c Harde waarheden over de crisis zijn zelden welkom Politiek ondermijnt doelstellingen van atoomagentschap DONDERDAG 20 OKTOBER 1983 Meningen Terwijl thuis 's morgens vroeg het eerste geurige kopje thee wordt inge schonken, davert de ether al van de discussies over het financieringstekort, de netto-netto-koppelin gen en de betaalbaarheid van onze verzorgingsstaat. Zeer uitgeslapen en opge wekte verslaggevers bel len dan bijvoorbeeld hoogleraren op, die hun ontbijt even laten rusten om trouwhartig en gedul dig hun mening te geven over het zoveelste plan tot redding van onze econo mie. door J.W.E. Metselaar Kan de luisteraar deze informatie verstouwen, of zal de mening van deze deskundige verdwalen in de kakofonie van alledag? Het probleem is namelijk dat de bij het ochtendkrieken geraadpleeg de professor die dag wel de eer ste maar zeker niet de laatste zal blijken te zijn die gratis en voor niks zijn licht over onze moeilijk heden laat schijnen. Via de media, radio, tv, kranten en tijdschriften, buitelen de spre kers over elkaar heen om hun oordeel te geven over van alles en nog wat. We hebben waar schijnlijk nog nimmer een tijd beleefd met zoveel bereidwillige deskundigen, maar daarmee is het er nog niet duidelijker op ge worden. Prof. Schouten: tragische omstan digheid. (Foto Dijkstra) Het aloude spreekwoord 'zo veel hoofden zo veel zinnen' geldt nog steeds, ook bij vraagstukken die worden behandeld door se rieuze beoefenaren der weten schap zoals economen. Nog even terug naar de ontbijtta fel. Professor Schouten, hoogle raar economie in Tilburg, ver klaart in een telefonisch inter viewtje van luttele minuten over het plan van de PvdA, het alter natief voor de miljoenennota van het kabinet Lubbers: "Ach, in theorie is het allemaal wel mooi, maar de mensen moeten het wel willen uitvoeren. Het is een plan zonder institutionele kracht" Vrij vertaald bedoelt Schouten waarschijnlijk dat hij als eco noom op grond van zuiver we tenschappelijke argumenten weinig problemen ziet, maar dat zijn visie op mens en samenle ving hem ervan weerhoudt echt in hetzelfde plan te geloven. Dat is een vrij tragische omstan digheid voor een geleerde, want wat moet je dan nog met je ken nis? De economie als weten schap blijkt schone theorie, de werkelijkheid van alledag daar entegen is heel wat platter. Daar gaat het om een rauwe realiteit getekend door het kortzichtige egoisme van individuen en van hele volksstammen. In die situa tie rijst de vraag wat de eco noom, ook maar een mens van vlees en bloed, aanmoet met zijn kennis. Heuse wetenschap? Is zijn vak een heuse wetenschap die betrouwbare gegevens ver strekt waarmee bijvoorbeeld po litici hun voordeel zouden kun nen doen? Of is de economie uit eindelijk niet meer dan een ba naal bijvak van de psychologie, met boterzachte recepten onder het motto 'voor elk wat wils'? De spanning tussen theorie en prak tijk is voor de beoefenaren van de wetenschap natuurlijk niets nieuws, maar in het huidige tijdsgewricht wordt van de eco nomen onder ons wel een heel bijzondere prestatie verwacht. Zij zouden de weg moeten wij zen uit de crisis. De meeste economen onderken- nèn dit probleem uiteraard ook zelf wel, maar zij laten zich ook gemakkelijk de vleiende rol aan leunen die hun wordt toebe dacht, de rol van de gids die de weg zal wijzen uit het gevaarlijke moeras. De economische kennis kan in dat laatste geval echter gemakkelijk worden aangevuld met strikt particuliere opvattingen die als zodanig zeer honorabel zijn, maar overigens geen of nauwe lijks grond vinden in de weten schap. Bekleed met het gezag van de wetenschap, het is profes sor voor en professor na, worden dan particuliere politieke opvat tingen uitgevent als de laatste waarheid. In het spiegelbeeld van dit pro bleem staan de politici en de ver tegenwoordigers van allerlei be langengroepen, zoals onderne mers en vakbondsbestuurders. Bezield door grote idealen en ge sterkt door een heel specifieke kijk op de samenleving, zijn al lerlei beroepsbeslissers geneigd de informatie, ook die vanuit de