C
J
'Jaren gewanhoopt over m'n stem'
Een groots gebaar, een gulle lach
Rosalind Plowright, volgens velen de nieuwe Maria Calias
PODIÜMBUK
Traditionele thriller TIG
DINSDAG 22 NOVEMBER 1983
Kunst
LONDEN (GPD) - Ze wordt
door muziekrecensenten in
verschillende landen be
schouwd als de opvolgster
van Maria Callas. Ze heet Ro
salind Plowright, is 34 jaar
geleden in de Engelse Mid
lands geboren als de dochter
van een bedrijfsleider van
een schoenenzaak en zong in
haar jeugdjaren in jazzorkest-
jes. Als eerste Britse opera
zangeres, die niet alleen de
beschikking heeft over een
prachtige lyrische sopraan
i maar ook uitstekend kan ac-
teren, zal zij volgende maand,
aan de zijde van de grote
Spaanse tenor Placido Do
mingo, als Minnie in Pucci
ni's „La Fanciulla del West"
het operaseizoen van de Sca
la in Milaan openen.
Een spectaculaire gebeurtenis
J voor Rosalind Plowright. En
toch heeft zij al heel wat succes-
l sen in het internationale opera-
circuit op haar naam staan. Zo
werd zij onderscheiden op een
internationaal zangconcours in
Sofia en kreeg zij in Londen de
prijs voor „de meest excellente
operabijdrage" van de Vereni
ging van Theaters in het West
End. Voorts trad zij op in de be
langrijkste operagebouwen in
Europa en Noord-Amerika.
Het is overigens niet zo lang gele
den dat Plowright, een lange,
slanke, monumentale schoon
heid met lange zwarte lokken,
„het meisje met de problemati
sche stem" werd genoemd. Zij
begon haar carrière namelijk als
sopraan, maar deskundigen we
zen haar er al snel op dat zij ei
genlijk meer aanleg voor mezzo
sopraan had, ergens tussen so
praan en contra-alt. Zij raakte
door deze goedbedoelde advie
zen zo van slag dat ze op een ge
geven moment overwoog met
zingen te stoppen.
,Ik was psychisch en artistiek vol
komen in de war gebracht", geeft
zij achteraf toe. „Als ik myn
mond opendeed, wist ik niet
meer wat voor geluid er tevoor
schijn zou komen, zó onzeker
was ik geworden". Die proble
men liggen alweer een behoorlij
ke tijd achter de rug. Inmiddels
heeft zij met keihard werken uit
muntende resultaten geboekt in
de operawereld als uiterst krach
tige en zekere sopraan. Er is geen
twijfel aan dat haar stem is uitge
groeid tot een instrument met
een immense omvang en poten
tie.
Haar vader bracht Rosalind al als
kind in contact met muziek. Hij
was een enthousiast amateur-
musicus, die contrabas speelde
in een jazztrio. Hij nam haar eens
mee naar een operette. „Ik was
geloof ik een jaar of twaalf', ver
telt ze. „Ik kan me herinneren
dat vader ons meenam naar Gil
bert en Sullivan's „Mikado" en
het leek me toen al aanlokkelijk
om met zingen een bestaan op te
bouwen".
Aanvankelijk bleef haar vader erop
aandringen een loopbaan als
jazz-zangeres te beginnen. Maar
ondanks het feit dat een nummer
als „That's why the lady is a
tramp" er swingend uitkwam,
voelde Rosalind toch dat ze nim
mer aan godinnen als Ella Fitzge
rald zou kunnen tippen.
