'Nu ga ik heel wat anders doen' Reconstructie kan niet overtuigen Nieuwe Dansgroep mist afwisseling "IsFlrsP.» Louis van Gasteren maakte driedelige serie 'Allemaal rebellen Bob Scholte overleden Tenor Plooyer overleden Recordprijs voor prent DONDERDAG 3 NOVEMBER 1983 Radio - tv - kunst films van 50 minuten elk ik kan ze zo maken. Laat de NOS en de omroepen die twaalf documentaires onder elkaar verdelen. Nou, de enige die gerea geerd heeft was de NOS, die liet me er drie ma ken". Louis van Gasteren kijkt alsof Hilversum hem groot onrecht heeft aangedaan. Vervolgt dan: „Maar nou schei ik er uit. Vrienden hebben me al ge noeg gewaarschuwd en ik zie het zelf ook in: als ik zo doorga word ik Hans van Gasteren. Ik heb nou die film over Hans van Sweeden gemaakt en nu dan de ze drie documentaires voor de NOS, - overigens komt Hans daar niet in voor, hij wordt niet eens genoemd ik zet er een streep onder, werk zat, ik ga wat heel anders doen. Die speelfilm van me afmaken bij voorbeeld, „Er gaat geen vlieg tuig naar Zagreb". Die had vijf jaar geleden al klaar kunnen zijn. Is dan ook klaar nu, alleen nog wat materiaal bijschieten, dan kan die film er volgend vooijaar uit. Speelfilms wil ik gaan ma ken, die documentaires heb ik nou wel gehad, mensenlief, die verhalen liggen toch gewoon op straat?". Louis van Gasteren op zijn praat stoel. „Nee, het is niet zo, dat ik van overgebleven materiaal van de Hans van Sweeden-film die documentaires heb gemaakt. Die twee projecten liepen samen, ik werkte aan allebei tegelijk. Niet zo ingewikkeld als het lijkt. Kijk, je komt bij iemand die heeft gezegd: ik heb nog een aardig verhaal over Hans. Goedje komt bij die man of die vrouw, je hoort door Jan Zitman het verhaal, je neemt het op, je hoort ineens een baby huilen of zoiets. Zeg je vanzelf, zo, en hoe gaat het nou met jou tegenwoor dig? Dan krijg je meteen ook dat verhaal te horen. En dan denk je, Langzamerhand heb ik een stuk geschiedenis op film staan, daar word je niet goed van. Maar ik doe er niets meer mee. Nou ja, als ik bij WVC de centen kan lospeu teren, maak ik, denk ik, nog een documentaire „Hans van Swee den en de muziek", met Vera Beths en zo er allemaal in. Maar dan is het echt afgelopen. Ik neem een jongen aan die de hele boel netjes voor mij moet gaan catalogiseren. Komen er filmers die wat nodig hebben over die tijd, kunnen ze bij mij terecht, ik zal ze met raad en daad ter zijde staan". Marihuana Op drie achtereenvolgende don derdagen, te beginnen met van avond, zendt de NOS Van Gaste- rens drieluik uit. Titel: Allemaal rebellen. De geschiedenis van woelig Amsterdam en de jaren AMSTERDAM - In het Stedelijk Museum van Amsterdam wordt morgen een aan het werk van de Frans- Zwitserse kunstenaar Jean Tinguely gewijde tentoonstelling geopend. Tinguely, hier bij één van zijn objecten exposeerde ook in 1961 in het Stedelijk tijdens Bewogen Beweging. (F0to anp» tussen pakweg 1955 en 1965. De jongeren van de oorlogsgenera tie die het niet meer zagen zitten. Thuis eindeloze verhalen gehoord over bezetting en bevrijding, pa en moe zich uit de naad werkend voor het eigen en het nationale herstel, maar de kinderen zagen die vrijheid niet zo scherp zitten. Een saai, braaf en ordentelijk be staan, waar was de speelsigheid gebleven na die dolle bevrij dingsdagen? Viel er dan waarachtig niets meer te beleven, niets meer te feesten? Nieuwsgierig keek men naar de Amerikaanse militairen die een paar dagen uit hun bezettingszo ne van Duitsland naar het lief center' Amsterdam kwamen en die iets meebrachten dat Amster dam eigenlijk al eeuwenlang had gekend, maar wat in het vergeet boek was geraakt: drugs. Marihuana was dat in het begin, onschuldig spul, zegt Van Gaste ren nog altijd, ze moeten het vrij laten, koppel je het meteen los van de ontzettende dealersscene. „Weg met die harddrugs, ik laat in mijn films zien wat ze teweeg hebben gebracht. Ach, ja, die handel is nou in handen van Ita lianen en Israëliërs, als je een broodje shoarma koopt tegen woordig, weet je echt niet wat ze erin hebben gestopt". Maar terug naar het