c Invasie Grenada valt niet te rechtvaardigen Is het gek dat er krakers zijn? Russen zullen Spelen niet gauw boycotten Alleenstaande de dupe van beleid Brokx DONDERDAG 3 NOVEMBER 1983 Meningen De invasie van Grenada door de troepen van de Verenigde Staten en een zestal Caralbische staatjes is van alle kanten als strijdig met het volkenrecht veroordeeld, ook van de zijde van Amerika's bondgenoten. Een resolutie, waarin Amerika overigens niet eens bij name genoemd werd maar waarin wel een negatief oordeel over de gewapende actie werd uitgesproken, verkreeg ook de steun van de westelijke leden van de Raad, Engeland, Frank rijk en Nederland, maar stuitte af op een Amerikaans veto. door prof. mr. P.H. Kooijmans Het lijdt dan ook geen twijfel dat geen van de gronden, door presi dent Reagan aangevoerd als rechtvaardiging van de invasie, de volkenrechtelijke toets der kritiek kan doorstaan. Het lijkt nuttig al die gronden eens op een rijtje te zetten en nader te bekij ken, waarbij het overigens goed is te bedenken dat deze gronden niet allemaal tezelfdertijd zijn ge presenteerd en sommige ervan zelfs als een rechtvaardiging achteraf lijken te worden aange voerd. Vooraf echter dit: Grenada is een souvereine staat en lid van de Verenigde Naties. Volgens het Handvest van die organisatie dienen de leden ervan zich in hun onderlinge betrekkingen te onthouden van de dreiging met of het gebruik van geweld. Dit verbod van geweld lijdt slechts uitzondering indien tot wapend optreden machtiging is verleend door de Veiligheids raad, terwijl men zich voorts met geweld mag verdedigen in geval van een gewapende aanval. Het is zonneklaar dat geen van beide uitzonderingen zich in het onder havige geval heeft voorgedaan. Nu is het echter maar al te zeer be kend dat het VN-systeem alles behalve perfect werkt, en in het verleden is een op het eerste ge zicht niet door het Handvest ge dekt geweldgebruik dan ook wel op andere gronden gerechtvaar digd. Zo wordt wel gesteld dat een land gerechtigd is zijn eigen onderdanen in een ander land met geweld te bevrijden indien deze onderdanen in ernstig ge vaar verkeren en de regering van het betrokken land niet in staat of niet bereid is hen bescher ming te bieden. Als voorbeelden uit een niet te ver verleden kunnen worden ge noemd de reddingsacties door Belgische troepen van in gijze ling gehouden blanken in het toenmalige Kongo en de specta culaire raid van Isrgël op het vliegveld van Entebbe in Oegan da na een vliegtuigkaping. Het is dan ook dit argument dat door president Reagan als eerste is aangevoerd ter rechtvaardiging van de invasie. Op Grenada be vonden zich immers ongeveer duizend Amerikaanse staatsbur gers, voornamelijk studenten. Uit niets was echter gebleken dat deze Amerikaanse onderdanen zich als gevolg van de interne troebelen op Grenada na de af zetting en de dood van premier Bishop in levensgevaar bevon den, zodat dit argument weinig hout lijkt te snijden. Belangrij ker echter is dat militair optre den om humanitaire redenen al leen maar gerechtvaardigd is als het onmiddellijk wordt beëin digd zodra het doel is bereikt, met andere woorden de Ameri kaanse onderdanen zijn geëva cueerd. Gebeurt dit niet dan ont aardt het militair optreden in ongeoorloofde gewapende in terventie. In 1965 voerden de Verenigde Sta ten een gewapende inval uit in de Dominicaanse Republiek, waarbij men zich eveneens be riep op de noodzaak van de be scherming van de levens van Amerikaanse onderdanen. En passant zorgde men er evenwel voor dat de wettig gekozen presi dent zijn ambt niet kon aanvaar den en dat er een andere regering in het zadel werd gezet. De Ame rikaanse troepen bleven dan ook geruime tijd nadat het voor de in val aangevoerde doel was be reikt. Ook in het geval van Grenada is duidelijk dat een reddingsopera tie niet het uitsluitende doel is. Als andere gronden gaf Reagan dan ook op het verhinderen van verdere chaos en het herstel van de wettelijke orde nu "een niets ontziende groep van ünkse ban dieten de macht heeft gegrepen". Het zal