Security '83: beurs voor bange mensen Een rots in de branding Deugdelijk fietsslot ontbreekt Oude scheepskaarten waren vaak opmerkelijk precies ZATERDAG 8 OKTOBER 1983 Het begint met een eenvoudige knip op de deur. Maar naarmate de mens zich grondiger wenst te wapenen tegen inbraak of andere vormen van criminaliteit, biedt de security-industrie een bont scala van doorgaans peperdure beveiligingssystemen. Anti-gijzelingszenders, giasbreukmelders en spraakvervormers zijn slechts een kleine greep uit wat de komende week op de jaarlijkse securitybeurs zal worden gepresenteerd. We hamen er alvast een kijkje. door Sjak Jansen Elektrotechnische Ondernemersorganisaties): "De criminaliteit verplaatst zich t winkels en de gewone rijtjeswoningen, die nog wèl simpel zijn binnen te dringen". De twee heren van Nieuwe Re- vu, die incognito bankdirec teuren in verleiding brachten met zwart geld, zijn thans ge waarschuwd. Hun bestrijder is geboren: de bandrecorder- verklikker. Te zien op de be veiligingsvakbeurs Security '83, die van aanstaande maandag tot en met vrijdag in de Utrechtse Jaarbeurs wordt gehouden. Daar, op 10.000 vierkante meter expo sitieruimte, presenteert een van 's lands snelst groeiende bedrijfstakken haar nieuwste snufjes. En dat zijn er nogal wat. Van de super-inbraakvrije brandkast en anti-gijzelingszender tot de door een robot gestuurde bankkluis. En alles voorzien van micropro cessors en andere wonderen der techniek. Eén ding ontbreekt echter temidden van het elektro nische vernuft: een handzaam en betonschaarbestendig fietsslot. Dat heeft de op andere gebieden zo vindingrijke beveiligingsin dustrie nog altijd niet kunnen voortbrengen. Maar ook zonder dit ingetwijfeld handige kleinood gaat het de be drijven in security voor de wind. Jaarlijks gaat er alleen al in elek tronische systemen 150 miljoen gulden om. Het aantal verkochte alarminstallaties wordt geschat op honderdduizend. In een tijdsbestek van nog geen tien jaar is het aantal Nederland se bedrijven op het gebied van security uitgegroeid van hon derd naar ruim zevenhonderd met in totaal meer dan twintig- duizend arbeidsplaatsen. In de beveiligingsbranche is zelfs spra ke van wildgroei. Schuldig daar aan is in hoofdzaak onze wet op de weerkorpsen, die stamt uit 1937 en die daartoe zeeën van ruimte laat. Zware jongens Wildgroei is er in zekere zin ook als men let op de afnemers. Veel ac cessoires verdwijnen in de han den van lieden die Jaarbeurs- woordvoerder Wilkes bestem pelt als „zware jongens", hetgeen wordt beaamd door verkoper El- singer van het Haagse security- bedrijf Nederlandsche Huistele foon Maatschappij. „Vorig jaar", vertelt deze niet zonder trots, „stond meesterkraker Aage M. te neuzen bij onze stand. Maar vra gen hoe onze apparatuur werkte deed hij niet." „Wij screenen dat soort mensen al tijd", zegt verkoper Groot van het Purmerendse Dubbelton Communicatie bv. „Daar hebben wij een eenvoudig trucje voor. Maar soms hoef je niet te scree nen. Dan hoor je het aan de stem dat de klant minder goede be doelingen heeft." Groot verkoopt niet alleen comple te recherchesets, ook noodo proeprecorders om bommeldin gen te registreren en spraakver- vormers met als doel de vijand op een dwaalspoor te brengen. Nieuw is een draadloos en hoog frequent persoonsbeveiligings systeem. „Ideaal voor nachtpor tiers en andere eenzame werkers", meent Groot. „Die hoeven niet meer bang te zijn voor een knuppel in de nek; dat wordt meteen geregistreerd." Registreren, maar dan met behulp van laserstralen, doet ook een hypergevoelig afluisterapparaat. Het is een beangstigend stukje techniek. Ogenschijnlijk is het een gewone camera, maar wie het op een statief zet en op een raam richt waarachter gepraat wordt, kan het hele gesprek al daar opvangen. Zelfs op