Op school zong ze in het koor en
speelde viool. Daarna volgde ze
het Koninklijk Conservatorium
in Manchester, waar ze op haar
18de jaar haar studies was be
gonnen. Ze herinnert zich nog
dat ze de sopraanrol van gravin
in „Figaro's Huwelijk" moest in
studeren en toen al kwam men
tot de ontdekking dat zij een
„lastige" en vrij weinig voorko
mende stem had, die het midden
hield tussen sopraan en mezzo
sopraan. „Mijn eerste leraar
waarschuwde me dat ik mis
schien pas tegen mijn 35ste jaar
mijn top zou bereiken, omdat
mijn stem dan pas volledig tot
haar recht zou kunnen komen",
aldus Rosalind Plowright.
Nadat zij het conservatorium had
afgelopen, trad zij toe tot het
koor van de Glyndebourne Festi
val Opera in Sussex in Zuid-En-
geland. Daar won zij een prijs die
het haar mogelijk maakte haar
studies voort te zetten aan de
London Opera Centre (thans: de
Opera Studio). In die periode be
gonnen haar problemen.
De krachtige volheid van haar
stem overtuigde haar leraren er
van dat zij in feite een mezzo
was, hoe Rosalind ook argumen
teerde dat zij alleen door het tim
bre van haar stem een mezzo
leek maar door haar grote bereik
absoluut als een natuurlijke so
praan moest worden beoordeeld.
Toen zij het Opera Centre verliet,
was ze de wanhoop nabij. Ze
zong een aantal mezzo-rollen
maar met veel te weinig vertrou
wen in zichzelf. Ze was een half
jaar werkloos en trad zelfs op als
zingend dienstertje op een mid
deleeuws banket.
Toen kwam de ommekeer. Ze
werd uitgenodigd om de so
praan-partij van Fiordiligi in
Mozart's „Cosi fan tutte" bij een
klein reizend gezelschap voor
haar rekening te nemen en boek
te daarmee vrijwel onmiddellijk
een groot succes. Daardoor aan
gemoedigd nam ze deel aan een
internationaal concours voor
jonge vocalisten in Sofia. Ze stu
deerde zich een halfjaar kapot,
zong de sterren van de hemel en
won de eerste prijs. Haar stem
was eindelijk „voldragen". „Ik
was zo ver", zegt ze, „het klikte
allemaal".
Haar dramatische en vocale gaven
waren plotseling wereldnieuws.
„We hebben een nieuwe Callas",
zo luidde zelfs een kop in een van
de kranten. Herbert von Karman,
een van 's werelds best betaalde
en beroemdste dirigenten, zei
haar:„Nu moet jij verder gaan,
waar Callas ophield".
Rosalind Plowright haastte zich dit
advies uit te voeren. Bij de Britse
National Opera werd ze snel her
kend als een formidabel zingen
de actrice.
Redactie Pieter C. Rosier
LEIDEN - De Leidse theater
agenda's vermelden voor deze
week, behalve een mime-avond,
uitsluitend toneelvoorstellin
gen.
De toneelgroep 'Theater' geeft, zo
als vorige week in deze rubriek
al uitvoerig vermeld, van
avond in de Leidse Schouw
burg een opvoering van 'De
Bontjas' van de Duitse schrij
ver Gerhart Hauptmann. Het
betreft een 'schelmenkomedie'
rond de figuur van de was
vrouw Wolff, een vitaal mens
met een ietwat gebrekkig ont
wikkeld respect voor het bur
gerlijk eigendomsbegrip. Met
diefstal en kleine criminaliteit
tracht ze in het leven verder te
komen, met tomeloze energie
opkomend voor haar gezin. De
ze komedie, die aan het eind
van de vorige eeuw speelt,
werd in de turbulente tijd. van
Bismarck als een 'tendensstuk'
Mimeclown Bob Berky
beschouwdPolitiek fanatisme
en een gewiekste levenshou
ding staan in het stuk onver
zoenbaar tegenover elkaar en
daar komt tenslotte een ant
woord uit dat naar de mening
van 'Theater' tot vandaag de
dag aan actualiteit niets heeft
ingeboet. De enscenering is van
Jochen Neuhaus, de rol van
moeder Wolff wordt gespeeld
door Anita Menist.
