Verliezen betekent een enorme vernedering Schaakshow Leiderdorp America's Cup LEIDEN- Met speels gemak is het vijftal van Leiderdorp de halve finales van de strijd om de landstitel in de klasse tot 13 jaar binnengedarteld. Naarmate het einde van de driedelige 'show' naderde, werden de hoogstandjes van de jongste kampioenen van de Leidse Schaakbond zo wild, dat Maastricht in de slotronde niet met 5-0 maar met 'slechts' 3-2 uit het zadel werd gewipt. Alvin de Bock en Adinda Kos ter grepen toen te hoog, om dat de concentratie was gaan lijden onder het weten van 'we zijn er al'. Maar Kilian Schreuder voltooide wel zijn salto mortale, ingezet met een paardoffer op f7, met een fraai mat midden in de 'ring'. De winstpartijen van Raoul van Ketel en Just Blom, die beiden overigens al hun bui telingen op '64' zegevierend afsloten, waren zondermeer overtuigend. De basis voor het succes legde. Leiderdorp in de openings ronde door BSG/Bussum, dat tenslotte ook tot de halve fi nales zou doordringen, met 3- 2 in het zand te laten bijten. Hierna kon Leiderdorp ei genlijk al op zijn lauweren gaan rusten, want de triomf 0/2-4 op 'De lange rokade' uit Alkmaar sprak boekde len. Leiderdorp oogstte in de klasse tot 16 jaar echter geen ap plaus, want de openingswed strijd tegen Wassenaar werd een compleet drama: 0-5. Zo juichte Thom Rasser te vroeg toen hij een kwaliteit won, want twee zetten later riep Eric v/d Hoeven hem op het matje. Edward v/d Marei werd het slachtoffer van een nukkige vrijpion van Anne- marie Benschop, terwijl Ni- colette van Polanen even zo vrolijk Jan Willem Hennep man in een matnet ving. Con- stand v/d Meys had kunnen winnen, maar Femke de Vries ontfutselde hem echter dame tegen toren. Taco de Vries had de hatelijke nul nog kunnen wegwerken, maar na 120 zetten in 5 V2 uur ging hij in de fout: Paul van Eden profiteerde dankbaar. Toch was er nog feest voor de LSB in deze klasse, want Katwijk slaagde er in De Zwarte Dame in Kruiningen te verleiden: 1-4. Kees de Best had zijn opponent wel zeer snel in houdgreep. Peter van der Plas en Wijnand Kuijt presteerden hetzelfde, zij het heel wat later. Arend Guijt overschatte zijn aanval, maar Marco van Delft bleek aan één enkele tegenkans ge noeg te hebben om het sub tiel af te ronden. Alphen heeft het in de klasse tot 20 jaar tegen titelverdedi ger HCSV/De Pion uit Hilver sum net niet kunnen bolwer ken: 3-2 verlies. Wel wonnen Peter Passenier en Mark Pe- trelli, maar Dennis Breuker blunderde. Herbert Passe nier was één simpel pion netje te gortig, terwyl Onno. van Dijk in het Morra-ganri- biet bezweek. Hockey-jeugd wint opnieuw DUBLIN (ANP) - De hockeyers van Jong-Oranjc hebben gisteren in Dublin ook de tweede wedstrijd in het kwalificatietoernooi voor het Europese kampioenschap gewonnen. De ploeg van bondscoach Pierre Visschers versloeg Zwitserland, dat al twee overwinningen had geboekt, met 7-1. Bij rust stond Nederland met 2-1 voor. Zwitserland, dat tot 1-1 kon volgen, werd een afstraffing met dub bele cijfers bespaard, deels door aanvechtbare arbitrale beslis singen en deels door het onbenut laten van vele doelrijpc kan sen door de Nederlanders. Jong-Oranje (spelers tot 21 jaar) gun de de Zwitsers geen moment rust. Het vijandelijke doel stond permanent onder grote druk, maar in de eerste helft slaagden de Nederlanders, onwennig op het hobbelige natuurgras, er niet in om afstand te nemen. Strafcorncrs kregen de pupillen van Vis schcrs andermaal in overvloed. Tekenend was wel dat Harric Kwinten pas bij de achtste succes had. Toen gaf het scorebord evenwel al 4-1 voorsprong aan. Het hoogste goed in de interna tionale zeilwereld: een protse rige zilveren kan van 68 centi meter hoog en een gewicht van vier kilo, kortweg de America Cup. De praktische waarde van het stuk zilver werk is vrijwel nihil, want voor de 100 guineas die de Londense juweliers R. en S. Gerard voor hun schepping kregen, kon er niet eens een bodem af. Volgens sommigen is dat ook een mooi stukje symboliek: de America Cup als bodemloze put. Wat zeilfa- naten hebben uitgegeven om deze beker, die sinds 1851 in handen is van de Amerikanen, te bemachtigen, gaat elk be vattingsvermogen te boven. Om een kleine indicatie te ge ven: in 1977 deden zeven sche pen mee. Uitrustingskosten: ruim 20 miljoen gulden. En el ke drie jaren