vijf kilo meter afstand zou dat lukken. Een fotogevoelige cel in de laser straal reageert op de trillingen van het stemritme op de ruit en de laserstraal weerkaatst dat. Een micro-elektronische uitrus ting waar men volgens de folder u tegen zegt. En er is een markt Wedloop Hetzelfde geldt voor de super-in- braakvrije brandkast. Die moet volgens verkoper Stulp van het Groningse brandkastenbedrijf Remmers tussen de acht- en der tienduizend gulden gaan kosten. „Maar het zwarte gilde zal er een zware dobber aan hebben", voor spelt hii. De technieken van brandkastkra- kers zijn volgens Stulp tegen woordig van dien aard, dat abso luut inbraakvrije kasten moeilijk te realiseren en extreem kost baar zijn. „Vroeger was een kast van gehard stalen platen al vol doende om inbraakpogingen in de kiem te smoren. Maar dat werd anders met de komst van acetyleengas in flessen. Daarte gen is dat staal niet bestand. De gegoten pantserplaat van wit gie tijzer wel. Zelfs met de beste snij brander is daar niet doorheen te komen. Dat lukt alleen met een krachtige boormachine voorzien van diamantboren. Maar ook dat wisten de krakers gauw genoeg. Iedereen schafte zich toen zo'n machine aan. Maar tevergeefs, want inmiddels kenden wij nóg harder materiaal van korund- brokken, waarop zelfs diamant- boren stukliepen." Het duurde echter niet lang of de krakers hadden ook daar iets op gevonden: de thermische lans. Die wandelt daar met zijn tempe ratuur van maximaal 4000 gra den Celsius in een paar minuten doorheen. „Maar tegenover onze nieuwe brandkast heeft hij geen schijn van kans", stelt Stulp. Niettemin bestaan er volgens Stulp wel andere maniertjes om hem open te krijgen. „Vroeg of laat zal het zwarte gilde die onge twijfeld ontdekken. Maar dan hebben wij misschien weer wat nieuws. Zo is er een voortduren de wedloop gaande". „En aange zien de misdadiger over meer middelen beschikt", zegt zijn collega Groot, „zal hij ons altijd een stap vóór blijven." Dievenklauw Utrechter J. Visser, bestuurslid van de sectie beveiliging van de Unie van Elektrotechnische On dernemersorganisaties (UNETO) gelooft daar niets van. De intelli gentie van de misdadiger neemt volgens hem eerder af dan toe. „Je ziet dat aan de risicopyrami- de. Bovenin zitten de banken, maar die beveiligen zich op aller lei manieren, dus zie je dat daar de criminaliteit afneemt. Die ver plaatst zich naar onderen, naar de kleine winkels die nog wèl simpel zijn binnen te dringen." In de particuliere sector is het al niet anders. „Vroeger liepen de inbrekers rijtjeshuizen voorbij, muntten ze het op dure villa's in Wassenaar en Blaricum. Maar omdat die huizen in de loop der jaren met behulp van security onneembare vestingen zijn ge (foto Michael Kooren) worden, zijn het nu de rijtjeswo ningen waar wordt ingebroken. De score per inbraak is aanmer kelijk lager geworden." Beveiligen begint volgens Visser met een eenvoudige knip op de deur en een dievenklauw (een stalen pin die de deur in het scharnier houdt). Een bramen struik met flinke doorns om het huis kan ook geen kwaad. Anti- klimpasta op de regenpijp even- min. Het gaat er volgens Visser om voor begerige indringers zoveel moge lijk barrières op te werpen. „We tende natuurlijk dat je van je huis geen bunker kunt maken. In dat geval biedt elektronische beveiliging nogal eens uitkomst. Ik denk dan aan infrarood of ul- tra-sonoorapparaten, die respec tievelijk menselijke warmte en geluiden signaleren en vervol gens alarmslaan. Maar daarbij moet wel worden vermeld dat tachtig procent van de alarmen door de gebruiker zelf wordt ver oorzaakt. Die vergeet dan bij thuiskomst dat zijn alarminstal latie staat ingeschakeld. Het vergt dus wel een zekere discipli ne." Duur Goedkoop is dergelijke apparatuur niet; twee-, drieduizend gulden is