Luc Lutz en Sjoukje Hooymaayer
spelen de hoofrol in 'Meneei
Lievegoed', een stuk van de
Franse schrijver Yves Jamia-
que (oorpronkelijke titel: 'Mon
sieur Amilcar'), dat wordt om
schreven als een absurde kome
die. Luc Lutz vertolkt als erva
ren komediespeler de rol van
meneer Lievegoed, die zich een
droomwereld opbouwtwaarin
hij de mensen naar zijn hand
zet. De vraag of hij, zoals de to
venaarsleerling, zijn eigen
schepping kan beheersen wordt
in het stuk van Jamiaque, die
ook het al eerder in ons land
met succes opgevoerde blijspel
'De Hortensia' schreef, op ver
rassende wijze beantwoord.
Behalve Luc Lutz en Sjoukje
Hooymaayer staan in deze
door Horst Mentzel geregisseer
de produktie Bram van der
Vlugt, Trees van der Donck,
Car line Brouwer en Hans Cor-
nelissen. Het gezelschap komt
met deze vrije produktie vrij
dagavond naar de Leidse
Schouwburg.
In het zelfde theater aan de Oude
Vest staat zaterdagavond de
Amerikaanse mimeclown Bob
Berky met zijn nieuwste show,
'Foolsfïre'. De eerste helft van
het programma bestaat uit
conventionele mime-scènes, de
tweede helft is voor Bob Berky
de clown. Het optreden van de
Newyorkse mimespeler in Lei
den maakt deel uit van een
tournee door Nederland. 'Vir
tuoos' en 'uniek' zijn veel voor
komende trefwoorden in de re
censiekoppen.
Linda van Dyck en Willem Nij-
holt geven maandagavond in
de schouwburg een reprise van
Norman Beims 'Sukses', een
stuk over de roem van een ac
teursechtpaar.
Het LAK brengt deze week gedu
rende drie avonden achtereen
een eigen produktie uit: 'Com
media dell' Arte'. De opvoerin
gen van dit via improvisaties
tot stand gekomen stuk, waar
in de hete hangijzers van deze
tijd zoals economische terug
gang, werkloosheid, emancipa
tie en homofilie in een klassieke
commedia-voorstelling zijn
verwerkt, zijn op donderdag-,'
vrijdag- en zaterdagavond. El
ders op deze pagina meer over
deze produktie van LAK-Dra-
Commedia dell'arte-produktie van het LAK
LEIDEN Een bont gezel
schap van rondreizende
muzikanten en toneelspe
lers op de piazza van een
klein Italiaans stadje. Boe
ren, burgers en buitenlui
lopen te hoop om te zien
wat er gaande is. Bij de
commedia dell'arte valt al
tijd wel te lachen, om de
eeuwige vrek Pantalone, de
quasi-intelligente Dottore
of de opsnijder Capitano.
Dat is tenminste begrijpe
lijk theater, de personages
zijn altijd hetzelfde en wat
je aan tekst niet kan volgen
wordt wel duidelijk door de
grootse, meeslepende geba
ren. Op kluchtige wijze
worden de hoge heren over
de hekel gehaald. In dia
lect, zodat je niet gestu
deerd hoeft te zijn om te be
grijpen wat aan de hand
was.
De commedia dell'arte beleefde
een bloeiperiode van 1550 tot
1700. Het was volkstoneel, als
tegenhanger van de commedia
eredita, die in de hogere krin
gen geliefd was. De typische
speelstijl van de commedia
dell'arte heeft door de eeuwen
heen uiteenlopende acteurs als
Charlie Chaplin en Max Rein-
hardt beïnvloed en mag zich de
laatste jaren weer in een
groeiende belangstelling ver
heugen.
Het LAK doet daar aan mee. De
ze week worden de eerste drie
voorstellingen gegeven van
een eigen commedia dell'arte-
produktie. De vorm is die van
vroeger; de inhoud is geheel op
deze tijd gericht.
