c Niet altijd wat te doen aan gevaarlijk Verdient Leiden aan regio of andersom? Ene borstprothese is de andere niet LEZERS SCHRIJVEN Acties (5) Acties (6) Genève VRIJDAG 2 DECEMBER 1983 Meningen Het huidige op de Warenwet geba seerde Speelgoedbesluit verstaat onder speelgoed: goederen of de len daarvan die kennelijk be stemd of geschikt zijn om bij het spelen door kinderen tot en met de leeftijd van 14 jaar te worden gebruikt, alsook schrijf- en kleurmateriaal en materiaal voor handenarbeid, dat kennelijk be stemd is om bij het geven van on derwijs door kinderen tot en met de leeftijd van 14 jaar te worden gebruikt. Het Speelgoedbesluit is in eerste versie uitgevaardigd in 1976 om dat in de praktijk was gebleken dat er behoefte bestond een rege ling te treffen voor de veiligheid van speelgoed. Sindsdien is het Speelgoedbesluit drie maal ge wijzigd, de laatste maal in 1981. Doorgaans ontstaat een Besluit of een wijziging van een Besluit uit zo'n gebleken behoefte, maar soms kan ook een EG-richtlijn de aanleiding zijn een Besluit uit te vaardigen of te wijzigen. door Drs. S.E.P.G. Merkx Het Nederlandse Speelgoedbesluit is overigens binnen de Europese Gemeenschap één van de meest gedetailleerde nationale regelin gen en het staat min of meer mo del voor een Europese regeling, welke momenteel in voorberei ding is. Het stelt met name regels aan mechanische, fysische, che mische, brandbare en elektri sche eigenschappen van speel goed. De kontrole op de naleving van het Speelgoedbesluit, en overigens van alle andere Warenwetsbe- sluiten, wordt uitgeoefend door de 16 Keuringsdiensten van Wa ren, waaraan onmiddellijk moet worden toegevoegd dat deze controle zich slechts kan uit strekken tot de handelsfase, met andere woorden de keurings diensten kunnen slechts contro leren indien en voorzover de wa ren ten verkoop worden aange boden. De Keuringsdienst van Waren te Haarlem is aangewezen als in het bijzonder toegerust voor het on derzoek van monsters van speel goed. Dit houdt in dat het meer specialistische onderzoek en de ontwikkeling van onderzoeks methoden op het gebied van speelgoed door de Keurings dienst van Waren te Haarlem wordt uitgevoerd. Tot hiertoe lijkt het allemaal pri ma. Er is een wettelijke regeling en die wordt ook nog gecontro leerd. Maar hier beginnen ook de problemen. De in het begin aangehaalde defi nitie van speelgoed en de in het Speelgoedbesluit vermelde eisen waaraan speelgoed moet vol doen vormen het handvat voor de Keuringsdiensten van Waren op grond waarvan zij al dan niet kunnen optreden tegen overtre dingen. Artikelen die moeilijk onder de de finitie van speelgoed zijn te van gen, of waarvoor geen eisen zijn gesteld in het Speelgoedbesluit, kunnen een probleem vormen bij de controle, soms gaat het dan om artikelen die een duide lijk gevaar voor de gezondheid of de veiligheid van het kind inhou den. Soms gaat het om artikelen waar dit gevaar minder gepro nonceerd is, maar waar optreden toch gewenst is. In deze gevallen kunnen de Keu ringsdiensten van Waren ge bruik maken van de zogenaamde Gemeentelijke Keuringsverorde ning, waarvan artikel 3 zegt dat het verboden is waren te verko pen, welke bij gebruik overeen komstig de bestemming schade lijk zijn of kunnen zijn voor het leven of de gezondheid. De prak tijk heeft echter helaas geleerd, dat dergelijke acties niet altijd mogelijk zijn. In het recente verleden is men nog al eens geconfronteerd met pro- dukten die niet of net niet aan de definitie van speelgoed voldeden of waarvoor geen eisen waren opgenomen in het Speelgoedbe sluit, terwijl deze produkten wel door kinderen worden gebruikt. Voorbeelden hiervan zijn bij voorbeeld de snoepflesjes, nies poeder, ijwater, stinkbommen en geparfumeerde vlakgommen en