worden de be dragen groter. Een van onze verslaggevers beschrijft de geldverslindende jacht op een trofee, die de Amerikanen voor alle zekerheid hebben vastgeschroefd aan de bodem van de prijzenkast in de New York Yacht Club. ZATERDAG 24 SEPTEMBER 1983 15 Eigenlijk is de race al vanaf de eerste keer doordrenkt geweest met dat typische mengsel van mannelijke eerzucht en puur nationalisme, waar elke redelijkheid voor moet wij ken. Daarom is het niet onversfandig om even terug te gaan naar de zomer van 1851, toen het allemaal is begonnen. Engeland is op dat moment op het toppunt van zijn macht. „Britannia rule the waves" en dat geldt niet alleen politiek, maar ook sportief. Wie denkt het trotse Albion wat te kunnen leren op het gebied van zeilen, is volgens de Engelsen óf een snoever en een blaaskaak, of gewoon niet goed bij zijn hoofd. Wanneer op de rede van Cowes, bij het eiland Wight, de Amerikaan se tweemastschoener America opduikt, die de Engelsen uit daagt hun kunnen maar eens te bewijzen, is de enige reactie een hooghartig zwijgen. In de Royal Yacht Squadron, de deftigste zeilclub, spreekt men met een ze ker dédain over „dat piraten- schip" wanneer het door George Steers ontworpen jacht ter spra ke komt. Times Niet iedereen gelooft trouwens, dat dit stilzwijgen alleen wordt ver oorzaakt door een gevoel van su perioriteit. „Waar zijn de kracht en de moed van onze mannen", vraagt de Times zich bezorgd af. Al eerder had de krant de komst van het Amerikaanse jacht be schreven als een sperwer, die tussen de houtduiven en leeuwe riken neerstrijkt. En wat de Amerikanen niet lukt met hun prijzengelden van 1000 tot 10.000 guineas, dat lukt de Times door openlijk twijfel uit te spreken over het Engelse kunnen. Zuch tend besluit de Royal Yacht Squadron de uitdaging dan maar aan te nemen. Besloten wordt, dat op de 22ste augustus het spektakel plaats zal' vinden. Achttien schepen zullen mee doen. Het wordt een gebeurtenis, waarbij het hele land meeleeft. Onder het publiek is onder ande ren koningin Victoria. Vanaf het koninklijk jacht Victoria and Al- bert wil zij hoogst persoonlijk meemaken, hoe die Yanks een lesje zeilen krijgen. Het loopt al lemaal net even wat anders dan hare majesteit heeft gedacht. In het begin ziet het er nog veelbe lovend uit. De America heeft wat problemen bij de start en moet de concurrentie voor laten gaan. Het zal de Britten weinig baten. Binnen tien mijl heeft de uitda ger zich naar een vijfde positie op weten te werken, al krijgt het schip niet altijd die ruimte waar het recht op heeft. Soms leidt dat tot uiterst beleefde maar niet minder bitse woorden wisselingen tussen de schippers. „Kapitein L., u mag dit aan deze kant van de oceaan eerlijk spel noemen, maar wij, aan de andere door Sjoerd van der Meulen kant, noemen dat heel ordinair vuile trucs". Stikkend van woe de bleef de aangesproken schip per het antwoord schuldig op dit Amerikaanse affront. Het zullen niet de laatste onvertogen woor den zijn geweest, die in het kader van de America-Cupwedstrijden over het water hebben geklon ken. Mist Wat evenmin van de laatste tijd is, dat zijn de keren dat materiaal- pech een schip op forse achter stand zet. Zagen vorige week in Newport de Australiërs de race nog de mist ingaan, doordat een schoot van de spinnaker het be gaf, bij die eerste race was het al niet anders. Aan boord van de America brak een kluiverboom en de vliegende kluiver veran derde in een waardeloos lor. Het kostte de bemanning bijna een kwartier om de rommel op te rui men, maar de voorsprong was zo groot dat de overwinning er niet echt door in gevaar kwam. Acht minuten voor nummer twee pas seerde het schip de finish. Het was een pijnlijk moment voor Koningin Victoria. Volgens niet geheel betrouwbare bronnen moet zich op dat moment aan boord van het koninklijke jacht de volgende conversatie hebben afgespeeld. Victoria: „Wie is er tweede?". Een van de hovelin gen na een blik door de verrekij ker: „Majesteit, er schijnt geen tweede te zijn". Wat misschien nog wel ergef is voor het Engelse gevoel voor ei genwaarde, is dat het de Britten nooit is gelukt de cup terug te winnen. In eerste instantie zag het er trouwens niet naar uit dat de Amerikanen de verliezers een kans op revanche zouden geven. Ooit zag het er zelfs naar uit dat de vijf eigenaren