Ging het vroeger over de dom
heid van het bestuur van de na
burige stad of het overspel in
hogere kringen, in 1983 zijn
trendvolgers en tweeverdie
ners, vrouwendemonstraties
en homofilie de thema's. De
veertien acteurs hebben de
voorstelling zelf geschreven en
zijn onder leiding van regis
seur Sandor Gora sinds februa
ri bezig zich-de techniek van de
commedia dell'arte eigen te
maken. Iedereen koos zich het
type dat hem het meest aan
trok. Waar geen passend perso
nage voorhanden was, werd de
eigen fantasie aan het werk ge
zet. Het decor maakten ze zelf.
Net als de kostuums, die met
een lichte anachronie op de
achttiende eeuw zijn geïnspi
reerd.
Ingrid van Frankenhuizen (Har-
lekino), Ingrid Weijnen (Isabel
la) en Sjo van den Eerenbeemt
(Pantalone) zijn net als de rest
van de groep sindsdien geheel
gewonnen voor de commedia
dell'arte: "Je moet je een heel
andere speelstijl aanwennen.
Als je js naam hoort, is het nor
maal gesproken je eerste reac
tie om te kijken. Dat mag nu
juist niet: je hoort je naam,
denkt: hé, ben ik dat en wend
je vervolgens helemaal naar de
roeper. Met je mimiek moet je
de denkstappen laten zien. Als
je veel repeteert krijg je de nei
ging dat ook buiten het toneel
te gaan doen".
"Je houding, beweging, stem,
mimiek, werkelijk alles moet
je dik aanzetten. Het kan niet
over-acted genoeg zijn. Kijken,
luisteren, alles doe je met je he
le lichaam. Je speelt altijd fron
taal. Dus ook een dialoog richt
je niet tot de aangesprokene,
maar tot het publiek. De grap
pen zijn voor een deel nogal
plat. Als iemand met een be
zem op het toneel verschijnt,
kun je bukken wat je wilt,
maar er vallen slachtoffers.
Daar kun je donder op zeggen.
Maar het kan ook heel subtiel
zijn, zoals in de droomtoestand
aan het eind van de voorstel
ling".
Oploskoffie
De commedia dell'arte is volgens
hen zowel naar vorm als naar
inhoud democratisch toneel.
Naar vorm omdat er geen ech
te hoofdrolspelers zijn, of ei
genlijk juist iedereen een
hoofdrol speelt. Naar inhoud
omdat het altijd de bazen zijn
die de kous op de kop krijgen.
In de LAK-produktie zijn dat
de heren Pantalone en Panta-
talone, die een koffiefilterzak-
jesplakfabriek drijven en de
heren Dottore en Dottorino,
die in de koffiebranderij-bran
che zitten. Hun bedrijven lo
pen als gevolg van de economi
sche recessie slecht. Het werk
van de knechten: de sluwe
Brighella, de bij vlagen geniale
clown Harlekino, de platte
Poelinanelle en het viswijf Ce-
lestina, loopt gevaar. Petrolino,
de domste onder hen, vindt on
danks zichzelf de oploskoffie
uit. De knechten zetten een ei
gen fabriek op. Het eind van
het liedje is een droomsituatie
waarin de rollen verwisseld
zijn en de hoge heren bij de
knechten hun hand moeten
ophouden.
Dat is het raamwerk van het ver
haal. Maar ook relatieproble
men, de dood in de pot van de
jaren tachtig, blijven niet onbe
sproken. De wereldvreemde
student Dottorino, de onschul
dige. dromerige Isabelle en
Leandro, haar mannelijke te
genhanger, vormen een gelijk
zijdige liefdesdriehoek. Dotto
rino is verliefd op Isabella, Isa
belle op Leandro, Leandro op
Dottorino. Aan hen gaat de
economische strijd volledig
voorbij.