viltstiften. Een zeer bedenkelijke en verwerpelijke ontwikkeling is de op eetwaar gelijkende reeks artikelen, zoals de hierboven ge noemde geparfumeerde vlak gommen in de vorm van kauw gom, lippenstift en dergelijke en de weekgemaakte stukjes kunst stof in de gedaante van dropjes, blokjes kaas, en dergelijke. Deze artikelen kunnen aanleiding ge ven tot levensgevaarlijke situa ties, wanneer gedeelten hiervan in het maag-darmkanaal terecht komen. Met hét huidige Speelgoedbesluit kan hiertegen niet altijd afdoen de worden opgetreden. Aanpas sing van het Speelgoedbesluit (net als van de overige waren- wetsbesluiten) is tijdrovend, om dat een wettelijk vastgestelde procedure moet worden doorlo pen, waartoe onder andere beho ren departementaal en interde partementaal overleg en een ad viesaanvraag aan de Adviescom missie Warenwet. In deze Ad viescommissie zijn overheid, producenten en consumenten vertegenwoordigd. Bovendien moeten nieuwe Beslui ten en wijzigingen van Besluiten gemeld worden bij de EG-Com- missie. Deze kan dan op haar beurt de betrokken lidstaat ver plichten de inwerkingtreding maximaal 1 jaar op te houden. Dit kan geschieden, indien de EG-Commissie of de EG-Raad zelf doende is een Richtlijn op te stellen, hetgeen voor speelgoed inderdaag het geval is. Een en ander betekent dat er nogal wat obstakels kunnen zijn die een snelle aanpassing van de re gels in de wet staan. In gevallen waar overheidsingrijpen ge wenst is, maar waar dit op grond van hierboven gegeven overwe gingen niet doeltreffend kan ge schieden moeten andere midde len worden aangewend. Op de eerste plaats valt dan te denken aan uitgebreide voorlichting en eventueel aan een persbericht. Met betrekking tot voorlichting is de door het Ministerie van Wel zijn, Volksgezondheid en Cul tuur gesubsidieerde Stichting "Consument en Veiligheid" te Amsterdam zeer actief. Onlangs heeft deze stichting een brochu re in de serie "Kijk op Veilig" over speelgoed uitgegeven, waarin allerlei aanwijzingen zijn opgenomen over veilig en onvei lig speelgoed in relatie tot de voor dit speelgoed bedoelde leef tijdscategorie. Deze stichting heeft ook een klachtenlijn, waar de consument zijn klachten (ook over andere produkten dan speelgoed) kan deponeren. Hier mee kan in een vroeg stadium een "probleem-produkt" gesig naleerd worden, hetgeen tot een gerichte aktie kan leiden. Overigens kan de konsument zijn klachten eveneens deponeren bij elke Keuringsdienst van Waren. Ook de consumentenorganisa ties vervullen een zeer nuttige funktie bij de voorlichting over en de signalering van potentieel gevaarlijke produkten. Op de tweede plaats kan een be roep worden gedaan op het ver antwoordelijkheidsbesef van de betrokken fabrikant of impor teur. In een aantal gevallen heeft Drop of kunststof? Het verschil is voor kinderen niet gemakkelijk vast te stellen. Consumptie van kunststof drop kan levensgevaarlijke situaties opleveren. (Foto Dirk Ketting) Wij leven in ons land nog steeds in een zeer welvarende gemeen schap, maar zien tot onze spijt dat vandaag de dag diverse groe pen uit pure consumptiebegeer ten, onze samenleving doelbe wust aan het saboteren zijn. Het is een volkomen dwaasheid dat we toestaan dat onze ambtena ren, die nota bene tot de hoogst betaalden ter wereld behoren, ons economisch bestel onge straft kunnen ontwrichten en schade toebrengen. Deze situatie is ontstaan door zui ver demagogische beïnvloeding van volksleiders die handig in spelen op de egoïstische eigen schappen die in ieder van ons aanwezig zijn. Waar dit toe kan leiden hebben wij gezien bij onze oosterburen, en zien dat nog steeds op veel plaatsen in de we reld gebeuren. De zwakke naturen worden in massa daardoor gegrepen en zijn niet meer in staat tot zelfstandig denken. Dat