begin. De Leidseplein-jeugd rook aan de vrijheid en aan de marihuana. Je had van die gasten, die gingen met een zeis en een auto naar Noord-Frankrijk en maaide daar alle mogelijke rotzooi uit de ber men, droogden die en verkoch ten ze als marihuana. Soms kwam een afnemer wel eens klagen, dat hij maar niet high werd, maar je had er genoeg die niets merkten: alleen al de span ning van het verboden stickies roken was hun voldoende. Tege lijk had je Robert Jasper Groot- veld, de anti-rook-magiër van de happenings bij Het Lieverdje. Nederland dreunde op zijn grond vesten. Wat voor vreselijks was zich nu toch aan het voltrekken? Je kreeg de Leidseplein-jeugd, die stond al op de stoep voor het KLM-gebouw. Wie daar ook bij wilde horen, ging er op een af standje bij staan. Elke avond één tegel opschuiven, één, niet meer. Net zo lang tot je erbij hoorde. Alleen moest je dan eerst wel een feest geven. De ,innercircle' van de Pleiners' zocht graag rijke, verwende meisjes uit, die in een zeer groot huis woonden. Daar werd dan het feest gehouden. Geld had niemand van de inner- circle, maar geen nood, alles werd geratst, wijn, kaas, noem maar op. Het fijnste van het fijn ste want de jongelui hadden een goede smaak. Het feest ontaarde steevast in een geslaagde poging tot algehele af braak van de riante inboedel van de ouders van het aan de beurt zijnde meisje, ook wel „chick" genaamd. Wonderlijke vogels kwamen op het Amsterdamse gebeuren, geconcentreerd rond Seherezade en Lucky Star, af, zo als de Arnhemmer Johnny van Doorn, die zich ook wel Johnny de Selfkicker noemde en de eer ste was die in Nederland perfor mance poëzie bracht. Gaatje Fase twee was minder aardig. LSD deed haar intrede en daarmee de harddrugs. Het gebeuren viel in verschillende delen uiteen en elk part had een eigen filosofie, zo niet een eigen filosoof. Deel een van Van Gasterens film vertelt hoe het allemaal begon, meesle pend, soms bijzonder humoris tisch, vooral wanneer Robert Jasper Grootveld met zijn schit terende woordkeuze aan het ver tellen is. Deel twee spitst zich toe op ver schillende figuren, zoals Onno Nol, fabrikant van LSD en mes caline. De film toont zich zoals hij nu is: na zijn volledige ineen storting en behandeling in een inrichting neemt hij nu nog al leen de hem door de artsen voor geschreven medicamenten, enorme hoeveelheden, evenals zijn vrouw die hij in de inrichting heeft leren kennen. En dan Bart Huges, telg uit een doktersgeslacht. Heel Nederland kent hem nog uit de Vuist van Willem Dys, toen hij den volke het gaatje toonde dat hij eigen handig in zijn voorhoofd had ge boord: zo bleef hij permanent high, claimde Bart. Van Gaste ren toont hem in 1965 fietsend met zijn vriendin, jawel die altijd op haar hoofd gaat staan en dat ook nu doet zodra Bart even is afgestapt om zijn ondervrager mee te delen, dat hij juist door dat gaatje de hoogste staat van geestelijke vrijheid nooit meer zal kunnen beleven. Van Gasteren is duidelijk aange slagen als hij het slot van deel twee ziet: „Jongen, ik heb die mensen gezien zoals ze nu zijn. Dan denk je nee, dat heeft zijn nut heus wel gehad, dat zegt nou iedereen, maar we hebben toch veel onverantwoordelijks ge daan. Ach weet je wat het is, ze wilden vliegen, ze stegen wel op maar ze hadden geen landings baan. Ik was ouder, ik had het wel, en je had sterke naturen als Grootveld, die hebben het wel gered. Maar van de anderen zijn er heel wat onderdoor gegaan". Prompt herneemt Van Gasteren zich: „Deel drie kan ik je nou niet laten zien. kijk maar over drie uit de jaren zestig die figureren in uur deel I daarvan uitgezonden. (Foto GPDl weken, daarin behandel ik de reacties van de politie en de justi tie. Man je lacht je wild soms. Het fanatisme waarmee ze van begin af aan achter ons aan heb ben gezeten. Wie een paar milli gram hasjies had en werd betrapt die ging soms voor acht maan den de bak in. In dat derde deel geef ik mijn standpunt, nou ja, dat zit natuur lijk ook al in die eerste twee de len, maar niet zo expliciet, dat moet je als filmer niet doen vind ik. Maar in deel drie zeg ik: ma