Politieke keuze schokt kerk DINSDAG 20 SEPTEMBER 1983 Zondag om half twee sloot ik achteraan bij de file, die met een hort en een stoot toegang verleend werd tot het parkeerterrein rond het Olympisch Stadion. Voor me stond een auto waarvan de be stuurder, ook als hij stil stondaf en toe een dot gasgaf De uitdruk king „dot gas" moet uit de begin tijd van de automobiel stammen, toen de benzine nog van Oosteuro- pese kwaliteit was en de uitlaat steeds een „bolletje" zwarte rook uitademde. De man voor me tankte blijkbaar ook geen super, want één van de agenten die groepsgewijs links van defile op actie rechts van defile stonden te wachten, riep dat hij eens op moest houden met al door gas te geven, want dat hij blijkbaar schaamhaar stookte! Die agenten, met andere woorden, waren in een puikbeste en ook wat baldadige stemming. Even later liepen ze, zonder te hollen, in ge strekte pas tussen de file auto's door naar de overkant, waar ze even snel op een opstandige groep supporters inmepten. De reden kon ik niet zien, de file schoof weer een eindje op, en vijf minuten later had ik mijn auto in de parkeerrij gema noeuvreerd. Het is natuurlijk een privilege als je je auto binnen de stadionhekken mag parkeren, maar zonder risico is het niet. Bar ricaden zijn er om bestormd en ge sloopt te worden, en niets lijkt zo zeer op een barricade als een lange rij auto's waar het publiek aan twee kanten voorbij moet lopen. Ik heb wel eens een antenne in het Olympisch Stadion verspeeld. Gelukkig rijd ik in een onopvallen de Peugeot 104en bovendien ben ik ook weer niet zo geprivilegieerd dat ik pal voor de eretribune mag parkeren, waar altijd de Mercedes- sen, de Rolls-Royces en de Volvo's staan. Toen ik, lopend, bij de eretri bune arriveerde, zag ik net hoe mijn favoriete Ajax-supporter daar aan het inparkeren was. Hij zal net zo oud zijn als ik, maar sprong bij Volendam-Ajax ongege neerd juichend omhoog toen Ajax tegen de verhouding in scoorde. Ik vond dat doelpunt toen tamelijk gênant, hij vond het verheugend, de ware supporter dus, die niet maalt om gerechtigheid! Ik gunde hem dus van harte dat hij in de beperkte draairuimte kans .zou zien zijn slagschipachtige Mer cedes feilloos naast de auto van overeenkomstige klasse te parke ren, maar hij boorde zijn brede bumper in diens deur. Geschatte schade: een klein autootje. De eige naar van de ongeluksauto kwam al pisnijdig aanstappen, maar de suppoost die nog bezig was het slagschip te helpen inparkeren, zei sussend: „Wacht even tot hij inge parkeerd is!" Een wijze raad. „Ik geef u zo mijn kaartje", zei de schuldige door zijn omlaaggezoef- de portierraam sussend tegen zijn slachtoffer. Ik voelde dus aan mijn water dat Ajax-Feyenoord geen wedstrijd zou worden die onopgemerkt voor bij zou gaan. Op de perstribune zat ik tussen Frits Barend en Henk van Dorp van Vrij Nederland in. Frits vertelde dat de politie er buiten het stadion behoorlijk op los gemept had, nadat een jongen een Ajax- sjaal van een supporter van mid delbare leeftijd had afgepakt. Ik vertelde hem van die deuk die die andere middelbare Ajax-supporter waarschijnlijk het equivalent van twee jaarabonnementen op de VIP- tribune zou kosten, en wij waren het erover eens dat je je op onze leeftijd beter niet in een stadion kunt wagen met zulke opvallende attributen als een Mercedes of. een Ajax-das. Henk vertelde vervol gens dat de Ajax-das van zijn dochtertje eens was weggegrist. Hij was er meteen-achteraan gegaan, maar werd even later ingesloten door een dertigtal kameraadjes van de dief, die hem aanrieden lie ver op te rotten als hij geen mes tus sen zijn ribben wilde riskeren. Bij zo'n overmacht leek het hem wijse- lijker te retireren. Daarna vertelde ik over die twee jongens, die na afloop van Ajax- Helmond Sport te midden van het huiswaarts kerende publiek als kemphanen tegenover elkaar ston den, met elkaar verbonden door een Ajax-das waarvan ze allebei een eind om hun pols gewikkeld hadden. De jongste van 14 jaar keek boos en agstig, de oudste van 18 keek heel ernstig, met gefronst voorhoofd, zei niets, rukte alleen maar aan die das. „Laat los, die das is van mij!", riep de jongste, die vergeefs de hulp inriep van een geüniformeerde H.B.