c
Invasie Grenada valt
niet te rechtvaardigen
Is het gek dat er krakers zijn?
Russen zullen Spelen
niet gauw boycotten
Alleenstaande de dupe van beleid Brokx
DONDERDAG 3 NOVEMBER 1983
Meningen
De invasie van Grenada door de
troepen van de Verenigde Staten
en een zestal Caralbische staatjes
is van alle kanten als strijdig met
het volkenrecht veroordeeld,
ook van de zijde van Amerika's
bondgenoten. Een resolutie,
waarin Amerika overigens niet
eens bij name genoemd werd
maar waarin wel een negatief
oordeel over de gewapende actie
werd uitgesproken, verkreeg ook
de steun van de westelijke leden
van de Raad, Engeland, Frank
rijk en Nederland, maar stuitte af
op een Amerikaans veto.
door
prof. mr. P.H. Kooijmans
Het lijdt dan ook geen twijfel dat
geen van de gronden, door presi
dent Reagan aangevoerd als
rechtvaardiging van de invasie,
de volkenrechtelijke toets der
kritiek kan doorstaan. Het lijkt
nuttig al die gronden eens op een
rijtje te zetten en nader te bekij
ken, waarbij het overigens goed
is te bedenken dat deze gronden
niet allemaal tezelfdertijd zijn ge
presenteerd en sommige ervan
zelfs als een rechtvaardiging
achteraf lijken te worden aange
voerd.
Vooraf echter dit: Grenada is een
souvereine staat en lid van de
Verenigde Naties. Volgens het
Handvest van die organisatie
dienen de leden ervan zich in
hun onderlinge betrekkingen te
onthouden van de dreiging met
of het gebruik van geweld. Dit
verbod van geweld lijdt slechts
uitzondering indien tot
wapend optreden machtiging is
verleend door de Veiligheids
raad, terwijl men zich voorts met
geweld mag verdedigen in geval
van een gewapende aanval. Het
is zonneklaar dat geen van beide
uitzonderingen zich in het onder
havige geval heeft voorgedaan.
Nu is het echter maar al te zeer be
kend dat het VN-systeem alles
behalve perfect werkt, en in het
verleden is een op het eerste ge
zicht niet door het Handvest ge
dekt geweldgebruik dan ook wel
op andere gronden gerechtvaar
digd. Zo wordt wel gesteld dat
een land gerechtigd is zijn eigen
onderdanen in een ander land
met geweld te bevrijden indien
deze onderdanen in ernstig ge
vaar verkeren en de regering van
het betrokken land niet in staat
of niet bereid is hen bescher
ming te bieden.
Als voorbeelden uit een niet te ver
verleden kunnen worden ge
noemd de reddingsacties door
Belgische troepen van in gijze
ling gehouden blanken in het
toenmalige Kongo en de specta
culaire raid van Isrgël op het
vliegveld van Entebbe in Oegan
da na een vliegtuigkaping. Het is
dan ook dit argument dat door
president Reagan als eerste is
aangevoerd ter rechtvaardiging
van de invasie. Op Grenada be
vonden zich immers ongeveer
duizend Amerikaanse staatsbur
gers, voornamelijk studenten.
Uit niets was echter gebleken dat
deze Amerikaanse onderdanen
zich als gevolg van de interne
troebelen op Grenada na de af
zetting en de dood van premier
Bishop in levensgevaar bevon
den, zodat dit argument weinig
hout lijkt te snijden. Belangrij
ker echter is dat militair optre
den om humanitaire redenen al
leen maar gerechtvaardigd is als
het onmiddellijk wordt beëin
digd zodra het doel is bereikt,
met andere woorden de Ameri
kaanse onderdanen zijn geëva
cueerd. Gebeurt dit niet dan ont
aardt het militair optreden in
ongeoorloofde gewapende in
terventie.
In 1965 voerden de Verenigde Sta
ten een gewapende inval uit in
de Dominicaanse Republiek,
waarbij men zich eveneens be
riep op de noodzaak van de be
scherming van de levens van
Amerikaanse onderdanen. En
passant zorgde men er evenwel
voor dat de wettig gekozen presi
dent zijn ambt niet kon aanvaar
den en dat er een andere regering
in het zadel werd gezet. De Ame
rikaanse troepen bleven dan ook
geruime tijd nadat het voor de in
val aangevoerde doel was be
reikt.