men zo kwijt. Nog duurder wordt het met allerlei extra's zo als sabotageveilige trilcontacten en explosievendetectors. In hoe verre dergelijke voorzieningen dienen te worden aangeschaft, hangt voor een belangrijk deel af van het oordeel van de verzeke ringsmaatschappij. Hoe attrac tiever de inboedel, des te zwaar der de beveiliging. Het Valkenswaardse Cableguard introduceert thans een beveili gingssysteem met gebruikma king van bestaande Centraal An tennekabels. Handig voor bejaar den die om hulp verlegen zitten. Die hoeven nog slechts op een knop te drukken. De kabel brengt dat signaal dan over naar een centraal bewaakte post. Wie geplaagd wordt door toeval en dan niet in staat is om het kabel systeem in werking te zetten, hoeft niet te treuren. Want ook daarvoor heeft de security-indus trie een oplossing: een zendertje dat men aansluit op de hoofd kraan en dat alarm slaat zodra men bijvoorbeeld 24 uur achter een geen water heeft gebruikt. Zo'n eenvoudig zendertje kan ie mands leven redden, zeggen de beveiligingsbedrijven vol trots. Hetzelfde geldt volgens hen voor de al even handzame anti-gijze lingszender. „Met zo'n ding op zak waren Caransa en mevrouw Van der Valk nooit gekidnapt. Ze hadden maar op een knopje hoeven drukken en de politie had hen in een mum van Ujd op gespoord." Langs deze weg heeft security de afgelopen jaren op menig plekje zijn intrede gedaan. Dat de men sen veelal angst zou worden aan gepraat, daar gelooft UNETO-be- stuurslid Visser niets van. „Ik hoor dat negatieve gebral wel va ker. Ik word daar onderhand on passelijk van. Security moet u zien als een stukje techniek dat de mensen een prettiger gevoel geeft. En soms extra ogen en oren." Plofkraken Visser doelt op giasbreukmelders die elke poging tot inbraak sig naleren; ruimtedetectoren die alarm slaan bij elke beweging; toegangscontrolesystemen die verhinderen dat ongeautoriseer de personen beveiligde vertrek ken binnengaan en gesloten tv- systemen die mensen overal in het oog houden, ook als ze niets vermoedend op het toilet zitten. Er zijn asbakken met ingebouwde, lichtgevoelige microfoons, in di- plomatenkoffers aangebrachte video-uitrustingen. En er zijn de tectoren die dat verklikken. Alle maal apparatuur waarmee ach terdochtige zakenlieden zich be veiligen tegen bedrijfsspionage. Er is nu ook een antwoord op het plofkraken van nachtkluizen ge vonden: een pneumatisch bui zensysteem dat de geldcassettes feilloos transporteert naar een veilige plek. ló-akers die gewend zijn met een cassette vol dyna miet een nachtkluis tot ontplof fing te brengen, hebben nu geen schijn van kans meer. Zo zuÜen er binnen afzienbare tijd ook ondoorzaagbare tralies zijn. En draagbare microfilmvernieti gers. De inventiviteit van de be veiligingsindustrie kent soms geen grenzen. Veel energie wordt nu gestopt in het ontwik kelen van een waterdicht beveili gingssysteem tegen inbraken in computerprogramma's: een nieuw fenomeen. Ondertussen twijfelt niemand eraan of er zal volgende week bij de Jaarbeurs weer menige fiets worden gesto len. Ondanks gebrekkige middelen zijn er sinds de Middeleeuwen fraaie zeekaarten ontworpen die in sommige gevallen een verbazingwekkende overeenkomst vertonen met de huidige, met behulp van elektronica geconstrueerde kaarten. Het vastleggen van vaarroutes, kustprofielen, stromingen, ondiepten e.d. heeft altijd tot de verbeelding van mensen gesproken. Vooral in tijden waarin grote delen van de wereld nog moesten worden 'ontdekt'. Knopen tellen is er al lang niet meer bij en de zandloper wordt tegenwoordig alleen nog maar gebruikt voor het koken van een halfzacht eitje maar de cartografische prestaties uit voorbije eeuwen blijven fascinerend. Toen Columbus op 12 oktober 1492 tijdens één van zijn ontdekkingsreizen op de Bahama's