wetenschappelijke wereld, te fil teren. Wat in de kraam te pas komt wordt gaarne opgepikt, waarschuwingen die ongelegen komen, worden gemakkelijk ge negeerd. Bovendien staan er al tijd grote belangen op het spel, die met hand en tand worden verdedigd. Het wordt tijd voor enkele voorbeelden. Heilige koe De kosten van ons stelsel van so ciale zekerheid zijn jarenlang een soort heilige koe geweest waar over niemand dorst te spreken. Toen WD-leider Wiegel op de hem eigen wijze politieke munt probeerde te slaan uit de grijze schemerzone tussen oneigenlijk gebruik en misbruik van de so ciale voorzieningen, stikte me nigeen bijna van verontwaardi ging. Een warm hart vol mededo gen met de slachtoffers van onze prestatiemaatschappij verhin derde blijkbaar de kille over peinzing dat er mischien toch er gens iets scheef zou kunnen zit ten. De strapatzen van Wiegel terzake konden natuurlijk gemakkelijk worden afgedaan als rechtse stemmingmakerij, maar hetzelf de lot treft de ijverige rekenaar die bezorgd waarschuwt dat het stelsel onbetaalbaar wordt. Jaren later zijn het trouwens nog maar enkelingen die over derge lijke kwesties echt hun nek dur ven uitsteken, zoals de vakbondseconoom Piet Vos. In het 'Vierde jaarboek voor het de mocratisch socialisme' (Wiardi Beekman Stichting) schrijft Vos over de verantwoordelijkheid, ook van links, voor de verzor gingsstaat en pleit hij voor een discussie over de omvang daar van en de verstarringen erin. In Amsterdam kennen ze nog een oud versje voor mensen als Vos: "Hoedt u voor de allerslechtsten, de als links vermomde rechts- en". De vraag blijft natuurlijk wie er nu echt links is, de politi cus die zich met zijn mooie idea len afwendt van een hem onwel gevallige werkelijkheid, of de staatsman die de problemen on der ogen durft te zien en het ini tiatief vervolgens niet aan ande ren overlaat. Dat de verzorgingsstaat in zijn hui dige vorm enorme financiële of fers vergt, is door een koor van deskundigen als het ware van de daken geschreeuwd, maar deze informatie is al te lang en te ge makkelijk afgedaan als rechtse borrelpraat. Ook de hardste cij fers vermogen in zo'n geval niet te overtuigen. Financieringstekort Hetzelfde doet zich voor met het fi nancieringstekort. Zowel FNV- voorzitter Kok als PvdA-fractie- voorzitter Den Uyl erkennen nu met volle overtuiging dat de overheid financieel in de klem zit. In de alternatieve plannen van FNV en PvdA zit dan ook niet meer dan een minieme ruim te voor het oprekken van het be staande financieringstekort. Van een aanmerkelijke en bewust toegelaten verdere vergroting van dit tekort kan volgens FNV en PvdA geen sprake meer zijn. Beter laat dan nooit, zullen de criti ci denken, maar WD-minister Van Aardenne (economische za ken) betrad nog in alle gemoeds rust de vanouds gebaande paden met zijn reactie op het PvdA-al- ternatief. "Het financieringste kort is daarin een stuk hoger", al dus Van Aardenne. De cijfers die open en bloot op tafel liggen doen er blijkbaar niet toe als een plan moet worden afgekraakt. De politici hebben op zo'n mo ment de mond vol van economi sche feiten, maar zij doen in één moeite door de werkelijkheid ge weld aan. De waarschuwingen van de vak •- economen tegen het te fors oplo pende financieringstekort heb ben overigens geklonken zodra de Zijlstra-norm, die op zes pro cent ligt, werd overschreden. We zitten inmiddels boven de twaalf procent, maar de waarschuwin gen zijn willens en wetens door links en rechts in de wind gesla gen. De rentebetalingen op de staats schuld verhinderen nu niet al leen de leuke dingen voor de mensen, ze vormen ook een aan slag op de departementale begro tingen. We tobben nu met een ontwrichte staatshuishouding, maar toch geloven sommigen nog steeds, tegen beter weten in, dat we ons als een baron van Münchhausen aan de eigen ha ren omhoog kunnen trekken. Stokpaardje De economen blijven zich intus sen, gevraagd en ongevraagd, met de zaken bemoeien. Maar als zij er al in slagen hun weten schappelijke inzichten naar be horen te scheiden van hun poli tieke