Ook in het geval van Grenada is
duidelijk dat een reddingsopera
tie niet het uitsluitende doel is.
Als andere gronden gaf Reagan
dan ook op het verhinderen van
verdere chaos en het herstel van
de wettelijke orde nu "een niets
ontziende groep van ünkse ban
dieten de macht heeft gegrepen".
Het zal duidelijk zijn dat deze ar
gumenten absoluut niet door de
beugel kunnen. Wat geeft im
mers de Verenigde Staten het
recht om in andere staten orde
op zaken te stellen? Dit lijkt niet
anders te zijn dan een verregaan
de uiting van de "arrogantie van
de macht", om een uitdrukking
van de vroegere senator William
Fulbright te gebruiken.
Maar maakt het in dit geval niet
verschil uit dat de Verenigde
Staten, evenals trouwens Jamai
ca en Barbados, optraden op ver
zoek van een viertal Oost-Caraï-
bische staatjes die tezamen met
Grenada deel uitmaken van de in
1981 opgerichte Organisatie van
Oost-Caraïbische Staten? Minis
ter van buitenlandse zaken
Shultz althans heeft opgemerkt
dat de invasie mogelijk was op
basis van het aan deze organisa
tie ten grondslag liggende ver
drag.
In het hele verdrag is echter geen
enkel artikel te vinden op grond
waarvan dit optreden zou kun
nen worden gerechtvaardigd. De
organisatie werkt op basis van
unanimiteit en medewerking
van de regering van Grenada zou
dus in ieder geval nodig zijn. Uit
de uitlatingen van de minister
president van Dominica, één van
deze staatjes, mevrouw Eugenia
Charles, kan men opmaken dat
men vreesde dat de onafhanke
lijkheid van Grenada gevaar liep
doordat het teveel in Cubaans
vaarwater terechtkwam, terwijl
één van de doelstellingen van de
organisatie juist is de verdedi
ging van de onafhankelijkheid
van de leden.
Maar kan men dat doen tegen de
wil van de betreffende regering
in? Natuurlijk niet, maar juist in
dit verband is bijzonder interes
sant het nooit officieel bevestig
de, maar toch wel hardnekkige
gerucht dat de gouverneur-gene
raal van Grenada, Sir Paul Scoon
- die het officiële staatshoofd
koningin Elisabeth van Enge
land, die ook koningin van Gre
nada is, vertegenwoordigt - om
de invasie heeft gevraagd. Juri
disch gezien levert dit de bizarre
situatie op dat de Britse konin
gin in haar hoedanigheid van ko
ningin van Grenada de Verenig
de Staten om een gewapend op
treden zou hebben verzocht,
waar haar Britse regering sterk
tegen gekant was.
Dat verklaart tevens waarom het
gerucht nooit officieel kan wor
den bevestigd en dus ook niet als
rechtvaardigingsgrond kan
dienst doen. Als het namelijk
waar is, staat tevens vast dat de
gouverneur buiten zijn boekje is
gegaan (hij had het nooit zonder
voorkennis van de koningin mo
gen doen) en staat voorts vast dat
de Amerikanen geweten hebben
dat hij buiten zijn boekje was ge
gaan. President Reagan heeft im
mers aan de vooravond van de
invasie een telefoongesprek ge
voerd met mevrouw TTiatcher.
En dan gaan we maar helemaal
voorbij aan de vraag of de verte
genwoordiger van het ceremo
niële staatshoofd iets kan doen
tegen de wil van de regeringslei
der in.
Los Angeles telt af. Nog maar een
maand of negen scheiden ons
van de Olympische Spelen 1984.
De grote vraag die eigenlijk al
vier jaar boven dit sportfeest
hangt, is: zullen de Russen naar
de Spelen komen of blijven ze
om de een of andere reden (maar
in feite uit gramschap over Car
ters boycot van Moskou-1980)
weg?
door
Ruud Paauw
Het is een kwestie die herhaalde
lijk met allerlei speculaties in het
nieuws opduikt en naarmate de
Spelen dichterbij komen zal de
frequentie alleen maar toene
men.