rihuana is ongevaarlijk, zeur er maar niet over. Harddrugs?". Van Gasteren haalt nog eenmaal wild uit: „Zal ik je eens wat ver tellen? Zaterdag is er weer rottig heid geweest. God man wat was ik kwaad. Nee, meer zeg ik niet". Zo piekert hij er ook niet over om te vertellen wie dan wel de vooraanstaande Nederlandse po litici waren die indertijd via On no Nol moesten worden overge haald om LSD te gaan gebruiken in plaats van alcohol. Onno Nol weigert ze in deel twee van „Alle maal rebellen" te noemen. En Van Gasteren wil dat ook niet. „Verzin het zelf maar", gromt hij. „Allemaal rebellen", een drieluik over Amsterdam in de jaren 1955-1965, donderdag 3, 10 en 17 november, Nederland 2, 21.30 tot 22.20. 'Gesprekken met de beul' Gesprekken met de beul. Een toneelstuk van Joanna Bilska en Rik Hancké naar een boek van Kazimierz Moczarski. Een produktie van de Theaterassociatie met Elise Hoomans, Joop Keesmaat, Wim Kouwenhoven, Wim Meuwissen en Peter Sesink. Gezien op 2 no vember in de Leidse Schouwburg. In 'Gesprekken met de beul' zitten drie mannen in een Poolse gevangenis. Het is 1949. Kazimierz Moczarski (op wiens aan tekeningen dit stuk gebaseerd is) was ee.. belangrijke figuur in het niet-communis- tische verzet tegen de Duitsers; Gustav Schielke, oud-SS-officier, was een onbe duidende meeloper; Waffen-SS-Generaal Jürgen Stroop was onder meer verant woordelijk voor de vernietiging van het getto van Warschau. Alle drie zijn zij nu slachtoffer van het Stalinisme geworden. Alleen deze historische confrontatie van Moczarski en Stroop in één cel is op zich al van een onvoorstelbare wreedheid, die door de terreur van het Stalinisme werd uitgeoefend. Deze klassiek-tragische con frontatie vormt - dramatechnisch gezien, hoe vreemd dat in dit verband ook moge klinken - een indrukwekkend, zeer emo tioneel geladen uitgangspunt voor een to neelbewerking. Eigenlijk kun je je deze ontmoeting nauwelijks voorstellen. In deze produktie van 'Gesprekken met de beul' wordt na zeer gedegen historisch onderzoek, dat onder meer in een boek zijn weerslag heeft gevonden, een poging gedaan: deze poging overtuigt echter heel weinig. Het is met name de persoon van Kazimierz Moczarski, die hier ongeloof waardig is. Hij reageert namelijk schijnlijk terughoudend op de aanwezig heid van Stroop, ook wanneer deze zijn fascistische ideeën verkondigt, zijn ras sentheorie formuleert en zijn beestachti ge wreedheden schildert. Aan het eind van het stuk geven ze elkaar zelfs de hand - maar van enig begrip en enige toenade ring kan toch volstrekt geen sprake zijn?! Tegen deze scènes op het achtertoneel in een sober cel-decor speelt zich op het voortoneel in een abstracter decor nog een ander verhaal af. De bewerkers van dit stuk hebben namelijk de rol van een Poolse vrouw toegevoegd. Het is 1982. Zij heeft zojuist een gevangenis verlaten en wordt beheersd door tal van (oorlogs- )herinneringen. Het is natuurlijk de bedoeling geweest om met deze parallelle handeling de histori sche lijn naar huidige onderdrukkings- vormen door te trekken. Een zeer intege re bedoeling, die echter op het toneel niet blijkt te werken: daarvoor lopen de twee spelniveaus te zeer naast elkaar en zijn er te weinig direkte verbindingen tussen. Bovendien wordt het spel van Elise Hoo mans onnodig ondersteund door geluid seffecten, waarvan het effectbejag soms zelfs twijfelachtig wordt. Ondanks de zeer zorgvuldige voorberei ding mist deze produktie van 'Gesprek ken met de beul' als toneelstuk de drama tische geladenheid, die aan dit gegeven zelf zo inherent is. WIJNAND ZEILSTRA. De Nieuwe Dansgroep met Weer werk van Matthijs Wils en 'Impul sen I en II' van Jacqueline Knoops. 