stokpaardjes, dan nog staan de vele belanghebbenden klaar om die inzichten naar belie ven te exploiteren, te verdraaien of te negeren. De economie is heus wel een echte wetenschap, maar in de praktijk van alle dag vloeien theorie en praktijk zo gemakkelijk in elkaar over dat de verwarring compleet is. Menig vakeconoom maakt on voldoende onderscheid tussen wetenschap en politieke voor keuren annex mens- en wereld beschouwing. En zijn tegenspe lers in het vrije veld der maat schappelijke krachten treden ge woon handelend op, zonder dat zij daarbij rekening houden met de werkelijkheid zoals die er vol gens de economie zou uitzien. Het tegendeel is dikwijls eerder het geval. Wiegel: strapatzen. In de dagelijkse strijd om het be staan wordt de economie dien tengevolge gedegradeerd tot een bijvak van de psychologie. Har de economische feiten worden ingeruild voor de schone schijn, sterke argumenten maken plaats voor zelfbedrog, dringende waar schuwingen worden in de wind geslagen met een optimisme zon der enige redelijke grond. Deze verwording kan alleen be streden worden als de vakecono men zich terdege realiseren wel ke positie zij innemen en welke rol hun wetenschap kan en/of moet spelen in de discussie over de publieke zaak. Alle anderen zouden er goed aan doen de re sultaten van serieuze weten schapsbeoefening even serieus te nemen en er niet mee aan de haal te gaan als slimme gooche laars. Op die manier krijgen hel dere en duidelijke geluiden mis schien ook een kansje om door te dringen temidden van de dage lijkse kakofonie. (De auteur is hoofdredacteur van deze Meningen op deze pagina zijn voor rekening van de auteurs De 27ste algemene vergadering van het Internationale Agent schap voor Atoomenergie (LAEA) is het afgelopen week einde in Wenen besloten in een atmosfeer van spanning en onte vredenheid. Waren een jaar gele den de meeste westerse delega ties weggelopen nadat er op het allerlaatste moment een motie was doorgedrukt waarin de ge loofsbrieven van Israël werden afgewezen, dit jaar is een soort gelijk debacie, dat tevens het ein de van het agentschap zou heb ben betekent, op een haar na ver meden. door Anton Koene De ruzie over Israël gaat terug tot het Israëlische bombardement op het nucleaire onderzoekcen trum in Irak, twee jaar geleden. Israël heeft die aanval gemoti veerd met de bewering dat Irak bezig was in het geheim een atoombom te bouwen. Zowel Irak als het agentschap zelf - dat het onderzoekcentrum, tevens experimentele atoomkrachtcen trale, door inspecteurs had laten bezoeken omdat het onder de veiligheidscontrole van het agentschap viel - zeiden dat dit onmogelijk was. Waar Irak en de andere Arabische landen over vallen, is dat Israël heeft verklaard dat als Irak weer zo'n installatie bouwt, het op nieuw plat gebombardeerd wordt. Maar voor de Verenigde Naties heeft Israël verklaard dat het niet zijn beleid is nucleaire installaties te bombarderen. Afgelopen jaar heeft Irak gepro beerd Israël uit de IAEA te laten gooien, maar het land kon de twee-derde meerderheid die hiervoor nodig was niet bijeen brengen. Irak heeft toen wraak genomen door over de geloofs brieven te laten stemmen, waar voor slechts de helft van de stem men nodig is. Toen liepen zoals gezegd de westerse delegaties weg. en de Verenigde Staten, die 25 procent van de kosten van het agentschap dragen, schortten hun contributie op. In de maan den daarna kwam het werk van het agentschap bijna tot stil stand, tot de Amerikanen weer gingen betalen. Dit jaar werd er geen poging ge daan Israël uit het agentschap te stoten, maar wel een poging - de ze keer door Iran - om de geloofs brieven af te keuren. Dat dit al leen een formaliteit was, blijkt uit het feit dat de motie pas kon worden ingediend toen de jaar vergadering bijna voorbij was. Deze keer traden de Amerikanen hard op. De Amerikaanse minis ter voor energie. Donald Hodel, ging naar het spreekgestoelte en kondigde aan dat als de motie zou worden aangenomen, Ameri ka het congres zou verlaten en zijn lidmaatschap van de IAEA zou opschorten. Daarna werd