Sport is een onderdeel van de poli
tiek voor de Russen, al roepen ze
op gezettq tijden (als het hun uit
komt) staólhard dat sport en poli
tiek gescheiden moeten blijven.
Overwinningen aan het sport-
front worden door het Kremlin
uitgedragen als triomfen van het
systeem. Je kunt geen Oostduits
of Russisch sportboek opslaan of
ze hebben het daar over. De Sow-
jet-Unie is er dus veel aangele
gen aan het eind van elk
Olympsch festijn met de meeste
medailles aan de kop van de lan
denrangschikking te staan.
Sinds 1972 zijn ze onmiskenbaar
de sterkste sportnatie in de we
reld.
Omdat sport zo duidelijk onder
deel uitmaakt van 'hun politiek
zullen de Russen niet zo maar
verstek laten gaan, bijvoorbeeld
uit louter balorigheid over de
Amerikaanse houding in 1980.
Dat wil overigens niet zeggen dat
ze zich slechts zelden van het
boycotwapen in de sport bedie
nen. Integendeel, ze hebben tal
van sportontmoetingen geme-
"den om puur politieke
gingen: in 1975 de wereldkam
pioenschappen ritmische
gymnastiek in Spanje, in 1976 de
Schaakolympiade in Israël, in
1977 het WK-schaatsen (sprint)
in West-Berlijn, in 1978 het WK
schieten in Zuid-Korea en in
1979 het WK basketbal (dames),
eveneens in Zuid-Korea. De lijst
kan nog aanzienlijk worden uit
gebreid.
Het ging dan echter steeds om be
perkte acties, met een beperkte
reikwijdte - een WK is er in de
meeste sporten elk jaar, dat kun
je wel een keertje overslaan.
Olympische Spelen zijn heel wat
anders. Ze zijn er maar één keer
in de vier jaar, ze vormen het on
betwiste hoogtepunt in de sport
wereld en de aandacht er voor is
over de gehele wereld enorm. Als
je sport als middel ziet om je po-
liteke systeem te propageren,
dan móet je er bij 'zijn.
Bovendien heeft wegblijven ook
andere hinderlijke nadelen, zoals
Nederland na Melbourne-1956 en
de Amerikanen thans ervaren: je
gaat achterlopen, je mist de laat
ste ontwikkelingen omdat je die
niet aan den lijve hebt ondervon
den, er stokt even wat bij het
doorgeven van een zekere erva
ring. Er is nog iets. De meeste in
ternationale sportfederaties hou
den congressen tijdens de Olym
pische Spelen met bestuursver
kiezingen, het benoemen van
speciale commissies enz. Door
uit Moskou weg te blijven, raak
ten de Amerikanen in 1980 tal
van machtsposities kwijt. Het
kost jaren om die terug te win
nen. De Russen is het veel waard
om de huidige krachtsverhou
dingen te handhaven. Dan moet
je er wel bijblijven.
De Russen weten ook dat ze de
Amerikanen maar op éen manier
echt kunnen raken. Dat is niet
door weg te blijven (hoe hinder
lijk dat ook voor de Amerikanen
zou zijn, want zonder Russen de
valueren de Spelen natuurlijk
ten zeerste), maar door zoveel
mogelijk gouden medailles van
hen af te nemen. De Russische
sport die triomfeert in het hol
van de leeuw is er voor hen iets
mooiers en voor de Amerikanen
iets pijnlijkers denkbaar?
De correspondent van de GPD in
Washington, Henk Kolb, citeert
in zijn artikel van 15 oktober in
deze krant de Russische emi
grant Dimitri Simes, docent aan
de John Hopkins universiteit,
die zo ver gaat om te beweren dat
de Russen alleen naar Los Ange
les zullen gaan als zij ervan over
tuigd zijn als zegevierende natie
uit de bus te komen. Zij zullen
dat uiteraard nimmer erkennen,
maar volgens Simes is dat hun
enige drijfveer, wat ze officieel
ook als reden mogen aanvoeren
om niet mee te doen.