landde, dacht hij in de buurt van Japan te zijn. Het gevolg van een fout die dertien eeuwen eerder was gemaakt door Ptolemeus, de grote wiskundige, geograaf en astronoom uit de tweede eeuw na Christus. Ptolemeus had de onbekende wereld in westelijke richting danig onderschat. Hij leefde in de veronderstelling dat er tussen Europa en Azië geen (onbekend) continent kon zitten en in de Middeleeuwen was men die mening nog altijd toegedaan. Vandaar de vergissing van Columbus. Een begrijpelijke vergissing in een periode waarin men tijds- en afstandsbepaling deed met behulp van de zandloper en het zogenaamde knopen tellen. Een periode ook waarin men weliswaar over fraaie, maar niet al te nauwkeurige (zee)kaarten beschikte. Hoewel, voor de destijds geleverde prestaties van particuliere kaartenmakers kan men gezien de gebrekkige middelen alleen maar respect hebben. De overeenkomst met de afbeeldingen op onze huidige kaarten is soms nog verbazingwekkend groot. En de bijgeleverde illustraties zijn, vergeleken met de huidige kaarten, onovertroffen. "Het verschil tussen een oude kathedraal en een moderne betonnen kerk". Zo karakteriseerde schout bij nacht Van Opstal, chef van de Hydrografische Dienst van de Koninklijke Marine, deze week de tegenstelling tussen de 'romantische kaarten van vroeger' en de 'klinische produkten van tegenwoordig'. Hij deed dat ter gelegenheid van de presentatie van het boek 'Oude scheepskaarten en hun makers', een uitgave waarin een beeld wordt geschetst van vijf eeuwen nautische cartografie, geplaatst tegen de achtergrond van politieke ontwikkelingen, handelsreizen en de groei van wetenschappen als astronomie, wiskunde en geografie. De produktie en kwaliteit van de zeekaarten loopt parallel aan de machtsverhoudingen ter zee tussen de diverse Europese landen. Zijn het in de 14de en 15de eeuw vooral de Portugezen en Spanjaarden die via ontdekkingsreizen veel kennis van de wereld buiten Europa vergaren, in de 16de eeuw is het de beurt aan Frankrijk terwijl Nederland de toon aanvoert in de 17de eeuw. In de 18de eeuw moet Nederland de vooraanstaande positie overdoen aan de Engelsen en Fransen. Zeemansgidsen Overigens moet er bij de oude Grieken en Romeinen al enige nautische kennis aanwezig zijn geweest, getuige de vondst van stukken die veel weg hebben van zeemansgidsen. Met de ondergang van het Grieks-Romeinse rijk ging die kennis - overgedragen aan de Arabieren - voor Europa verloren. Pas in de Middeleeuwen kwam daar verandering in. In het Middellandse Zeegebied verscheen in de dertiende eeuw de door Bert Paauw Kaart van Sumatra, de noordkust van Java. de zuidpunt van Borneo en een deel van Malakka uit 1598. zogenaamde geschreven zeemansgids (de oudst bekende dateert van 1296). In zo'n gids stonden gegevens vermeld over onder meer kustprofielen, stromingen, kliffen, ondiepten, vaarroutes en dergelijke. De tekst werd afgewisseld met schetsen van kustgebieden. Boden deze gidsen wel enig houvast, vooralsnog concentreerde de zeeman uit vroegere tijden zich 's nachts op de Poolster, het enige vaste punt aan het firmament. Door deze ster in de peiling te houden was hij er zeker van op een vaste koers te liggen. Met de komst van de kompasnaald was hij ook in staat overdag een juiste koers te houden. Overigens was het eerste kompas niet veel meer dan een kom water waarin een naald dreef, voor gebruik op zee nauwelijks een geschikt instrument. Daar kwam in de veertiende eeuw verandering in met de constructie van een kompasdoos met daarin een zogenaamde kompasroos. Op de kompasroos waren de acht hoofdstreken getekend, die al vanaf vroege tijden genoemd werden naar de winden die uit die richting bliezen, bijvoorbeeld de Sirocco (zuidoostenwind), de Mistral (noordwestenwind) of de Levante (oostenwind). In