-bewaker („Help meneer, het is mijn das!", maar de man deed net alsof hij niets hoorde). Ook geen van de toe schouwers die hen rakelings pas seerden gaf enige sjoege. Ik keek even toe, mij afvragend of het misschien toch niet twee kame raadjes waren die met elkaar lie pen te dollen, maar daarvoor keek de jongste toch te angstig. Wat te doen? Ik besloot dat ik er niet mee kon volstaan het volk zo nu en dan te kapitteleii, omdat het dit soort geweld zo vaak zonder in te grijpen laat passeren, en zei tegen die grootste jongen: „Wat sta je daar nou met een verbeten en doodern stig gezicht aan die das te trekken! Je zou jezelf eens in de spiegel moe ten zien!" „Bemoei je d'r niet mee, klootzak!", zei hij, maar hij liet de das toch los, ietwat gegeneerd misschien. Hij maakte nog een sla-beweging vlak voor mijn neus langs, en holde toen weg. Een hele opluchting, dat wel. Maar misschien moeten we ons, als toevallig passêrende burgers, toch wat vaker tegen dit soort „kleine geweld" teweerstellen, en niet alles aan de politie overlaten, die meest al niet eens in de buurt is. Centrale figuur in parlementair Den Haag is deze week minister van financiën dr. H. O. C. R. (Onno) Ruding, oud-directeur van de Amro-bank, nu de „boekhouder" van de Staat der Nederlanden. Hij bood de Tweede Kamer op deze Prinsjesdag de Miljoenennota aan, waarin het financiële reilen en zeilen van het land wordt beschreven. In zijn kamer in het ministerie van financiën hadden onze Haagse redacteuren Hans de Bruijn, Louis Burgers en Jan Harren een gesprek met de bewindsman. DEN HAAG - „Ik sta ook niet te juichen dat het nu allemaal zo goed gaat met ons land. Maar degenen die nu beweren dat wij Nederland met ons beleid in een neerwaartse spiraal duwen, laten blijken dat zij het niet begrijpen". Geen spoor van twijfel bij minister van financiën dr. H. O. C. R. (Onno) Ruding bij de presentatie van zijn eerste 'eigen' Miljoenen nota. Ruding is een man die een harde aanpak nastreeft. „Geen zachte medicijnen; daarmee kom je er niet". En de problemen aan pakken, waar ze worden ver oorzaakt. „Niet de symptomen bestrijden, maar doortasten tot in de kern". Niet de rook weg- wapperen, maar het vuur do- Na Andriessen en Van der Stee probeert nu Ruding steun te krijgen voor forse bezuini gingsvoorstellen. Andriessen mislukte en stapte op, Van der Stee boekte nauwelijks resul taat. Ruding is vastberaden de geschiedenis in te gaan als de minister van financiën die wèl Ambtenaren en uitkeringstrek kers krijgen het daarbij stevig voor de kiezen: verlaging van de salarissen bij de overheid, verlaging van uitkeringen. Maar toch: „De mensen begrij pen naar mijn indruk best dat we boven onze stand leven. En trouwens, zelfs na de voorge stelde verlaging van de uitke ringspercentages per 1 juli vol gend jaar, zijn de uitkeringen nog duidelijk hoger dan in de ons omringende landen". Hoofdprobleem voor het kabinet is het grote tekort op de staats financiën, het verschil tussen wat de staat ontvangt en uit geeft. „Wij móeten dat verbete ren. Daar is weinig verschil van mening over, maar als je het op een andere manier zou doen dan die waarvoor wij nu hebben gekozen, kom je er niet uit. Het is op zich helemaal geen gekke gedachte om min der weg te halen bij de ambte naren (en de trendvolgers) en meer bij het bedrijfsleven, maar er kleven enorme bezwa- „Wij kijken naar de totale salaris- som die we betalen. Natuurlijk kan het probleem ook worden opgelost door het met minder ambtenaren te doen. Ten dele doen we dat ook; we hebben immers de afspraak dat op een groot aantal departementen de personeelssterkte met twee procent terug moet". „Er zit natuurlijk bij de ministe ries her en der wel wat overtol lig vet, maar je kunt niet ieder jaar met snijden doorgaan. Stel dat we niet twee procent zou den hebben gezegd maar tien procent, dan zouden té veel overheidstaken de nek worden omgedraaid". Een dergelijke maatregel zou volgens Ruding 'te veel gedon der' in de samenleving veroor zaken. „Nu zeg ik niet dat alles wat de overheid doet heilig en onmisbaar is, maar de mensen verwachten nu eenmaal dat de overheid