duidelijk zijn dat deze ar gumenten absoluut niet door de beugel kunnen. Wat geeft im mers de Verenigde Staten het recht om in andere staten orde op zaken te stellen? Dit lijkt niet anders te zijn dan een verregaan de uiting van de "arrogantie van de macht", om een uitdrukking van de vroegere senator William Fulbright te gebruiken. Maar maakt het in dit geval niet verschil uit dat de Verenigde Staten, evenals trouwens Jamai ca en Barbados, optraden op ver zoek van een viertal Oost-Caraï- bische staatjes die tezamen met Grenada deel uitmaken van de in 1981 opgerichte Organisatie van Oost-Caraïbische Staten? Minis ter van buitenlandse zaken Shultz althans heeft opgemerkt dat de invasie mogelijk was op basis van het aan deze organisa tie ten grondslag liggende ver drag. In het hele verdrag is echter geen enkel artikel te vinden op grond waarvan dit optreden zou kun nen worden gerechtvaardigd. De organisatie werkt op basis van unanimiteit en medewerking van de regering van Grenada zou dus in ieder geval nodig zijn. Uit de uitlatingen van de minister president van Dominica, één van deze staatjes, mevrouw Eugenia Charles, kan men opmaken dat men vreesde dat de onafhanke lijkheid van Grenada gevaar liep doordat het teveel in Cubaans vaarwater terechtkwam, terwijl één van de doelstellingen van de organisatie juist is de verdedi ging van de onafhankelijkheid van de leden. Maar kan men dat doen tegen de wil van de betreffende regering in? Natuurlijk niet, maar juist in dit verband is bijzonder interes sant het nooit officieel bevestig de, maar toch wel hardnekkige gerucht dat de gouverneur-gene raal van Grenada, Sir Paul Scoon - die het officiële staatshoofd koningin Elisabeth van Enge land, die ook koningin van Gre nada is, vertegenwoordigt - om de invasie heeft gevraagd. Juri disch gezien levert dit de bizarre situatie op dat de Britse konin gin in haar hoedanigheid van ko ningin van Grenada de Verenig de Staten om een gewapend op treden zou hebben verzocht, waar haar Britse regering sterk tegen gekant was. Dat verklaart tevens waarom het gerucht nooit officieel kan wor den bevestigd en dus ook niet als rechtvaardigingsgrond kan dienst doen. Als het namelijk waar is, staat tevens vast dat de gouverneur buiten zijn boekje is gegaan (hij had het nooit zonder voorkennis van de koningin mo gen doen) en staat voorts vast dat de Amerikanen geweten hebben dat hij buiten zijn boekje was ge gaan. President Reagan heeft im mers aan de vooravond van de invasie een telefoongesprek ge voerd met mevrouw TTiatcher. En dan gaan we maar helemaal voorbij aan de vraag of de verte genwoordiger van het ceremo niële staatshoofd iets kan doen tegen de wil van de regeringslei der in. Los Angeles telt af. Nog maar een maand of negen scheiden ons van de Olympische Spelen 1984. De grote vraag die eigenlijk al vier jaar boven dit sportfeest hangt, is: zullen de Russen naar de Spelen komen of blijven ze om de een of andere reden (maar in feite uit gramschap over Car ters boycot van Moskou-1980) weg? door Ruud Paauw Het is een kwestie die herhaalde lijk met allerlei speculaties in het nieuws opduikt en naarmate de Spelen dichterbij komen zal de frequentie alleen maar toene men. Sport is een onderdeel van de poli tiek voor de Russen, al roepen ze op gezettq tijden (als het hun uit komt) staólhard dat sport en poli tiek gescheiden moeten blijven. Overwinningen aan het sport- front worden door het Kremlin uitgedragen als triomfen van het systeem. Je kunt geen Oostduits of Russisch sportboek opslaan of ze hebben het daar over. De Sow- jet-Unie is er dus veel aangele gen aan het eind van elk Olympsch festijn met de meeste medailles aan de kop van de lan denrangschikking te staan. Sinds 1972 zijn ze onmiskenbaar de sterkste sportnatie in de we reld. Omdat sport zo duidelijk onder deel uitmaakt van 'hun politiek zullen de Russen niet zo maar verstek laten gaan, bijvoorbeeld uit louter balorigheid over de Amerikaanse houding in 1980. Dat wil overigens niet zeggen dat ze zich slechts zelden van het