Preuts
Het lijkt een hele opgave om met
die personages en verwikkelin
gen een overzichtelijke voor
stelling te maken. Zeker als je
bedenkt dat ook nog ergens
een vage liefde dreigt tussen
Dona Maria, een burgerlijke,
preutse dame die de katjes in
het donker knijpt, en veldheer
Capitano, een opschepper die
schrikt van zijn eigen zwaard.
Ook Lira de Lira is nog niet ge
noemd, het natuurlijk gezag
dl'arte spelers met hun regisseur
(Foto Holvast).
dat alle stormen overleeft en
ook door de knechten als be
schermvrouwe wordt aan
vaard.
"Het decor zal alle mogelijke ver
warring daarover voorkomen",
verwachten de drie spelers.
"Alle figuren van de hoge
stand hebben een eigen huisje
aan het marktplein. Daar wo
nen ze met hun knecht en hun
zoon of dochter. Daardoor is
het volstrekt duidelijk wie wie
is".
De Leidse commedia dell'arte
moet volgens de spelers onge
veer vijf kwartier gaan duren.
Maar als gevraagd wordt of ze
daarbij wel rekening hebben
gehouden met zogenaamde
lachpauzes, maken ze er grif
twee uur van.
ARIEJAN KORTWEG
Vorig jaar december maakte ze
haar debuut in „La Scala" in Mi
laan in Puccini's „Suor Angeli
ca". Er wordt nu met ongeduld
op haar terugkeer gewacht. Haar
toekomst ziet er uitermate floris
sant uit. Samen met de befaamde
Carlo Maria Giulini gaat zij „II
Trovatore" op de plaat vastleg
gen. voor de eerste keer zal ze
„Madam Butterfly" vertolken (in
.Houston) en verder staan er in
Londen allerlei nieuwe produk-
ties op het programma met de
Engelse National Opera en de
Royal Opera.
Rosalind Plowright is niet geïnte
resseerd in de glamour van het
internationale operawereldje.
„Voor mij is opera in de eerste
plaats hard werken. De mensen
verwachten van me dat ik niet al
leen goed zing maar me ook weet
te bewegen en er niet bij sta als
een uitgeperste citroen. Vroeger
heb ik veel te veel nadruk op de
glamour van het vak gelegd.
Maar die tijd is voorbij".
•Het buis op de rots', thriller van
George Batson door toneelvereni
ging TIG. Gezien op 21 november
in de Leidse Schouwburg.
LEIDEN Een thriller is net als
een puzzel: de oplossing moet
spannend zijn. Voorspelbaar is
de oplossing van de misdrij
ven, die in deze door TIG ge
speelde thriller gepleegd wor
den, beslist niet. Bovendien
voldoet dit stuk aan een andere
kwaliteitseis van het genre,
doordat na het tweede, derde,
vierde en vijfde tafereel steeds
een nieuwe persoon onder
sterke verdenking komt te
staan en dus de oplossing van
het vraagstuk des te verrassen
der is. In het vertrouwen, dat
door logisch denken de schul
dige opgespoord moet kunnen
worden, drijft zo'n stuk toch
vooral op de dialogen, waarin
het zoeken naar de dader en
zijn motief het onderwerp van
gesprek vormen. Deze ge
sprekken moeten zo natuurlijk
mogelijk gespeeld worden om
aldus aan de noodzakelijke ge
loofwaardigheid van het ge
heel geen afbreuk te doen. Hier
ligt echter het zwakkere punt
van de interpretatie van TIG:
men speelt weliswaar tekstvast
in een functioneel decor, maar
weet in een deel van de te voe
ren gesprekken geen overtui
gende natuurlijke spreektoon
aan te slaan. Nog meer aan
dacht voor de timing van de
dialogen zou daarnaast het
zorgvuldig opgebouwde ge
heel ten goede komen: beter
op elkaar reageren en niet al
leen maar na elkaar de eigen
claus uitspreken. Alie Zeilstra
speelt de rol van de vrouw, in
wier huis twee moorden zijn
gepleegd. Laura Paling is haar
dienstmeisje. Wil van Leeu
wen, Odile de Koning en Kees
Poelman spelen haar buren.