deze mensen onge straft hun gang kunnen gaan is in mijn ogen het gevolg van een ver doorgevoerde vrijheid. Ik ben mij er van bewust dat deze stelling veel protesten zal oproe pen, maar ik wil diegenen die de ze stelling willen betwisten vra gen om eens rustig na te denken en naar de historie te kijken. Ieder verstandig mens weet dat te veel vrijheid leidt tot ongebon denheid en dat leidt tot wanorde en chaos. Dit is helaas een na tuurwet. We zien hier gebeuren dat deze elementen kans zien om in ongeveer het welvarendste land ter wereld ontevredenheid en haat te kweken die ons le vensgeluk verpesten. Het is volgens mij dan ook de taak van de regering om zo snel moge lijk wetten te mak^n die de rampzalige gevolgen van te veel vrijheid tegengaan. Mijn voorstel is dat de regering een wet ontwerpt die staatsdienaars beschermt tegen bewust negatie ve beïnvloeding en die lieden die dit reeds zijn uit de staatsdienst verwijdert. Het zou niet de eerste keer zijn dat onze regering gedwongen was soortgelijke maatregelen te ne men. Ook hebben zulke lieden volgens mij geen recht op 2 jaar wachtgeld en moeten zoals ieder ander burger die zonder werk komt direct in de ww, dat is dan een beloning die nergens anders ter wereld wordt gegeven. Er staan duizenden werkloze land genoten te wachten en te hunke ren om voor hun gezin een be hoorlijk inkomen te verdienen. Het motief dat deze vervangers niet bekwaam zouden zijn, wijs ik van de hand. Ik denk dan ook nog aan een bekend gezegde: men kan beter een betrouwbare analfabeet in dienst hebben dan een bekwaam saboteur. In het vertrouwen dat veel mensen het met mij eens zullen zijn, hoop ik dat dit schrijven tevens mag bijdragen ons land tot be zinning te brengen. A. v.d. Pol Burggravenlaan 111 Leiden Naar aanleiding van uw vergelij kend onderzoek over de verdien sten van werknemers, ambtena ren en trendvolgers vraag ik mij verbaasd af hoe u aan die gege vens komt. Ik verdien als ambtenaar 4de klas se met 3 periodieken: 2774,- pensioen -ƒ163,57 inh.BOB -ƒ241,00 loonbel. - 284,70 IZA ƒ126,74 kledinggeld 30,60 1978,34 Dan is het zo dat in het bedrijfsle ven nog veel een 13de maand of winstuitkering, een auto van de zaak ook voor privé wordt gege ven. Dat moet je allemaal bij het salaris optellen. Dus alleen zo'n lijst zegt niets en is alleen stem ming kweken tegen ons. Want zo'n onderzoek houdt het be drijfsleven al vijf jaar tegen. Een periodiek krijg je als je zes jaar in een rang staat. Dus moet je twaalf jaar in één rang staan voor dat salaris zonder extra's. Dan betaal ik per jaar geen 4500,- loonbelasting, maar 4900,-. Dit ter verduidelijking. G.A. van der Berg Vrouwenpolderstraat 28 Sassenheim n uw commentaar "Genéve" bent u iets vergeten. De Sowjet-Unie wordt al jarenlang "belaagd" door atoombommen, ter land, ter zee en in de lucht. Amerika weet Meningen op deze pagina zijn voor rekening van de auteurs dit er toe geleid dat deze inder daad het betrokken produkt uit de handel heeft genomen. Het spreekt vanzelf dat ondanks het feit dat er een Speelgoedbesluit van kracht is, de ouders hun ver antwoordelijkheid niet van zich af kunnen schuiven bij de aan koop van speelgoed en bij het toezicht op het gebruik van dit speelgoed door hun kinderen. In het bijzonder moet hier gewezen worden op vormen van speel goed die onschuldig lijken, maar toch potentieel gevaarlijk zijn. Speelgoed bestemd voor oudere "kinderen moet buiten bereik van jongere kinderen blijven. Speelgoed in de vorm van schei- kundedozen, stoommachines en dergelijke behoort onder toe zicht van ouderen te worden ge bruikt. Het zou ook verstandig zijn als ou ders er op letten wat hun kinde ren zich zelf in de buurtwinkel aanschaffen. Men staat er ver steld van wat sommige winke liers soms