van de America de gewonnen beker in de smelt kroes zouden gooien om uit het zo teruggewonnen zilver voor ie dereen medailles te laten slaan. George Schuyler, een van hen, zorgde er uiteindelijk voor, dat de cup behouden bleef. Op zijn voorstel werd de beker geschon ken aan de New York Yacht Club als een wisselbeker, waar buitenlandse clubs naar konden dingen. Helemaal van een leien dakje ging het nog niet, want de oorspron kelijk schenkingsakte raakte zoek of werd misschien wel nooit verstuurd. In elk geval duurde het nog vijf jaar voordat alles of ficieel rond was en toen het ein delijk zover was dat de officiële uitnodigingen voor de eerste ra ce de deur uitkonden, brak de burgeroorlog uit, zodat de Ame rikanen wel wat anders aan het hoofd hadden. Miljonairs We schrijven 1870 als er eindelijk kan worden gezeild. Uitdager is het jacht Cambria van de zeil club Royal Thames, verdediger de Magie. De beker blijft in New York, daar helpen geld noch goe de woorden aan, al zal het aan het eerste niet hebben gelegen. Het is ook opvallend, hoezeer de strijd om deze trofee een strijd is van miljonairs. Een van de be kendste aan Britse zijde was waarschijnlijk wel de theemag- naat Sir Thomas Lipton, die tus sen 1899 en 1930 vijf keer een po ging heeft gedaan de beker te veroveren. Het is hem niet ge lukt. Zijn enige troost is dat som migen de beker zozeer met hem vereenzelvigen, dat zij het heb ben over de Lipton-cup, maar dat is geheel andere thee. Sir Thomas is waarschijnlijk een van de meest kleurrijke figuren uit het cup-circus, dat hij dertig jaar overheerste. Als geen ander zag de theemagnaat de publici taire mogelijkheden rond deze regatta. Verslaggevers klopten ook nooit vergeefs bij hem aan, zodat in Amerika en Engeland nu nog in de krantenarchieven onafzienbare stapels interviews met en verhalen over Lipton lig gen. Ondanks deze overvloed aan materiaal is het trouwens nooit iemand gelukt om een be trouwbaar beeld te schetsen van de goede man. Lipton mocht misschien graag praten, maar hij De Australia II op weg liet niet meer los dan wat hij op dat moment nodig achtte. Zo is er over zijn jeugd weinig meer bekend, dan dat hij de zoon was van een arme Ierse groenteboer in Glasgow en dat hij op 15-jarige leeftijd naar Amerika trok om zijn fortuin te maken. Beroemd werd hij in eerste instan tie als de puissant rijke vriend van de Prins van Wales. Volgens sommigen was het ook de prins, die Lipton overhaalde geld te steken in een jacht voor de Ame rica Cup. In werkelijkheid liep de theemagnaat al tien jaar rond met het plan zich in deze strijd te storten. In 1888 had hij via een parlementslid uit Cork aangebo den het geld te fourneren voor zo'n racejacht. Voorwaarde was, dat het door Ieren ontworpen, gebouwd en gezeild zou moeten worden. Het feest ging niet door. omdat er in Ierland geen goede jachtontwerper was te vinden. Helemaal heeft Sir Thomas dit idee nooit losgelaten. Weliswaar was het jacht voor de race van 1898 van Schots ontwerp, maar de werf zou toch Iers moeten zijn. Helaas voor het Ierse senti ment moest de uitverkoren werf de opdracht teruggeven, het bou wen van zo'n race-schip was de Ieren te ingewikkeld. Uiteinde lijk ging zelfs de Ierse beman ning niet door. Stof En al is het niet gelukt de cup te veroveren, Lipton is wel de man waaraan het te danken is, dat de trofee niet onder een dikke laag stof is geraakt. Met zijn gevoel voor publiciteit, die zijn theehan del ook geen windeieren legde, zorgde hij ervoor dat iedereen meeleefde met deze regatta. In 1930 daagde Lipton met de Shamrock V voor de laatste keer de Amerikanen uit. Het was het einde van een tijdperk. In die laatste race zien we aan Ameri de derde overwinning. Vandaag kaanse kant de beroemde miljo nair Vanderbilt als schipper-ei- genaar. Een nieuwe tijd van jachtbouw en van jachtschippers is aangebroken. Vanderbilts schip, de Enterprise bijvoor beeld, is het eerste jacht dat is uitgetest in een sleeptank. Dat la ten uittesten van een boot is te vens een voorbeeld van de pro fessionele en welhaast weten schappelijke manier, waarop vanaf dat moment de racerij werd aangepakt. Vanderbilts aanpak blijkt succesvol. Ook de races van 1934 en 1937 weet hij op zijn naam te schrijven. Rond America's Cup valt vervol gens een lange stilte. Pas in 1958 zien wij weer