die wanhopig
naar oplossingen bleven zoeken.
De stijgende lasten en groeiende
tekorten op de burgers verhalen?
Dat kan en mag niet. Dus zocht
men naar andere middelen.
Woorden als privatisering en
profijtbeginsel doken op. Tover
formules, die helaas vaak tot ma
gere resultaten leidden. Als het
toeschuiven van lasten naar an
deren niet zorgvuldig en goed
onderbouwd geschiedt, dan leidt
het tot nieuwe onrechtvaardig
heden en roept het ongewenste
en onbedoelde gevolgen op.
Kom vrienden in de Leidse kring,
laten we voor we elkaar op 3 ok
tober allemaal weer zien, nu eens
uitzoeken hoe het werkelijk in el
kaar steekt. Tot die tijd noemen
we elkaar geen uitvreter en dra
gen braaf elkanders lasten.
Tot die üjd blijf ik lekker voetbal
len bij Docos en de kinderen van
Dick Tesselaar 'hockeyen in
Oegstgeest. En gaan we samen
naar de schouwburg, zo lang het
nog kan.
Stuit het u tegen de borst, me
vrouw Dickhoff?, zo werd mij
onlangs gevraagd. Nou, mij niet
zo heel erg, maar ik denk wel al
die duizenden vrouwen die tot
op heden dachten redelijk geluk
kig te zijn met hun borstprothe
se. Aanleiding hiertoe is het arti
kel in deze krant van 19 novem
ber over Lon van Volen, specia
list op het gebied van borstpro-
thesen.
door
Judith Dickhoff
Om te weten wat je aanschaft,
moet je eigenlijk eerst in de ge
schiedenis van de borstprothe-
sen duiken. Tweeëntwintig jaar
geleden verkocht ik als meisje
van 18 jaar de eerste borstprothe
se aan een leeftijdgenote. Het
was een schuimrubbervulling in
een voor die tijd best mooie
vorm. De bh werd door middel
van elastiekjes aan een step-in
vastgezet, anders wipte hij om
hoog. Het schuimrubber was na
melijk te licht.
Ongeveer twee jaar later kwam
Camp uit met een olieprothese.
Hoe griezelig wij hem ook von
den, het was alles beter dan het
schuimrubber. Deze prothese
kon echter alleen maar in een
voorgevormde bh. Voor die tijd
niet zo erg, want het was mode.
Het voordeel van de olieprothese
was dat hij meer volume had en
er zat beweging in, het was niet
meer zo'n compact ding. Hij
kostte ongeveer 45,- en werd
niet door de verzekering betaald,
want hij werd aangemerkt als
een cosmetica-produkt.
Toen ongeveer tien jaar geleden de
vrouwen meer hun natuurlijke
vormen wilden laten zien, werd
het voor prothesedraagsters een
ramp. Zij moesten nog steeds de
geamputeerde kant verbloemen,
een T-shirt of trui dragen was er
voor hen niet bij. De fabrieken
zijn toen ook gaan zoeken naar
betere materialen i
Zo is er op dit moment een aanbod
van zo'n tien verschillende silico
ne borstprothesen. Silicone is
een materiaal dat heel natuurlijk
aanvoelt en natuurlijk ook mee
beweegt met het lichaam. Deze
prothesen kosten tussen de
290,- en 495,-. Door het zie
kenfonds wordt eenmaal in de
twee jaar 279,- vergoed of tus
sentijds als nodig na figuurve
randering.
Ook van Volen is in die tijd begon
nen met zijn maatprothese. Kos
ten: ongeveer 1.100,-, en hier
van werd niets vergoed door de
verzekering. Ongeveer duizend
vrouwen hebben model gestaan
voor de prothese die hij nu ver
koopt via de prothese-bank. Kos
ten: 370,- voor twee prothesen.
Nooit je eigen borst
Als u als niet-prothesedraagster
denkt: nu is er zoveel te koop, die
moeten niet meer zeuren, dan
heeft u het mis. Mijn ervaring
van 22 jaar is, dat hoe mooi een
prothese ook is, het toch nooit je
eigen borst is. Het blijft altijd een
hulpmiddel, waarmee de één ge
lukkig veel meer tevreden kan
zijn dan de ander.
Het grootste probleem ligt bij
vrouwen met de c- of d-cup en
vooral met een kleine confectie
maat. Die hebben normaal ook
last van een zware boezem en
met een prothese is dat natuur
lijk nog erger. Maar het dragen
van een lichtgewicht prothese
brengt in dit geval weinig uit
komst, want hij gaat omhoog en
zit constant scheef.
De Consumentenbond heeft enige
jaren geleden een vergelijkend
warenonderzoek gedaan. Mij
werd gevraagd een aantal dames
te voorzien van verschillende
prothesen. Ook moesten er drie
dames naar Lon van Volen. Ie
dere prothese moest twee weken
worden gedragen. De Van Volen-
prothese heeft slechts bij één
mevrouw de rit volgemaakt. Mij
verbaasde dat helemaal niet,
want wat voor de één uitstekend
is, kan voor de ander een onding
zijn. Wel heeft Van Volen bijna
dagelijks aan de telefoon gehan
gen om te informeren naar de
uitslag van het onderzoek. Dat
was erg belangrijk voor hem in
verband met de verkoop in zijn
bedrijf.
Voorlichting
Wat betreft de voorlichting in de
ziekenhuizen gaat het in Leiden
naar mijn mening prima en heb
ben we weinig moeilijkheden.
Het gebeurt kosteloos en zonder
enige verplichting. Wel zorgen
wij ervoor dat alle dames keurig
naar huis gaan met een door het
ziekenhuis geleverde nood-pro
these.
Het verhaal van de onderhuids
aangebrachte prothese is hetzelf
de als dat van de uitwendige pro
these: de ene vrouw is heel ge
lukkig met een naar ons idee
slecht resultaat en de vrouw met
een mooi gelukte operatie is
vaak diep ongelukkig.
Ik denk dat u er nu wel achter bent
gekomen dat verkopen aan vrou
wen met een borstamputatie niet
zomaar kan. Dat is bij iedere
vrouw luisteren en een beetje
meevoelen met haar leed. Ik heb
in Nederland heel veel mede
vakgenoten die er net zo over
denken als ik.
Ik vind het jammer dat Lon van
Volen zich in het artikel zo agres
sief opstelt - hij hoort uiteinde
lijk ook een beetje bij ons - zeker
voor die vrouwen die gelukkig
zijn met zijn prothese.
van 'Lady