3 november te z LEIDEN - De drie choreogra fieën van de Nieuwe Dans groep lijden een beetje aan het zelfde euvel als het nieuwe LAK-theater: je kunt zien dat er hard is gewerkt, technisch ziet het er goed uit, maar de sfeer is afwezig. Het glijdt je langs de koude kleren af. Wat het LAK-theater betreft zijn de oorzaken daarvoor eenvou dig aan te geven. Voor 'Weer werk' van Matthijs Wils geldt dat ook. Hij is duidelijk als choreograaf nog onervaren en laat allerlei eindjes los1 fladde ren. De bewegingen voor twee danseressen en één danser wekken een nogal stuurloze en warrige indruk, alsof een en ander ter plekke wordt geïm proviseerd. Tijdens de dans wordt op het achterdoek een film geprojec teerd, die eerder tegen- dan meewerkt. Soms wordt de aan dacht naar de film getrokken, zoals wanneer door een rol prikkeldraad een goudvis komt gezwommen, terwijl te gelijk in de dans wat span nends gebeurt. De muziek is sterk wisselend en houdt ook maar zijdelings verband met de dans. Doordat de armen maar zelden meedoen, gaan de bewegingen snel vervelen. Jacqueline Knoops, de leidster van de groep, is als choreogra fe veel verder ontwikkeld. Zij hanteert een consequente be wegingstaal met veel zwierige, vloeiende lijnen, waarmee aan het ritme van de muziek gol- voor elke danser afzonderlijk herkenbare patronen in de dans verwerkt. Toch geldt voor zowel Impulsen I als II dat ik na verloop van- tijd uitgekeken raakte. Het zwiert maar door, zonder dat er van een merkbare ontwikke ling sprake is. De dansers be wegen met strakke gezichten en geven geen enkel teken van onderling contact. Je ziet dat in de dans stemmingen wor den verbeeld, maar ze laten je onberoerd. Impulsen II was nog het aar digst, vooral ook door de life- begeleiding op saxofoon en grommende trombone, die me steeds de neiging gaf m'n keel te schrapen. Het is jammer dat van de ener gieke vrolijkheid van 'Osmose' in deze dansen weinig is terug te vinden. ARIEJAN KORTEWEG AMSTERDAM (ANP) - De zanger Bob Scholte is vannacht in het Slotervaart-ziekenhuis in Am sterdam overleden. Scholte, die afgelopen weekeinde nog optrad in België, werd 82 jaar. Bob Scholte werd in 1901 in Am sterdam geboren. Al op twaalfja rige leeftijd zong hij met de le gendarische Fien de la Mar de operette Rastelbinder. Vanaf die periode stamt zijn bijnaam de 'kleine Caruso'. Scholte maakte in zijn carrière vooral furore bij de AVRO, waar hij op jeugdige leeftijd wekelijks meewerkte aan het programma 'De bonte dinsdagavondtrein'. Bob Scholte, van Joodse afkomst, overleefde de Tweede Wereld oorlog, alhoewel hij gedurende die jaren in diverse kampen ge vangen werd gehouden. Zijn echtgenote kwam op bevrij dingsdag in het kamp Auschwitz om het leven. Hun twee kinderen vonden al in de eerste oorlogsja ren de dood. Na de oorlog maakte Bob Scholte als zanger zijn come-back. Niet alleen in Nederland, maar vooral ook in België mocht hij zich in een grote populariteit verheu gen. Zijn bekendste nummers waren 'We gaan naar Rome' en- 'Breng eens een zonnetje onder Het is nog niet bekend wanneer Bob Scholte zal worden begra- LAREN (ANP) - De tenor Marcus Plooyer is zondag in zijn woon plaats Laren (NH) overleden. Dit is gisteren namens de familie meegedeeld. Marcus Plooyer, leerling van de zanger en zangpedagoog Max Kloos, begon zijn carrière als lie- der/oratoriumzanger in 1925. Tal rijke malen zong hij onder meer de evangelistpartij in de Mat- theus Passion onder leiding van Mengelberg. Jarenlang vormde Marcus Plooyer samen met Jo Vincent, Annie Woud en Willem Ravelli een kwartet dat ook in het buiten land triomfen vierde. Plooyer stopte in 1940 zijn zangers- loopbaan omdat hij geen lid van de onder Duitse controle staande cultuurkamer wilde worden. Hij werd toen koordirigent en zang pedagoog. Tot zijn leerlingen be hoorde onder meer Theo Bayle. NEW YORK (AP) - Rembrandts 'De heilige Hieronymus lezend in een Italiaans landschap' is voor 181.500 dollar (een kleine 540.000 gulden) verkocht, een re cordopbrengst op een veiling voor een prent. Christie's, het vermaarde interna tionale veilinghuis, verklaarde dat het de prent had verkocht aan een handelaar uit New York: David Tuniek. Rembrandt ver vaardigde de prent rond 1653. Het hoogste bedrag dat totdusvef ooit op een veiling voor een prent werd betaald, was 176.880 dollar. Deze transactie vond plaats in juni 1981 bij Christie's in Londen. Het betrof Picasso's ets "La Minotauromachie".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 27