boycotwapen in de sport bedie nen. Integendeel, ze hebben tal van sportontmoetingen geme- "den om puur politieke gingen: in 1975 de wereldkam pioenschappen ritmische gymnastiek in Spanje, in 1976 de Schaakolympiade in Israël, in 1977 het WK-schaatsen (sprint) in West-Berlijn, in 1978 het WK schieten in Zuid-Korea en in 1979 het WK basketbal (dames), eveneens in Zuid-Korea. De lijst kan nog aanzienlijk worden uit gebreid. Het ging dan echter steeds om be perkte acties, met een beperkte reikwijdte - een WK is er in de meeste sporten elk jaar, dat kun je wel een keertje overslaan. Olympische Spelen zijn heel wat anders. Ze zijn er maar één keer in de vier jaar, ze vormen het on betwiste hoogtepunt in de sport wereld en de aandacht er voor is over de gehele wereld enorm. Als je sport als middel ziet om je po- liteke systeem te propageren, dan móet je er bij 'zijn. Bovendien heeft wegblijven ook andere hinderlijke nadelen, zoals Nederland na Melbourne-1956 en de Amerikanen thans ervaren: je gaat achterlopen, je mist de laat ste ontwikkelingen omdat je die niet aan den lijve hebt ondervon den, er stokt even wat bij het doorgeven van een zekere erva ring. Er is nog iets. De meeste in ternationale sportfederaties hou den congressen tijdens de Olym pische Spelen met bestuursver kiezingen, het benoemen van speciale commissies enz. Door uit Moskou weg te blijven, raak ten de Amerikanen in 1980 tal van machtsposities kwijt. Het kost jaren om die terug te win nen. De Russen is het veel waard om de huidige krachtsverhou dingen te handhaven. Dan moet je er wel bijblijven. De Russen weten ook dat ze de Amerikanen maar op éen manier echt kunnen raken. Dat is niet door weg te blijven (hoe hinder lijk dat ook voor de Amerikanen zou zijn, want zonder Russen de valueren de Spelen natuurlijk ten zeerste), maar door zoveel mogelijk gouden medailles van hen af te nemen. De Russische sport die triomfeert in het hol van de leeuw is er voor hen iets mooiers en voor de Amerikanen iets pijnlijkers denkbaar? De correspondent van de GPD in Washington, Henk Kolb, citeert in zijn artikel van 15 oktober in deze krant de Russische emi grant Dimitri Simes, docent aan de John Hopkins universiteit, die zo ver gaat om te beweren dat de Russen alleen naar Los Ange les zullen gaan als zij ervan over tuigd zijn als zegevierende natie uit de bus te komen. Zij zullen dat uiteraard nimmer erkennen, maar volgens Simes is dat hun enige drijfveer, wat ze officieel ook als reden mogen aanvoeren om niet mee te doen. Dót belang staat als een paal boven water. Toch geloof ik niet dat de Russen het louter op die grond zouden laten afweten. En wel om de redenen die ik hiervoor al aan stipte: er spelen heel wat meer zaken rond de Olympus van Los Angeles die bij niet-deelneming schade zouden kunnen oplopen. Overigens staat nu al vrijwel vast dat de Sowjet-Unie zich geen zorgen behoeft te maken over de sportieve afloop van de Spelen. Ze zullen het waarschijnlijk niet al te best doen in de hoofdspor- ten, atletiek en zwemmen, maar daar hebben ze het eigenlijk nooit van moeten hebben. Hun medailles oogsten ze in het tur nen en de takken van sport die wat minder in de belangstelling staan, zoals roeien, kanovaren, worstelen, gewichtheffen, bok sen, moderne vijfkamp, scher men, schieten. Met uitzondering De Olympische Spelen zijn niet meer uit de wereldpolitiek weg te den ken. Beeld van Moskou-1980. Het Olympisch vuur op weg naar het sta dion. Brezjnev ziet er op toe dat het goed gaat. (foto AP) Intussen zijn de Russen heel nijver en subtiel op de treitertoer. De voorzitter van het Russisch Olympisch Comité verklaart op gezette tijden dat niets er op wijst dat zijn land niet naar Los Angeles komt. De tv-rechten zijn betaald (een schijntje overigens) en er worden alvast plaatskaar- ten besteld. En passant wordt evenwel met de nodige streng heid verklaard dat de Russische veiligheid in Los Angeles niet kan worden gegarandeerd, zijn er schimpscheuten op de organi satie en worden af en toe Russi sche inschrijvingen aan