aan kleine kinderen verkopen. Per slot van rekening kan niet bij iedere winkel een keurmeester worden neergezet. (De auteur is inspecteur van de Volks gezondheid, belast met het toezicht op de levensmiddelen en de keuring ClapiKfnün hwd c/jjd. d ptyt? JÉ niet wat oorlog is. Mocht zij het wel aan de weet komen...? Met het laatste gedeelte van uw commentaar kan ik alleen maar instemmen en er aantoevoegen, dat het belachelijk is, gewoon een poging van Amerika om zelf buiten schot te blijven. A. Kapaan Magdaleria Moonsstraat 9A Leiden Vorige maand adviseerde de Leid- se raadscommissie voor cultuur de Leidse Volksuniversiteit K O een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden om niet- Leidse cursisten tien procent meer cursusgeld te laten beta len dan Leidse burgers. Een ver hoging als deze, die volgend jaar moet worden doorgevoerd, wordt als -enige mogelijkheid gezien om verdere bezuinigin gen bij K O te voorkomen. Op ons verzoek gaat Ton Kohlbeck, wethouder in Oegstgeest, in op gevolgen van het advies. Afgaande op het bericht in de krant over het voornemen van de Leidse Volksuniversiteit K O om niet-Leidse cursisten tien procent méér cursusgeld te laten betalen, is mijn eerste, impulsie- door Ton Kohlbeck ve reactie tweeledig. Het eerste gevoel is er een van verbazing: wat een onzin, welk een cultureel protectionisme. Maar in tweede instantie overheerst de behoed zaamheid: laat je door de krant niet verleiden om in dat oude, kwalijk riekende potje te roeren. Geen nieuwe oorlogen tussen Leiden en de randgemeenten, juist nu de verhoudingen geluk kig zo goed zijn. Laat ik, om van de culturele nood een politieke deugd te maken, mij op dit laatste terrein toch maar eens duidelijk uitspreken. Mij, zoals dat in de zeventigerja ren heette, "kwestbaar opstel len". In de veelvuldige contacten, die de dagelijks bestuurders van Lei den en de randgemeenten met el kaar hebben, slagen de Leidse collega's er voortreffelijk in de noden van hun stad duidelijk te maken. "Ja, knikken, geplaagd door een collectief schuldbe wustzijn, Bezemer, Meerburg, Van Schagen, Van der Heijden Kohlbeck en anderen", natuur lijk kent Leiden veel meer pro blemen dan onze gemeenten. Na tuurlijk, de financiële toestand is slechter, de werkloosheid hoger, de stadsvernieuwing dringender noodzakelijk. Maar tegelijk roert zich in ons bin nenste, in elk geval in dat van mij, een heel ander duiveltje. Een duiveltje dat op onverwach te momenten naar voren springt en roept: "Maar jullie krijgen als centrumgemeente meer geld per inwoner van het Rijk dan wij. Wel 10 15 miljoen extra, alleen voor jullie centrumfunctie. Jullie kunnen ook veel meer een be roep doen op allerlei subsidies en potjes van Rijk en Provincie. Kijk maar naar de miljoenen aan asfalt die de laatse jaren over de binnenstad zijn uitgestort". Voor het nu werkelijk driftig ge worden duiveltje door kan gaan en bijvoorbeeld gaat zeuren om het absoluut, maar ook relatief veel grotere ambtenarencorps, dat de centrumgemeente erop nahoudt, heb ik hem weer tot be daren gebracht. Haastig stop ik hem terug in het reservaat, Ta boe geheten. Terug naar het eigenlijke onder werp. Waarom is het eigenlijk niet redelijk dat niet-Leidenaren wat meer betalen voor dure voor zieningen in een arme stad? Een paar redenen zijn zo te noe men. Allereerst lokt zo'n maatre gel tegenreacties uit. Want ook bijv. Oegstgeest en Leiderdorp hebben plaatselijke K O-afde- lingen, waarin nogal wat Leidse cursisten deelnemen. Moeten die dan ook meeer gaan betalen? Ons zwembad Poelmeer kost aan exploitatie- en kapitaalslasten bijna een miljoen per jaar en trekt tienduizenden Leidse be zoekers. Moeten die meer gaan betalen? En hoe controleer je de herkomst van de bezoekers van alle culturele en