de 14de en 15de eeuw verzamelden de Spanjaarden en Portugezen, toen oppermachtig ter zee, via ontdekkingsreizen bijzonder veel waardevolle gegevens. Gegevens die echter, volgens de gewoonte van die tijd, zoveel mogelijk geheim werden gehouden. Want voorkomen moest worden dat andere landen er hun voordeel mee konden doen. Uiteraard lekte er toch het nodige uit. Daar deed vooral Frankrijk zijn voordeel mee. Het stadje Dieppe was in de 16de eeuw één van de belangrijkste havensteden waar erg veel informatie over verre kusten binnenkwam. De cartografie kwam er tot grote bloei. Cartografen - de School van Dieppe - verwerkten alle informatie in prachtige kaarten. Ook Nederland profiteerde van door de Portugezen verzamelde kennis. De Enkhuizenaar Jan Huyghen van Linschoten verbleef van 1583 tot 1589 in Portugees Indië als boekhouder van de Portugese aartsbisschop van Goa. Hij hield zijn oren en ogen goed open en bij terugkeer in Nederland schreef hij een reisverslag (de Itenario) dat bol stond van interessante gegevens over de Portugese navigatie in de Indische wateren, vaarroutes, handelsplaatsen enzovoorts. Het boek sloeg enorm in bij de op handel met het oosten beluste Nederlanders die hem gebruikten als een soort reisgids. Het bevorderde de opkomst van de Vereenigde Oost-Indische Compagnie. Verantwoordelijk voor het opbouwen en bijwerken van de 'geheime atlas' van de VOC was Amsterdammer Joan Blaeu. Blaeu werkte aan een ambitieus project - de Atlas Major - en had in gedachten de publicatie van kaarten van alle landen, zeéen en hemelen. Onderhandelingen tussen Blaeu en de VOC liepen stuk op financiële perikelen en hoewel eerstgenoemde het manuscript al klaar had, kon hij zijn plannen niet verwezenlijken. Een andere Nederlander die niet onvermeld mag blijven is Gerard Mercator (eigenlijk Gerard Kremer) die wel wordt beschouwd als de meest vooraanstaande cartograaf na Ptolemeus. Mercator, levend in de 16de eeuw, vervaardigde kaarten volgens de door hem ontdekte projectiemethode. Hij slaagde er als eerste in het bolvormige aardoppervlak zodanig in kaart te brengen dat de kaart geschikt werd voor navigatie over grote afstanden. Overigens vonden de kaarten slechts langzaam waardering en invoering omdat de meeste zeelieden het meten van afstanden op dergelijke kaarten veel te ingewikkeld vonden. Wie wel met de Mercatorprojectie werkte was de Brit Robert Dudley in de 17de eeuw. Hij ontwierp een heel opmerkelijke atlas: Dell' Arcano del Mare (De geheimen der zee) met zeekaarten van de gehele wereld. De atlas blonk ook uit door het schitterende graveerwerk waarvoor de Italiaanse kopergraveur twaalf jaar nodig had en waarbij hij 5000 pond koper gebruikte. Koper komt er tegenwoordig al lang niet meer aan te pas. Sinds de zeekartering een overheidsaangelegenheid is geworden (aan het eind van de 18de eeuw) en er internationaal een vrye uitwisseling van gegevens ontstond, zijn de methoden ten aanzien van het ontwerpen van kaarten steeds verder verfijnd. Nederland heeft drie opnemingsvaartuigen (Hr.Ms. TVdeman, Hr.Ms. Buyskes, Hr.Ms. Blommendal) beschikbaar om zijn nog altijd niet geringe steentje bij te dragen. Schout bij nacht Van Opstal: "We staan op de drempel van een nieuwe tijd, de tijd van de elektronische kaart. Gegevens worden op een band of een schijf vastgelegd en in de computer opgeslagen. Hoewel er ook nu met vakmanschap, liefde en precisie wordt gewerkt is de romantiek er wel af, de witte overhemden blijven schoon. Ik kan het begrijpen als mensen met enige weemoed terugkijken naar de kaarten van vroeger". Oude Scheepskaarten en hun makers, hoogtepunten uit vijf eeuwen cartografie, door Robert Putman. HJ.W. Becht's Uitgeversmij. b.v.. Postbus 162, Amsterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 23