voor- Olympische toernooien zonder opgaaf van redenen ingetrokken. Het zijn voorpostengevechten, speldeprikken, het zegt niets over wat ten slotte zal gebeu ren. De Russen moeten uiterlijk 2 juni beslissen wat zij doen en men kan er van op aan dat zij die termijn tot de laatste minuut zul len gebruiken, daarmee de Ame rikanen (en het Amerikaanse za kenleven dat vele miljoenen in de Spelen heeft gepompt en die er ook wil uithalen) tot het laatst toe in onzekerheid houdend. Aan het Russisch Olympisch Co mité is ook helemaal niet het de finitieve besluit over wel of niet deelneming. Dat wordt genomen door de hoogste top in het Krem lin. Zoals de zaken er nu voorstaan is de Russische komst naar Los Angeles naar mijn gevoel slechts door één enkele reden twijfel achtig. Het viel me op dat Kolb daar in zijn artikel geen gewag van maakte. Als in de komende maanden daadwerkelijk in een aantal Westeuropese landen tot plaatsing van kruisraketten wordt overgegaan, is het moge lijk dat die maatregel alle andere overwegingen van de Russen overwoekert. In die omstandig heden op de openingsdag keung paraderen voor de heer Rea ganHet lijkt moeilijk te verte ren. Of zij dat dan als zodanig naar buiten zouden brengen, is zeer de vraag. De Russen hebben zich binnen het Internationaal Olympisch Comité altijd nauw gezet aan de regels gehouden. Wegblijven van de Spelen om politieke redenen hebben zij de Amerikanen in 1980 juist zo hef tig voor de voeten geworpen. Datzelfde zou hun nu kunnen worden verweten. De kans is aannemelijker dat de Russen dan zouden wegblijven met het argument dat zij de laatste tijd al eerder hebben aangevoerd, na melijk dat hun veiligheid onvol doende kan worden gewaar borgd. Na al wat er sinds Geheve over het begrip "veiligheid" is gezegd, zou dat bijkans het toppunt van ironie zijn. Maar men moet in de ze wereld van niets gek opkijken. De les van eerst Moskou-1980 en nu Los Angeles-1984 is dat de Olympische Spelen te kwetsbaar zijn om de organisatie ervan in handen te geven van een der grootmachten. De politiek, na tuurlijk nooit te weren van een dergelijk omvangrijk podium, gaat dan met heel haar grillig heid een te ingrijpende rol spe len. (De auteur is redacteur bij deze krant). Blijft over de rechtvaardigings grond achteraf, namelijk dat ge bleken zou zijn dat Grenada een Cubaanse militaire basis dreigde te worden gezien de aanwezig heid van grote wapenvoorraden en de aanleg van raketsilo's. Vol kenrechtelijk maakt dat niets uit: als een souvereine staat wa pens en militairen van een vreemde mogendheid op zijn grondgebied toelaat staat hij daarmee volkomen in zijn recht, hoe bedreigend een derde staat dat ook voor de eigen veiligheid mag vinden. Zou de Sowjet-Unie het recht hebben om de Bonds republiek binnen te vallen als daar straks de Pershings II wor-, den gestationeerd, bijv. met het argument dat de meerderheid van de Duitse bevolking deze wapens niet wenst en dat zij een rechtstreekse bedreiging voor Moskou Dit wat curieuze voorbeeld wordt opzettelijk genoemd om het wel vaker gehoorde betoog te weer leggen dat volkenrechtelijke en politieke overwegingen dikwijls met elkaar op gespannen voet staan. Volkenrechtelijk mag men niet ingrijpen, politiek moet men wel ingrijpen. Wanneer men ech ter op politieke gronden begrip voor de invasie op Grenada op brengt, dan kent men daarmee de grote mogendheden (want zij zijn de enigen die dit soort acties ongestraft kunnen uitvoeren) een 'recht' toe dat anderen niet hebben. Bovendien, als men dit begrip op brengt voor de Verenigde Staten, dan moet men dit in voorkomen de gevallen ook opbrengen voor de Sowjet-Unie. Voorts, wie ge looft in ernst dat Grenada een zo danig groot gevaar opleverde voor Washington, dat het met op zijzetting van alle regels van vol kenrecht wel tot dit optreden moest overgaan? Gevreesd moet daarom worden dat deze actie allereerst werd ingege ven door de wens om Nicaragua een signaal te geven en om het door de aanslag in Beiroet wat gedeukte zelfvertrouwen weer op te poetsen, terwijl