Wim Beekman is de vriend van
één van de vermoorde perso
nen en Martin Stapper is Ser
geant Hale, die weinig aan de
oplossing bijgedragen heeft.
'Het huis op de rots' is een tra
ditionele thriller (inclusief on
weer met bliksem, als de ont
knoping nadert), die door TIG
in de regie van John Donders
volgens het gangbare opvoe
ringspatroon tot merkbare te
vredenheid van een goed be
zette schouwburg is opge
voerd.
WIJNAND ZEILSTRA.
LEIDEN Twee Leidse verenigin
gen zullen vrijdagavond voor het
eerst in hun bestaan gezamenlijk
concerteren.
Het Toonkunstorkest en het Toon
kunstkoor Leiden hebben voor
deze gelegenheid een program
ma samengesteld, dat zowel de
liefhebbers van koorzang als van
symfonische muziek tevreden
moet stellen. Uitgevoerd worden
Concertino in F van Haydn, Glo
ria van Vivaldi, Concerto Grosso
van Hellendaal en Due Madrigali
van Andriessen.
De solisten zijn Ellen Looyestijn
(sopraan), Rita Dams (alt), Henny
Vossen (clavecimbel), Frans Vos
sen (eerste viool), Joris Hunteler
(tweede viool), Catrien Venver-
loo (altviool) en Cor Citteur (cel
lo). De dirigenten zijn René Ver
hoef en Hans van der Toorn.
Het concert, dat in de Hartebrug-
kerk wordt gegeven, begint om
kwart over acht.
ding van Wim de Ru en het blok
fluitensemble Praetorius van
Piet Kunst concerteren zaterdag
avond in de Lokhorstkerk.
Op het programma staan o.m. 'Re
joice in the Lamb' van Benjamin
Britten, het spreekkoort 'Valse'
van Ernst Toch en het dubbelko-
xige 'Excultate Deo' van Pachel-
bel.
Medewerking aan dit concert ver
lenen Wim v.d. Reijden (orgel),
Marielle Hofmans (sopraan), Jan
Koster (tenor) en Piet Korteknie
(bariton).
Het Leidse Symfonie-orkest 'Belli-
toni' geeft twee n^jaarsconcer-
ten: op zondagmiddag 27 novem
ber in de Lokhorstkerk in Lei
den en op woensdagavond 30 no
vember in de Oude Kerk in Sche-
veningen.
Van Igor Stravinsky wordt het
minder bekende 'Monumentum
por Jesualdo di Venose', date
rend uit 1960, gespeeld. Van Vi
valdi wordt ten gehore gebracht
een concert voor twee hobo's,
clavecimbel en strijkers met als
solisten Marleen Noske en Ange
la Kaptein. Tot slot wordt uitge
voerd het Concert Champêtre
voor clavecimbel en orkest van
Francis Poulenc met als solist
Theo Goedhart.
De algehele leiding van dit concert
berust bij Peter Greve.
Prix Goncourt
Fréd. Tristan
PARIJS (AFP) - Frédérick Tris
tan, 52-jarige auteur van fantasti
sche literatuur, heeft de 'Prix
Goncourt' van 1983 gekregen
voor 'Les Égarés', verschenen bij
Ball and.
Jean-Marie Rouart, een 40-jarige
journalist, is winnaar van de Prix
Renaudot-1983, voor 'Avant-
guerre', uitgegeven door Grasset.
Frédérick Tristan
ADVERTENTIE
Een héél kilo in één pak
Donizetti's 'Mary
(foto GPD)
Rosalind Plowright, hier als koningin Elizabeth
Stuart'.