Dót belang staat als een paal boven
water. Toch geloof ik niet dat de
Russen het louter op die grond
zouden laten afweten. En wel om
de redenen die ik hiervoor al aan
stipte: er spelen heel wat meer
zaken rond de Olympus van Los
Angeles die bij niet-deelneming
schade zouden kunnen oplopen.
Overigens staat nu al vrijwel vast
dat de Sowjet-Unie zich geen
zorgen behoeft te maken over de
sportieve afloop van de Spelen.
Ze zullen het waarschijnlijk niet
al te best doen in de hoofdspor-
ten, atletiek en zwemmen, maar
daar hebben ze het eigenlijk
nooit van moeten hebben. Hun
medailles oogsten ze in het tur
nen en de takken van sport die
wat minder in de belangstelling
staan, zoals roeien, kanovaren,
worstelen, gewichtheffen, bok
sen, moderne vijfkamp, scher
men, schieten. Met uitzondering
De Olympische Spelen zijn niet meer uit de wereldpolitiek weg te den
ken. Beeld van Moskou-1980. Het Olympisch vuur op weg naar het sta
dion. Brezjnev ziet er op toe dat het goed gaat. (foto AP)
Intussen zijn de Russen heel nijver
en subtiel op de treitertoer. De
voorzitter van het Russisch
Olympisch Comité verklaart op
gezette tijden dat niets er op
wijst dat zijn land niet naar Los
Angeles komt. De tv-rechten zijn
betaald (een schijntje overigens)
en er worden alvast plaatskaar-
ten besteld. En passant wordt
evenwel met de nodige streng
heid verklaard dat de Russische
veiligheid in Los Angeles niet
kan worden gegarandeerd, zijn
er schimpscheuten op de organi
satie en worden af en toe Russi
sche inschrijvingen aan voor-
Olympische toernooien zonder
opgaaf van redenen ingetrokken.
Het zijn voorpostengevechten,
speldeprikken, het zegt niets
over wat ten slotte zal gebeu
ren. De Russen moeten uiterlijk
2 juni beslissen wat zij doen en
men kan er van op aan dat zij die
termijn tot de laatste minuut zul
len gebruiken, daarmee de Ame
rikanen (en het Amerikaanse za
kenleven dat vele miljoenen in
de Spelen heeft gepompt en die
er ook wil uithalen) tot het laatst
toe in onzekerheid houdend.
Aan het Russisch Olympisch Co
mité is ook helemaal niet het de
finitieve besluit over wel of niet
deelneming. Dat wordt genomen
door de hoogste top in het Krem
lin.
Zoals de zaken er nu voorstaan is
de Russische komst naar Los
Angeles naar mijn gevoel slechts
door één enkele reden twijfel
achtig. Het viel me op dat Kolb
daar in zijn artikel geen gewag
van maakte. Als in de komende
maanden daadwerkelijk in een
aantal Westeuropese landen tot
plaatsing van kruisraketten
wordt overgegaan, is het moge
lijk dat die maatregel alle andere
overwegingen van de Russen
overwoekert. In die omstandig
heden op de openingsdag keung
paraderen voor de heer Rea
ganHet lijkt moeilijk te verte
ren. Of zij dat dan als zodanig
naar buiten zouden brengen, is
zeer de vraag. De Russen hebben
zich binnen het Internationaal
Olympisch Comité altijd nauw
gezet aan de regels gehouden.
Wegblijven van de Spelen om
politieke redenen hebben zij de
Amerikanen in 1980 juist zo hef
tig voor de voeten geworpen.
Datzelfde zou hun nu kunnen
worden verweten. De kans is
aannemelijker dat de Russen
dan zouden wegblijven met het
argument dat zij de laatste tijd al
eerder hebben aangevoerd, na
melijk dat hun veiligheid onvol
doende kan worden gewaar
borgd.
Na al wat er sinds Geheve over het
begrip "veiligheid" is gezegd,
zou dat bijkans het toppunt van
ironie zijn. Maar men moet in de
ze wereld van niets gek opkijken.