een bijko mend voordeel was het wegslaan van een lastige vlieg. Maar op lan gere termijn gezien zou Washing ton zichzelf ook in politiek op zicht wel eens een slechte dienst bewezen kunnen hebben. Meningen op deze pagina rijn voor rekening van de auteurs De 1.25 miljoen alleenstaanden in Nederland vormen een bonte verzameling van o.a. jongeren, bejaarden, gescheidenen en ver- weduwden. Vrijwillig en onvrij willig alleenstaanden dus. Ruim 300.000 van hen "genieten" indi viduele huursubsidie. Huursub sidie is een instrument, waarmee ook goede woningen bereikbaar zouden kunnen zijn voor mensen met lage inkomens. door drs. A.H. Skelder Ze geldt voor alle huurwoningen beneden een bepaalde prijs en voor alle inkomens onder een be paald maximum. Bij de behandeling van de begro ting Volkshuisvesting vorige week, heeft de Tweede Kamer, steunend op de fracties van WD en uDA, impliciet ingestemd met de verdere aftakeling van de huursubsidie per 1 juli 1984. Im pliciet, omdat de begroting die is vastgesteld uitgaat van voorge nomen wijzigingen die om streeks de jaarwisseling nog in de Kamer behandeld moeten worden. Verdere aftakeling, om dat er in de afgelopen jaren al ve le verslechteringen zijn doorge voerd, bijvoorbeeld het bij elkaar tellen van alle inkomens achter de voordeur, iets wat bij koop premies niet telt. Huursubsidie vormt de sluitpost van de begro ting, dat wil zeggen, het kabinet gaat ervan uit dat overschrijdin gen binnen de begroting van Volkshuisvesting gecompen seerd zullen worden. Nu is de huursubsidie een com plex stelsel. Tot op heden gelden norm-huurquotes als de kern van het stelsel: bij een bepaald belastbaar inkomen geldt een be paald percentage daarvan als zelf op te brengen huur. Naarmate een inkomen stijgt, is een hoger percentage van toepassing. Inkomensverbetering gaat zo vrij wel geheel op aan huurverho ging. Bij een inkomensdaling ontvangt men echter pas meer huursubsidie als die daling gro ter is dan 25%. Voor een alleen staande onder de 30 jaar met een minimuminkomen is de norm- huurquote nu 13,8% (waarom ho ger?), voor alleenstaanden van 30 jaar en ouder en voor gezinnen begint de tabel bij 11,63%. Door de voorgestelde wijzigingen gaan alleenstaanden tot ruim 200 gulden meer aan huur betalen, een woonlastenverzwaring die oploopt tot zo'n 50%. Deze maatregelen zijn gebaseerd op de steeds meer om zich heen grijpende draagkrachtredene ring voor alleenstaanden. Deze redenering gaat ervan uit dat een alleenstaande rond moet kunnen komen van 70% van het inkomen i 'gezinshoofd'. En die r denering wordt op allerlei ma nieren toegepast. Zo betaalt een werknemer 100% aan aow en andere sociale premies. Als al leenstaande ontvangt een aow- er echter 70% van de uitkering. Hetzelfde geldt voor rww- en bijstandsuitkeringen en spoedig ook bij ambtenarenpensioenen. Een alleenstaande betaalt de vol ledige ziekenfondspremie, die gebaseerd is op een gezin met 4 personen. De overheid veronderstelt (en heeft dat nooit aangetoond) dat de alleenstaande met zo'n 70% inkomen dezelfde draagkracht heeft als een 'gezinshoofd'. Dat uit zich ondermeer in hogere loonbelasting voor alleenstaan den. Heeft een alleenstaande nu werkelijk zo'n hogere draag kracht dat hij of zij daarom meer dan anderen mag opdraaien voor de problemen van deze tijd? Het gezinsdenken lijkt zo weer ter rein te winnen: Vaste lasten lig gen maar al te vaak op of boven het niveau van een gezin. Boven dien verkeren verreweg de mees te alleenstaanden al in de laagste inkomensgroepen. Denk eens aan vakanties: alle r bureau's baseren hun aanbiedin gen op 2 of meer personen. Voor een éénpersoonskamer worden toeslagen gevraagd. Heeft e nood hoog. Daar doet Brokx dan nog even een schepje bovenop. Zoals gebruikelijk dringen WD en CDA voor deze groep aan op verzachtende maatregelen. leenstaande een vrije woning- Brokx sputtert tegen keuze? Bijna alle gemeenten kennen een zeer hoog aandeel al leenstaanden op de woningzoe- kendenlijsten. Er is een ontzet tend tekort aan geschikte woon ruimte voor deze