recreatieve voorzieningen? Toch niet door invoering van een soort per soonsbewijs mag ik hopen? Achter het voorstel rond K O steekt een verderliggende ge dachte, die nader onderzoek ver dient. De gedachte, dat Leiden aan zijn centrumfunctie veel meer geld uitgeeft dan de stad er voor terugkrijgt. Daarom krijgen dit soort voorstel len een kans. Mede daarom zijn in de loop van de jaren tal van gemeenschappelijke regelingen opgezet die het beheer over aller lei voorzieningen in de streek moeten spreiden. Daarom heb ben de randgemeenten soms last van een heimelijk schuldgevoel tegenover Leiden, zeker als het gemeentebestuurders betreft die vanuit hun politieke overtuiging een gelijke verdeling van lasten, op welk terrein dan ook, voor staan. Maar is de gedachte op zich juist?-' Ik zou het in alle eerlijkheid niet kunnen zeggen; ik weet het een voudig niet. En meer onderzoek dan dat met de natte vinger is er bij mijn weten ook niet naar ge daan. Ik zou een dergelijk onderzoek ze ker toejuichen, een onderzoek naar taken en middelen van zo wel Leiden als de randgemeen ten. Wat krijgen we, wat doen we en voor wie doen we dat: me dunkt aan de universteit zitten vast nog wel enkele grensverleg gende wetenschappers te hunke ren naar een stukje maatschap pelijke dienstverlening. Dat aan de uitkomst consequenties dienen te worden verbonden spreekt vanzelf. Dat kan zijn in de sfeer van herverdeling van middelen, maar ook in deze tij den waarschijnlijker, in afstoting van taken. Het is een oude Üst van bestuur ders om op hachelijke momen ten boten af te houden door te verwijzen naar nader onderzoek en diepgaande bestudering. In dit geval kan men er van over tuigd zijn dat deze opzet verre van mij is. Immers, de K O- zaak staat niet op zichzelf, maar is het eerste signaal van wat we nog veel meer te horen zullen krijgen. Want de gemeenten, élle gemeenten hebben het zwaar te verduren. Nog eerder dan hun burgers hebben zij het gelag van de recessie moeten betalen. Kor ting na korting rolde in vaak vol strekte willekeur over de ge meenten heen, die wanhopig naar oplossingen bleven zoeken. De stijgende lasten en groeiende tekorten op de burgers verhalen? Dat kan en mag niet. Dus zocht men naar andere middelen. Woorden als privatisering en profijtbeginsel doken op. Tover formules, die helaas vaak tot ma gere resultaten leidden. Als het toeschuiven van lasten naar an deren niet zorgvuldig en goed onderbouwd geschiedt, dan leidt het tot nieuwe onrechtvaardig heden en roept het ongewenste en onbedoelde gevolgen op. Kom vrienden in de Leidse kring, laten we voor we elkaar op 3 ok tober allemaal weer zien, nu eens uitzoeken hoe het werkelijk in el kaar steekt. Tot die tijd noemen we elkaar geen uitvreter en dra gen braaf elkanders lasten. Tot die üjd blijf ik lekker voetbal len bij Docos en de kinderen van Dick Tesselaar 'hockeyen in Oegstgeest. En gaan we samen naar de schouwburg, zo lang het nog kan. Stuit het u tegen de borst, me vrouw Dickhoff?, zo werd mij onlangs gevraagd. Nou, mij niet zo heel erg, maar ik denk wel al die duizenden vrouwen die tot op heden dachten redelijk geluk kig te zijn met hun borstprothe se. Aanleiding hiertoe is het arti kel in deze krant van 19 novem ber over Lon van Volen, specia list op het gebied van borstpro- thesen. door Judith Dickhoff Om te weten wat je aanschaft, moet je eigenlijk eerst in de ge schiedenis van de borstprothe- sen duiken. Tweeëntwintig jaar geleden verkocht ik als meisje van 18 jaar de eerste borstprothe se aan een leeftijdgenote. Het was een schuimrubbervulling in een voor die tijd best mooie vorm. De bh werd door middel van elastiekjes aan een step-in vastgezet, anders wipte hij om hoog. Het schuimrubber was na melijk te licht. Ongeveer twee jaar later