De les van eerst Moskou-1980 en
nu Los Angeles-1984 is dat de
Olympische Spelen te kwetsbaar
zijn om de organisatie ervan in
handen te geven van een der
grootmachten. De politiek, na
tuurlijk nooit te weren van een
dergelijk omvangrijk podium,
gaat dan met heel haar grillig
heid een te ingrijpende rol spe
len.
(De auteur is redacteur bij deze krant).
Blijft over de rechtvaardigings
grond achteraf, namelijk dat ge
bleken zou zijn dat Grenada een
Cubaanse militaire basis dreigde
te worden gezien de aanwezig
heid van grote wapenvoorraden
en de aanleg van raketsilo's. Vol
kenrechtelijk maakt dat niets
uit: als een souvereine staat wa
pens en militairen van een
vreemde mogendheid op zijn
grondgebied toelaat staat hij
daarmee volkomen in zijn recht,
hoe bedreigend een derde staat
dat ook voor de eigen veiligheid
mag vinden. Zou de Sowjet-Unie
het recht hebben om de Bonds
republiek binnen te vallen als
daar straks de Pershings II wor-,
den gestationeerd, bijv. met het
argument dat de meerderheid
van de Duitse bevolking deze
wapens niet wenst en dat zij een
rechtstreekse bedreiging voor
Moskou
Dit wat curieuze voorbeeld wordt
opzettelijk genoemd om het wel
vaker gehoorde betoog te weer
leggen dat volkenrechtelijke en
politieke overwegingen dikwijls
met elkaar op gespannen voet
staan. Volkenrechtelijk mag men
niet ingrijpen, politiek moet men
wel ingrijpen. Wanneer men ech
ter op politieke gronden begrip
voor de invasie op Grenada op
brengt, dan kent men daarmee
de grote mogendheden (want zij
zijn de enigen die dit soort acties
ongestraft kunnen uitvoeren)
een 'recht' toe dat anderen niet
hebben.
Bovendien, als men dit begrip op
brengt voor de Verenigde Staten,
dan moet men dit in voorkomen
de gevallen ook opbrengen voor
de Sowjet-Unie. Voorts, wie ge
looft in ernst dat Grenada een zo
danig groot gevaar opleverde
voor Washington, dat het met op
zijzetting van alle regels van vol
kenrecht wel tot dit optreden
moest overgaan?
Gevreesd moet daarom worden dat
deze actie allereerst werd ingege
ven door de wens om Nicaragua
een signaal te geven en om het
door de aanslag in Beiroet wat
gedeukte zelfvertrouwen weer
op te poetsen, terwijl een bijko
mend voordeel was het wegslaan
van een lastige vlieg. Maar op lan
gere termijn gezien zou Washing
ton zichzelf ook in politiek op
zicht wel eens een slechte dienst
bewezen kunnen hebben.
Meningen op deze
pagina rijn voor
rekening van de
auteurs
De 1.25 miljoen alleenstaanden in
Nederland vormen een bonte
verzameling van o.a. jongeren,
bejaarden, gescheidenen en ver-
weduwden. Vrijwillig en onvrij
willig alleenstaanden dus. Ruim
300.000 van hen "genieten" indi
viduele huursubsidie. Huursub
sidie is een instrument, waarmee
ook goede woningen bereikbaar
zouden kunnen zijn voor mensen
met lage inkomens.
door
drs. A.H. Skelder
Ze geldt voor alle huurwoningen
beneden een bepaalde prijs en
voor alle inkomens onder een be
paald maximum.
Bij de behandeling van de begro
ting Volkshuisvesting vorige
week, heeft de Tweede Kamer,
steunend op de fracties van WD
en uDA, impliciet ingestemd met
de verdere aftakeling van de
huursubsidie per 1 juli 1984. Im
pliciet, omdat de begroting die is
vastgesteld uitgaat van voorge
nomen wijzigingen die om
streeks de jaarwisseling nog in
de Kamer behandeld moeten
worden. Verdere aftakeling, om
dat er in de afgelopen jaren al ve
le verslechteringen zijn doorge
voerd, bijvoorbeeld het bij elkaar
tellen van alle inkomens achter
de voordeur, iets wat bij koop
premies niet telt. Huursubsidie
vormt de sluitpost van de begro
ting, dat wil zeggen, het kabinet
gaat ervan uit dat overschrijdin
gen binnen de begroting van
Volkshuisvesting gecompen
seerd zullen worden.