een uitdager. Het zal de één na laatste poging zijn voor de Britten om de beker te rug te winnen. In 1964 volgt de laatste, daarna trekken zij zich vermoeid en moedeloos terug. Andere landen met Australië voorop storten zich dan in de strijd, die voortaan wordt uitge vochten met 12-meter-jachten, in plaats van de twee keer zo grote schepen waar Lipton en zijn tijd genoten mee zeilden. Dat de jachten kleiner zijn gewor den, betekent overigens nog niet, dat deze vorm van racerij veel goedkoper is geworden. Het is nog steeds een sport voor miljo nairs. Zo ontwaren wij onder de genen, die na de oorlog pogingen in het werk hebben gesteld om de Amerikanen hun dierbaar kleinood te ontfutselen de Fran se ballpoint-miljonair Baron Bich, hoewel die tot nu toe steeds in de voorronden is ge sneuveld, de Australische kran tenmagnaat Frank Packer en de project-ontwikkelaar Alan Bond (eveneens uit het vijfde conti nent). De Zweedse jachten, die sinds 1977 meedoen, worden ge sponsord door de industrieën in hun land en de Amerikanen ma de beslissing in 's werelds ken meestal gebruik van een syndicaat. Turner Toch zien we ook bij de Amerika nen het miljonairstype nog steeds terug. Een voorbeeld is Ted Turner die in 1977 het Ame rikaanse jacht naar de overwin ning stuurde. Miljonair gewor den met radio- en televisiesta tions en volgens de verhalen met een karakter dat niet zou mis staan in een tv-serie als Dynasty. Typerend is de manier, waarop hij na de overwinning zijn tacti cus Jobson (in dit soort zeilraces een onmisbare figuur) in zijn hemd zette. Gevraagd naar de oorzaken van het succes ant woordde Turner: „Ten eerste heb IK de meeste ervaring met grote boten; ten tweede ben IK de beste organisator en leider; ten derde veranderde IK weinig, IK hield my bij het zeilen, en Doyle leverde ons prima zeilen". Over het aandeel van Jobson in de overwinning geen woord. Wat evenmin is veranderd in het American Cup Circus is de sfeer van, geheimzinnigheid en be- drijfsspionage, die rond de jachten hangt. Al bij de eerste ra ce deden de geruchten de ronde, dat de Amerikanen stiekem een motor zouden hebben gebruikt en dit jaar is het jacht Australië het middelpunt van roddel en achterklap. Er is al een kikvors- man uit het water opgedregd die het onderwaterschip wilde foto graferen; middels protesten is geprobeerd het schip te diskwa lificeren en wanneer het schip op het droge wordt gezet, probeert iedereen een glimp op te vangen van de onderwaterlijnen, al wor den die dan preuts afgeschermd met een soort schortje. Maar hoe het schip er ook uitziet onder de waterlijn, het is al wel gebleken dat de Amerikanen het dit jaar moeilijker hebben dan zeilrace. (foto ANP) ooit om de Cup te behouden. Weliswaar had het verdedigende jacht Liberty in het begin van de week een riante voorsprong op gebouwd van drie overwinnin gen tegen één Australische, maar dat was een geflatteerd beeld, doordat in elk geval in de tweede race het materiaalpech was dat de Australia het onderspit deed delven. Buit In de vierde race, dinsdag, wist de Liberty maar krap 34 seconden eerder de finish, te passeren dan haar tegenstander. Toch was dit kleine verschil voor de Amerika nen genoeg om zich verrekte ze ker te voelen: nog maar één over winning en de buit was weer bin nen. De woensdag bracht de he ren terug tot de werkelijkheid. De Australiërs heten in de vijfde race de Liberty het onderspit delven. Daarmee was een histo risch moment bereikt. Voor het eerst sinds 1934 wist een uitda ger twee overwinningen op de Amerikanen te behalen. (In 1970 won de Australische Gretel twee keer, maar zag de tweede over winning door diskwalificatie de mist ingaan.) En het bijna ongelooflijke gebeur de. Het publiek zal wel de nodige kalmerende middelen hebben moeten slikken want de zesde ra ce, donderdag, leverde opnieuw een zege op voor de Australia. Zodat er voor vandaag (zaterdag) een zevende race moet worden gehouden en dat is dan voor het eerst sinds 1851. Nog nooit heb ben de Amerikanen zo zwaar moeten knokken voor het be houd van de beker. Gebeurt er wat niemand eigenlyk verwacht maar wat iedereen hoopt, dan zal dat voor de Amerikanen net zo'n vernedering zyn als voor de Brit ten in 1851. Een mooi begin voor dik 130 jaar Australia's Cup.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 15