kwam Camp uit met een olieprothese. Hoe griezelig wij hem ook von den, het was alles beter dan het schuimrubber. Deze prothese kon echter alleen maar in een voorgevormde bh. Voor die tijd niet zo erg, want het was mode. Het voordeel van de olieprothese was dat hij meer volume had en er zat beweging in, het was niet meer zo'n compact ding. Hij kostte ongeveer 45,- en werd niet door de verzekering betaald, want hij werd aangemerkt als een cosmetica-produkt. Toen ongeveer tien jaar geleden de vrouwen meer hun natuurlijke vormen wilden laten zien, werd het voor prothesedraagsters een ramp. Zij moesten nog steeds de geamputeerde kant verbloemen, een T-shirt of trui dragen was er voor hen niet bij. De fabrieken zijn toen ook gaan zoeken naar betere materialen i Zo is er op dit moment een aanbod van zo'n tien verschillende silico ne borstprothesen. Silicone is een materiaal dat heel natuurlijk aanvoelt en natuurlijk ook mee beweegt met het lichaam. Deze prothesen kosten tussen de 290,- en 495,-. Door het zie kenfonds wordt eenmaal in de twee jaar 279,- vergoed of tus sentijds als nodig na figuurve randering. Ook van Volen is in die tijd begon nen met zijn maatprothese. Kos ten: ongeveer 1.100,-, en hier van werd niets vergoed door de verzekering. Ongeveer duizend vrouwen hebben model gestaan voor de prothese die hij nu ver koopt via de prothese-bank. Kos ten: 370,- voor twee prothesen. Nooit je eigen borst Als u als niet-prothesedraagster denkt: nu is er zoveel te koop, die moeten niet meer zeuren, dan heeft u het mis. Mijn ervaring van 22 jaar is, dat hoe mooi een prothese ook is, het toch nooit je eigen borst is. Het blijft altijd een hulpmiddel, waarmee de één ge lukkig veel meer tevreden kan zijn dan de ander. Het grootste probleem ligt bij vrouwen met de c- of d-cup en vooral met een kleine confectie maat. Die hebben normaal ook last van een zware boezem en met een prothese is dat natuur lijk nog erger. Maar het dragen van een lichtgewicht prothese brengt in dit geval weinig uit komst, want hij gaat omhoog en zit constant scheef. De Consumentenbond heeft enige jaren geleden een vergelijkend warenonderzoek gedaan. Mij werd gevraagd een aantal dames te voorzien van verschillende prothesen. Ook moesten er drie dames naar Lon van Volen. Ie dere prothese moest twee weken worden gedragen. De Van Volen- prothese heeft slechts bij één mevrouw de rit volgemaakt. Mij verbaasde dat helemaal niet, want wat voor de één uitstekend is, kan voor de ander een onding zijn. Wel heeft Van Volen bijna dagelijks aan de telefoon gehan gen om te informeren naar de uitslag van het onderzoek. Dat was erg belangrijk voor hem in verband met de verkoop in zijn bedrijf. Voorlichting Wat betreft de voorlichting in de ziekenhuizen gaat het in Leiden naar mijn mening prima en heb ben we weinig moeilijkheden. Het gebeurt kosteloos en zonder enige verplichting. Wel zorgen wij ervoor dat alle dames keurig naar huis gaan met een door het ziekenhuis geleverde nood-pro these. Het verhaal van de onderhuids aangebrachte prothese is hetzelf de als dat van de uitwendige pro these: de ene vrouw is heel ge lukkig met een naar ons idee slecht resultaat en de vrouw met een mooi gelukte operatie is vaak diep ongelukkig. Ik denk dat u er nu wel achter bent gekomen dat verkopen aan vrou wen met een borstamputatie niet zomaar kan. Dat is bij iedere vrouw luisteren en een beetje meevoelen met haar leed. Ik heb in Nederland heel veel mede vakgenoten die er net zo over denken als ik. Ik vind het jammer dat Lon van Volen zich in het artikel zo agres sief opstelt - hij hoort uiteinde lijk ook een beetje bij ons - zeker voor die vrouwen die gelukkig zijn met zijn prothese. van 'Lady

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 15