Nu is de huursubsidie een com
plex stelsel. Tot op heden gelden
norm-huurquotes als de kern
van het stelsel: bij een bepaald
belastbaar inkomen geldt een be
paald percentage daarvan als zelf
op te brengen huur. Naarmate
een inkomen stijgt, is een hoger
percentage van toepassing.
Inkomensverbetering gaat zo vrij
wel geheel op aan huurverho
ging. Bij een inkomensdaling
ontvangt men echter pas meer
huursubsidie als die daling gro
ter is dan 25%. Voor een alleen
staande onder de 30 jaar met een
minimuminkomen is de norm-
huurquote nu 13,8% (waarom ho
ger?), voor alleenstaanden van 30
jaar en ouder en voor gezinnen
begint de tabel bij 11,63%. Door
de voorgestelde wijzigingen
gaan alleenstaanden tot ruim 200
gulden meer aan huur betalen,
een woonlastenverzwaring die
oploopt tot zo'n 50%.
Deze maatregelen zijn gebaseerd
op de steeds meer om zich heen
grijpende draagkrachtredene
ring voor alleenstaanden. Deze
redenering gaat ervan uit dat een
alleenstaande rond moet kunnen
komen van 70% van het inkomen
i 'gezinshoofd'. En die r
denering wordt op allerlei ma
nieren toegepast. Zo betaalt een
werknemer 100% aan aow en
andere sociale premies. Als al
leenstaande ontvangt een aow-
er echter 70% van de uitkering.
Hetzelfde geldt voor rww- en
bijstandsuitkeringen en spoedig
ook bij ambtenarenpensioenen.
Een alleenstaande betaalt de vol
ledige ziekenfondspremie, die
gebaseerd is op een gezin met 4
personen.
De overheid veronderstelt (en
heeft dat nooit aangetoond) dat
de alleenstaande met zo'n 70%
inkomen dezelfde draagkracht
heeft als een 'gezinshoofd'. Dat
uit zich ondermeer in hogere
loonbelasting voor alleenstaan
den. Heeft een alleenstaande nu
werkelijk zo'n hogere draag
kracht dat hij of zij daarom meer
dan anderen mag opdraaien voor
de problemen van deze tijd? Het
gezinsdenken lijkt zo weer ter
rein te winnen: Vaste lasten lig
gen maar al te vaak op of boven
het niveau van een gezin. Boven
dien verkeren verreweg de mees
te alleenstaanden al in de laagste
inkomensgroepen.
Denk eens aan vakanties: alle r
bureau's baseren hun aanbiedin
gen op 2 of meer personen. Voor
een éénpersoonskamer worden
toeslagen gevraagd. Heeft e
nood hoog. Daar doet Brokx dan
nog even een schepje bovenop.
Zoals gebruikelijk dringen WD
en CDA voor deze groep aan op
verzachtende maatregelen.
leenstaande een vrije woning- Brokx sputtert tegen
keuze? Bijna alle gemeenten
kennen een zeer hoog aandeel al
leenstaanden op de woningzoe-
kendenlijsten. Er is een ontzet
tend tekort aan geschikte woon
ruimte voor deze groep. Er is te
weinig en er wordt nog steeds te
weinig voor hen gebouwd. En als
een alleenstaande noodgedwon
gen op kamers gaat wonen is er
geen sprake van huurprijsregule
ring en ontbreekt recht op huur
subsidie. Kortom, zeker wat de
alleenstaanden betreft heeft het
volkshuisvestingsbeleid: een ge
schikte woning voor iedereen,
gefaald. Met de voorgestelde
maatregelen wordt het allemaal
nog een graad of wat erger
Het zwaartepunt komt dan te lig
gen bij bejaarden. Uit allerlei
woonlastenonderzoeken blijkt,
dat alleenstaande bejaarden in
de stadsvernieuwing de hoogste
woonlastenniveau's in Neder
land kennen. Ook in bejaarden
woningen, met de daarbij beno
digde extra voorzieningen, is de
r lijkt g
negen een kleine pensioenfran-
chise in te stellen, en dat waar
schijnlijk ten koste van de ande
re huursubsidie-ontvangers
Jongeren onder de 23 jaar krij
gen lagere lonen en uitkeringen.