er een Noorse motie aangenomen, waarbij besloten werd niet over de Iraanse motie te stemmen. China Nu vragen vele leden van het agentschap, waaronder China, dat als laatste grote mogendheid pas dit jaar is toegetreden, zich af waar het met het agentschap heen gaat. De politieke uitleg van de activitei ten van deze zuiver technische organisatie begon pas goed drie jaar geleden, toen Zuid-Afrika zijn zetel in de raad van bestuur moest opgeven ten gunste van Egypte. Volgens de statuten heb ben in ieder géval de nucleair meest ontwikkelde landen in elk werelddeel recht op een zetel in de raad van bestuur. Door een tactische zet van de „Groep van 77" (ontwikkelingslanden, die nu overigens al meer dan honderd leden telt), werd Egypte erkend als nucleair vooruitstrevender dan Zuid-Afrika. Hoe men ook over Zuid-Afrika denkt, het is eenvoudig niet waar te maken, dat Egypte meer kennis en erva ring heeft inzake atoomtechnolo gie dan Zuid-Afrika. Het besluit werd derhalve genomen tegen de eigen statuten in. Dit jaar is opnieuw een motie tegen Zuid-Afrika ingediend en aange nomen. Daardoor worden de an dere landen verplicht alle nu cleaire samenwerking met dat land te beëindigen zolang het zijn nucleaire installaties niet aan de inspectie van de IAEA on derwerpt. Deze beslissing is wel statutair doorgevoerd, maar wekt het wantrouwen van vele westerse landen, die vrezen dat zij daardoor de allerlaatste con trole over Zuid-Afrika zouden kunnen verliezen. Politieke klappen Vier dagen lang hebben bijna alle gedelegeerden toespraken ge houden op het IAEA-congres. Ettelijken hebben de kans gegre pen klappen uit te delen aan poli tieke tegenstanders, een onder werp dat nergens binnen de be voegdheden van de IAEA te vin den is. „Hoogtepunt" was de toe spraak van de Iraanse gedele geerde. die begon met een citaat uit de Koran, eindigde met een citaat van ayatollah Chomeini. en die verder voor negen-tiende bestond uit aanvallen tegen Is raël en doodsvijand Irak in de grofst denkbare taal, alsmede een nietszeggend bericht over toekomstplannen voor kerncen trales. De algehele frustratie was te lezen op de gezichten van de gedele geerden van landen die wel wat in de melk te brokkelen hebben in het rijk van de atoomtechnolo gie. Belangrijke onderwerpen, zoals het delen van atoomtech nologie voor vreedzame doelein den tussen ontwikkelde en ont wikkelingslanden, gingen volle dig de mist in. Vele gedelegeer den vroegen zich in af wat ze hier aan het doen waren. Het is duidelijk dat zonder de vei ligheidscontrole van de IAEA veel uitwisseling van technolo gie en de verkoop van radioactief materiaal niet tot stand zouden komen. De actie van de Amerika nen vorig jaar heeft geïllustreerd hoe makkelijk het is de activitei ten van het agentschap lam te leggen. Tegen een Amerikaanse boycot is zelfs Iran, dat heeft aangeboden het Amerikaanse deel van het budget voor zijn re kening te nemen, niet opgewas- Toch moet het politieke geharre war snel ophouden voordat lan den als de Verenige Staten er de brui aan geven. Het is nu al zeker dat volgend jaar het gevecht over Israël weer op tafel komt. Statu tair is op de geloofsbrieven van Israël niets aan te merken, en toch wil een meerderheid van IAEA-leden ze wegstemmen. Als de jaarvergadering doorgaat voor eigen politieke motieven de statuten van de IAEA te misbrui ken. dreigt de hele organisatie haar geloofwaardigheid te verlic iteur is correspondent i krant in Wenen). De Communistische Partij Nederland is onderhevig aan vernieuwing. v w 1 "1 De 'oude' communist Piet Lanser uit Rijsenhout trok in een inter- A I I g 1 j J f view met deze krant (22 september jl.) fel van leer tegen deze ontwik- l/V H i f 1 III f 11 1 VC I 1 O L M 1 T keling. Barend Schreuders, oud-fractievoorzitter van de CPN in de V V CiCvl. V/lli yv A 1| 1 7 1 1 I 1 Utrechtse gemeenteraad en vader van het oud-kamerlid Gijs, diende Lanser twee weken geleden op deze pagina van repliek. In bijgaand artikel een reactie van Lanser. Waarom ik CPN'er blijf; onder de ze kop heeft partijgenoot Schreuders gemeend