groep. Er is te weinig en er wordt nog steeds te weinig voor hen gebouwd. En als een alleenstaande noodgedwon gen op kamers gaat wonen is er geen sprake van huurprijsregule ring en ontbreekt recht op huur subsidie. Kortom, zeker wat de alleenstaanden betreft heeft het volkshuisvestingsbeleid: een ge schikte woning voor iedereen, gefaald. Met de voorgestelde maatregelen wordt het allemaal nog een graad of wat erger Het zwaartepunt komt dan te lig gen bij bejaarden. Uit allerlei woonlastenonderzoeken blijkt, dat alleenstaande bejaarden in de stadsvernieuwing de hoogste woonlastenniveau's in Neder land kennen. Ook in bejaarden woningen, met de daarbij beno digde extra voorzieningen, is de r lijkt g negen een kleine pensioenfran- chise in te stellen, en dat waar schijnlijk ten koste van de ande re huursubsidie-ontvangers Jongeren onder de 23 jaar krij gen lagere lonen en uitkeringen. De staatssecretaris past ervoor om met deze inkomenspositie re kening te houden in de voor hen bestemde huursubsidie-tabel. Ie mand die minder verdient dan de ondergrens van die tabel wordt geacht meer te verdienen. En aangezien hij dat niet doet, heet dat ineens een inkomens- probleem. Voor heel veel jonge ren is geen woning beschikbaar (wachttijden alleenstaanden). Dus zoeken ze ruimte op de ka- mermarkt, waar naar verhouding exhorbitante prijzen gelden. Op deze markt wil de staatssecreta ris geen huursubsidiemogelijk- heid creëeren. Wel verwijst hy jaarlijks 13.000 nieuwe huurders de kamermarkt op, waar nog steeds schaarsteprijzen heersen Vindt u het gek. dat er krakers zijn? Een probleem is zeker de situatie, waarin één van de partners over lijdt of bij een echtscheiding, waardoor de achterblijvende persoon ineens 'in de alleen- staandentabel terugvalt'. Daar door zal de achterblijvende per soon als werknemer geconfron teerd worden met een zelf op te brengen huur die tot meer dan tweehonderd gulden omhoog is gegaan. Als uitkeringsgerechtig de kan hij of zij een inkomens achteruitgang ervaren van 30%. bij een gelijkblijvende of hogere huur. De Tweede Kamer is hier op niet ingegaan. Het geheel van de maatregelen zal onvoorspelbare effecten op de woningmarkt hebben. Velen zul len zich uit pure nood aanmel den voor een andere woning. Maar juist alleenstaanden moe ten het langste wachten op wo ningtoewijzing. Andere huishou dens worden echter ook gedwon gen op zoek te gaan naar een goedkopere huurwoning. Door huurharmonisatie worden met name goedkopere huurwonin gen weer versneld in huur opge trokken. Zodoende wordt door de voorgestelde maatregelen een met meer te hanteren druk op een steeds kleiner wordend marktsegment opgewekt. Dat is dan ook een van de redenen waarom de Raad voor de Volks huisvesting de voorstellen gro tendeels afwijst. Maar de staats secretaris zit al vast aan de vast gestelde begroting! Dat moet problemen geven. In de Rooie Haan het Brokx weten, te overwegen de doorstromings heffing weer van stal te halen Dat is dan de vierde keer m vijf tien jaar. Het merendeel van de huurders woont immers relatief goedkoper dan de huursubsidie gerechtigde. Uiteraard maakte de WD daar bezwaar tegen Woordvoerder De Beer memo reerde de bezwaren dn' in het verleden de totstandkoming van een dergelijke regeling hebben tegengehouden. Het zou om een bekend deuntje gaan. Brokx zei daarop, wel van plaatjes uit dé oude doos te houden Dan is ook de afloop bekend De overheid is tot nu toe immers niet bereid gebleken een solida riteitsbijdrage te vragen van hen die naar verhouding te goedkoop wonen. Nee, de overheid blijkt echter wél bereid (met het oog op het financieringstekort) op grond van solidariteitsoverwc- gingen de alleenstaanden te stel len voor de keuze: bloeden, neem een (liefst verdienende) partner, of verdwijn naar de slechte woningen (die Brokx, zo als hij zelf aangeeft bitter nodig heeft om de gevolgen van zijn be leid op te vangen) (De auteur Is medewerker van de Lan delijke Organisatie Belangengroe pen Hulsvesting).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 11