De staatssecretaris past ervoor
om met deze inkomenspositie re
kening te houden in de voor hen
bestemde huursubsidie-tabel. Ie
mand die minder verdient dan
de ondergrens van die tabel
wordt geacht meer te verdienen.
En aangezien hij dat niet doet,
heet dat ineens een inkomens-
probleem. Voor heel veel jonge
ren is geen woning beschikbaar
(wachttijden alleenstaanden).
Dus zoeken ze ruimte op de ka-
mermarkt, waar naar verhouding
exhorbitante prijzen gelden. Op
deze markt wil de staatssecreta
ris geen huursubsidiemogelijk-
heid creëeren. Wel verwijst hy
jaarlijks 13.000 nieuwe huurders
de kamermarkt op, waar nog
steeds schaarsteprijzen heersen
Vindt u het gek. dat er krakers
zijn?
Een probleem is zeker de situatie,
waarin één van de partners over
lijdt of bij een echtscheiding,
waardoor de achterblijvende
persoon ineens 'in de alleen-
staandentabel terugvalt'. Daar
door zal de achterblijvende per
soon als werknemer geconfron
teerd worden met een zelf op te
brengen huur die tot meer dan
tweehonderd gulden omhoog is
gegaan. Als uitkeringsgerechtig
de kan hij of zij een inkomens
achteruitgang ervaren van 30%.
bij een gelijkblijvende of hogere
huur. De Tweede Kamer is hier
op niet ingegaan.
Het geheel van de maatregelen zal
onvoorspelbare effecten op de
woningmarkt hebben. Velen zul
len zich uit pure nood aanmel
den voor een andere woning.
Maar juist alleenstaanden moe
ten het langste wachten op wo
ningtoewijzing. Andere huishou
dens worden echter ook gedwon
gen op zoek te gaan naar een
goedkopere huurwoning. Door
huurharmonisatie worden met
name goedkopere huurwonin
gen weer versneld in huur opge
trokken. Zodoende wordt door
de voorgestelde maatregelen een
met meer te hanteren druk op
een steeds kleiner wordend
marktsegment opgewekt. Dat is
dan ook een van de redenen
waarom de Raad voor de Volks
huisvesting de voorstellen gro
tendeels afwijst. Maar de staats
secretaris zit al vast aan de vast
gestelde begroting! Dat moet
problemen geven.
In de Rooie Haan het Brokx weten,
te overwegen de doorstromings
heffing weer van stal te halen
Dat is dan de vierde keer m vijf
tien jaar. Het merendeel van de
huurders woont immers relatief
goedkoper dan de huursubsidie
gerechtigde. Uiteraard maakte
de WD daar bezwaar tegen
Woordvoerder De Beer memo
reerde de bezwaren dn' in het
verleden de totstandkoming van
een dergelijke regeling hebben
tegengehouden. Het zou om een
bekend deuntje gaan. Brokx zei
daarop, wel van plaatjes uit dé
oude doos te houden
Dan is ook de afloop bekend
De overheid is tot nu toe immers
niet bereid gebleken een solida
riteitsbijdrage te vragen van hen
die naar verhouding te goedkoop
wonen. Nee, de overheid blijkt
echter wél bereid (met het oog op
het financieringstekort) op
grond van solidariteitsoverwc-
gingen de alleenstaanden te stel
len voor de keuze: bloeden,
neem een (liefst verdienende)
partner, of verdwijn naar de
slechte woningen (die Brokx, zo
als hij zelf aangeeft bitter nodig
heeft om de gevolgen van zijn be
leid op te vangen)
(De auteur Is medewerker van de Lan
delijke Organisatie Belangengroe
pen Hulsvesting).