veront waardigd te moeten reageren op een gesprek dat ik had met de journalist Weert Schenk. Op 22 september ontving ik het inter view en Schreuders' artikel te gen mijn opvattingen over de huidige politiek onzer partij: de CPN. Vandaar dit wat late ant woord. door Piet Lanser Ja Barend, ik schrijf onze partij, want ook ik blijf CPN'er, of jij of anderen dat nou leuk vinden of niet. Alleen zal ik blijven strijden tegen de reformistische politiek van de huidige leiding der partij. Je verbaast je dat de Haagse redac tie van deze krant er kennelijk een fijne neus voor heeft wie zij in verband met de discussie in onze partij wil interviewen. Na melijk hen die hard tegen de par tij en vooral de noodzakelijke vernieuwing in de CPN optre den. Heeft het jou, Barend, dan nooit verbaasd dat enkele jaren terug hetgeen communisten in de Kamer, Provinciale Staten of gemeenteraden zeiden, of daar buiten voor de bevolking deden, in de pers en de media vrijwel werd doodgezwegen, terwijl nu de laatste paar jaren gesprekken met Gijs Schreuders, Elsbeth Et- ty, Henk Hoekstra en anderen veelvuldig in de burgerlijke pers zijn verschenen. Van een fijne neus gesproken. Ze wisten precies wat zij hebben moesten, namelijk diegenen die met hun politiek de partij in twee delen hebben gespleten en onze krant De Waarheid aan de rand van de afgrond hebben gebracht en de strijd van de werkers tegen de reeksen van aanslagen op het levenspeil hebben verlamd. Je zegt dat het onjuist is dat het huidige partijbestuur het is die de CPN wil vernieuwen en de zo genaamde 'gestaalde kaders' daartegen zijn. Je zegt: het congres en het overgro te deel der leden hebben daartoe besloten. De Waarheid Je zou allereerst moeten beginnen met vast te stellen, hoe een meer derheid op het laatste congres tot stand is gekomen. Maandenlang had De Waarheid reeds campag ne gevoerd voor de zogenaamde vernieuwing. De inhoud van de krant was reeds lang totaal ge wijzigd, voordat er een congres- besluit was gevallen, tot groot ongenoegen van honderden par tijgenoten en duizenden lezers. Bij de discussies in de krant over de te volgen politiek werden reeksen ingezonden stukken van partijgenoten geweigerd. Zo werd deze partijgenoten de mo gelijkheid ontnomen huil me ning kenbaar te maken. Vervolgens werden uit kleine afde lingen een handvol leden, soms vijf afgevaardigden, naar het congres gestuurd, van wie vier zogenaamde vernieuwers, terwijl grote afdelingen daar niet eens aan toekwamen. Terwijl in zo'n kleine afdeling de meningen vóór en tegen zelfs nog ongeveer fifty-fifty lagen. Wanneer jij het hebt over het over grote deel der leden die deze po litiek steunen, denk ik dat de wens de vader der gedachte is. Gezien de velen die zijn weggelo pen en de velen die strijd leveren in de partij voor een werkelijk communistische politiek. En ge: zien de fatale teruggang van het lezerstal van de krant. Jij zegt dat de zogenaamde vernieuwing moet doorgaan, omdat anders de rijke tradities van de strijd onzer partij verloren zouden gaan, wel nu die worden dagelijks over boord gegooid, in het bijzonder door de krant. Ophitsen Aan B. Schreuders zou ik willen vragen: wat versta je nou precies onder vernieuwing? Bijvoor beeld zoals de partij thans doet (in navolging van de FNV): in stemmen met loonsverlaging of aan de zijde van de bourgeoisie ophitsen tegen de socialistische landen, in het bijzonder tegen de Sowjet-Unie. Dat organisatieprincipes van Le nin niet eeuwigdurend behoeven te zijn en er niets aan zou mogen worden toegevoegd, is zeker. Maar dat wil niet zeggen dat het leninisme-marxisme in de huidi ge situatie overboord moet wor den gegooid. Als je zegt dat het sektarisme zou hebben geleid tot het geen in vloed meer hebben van de partij bij de bevolking, dan zou ik wil len zeggen: wij hebben altijd te midden van de bevolking ge staan, zowel jij als ik en met ons duizenden communisten en dat staan wij nog. Maar onze partij van nu, met haar vernieuwing, is op het ogenblik nergens meer, getuige de '2,5 ze tel' in de Tweede Kamer. Als je over de