bepaalde taken, van onderwijs tot de burgerlijke stand, vervult". Volgens Ruding zijn de zekerhe den voor ambtenaren - hoezeer ze op het ogenblik ook te lijden hebben - bovendien nog steeds groter dan die van de werkne mers in het bedrijfsleven. „De mensen in het bedrijfsleven zullen in 1984 veel minder ge pakt worden. Maar dat geldt al- Ruding: "Incidenteel „Dat zou een loonmaatregel heb ben betekend. Nu hebben we die niet tot het jaar 3000 uitge sloten, maar 't is écht niet onze bedoeling om dat wat vorig jaar aan vrije loononderhande lingen op het spoor is gezet, al in het eerste jaar de nek om te draaien". Ruding wil overigens óók niet zeggen dat elke tegen valler in de komende jaren dus opgevangen zal worden door opnieuw uitsluitend te korten op de ambtenarensalarissen en de uitkeringen. „Veel belangrijker is echter dat ik er niet uit kom met mijn rijksbegroting. Meer doen el ders - via een loonmaatregel - betekent gewoon dat ik uit het bedrijfsleven minder belas tinggeld ontvang en minder premie-inkomsten heb". Homburg Waarom heeft het kabinet niet net zo gedaan als de vleeswa- renfabriek Homburg, waar de werknemers voor de keus wer den gesteld: zeven procent loon inleveren of het bedrijf dicht? Wat in het geval van de staat een sterke verkleining van het ambtenarenapparaat zou betekenen. leen als ze nog werk hebben. En omdat in het bedrijfsleven meer mensen eruit vliegen dan bij de overheid, is de kans ook groter dat je terugzakt tot het uitkeringsniveau. Ik meen ook dat in het bedrijfsleven al veel meer is ingeleverd dan uit de inkomensplaatjes (waar Ru ding overigens zo snel moge lijk vanaf wil) blijkt". Tweedeling? Ruding is niet bang dat in de sa menleving een twee-deling zal ontstaan: aan de ene kant de mensen in het bedrijfsleven die het komende jaar relatief gering gepakt zullen worden, aan de andere kant de ambte naren die moeten inleveren en de uitkeringstrekkers, de zwakken in de samenleving, die de klappen krijgen. „Vergeet niet dat het bij de over heid uit de hand is gelopen, niet bij het bedrijfsleven. Dat is alleen maar achteruit ge gaan. Je trekt de Nederlandse kar alleen maar in het spoor trekt door de collectieve sector te verminderen". „Dat is het gevolg van de ontwik keling van de afgelopen tien jaar. We zitten nu eenmaal met een krankzinnig hoog financie ringtekort. Dat kunnen we niet oplossen door de collectieve lasten nog verder te verzwaren. Dus de uitgaven moeten om laag. Dat is ook structureel- economisch nodig. Je moet meer ruimte geven aan het be drijfsleven". Keerpunt Nederland heeft de economische verslechtering jarenlang kun nen opvangen dankzij het aardgas. Maar dat loopt nu ook terug. „Nu zitten we klem. Voor het blok", zegt Ruding. Maar niet zonder uitzicht. Ru ding spreekt zelf nadrukkelijk van een „keerpunt". „Het nemen van de wending is het moeilijkste. Maar ik geloof wel degelijk dat de Nederlan der begrijpt dat we maatrege len moeten nemen. Anders verschuiven we de ellende naar de toekomst. En de toe komst, dat zijn niet onze kinde ren, dat zijn wijzelf. Ik wil later niet met een schuldgevoel rondlopen dat ik de Neder landse samenleving heb inge zeept met enorme problemen van rente en aflossing. Dat vind ik slecht rentmeester schap". Ruding wijst de vergelijking dat de wal nu definitief het schip gekeerd heeft, van de hand. Dat is hem te passief. Het be leid van het kabinet is het ge volg van een bewuste keuze. Wel stelt hij dat het kabinet - die keuze eenmaal gemaakt hebbend - weinig alternatieven had om het anders te doen. Het „keerpunt" is op een aantal punten merkbaar: het financie ringstekort gaat eindelijk iets (0,3 procent) naar beneden, de inflatie is lager dan ooit. Toch stijgt de werkloosheid volgend jaar met 100.000 en leveren mil joenen Nederlanders procen ten van hun inkomen in. Be grijpt Ruding dat veel mensen het „keerpunt" zo helemaal niet als een succes zien? „Nederland kampt, in tegenstel ling tot de ons omringende lan den, met een zeer forse jaarlijk se toename van het arbeids aanbod: meer jeugdigen en ge huwde vrouwen die werk wil len. Dat zijn er alleen al 70.000 per jaar. Daar valt gewoon niet tegenop te roeien. