Echtscheiding moet via kantonrechter De Leidse pers Mr. Sprey: andere regeling is hard nodig 5) ZATERDAG 15 OKTOBER 1983 Afschaffing van de verplichte rechtsbijstand door advoca ten in echtscheidingszaken zal leiden tot een chaos. Die boodschap wordt al enkele weken in verschillende toon aarden door vertegenwoordi gers van de advocatuur rond gebazuind. Sinds de regering heeft aangekondigd uit be zuinigingsmotieven boven genoemde verplichting te willen schrappen - de rege ling kost de overheid jaar lijks vele tientallen miljoe nen guldens uit de zoge naamde pro deo-pot, een pot bedoeld voor mensen die de bijstand zelf moeilijk kunnen betalen - staat de advocatuur op z'n achterste benen. Hoewel, er zijn uitzonderingen. Voor de Leidse advocaat en pro cureur mr. E.G. Sprey hoeft de huidige regeling - waarbij partij en bij onenigheid over een schei ding een proces kunnen begin nen - bepaald niet in stand te blij ven. Naar zijn zeggen is hij al 28 jaar getuige van stuitende en on verkwikkelijke taferelen. Mr. Sprey:"De buitenwacht heeft daar geen idee van. Jarenlange procedures, verbittering, het el kaar beschimpen, afschuwelijke gevolgen voor de kinderen. Som mige zaken gaan van kwaad tot erger". Conflictueus De (verplichte) bemoeienis van ad vocaten doet er volgens mr. Sprey vaak ook geen goed aan. "De huidige wetgeving verleidt tot een conflictmatige opstelling en de advocaat is van nature nog al een conflictueus beestje. Daar komt bij dat een cliënt vaak uit is op wraak of straf voor de partner. Bij echtscheidingszaken zijn ei genlijk advocaten nodig die het harmoniemodel nastreven, die partijen tot een overeenkomst brengen en de taak van de recht bank op die manier beperken tot het afgeven van een briefje voor de burgerlijke stand". "Maar daar komt het lang niet al tijd van. Veel advocaten bekij ken de zaak louter juridisch, heb ben geen oog voor de psycholq- gische kant. Er wordt meteen maar. begonnen met het uitstu ren van een dagvaarding of het leggen van beslag en dan gaat het al direct de verkeerde kant op, gaan de partijen verharden. Een andere regeling is hard no dig. Het conflictmodel moet weg en het moet allemaal eenvoudi ger". Een vergelijking met situaties in andere landen leert dat het inder daad allemaal veel eenvoudiger kan. In Zweden en Japan bij voorbeeld bestaat de mogelijk heid dat partijen zelf recht streeks naar de burgerlijke stand Extra Mr. Sprey: "Er valt inderdaad, een stuk omzet weg, reden om niet naar een betere wetgeving te streven?". stappen om een eind te maken aan de huwelijksband Een dergelijke situatie ziet mr. Sprey overigens als een onbe reikbaar ideaal: een scheidsman ter overbrugging van tegenstel lingen zal volgens hem nodig blijven. Verschil Wel een situatie die meer recht doet aan de mondigheid van mensen. Mr. Sprey wijst in dat verband op de 'ongezouten' me ning die de jurist Van Maarse- veen onlangs in het Nederlands Juristen Blad ventileerde: 'Mis schien kan men eens een einde maken aan de zedenmeesterige grofheid dat het sluiten van een huwelijk wel aan de mensen zelf wordt overgelaten, maar een ont Een andere regeling op het terrein van de echtscheiding is hard nodig, vindt de Leidse advocaat mr. E.G. Sprey die in tegenstelling tot veel van zijn collega's geen moeite heeft met afschaffing van de verplichte rechtsbijstand door advocaten in echtscheidingszaken. Hij vindt die afschaffing nog niet ver genoeg gaan en heeft, als bijdrage in de meningsvorming, zelf twee wetsontwerpen in elkaar geknutseld. "Echtscheiding moet via de kantonrechter worden afgewikkeld. En alsjeblieft geen beroepsmogelijkheid. We moeten af van die processen met ellenlange discussies en jarenlange ellende". door Bert Paauw binding alleen aan de rechter wordt toevertrouwd'. De rechter moet in de huidige Ne derlandse wetgeving nagaan of er sprake is van 'duurzame ont wrichting'. Die aanduiding heeft twaalf jaar geleden de plaats in genomen van de toenmalige vier echtscheidingsgronden: over spel, mishandeling, kwaadwilli ge verlating en een langer dan vier jaar durende gevangenis straf. Mr. Sprey: "Volgens de wetgever is duurzame ontwrichting een toe stand die door de rechter objec tief zou kunnen worden vastge steld. Één van de partijen kan op grond van zo'n ontwrichting een echtscheiding vorderen. Nou, over zo'n vordering kunnen el lenlange discussies ontstaan met jarenlange ellende". "Als duurzame ontwrichting vol gens de rechter te wijten is aan de vorderaar, dan wordt de vor dering afgewezen en wordt er een scheiding van tafel en bed uitgesproken. Ten aanzien van fi nanciën, alimentatie, omgangs regeling met de kinderen en der gelijke maakt zo'n scheiding geen verschil met een volledige scheiding. Een verschil is dat bij scheiding van tafel en bed de for mele huwelijksband in stand blijft, je kunt bijvoorbeeld niet hertrouwen. Pas na drie jaar vindt een volledige ontbinding van het huwelijk plaats". "In het nieuwe wetsontwerp wil men dit allemaal handhaven. De procesgang blijft, de tafel en bed- scheiding blijft, de beroepsmo gelijkheid blijft. Het is gewoon oude wijn in nieuwe zakken. Het enige wat vervalt is het verplich te inroepen van de hulp van de advocaat". Handtekening Overigens staat de advocaat niet helemaal buitenspel, want in de voorgestelde nieuwe regeling is opgenomen dat het formu lier, waarmee partijen een proces kunnen beginnen, moet worden afgetekend door een advocaat. Mr. Sprey: "De rol van de advo caat wordt teruggebracht tot het zetten van een handtekening. Ook onjuist en het gevolg van een foute gedachte, want als ad vocaat behandel je een zaak of je behandelt een zaak niet". Als het aan mr. Sprey zou liggen gaat de echtscheidings- en ali mentatiewetgeving veel drasti scher op de helling. Hij heeft in middels zelf twee wetsontwer pen in elkaar geknutseld - "als bijdrage tot de meningsvor ming" - die in de juridische we reld veel aandacht hebben ge trokken. Mr. Sprey: "Grondgedachte is dat scheiding niet via een proces moet worden bewerkstelligd, maar moet worden afgewikkeld via de kantonrechter. De kanton rechter hoort beide partijen bin nenskamers en spreekt de schei ding zonder meer uit. Dat is rechtspraak dichtbij huis, de plaatselijke magistraat wordt een soort familierechter. Een enorme vereenvoudiging omdat bij de kantonrechter geen ver plicht procuraat geldt" (Het procuraaTls een door de wet gecreëerde instelling, de ver plichting je te laten vertegen woordigen door een procureur. Bij het voeren van een echtschei dingsproces ben je verplicht een procureur in te schakelen, bij af handeling via de kantonrechter hoeft dat niet. Omdat het insti tuut procureur bij de meeste mensen slecht bekend is wordt gemakshalve gesproken over ad vocaat, maar eigenlijk zijn het twee verschillende begrippen. Een advocaat verleent, in tegen stelling tot een procureur, niet volgens wettelijke verplichting maar op vrijwillig verzoek van een cliënt juridische bijstand. Aangezien echter vrijwel alle ad vocaten tevens procureur zijn tilt men, ook in de juristerij, niet zwaar aan de veelvuldig door de buitenwacht gemaakte fout). Achterlichtje Volgens mr. Sprey komt een uit spraak via de kantonrechter veel minder zwaar over dan recht spraak via de rechtbank. "Tus sen kantongerecht en arrondis sementsrechtbank is een groot verschil in sfeer. Om dit met een voorbeeld aan te geven: bij het kantongerecht komen mensen voor die met een kapot achter lichtje op hun fiets hebben gere den, bij de rechtbank mensen die dronken achter het stuur van hun auto zijn aangetroffen". In de wetsontwerpen van de Leid se advocaat is de mogelijkheid van hoger beroep afgeschaft. Mr. Sprey: "Hoger beroep en cassa tie? Gewoon waanzin. Uitvloei sels van de procesmatige ge- dachtengang. Alleen ten aanzien van financiële regelingen moet hoger beroep mogelijk zijn, maar niet tegen de echtscheiding op zich. En ook over de kinderen kan het beste maar direct een uit spraak worden gedaan". Als echtscheidingszaken inder daad naar de kantonrechter zou den worden overgeheveld, ziet mr. Sprey voor de rechtbanken gunstige perspectieven opdoe men: minder lange wachttijden en de ruimte om bijvoorbeeld ook administratieve geschillen aan te pakken. "Die komen nu al lemaal bij de Raad van State te recht en veroorzaken daar een geweldig stuwmeer. Eigenlijk zou er een speciale kame»- van bestuursrecht bij een rechtbank voor moeten worden opgericht. Maar daar is nu absoluut geen ruimte voor. Als rechtbank en gerechtshof van echtscheidings zaken worden verlost, geeft dat een ongelooflijke verlichting". Mr. Sprey licht dat laatste met cij fers toe. "Neem de Haagse recht bank. Daar worden per jaar on geveer 6000 zaken afgehandeld waarvan 3200 op het gebied van de echtscheiding. Dus meer dan de helft. En die verhouding is el ders in het land vrijwel net zo". Stuk omzet De opwinding onder advocaten is dus wel begrijpelijk want echt scheidingszaken bezorgen hun nu veel werk. Mr. Sprey: "Er valt inderdaad een stuk omzet weg, met de nieuwe regeling wordt een beroepsgroep brood uit de mond gestoten. Maar is dat een reden om niet naar een inhoude lijke verbetering van een wet te streven"? "Ik zie echt niet in waarom mensen verplicht moeten worden om een advocaat te nemen als ze willen scheiden. Je wordt toch ook niet verplicht een dokter te nemen als je ziek bent". Vervolg van de vorige pagina De man in kwestie was Rob Soe- tenhorst, thans adjunct-hoofdre dacteur van NRC Handelsblad, met wiens komst in 1968 de grote vernieuwing zich aankondigde. Niet langer werd de controverse geschuwd, niet langer werd het woord van de autoriteiten voor zoete koek geslikt. tijd i lijk was zodat men besloot het bericht gedeeltelijk 'weg te ste ken'. Dat is niet passend, Pieter, zo werd hem te verstaan gege- Fabeltjes Soetenhorst herinnert zich nog goed wat hij op het LD aantrof: "Het meest rommelige redactie lokaal dat men zich kan voorstel len. De redactie was toen eenen twintig man groot, en toen ik na vier jaar wegging waren dat er tweeëntwintig. Je kunt dus spre ken van een ontzettend expan sief beleid. Oh ja, ik was de op één na jongste redacteur. Tegen Rotteveel zei ik dus al- ,En wat ook zo komisch de krant werd er voordien van achter naar voren gevuld. Wie het eerst kwam maalde het eerst. De voorpagina bestond dus uit wat op goed geluk over bleef, met eventueel toevallig het laatste nieuws. Dat hebben we toen veranderd. We werden wat agressiever en wat meer recher- cherig ten opzichte van die stad. Ik kan me nog herinneren hoe ze in die jaren een nieuwe schouw burg op het Stationsplein wilden neerzetten en het oude wilden af breken. Zoiets pikten we niet langer. Kortom, het was een heerlijke tijd. En dan het maken van een krant, ik heb dat altijd iets heel verrukkelijks gevon den. Elke dag weer zo'n tover doos". De lijn van Soetenhorst bleek aan te slaan: toen hij in 1972 vertrok was het aantal abonnees geste gen van 29.000 tot 38.000. Koud watervrees kenmerkte niet lan ger de LD-journalistiek. Maar hoe anders was dat in vroeger ja ren. Pieter Rosier (52), thans chef kunst, herinnert zich uit zijn eer ste journalistieke jaren - het moet rond 1955 geweest zijn - een routineklusje met tamelijk ver strekkende gevolgen. Onder het motto "Fabeltjes rond de menstruatie" organiseerde de af deling Leiden van de NVSH een lezing, waarmee een poging werd gedaan af te rekenen met een spijbelargument van veel jonge schoolmeisjes die om rede nen van het maandelijks onge rief de zwemles verzaakten. "Dat is een fabeltje", zei spreker, "want zodra rhen te water gaat houdt de bloeding op". Rosiers gelijkluidende berichtgeving was de volgende dag aanleiding voor de toenmalige hoofdredac teur de persen te laten stoppen, wat technisch niet meer moge- Lingerieshow Rosier was als jonge stadsverslag gever een graag geziene gast bij lezingen, diacauserieën en niet te vergeten kook- en bakmiddagen van de Bond van Plattelands vrouwen en de Nederlandse Ver eniging van Huisvrouwen. Be halve die ene middag, toen er een lingerieshow op het programma stond. De directrice van het mo dellenbureau, die dit stukje pu blic relations niet gaarne verlo ren zag gaan, zorgde er uiteinde lijk voor dat Pieter na veel vijven en zessen mocht blijven. Temid den van gniffelende dames met schalkse opmerkingen ("is dót even bofffen!") volbracht Pieter er zijn taak. "Ik genoot van die pikante show. Zwart was toen in de mode, hoe zwarter hoe pikan ter. Ik schreef er dus een lyrisch stukje over. En de volgende dag zei de voorzitster tegen me: me neer Rosier, u bent een gebóren modeverslagge ver" Ten tijde van Rosiers komst naar de krant werden journalisten nog door de directeur aangeno men. In het geval van Pieter was de eerste vraag: welke partij is u welgezind? Toen hij vol overtui ging de WD opgaf, luidde het bevrijdende antwoord: "Meneer Rosier, dan kunt u uw benoe ming spoedig tegemoet zien". Pieter Rosier ziet ze in gedachten nog voor zich: de hoofdartikelen in die tijd onder het kopje "Hoe ra, weer een prinsesje" of hande lend over de woede van de hoofdredacteur die er getuige van was geweest hoe een groep jongelui de trein van Leiden naar Utrecht met sneeuwballen had bekogeld. Of een staaltje van on derzoekende journalistiek van een collega op de streekredactie, wiens opdracht het was een be richt over de toenemende vervui ling van de Noordzee bij Katwijk en Noordwijk uit te diepen. De man ging met een bootje te wa ter, stak zijn hand in de zee en verklaarde zijn lezers vervolgens dat er van vervuiling geën sprake kon zijn; de zee was immers brandschoon. Baby's verwisseld Even genoeg gepraat over het Leidsch Dagblad. Natuurlijk was daar ook nog de Nieuwe Leidse Courant, aangesloten bij de in middels geheel in het dagdblad Trouw opgegane protestants- christelijke Kwartet-combinatie. Spitsuur op de voormalige LD-burelen. De NLC mocht zich in de jaren vijftig op de borst slaan inzake een landelijke primeur: die van de babyverwisseling in het Aca demisch Ziekenhuis te Leiden. Na een tip van één der betrokken familieleden onthulde genoemde krant dat er op de kraamafdeling twee baby's waren verwisseld en dus bij de verkeerde moeders te recht waren gekomen. Iets wat aanvankelijk van ziekenhuiswe- ge stellig werd ontkend, zo herin nert Simon de Groot (56), des tijds chef-redacteur bij de NLC, zich nog goed. "Die instanties waren destijds nog gesloten burchten. Van persdiensten had je nog nooit gehoord. Je werd er niet geholpen, je werd er alléén maar gewantrouwd. Er is zelfs een moment geweest waarop we zelf gingen twijfelen aan de juist heid van onze berichtgeving. Maar uiteindelijk bleken we het wel degelijk bij het rechte eind te hebben". De Groot, thans redacteur geeste lijk leven bij het Leidsch Dag blad, begon zijn journalistieke loopbaan na de oorlog als Leids verslaggever bij De Nieuwe Ne derlander, een doorbraakblad met socialistische inslag dat door veel abonnees ten onrechte werd aangezien voor een voortzetting van de vooroorlogse christelijk- historische krant De Nederlan der. Een schriftelijke aanbeve ling om abonnee te worden van de hand van zeven Amsterdamse predikanten (onder wie ds. Bus- kes) maakte de verwarring nog groter. De Groot zelf ontging dit alles: "Ik was maar een onder maats verslaggevertje dat met het beleid niets te maken had". Hij omschrijft De Nieuwe Neder lander als een soort wilde plant die enkele jaren heeft bestaan. Hoe dan ook: al in 1946 bekeerde hij zich tot de Nieuwe Leidse Courant (toen nog zetelend in een woonhuis aan de Hoge- woerd) waarvan hij zich nog als de dag van gisteren herinnert hoe daarom in de eerste maan den na de oorlog werd gevoch ten. "Naast de illegale bladen was de NLC de enige krant die in Lei den verscheen. En de papiertoe wijzing was veel te beperkt om de leeshonger van het publiek te stillen. Een abonnement bood in die periode geen enkele garantie dat je de krant ook daadwerke lijk in je bus kreeg. Er waren zelfs bezorgers die met geen en kele krant bij hun abonnees aan kwamen. Die werden onderweg gewoon gemolesteerd. Maar toen het Leidsch Dagblad in 1946 weer begon te verschijnen heeft dat de NLC evenveel abonnees gekost als het LD erbij kreeg toen de NLC in 1973 werd opge heven". De Groot was eind 1973 de man die het licht uitdeed in het NLC-ge- bouw aan de Steenstraat (thans een gedeelte van het-Lido thea ter) waar hij vanaf de ingebruik neming in 1950 zijn werk had verricht. "Het was een mooi punt. Er is een tijd geweest dat we elke morgen het belangrijk ste telexnieuws op grote vellen papier schreven en die vervol gens voor de ramen hingen. Dat veroorzaakte vaak zo'n grote op loop dat de tram er nauwelijks door kon. De politie verzocht de directie op een gegeven moment te stoppen met die bulletinering, en zo is daar de klad in geko men". Zoals het Leidsch Dagblad aan het eind van de jaren zestig inhoude lijk veranderde, zo brokkelde in die periode ook de vanouds zeer gezagsgetrouwe opstelling van de NLC enigszins af, al werd dat proces nogal eens vertraagd door de centrale redactie van het moe derblad in Rotterdam (De Rot terdammer). Zo was bijvoor beeld zondagsport jarenlang vol strekt taboe. En mocht er eens een insluipsel zijn, dan volgde er onmiddellijk een reprimande uit Rotterdam, veelal geïnspireerd door de huidige RPF-voorman Meindert Leerling die daar toen centraal sportredacteur was. Van Leerling is bekend dat hij op een redactievergadering met veel verve kon verdedigen dat hij zijn kinderen niet naar de Fabeltjes- Ontslag krant liet kijken. Van hem was ook de vondst om ooit Sjoukje Dijkstra op zaterdagavond Olympisch kampioene kunstrij den op de schaats te laten wor den terwijl het toch echt al zon- komt, leggen we de pennen neer. Als we niet over de wérkelijke harteklop van de jeugd mogen schrijven, dan houden we ermee op. Men capituleerde". Gevoeligheden In dat licht moeten ook de gedrags codes worden bezien die zo nu en dan vanuit de centrale redac tie in Rotterdam de redactie van de NLC bereikten. De Groot: "Daarin werd dan uitvoerig be schreven hoe we met name de streng-orthodoxe lezers moesten ontzien. Eén van die consignes was het woord Sint Nicolaas. Dat was een rooms insluipsel, dat kon niet in een orthodox-gerefor meerde krant. Hetzelfde gold voor slecht weer, want dat kwam van de Heer en mocht daarom hoogstens ongunstig worden ge noemd. Het aankondigen van vergaderingen en dergelijke moest bij voorkeur in de wensen de wijs. De Vrouwenbond hoopt haar jaarvergadering te houden, enzovoort, want de mens heeft niet de beschikking over de tijd. Dat waren de bekende gevoelig heden waarmee een protestants- christelijke journalist terdege re kening diende te houden". "Maar met de jaren zeventig ont stond er toch langzaam maar ze ker een kritische toon. Er was de rubriek "Weerhaakje" waarin toestanden en personen op de korrel werden genomen. De NLC was ook de eerste Leidse krant met kritische commenta ren aangaande gemeentelijke aangelegenheden. Daar hadden de bestuurders aanvankelijk erg véél moeite mee, want dat was immers nog nooit voorgeko men". De doorbraak van een kritischer journalistieke opstelling: ook Ruud Paauw (46), thans adjunct- hoofdredacteur van het Leidsch Dagblad, is een kind van dat pro ces. Nadat hij in 1961 als 23-jarige de redactieburelen van het LD had betreden, begon hij al spoe dig mee te werken aan de jeugd pagina "Jouw Wereld". Een foto daarop van het rockidool Vince Taylor leidde tot het hoofdredac tionele commentaar: "Wie is die in leer verpakte vieze jongen?". De komst van The Beatles naar Nederland veroorzaakte een heus generatieconflict op het LD. Voor een bezoek aan de tv- opnamen in het Hillegomse Tres long was de hele jeugdpagina in geruimd, maar toen puntje bij paaltje kwam leek dat plan door de hoofdredacteur te worden verijdeld. Paauw: "Toen hebben we gezegd: als dat ervniet in Toen nog wel, maar niet ten tijde van een enquete onder jongeren aangaande het Drie October- feest, met als algemene uitkomst dat het een saaie bedoeling was ge worden die hard aan vernieu wing toe was. Een bijna Orwel liaanse ingreep van de hoofd redactie leidde niet alleen tot vernietiging van de totale oplage (de gewraakte pagina was reeds gedrukt), maar ook tot ontslag van de schrijver van het artikel. Totdat een dag later kwam vast te staan de hoofdredacteur de proefdruk in eigen persoon voor correctie had geparafeerd. Het ontslag werd ingetrokken en de rust keerde terug. De angst voor het conflict manifes teerde zich ook nog eens pijnlijk op 10 maart 1966, de dag waarop prinses Beatrix met Claus von Amsberg in het huwelijk trad. Paauw: "Terwijl de rookbom men als het ware door het tv-toe- stel kwamen, werd een reeds in getekende foto van de rellen er door een woedende hoofdredac teur weer uitgehaald. "Dit komt niet in mijn krant!". De direc teur, die ernaast zat, liet bij het zien van de televisiebeelden van schrik zijn pijp uit de mond val len. Zijn wereld stortte ineen". Paauw zou zich nog iets later inten sief gaan bezighouden met de rel rond Sjef Teuns, de toenmalige directeur van het Medisch Op voedkundig Bureau die door het bestuur was ontslagen omdat hij van het MOB een soort model boerderij van de ambulante geestelijke gezondheidszorg had gemaakt. "Het werd een ver schrikkelijke rel tot op kabinets niveau toe. In die tijd is Soeten horst vaak onder druk gezet. Dat hem werd gezegd: kan .die jon gen niet eens ophouden met dat geschrijf. Teuns is uiteindelijk toch langzaam gewurgd. Hij is te leurgesteld verdwenen en is nu hoogleraar in Kassei. Maar de krant heeft in die affaire een zeer belangrijke en vernieuwende rol gespeeld, net zoals trouwens in de kwestie Daey Ouwens, maar laten dóór niet wéér over begin nen". En dan was er nog de Leidse editie van Het Vrije Volk, die in een pand aan de Steenstraat (tegen over de NLC) een tamelijk glo rieus bestaan leidde van direct na de oorlog tot 1970. Naast de huidige hoofdredacteur van NRC Handelsblad, Wout Woltz, werkte op die eenmanspost ook van 1959 tot 1963 Henk Lichten- feld(46), thans hoofdredacteur- directeur van het ANP in Den Haag. "Wat ik me nog kan herin neren? Burgemeester Van Kin schot, die lustte geen haring en hield hem dan op 3 oktober even boven zijn mond voor de foto. En natuurlijk Baignoire B-3, dat was mijn vaste plaats in de Schouw burg. En niet te vergeten mijn trauma: de brand in Minerva die ik gemist heb. Ze waren mij ver geten te bellen, en toen ik om elf uur 's morgens kwam aankakken was het al te laat. Dat heb ik me zelf nooit vergeven". Censuur wil hij het niet noemen, maar het was in die jaren heel ge bruikelijk dat Lichtenfeld zijn commentaren aangaande het stadsgebeuren vóór plaatsing liet lezen door Kees Piena, de toen malige fractievoorzitter van de PvdA in de Leidse gemeente raad. "Je gaf nu eenmaal het standpunt van de partij weer. Aan de andere kant. als je het waagde om op zondagmiddag een hoofdinspecteur van politie thuis op te bellen omdat er een moord was gepleegd, dan kreeg je te horen (bekakt stemmetje): hoe haalt u het in uw hoofd om mij te bellen, ik ben vandaag vrij! En de salarisroof in het Acade misch Ziekenhuis, dan was er een persconferentie waarop werd meegedeeld dat er niets kon worden meegedeeld. Het was eigenlijk te gek om los te lo pen". Samenvattend: "Een fantastische tijd, al werkte je zeven dagen in de week. Je had eigenlijk alleen 's zondagsavonds vrij. Als je dan je envelop met kopij op de trein naar Amsterdam had gedaan, ging je met je vrouw naar Het Schuttershof waar je pils en bit terballen bestelde. Dan was het echt feest". Boos De geschiedenis van de Leidse pers zou, ten slotte, niet com pleet zijn zonder een beeld te ge ven van de jaren zeventig en de vroege jaren tachtig. Welnu, die taak is snel volbracht. Door een zakelijker journalistieke benade ring, die onmiskenbaar tot een betere krant heeft geleid, wordt het onderhavige ambt tegen woordig beoefend door door gaans bloedserieuze mensen en komen uitspattingen als boven omschreven praktisch niet meer voor. Of het zou die rel halverwe ge de jaren zeventig moeten zijn, toen een enthousiaste LD-hoofd- redacteur zich met zijn redactie ploeg van toen nog 22 medewer kers liet vereeuwigen op de ach terpagina van een speciale ver kiezingskrant. Het opschrift luidde: "Wij met ons tweeën twintigen maken deze goede krant". Soms, als de zetterij heel boos is, hangen ze die krant nog wel eens aan het prikbord. Ten behoevi o L.CJ. Rooien, H> Paauw en A A M. Pielen. LI-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 23