socialistische landen praat, zeg je dat het een slecht voorbeeld is, om er direct op te laten volgen dat in de Sowjet- Unie voor het eerst in de geschie denis de macht aan het kapitalis me is ontnomen en onder zeer moeilijke omstandigheden een start moest worden gemaakt met de opbouw van dat land. En dat zij een beslissende rol heeft ge speeld bij het verslaan van het Hitlerisme en een grote bijdrage heeft geleverd aan de vrijheid van ons land. „Dit mogen en zullen we ook niet vergeten". In enkele zinnen, Barend, geef je een totaal verschillend beeld. Voor mij. Barend, en voor mil joenen anderen in de wereld zul len wij het maar houden op je laatste versie. Arbeidersklasse Ten slotte kom je op Polen; natuur lijk is de arbeidersklasse de drij vende kracht, behoren haar de produktiemiddelen. Jij ziet de actie der Poolse arbei ders tegen de Poolse staat als een strijd voor socialisme en vrij heid; gelijk Reagan en de paus en de hele kapitalistische meute. Ik ben van mening dat die strijd een onderdeel is van de oorlogs hetze en de organisatie van we reldoorlog nummer 3 tegen de socialistische en andere vooruit strevende landen. Zo denken ook duizenden communisten en sympathisanten. Dat jij de Pool se regering op één lijn stelt met die van Chili en Turkije is toch wel veelzeggend voor de zg. ver- Iedere gevallen Pool is mij te veel, maar dat te vergelijken met de tienduizenden gevallen Chile- nen, honderden Turken, duizen den Salvadorianen is toch ab surd. Jij denkt dat 'Solidariteit' een vak beweging is die socialisme wil of tenminste een betere maatschap pij. Misschien ook al vanwege haar prachtig klinkende naan. Denk dan maar eens aan 'Unita' (Eenheid) in Angola, een zg. par- tisanenbeweging tegen de Ange- lose socialistische regering, die zegt te strijden voor meer demo cratie en waarvan iedereen weet dat zij geleid en gesteund wordt door het racistische bewind van Zuid-Afrika en de VS, met geen ander doel dan opnieuw de macht te grijpen voor het wester se kapitaal. Verder heb je uit het interview iets gehaald, waarvoor je je schaamt, daarvoor heb jij je niet te scha men, jij hebt dat niet gezegd. In een gesprek wat ik met Schenk had over Polen, heb ik veel meer gezegd dan die zin over ontluisde Polen. Twee uur en een kwartier duurde dat interview, waarvan zeker een kwartier over Polen is gesproken. In dat gesprek heb ik met tal van voorbeelden aange toond, wie op de achtergrond van de acties van 'Solidariteit' een grote rol hebben gespeeld Daarbij heb ik gezegd; zeker zul len er door de Poolse regering fouten zijn gemaakt. Maar je moet eerst eens bedenken hoe de situatie na 1945 was. Het land platgewalst door de na zi's; platgebrand; de industrie verwoest; landbouw en veeteelt een puinhoop. En als je dan ziet dat er nieuwe steden en dorpen zijn verrezen en het land toch weer vrij welvarend was. En ver der heb ik gezegd dat ze ook eens moesten bedenken dat 750.000 Russen hun leven hebben gege ven om Polen te bevrijden. En dat de opbouw toch maar tot stand gekomen is onder leiding van een regering der verenigde Poolse Arbeiders Partij. Die zin in het interview was in het geheel niet bedoeld als discrimi natie van de Poolse bevolking. Janmaat Zelf heb ik met door Hitier ver volgde Poolse anti-fascisten sa mengewerkt en heb ik goede vrienden onder Poolse mensen Ons hele leven was een strijd te gen discriminatie, fascisme en oorlog en dan mij proberen op één lijn te stellen met Janmaat is het laatste wat ik van jou had verwacht. Maar enfin, de Twee de-Kamerleden Mateman en De Vries (CDA) stellen nu ook de CPN op één lijn met Janmaat en de CP Deze smerige belediging aan het adres onzer partij, toont wel aan hoe voorzichtig je moet zijn. Ba rend, met jouw uitlatingen aan mijn adres. Ik wil deze discussie eindigen met te zeggen, dat ook ik lid blijf van de CPN. omdat ik ervan over tuigd ben dat zij haar rol als aan voerster van de strijd der werkers tegen de uitbuiting en oorlog opnieuw zal vervullen (Door de redactie ingekort).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 19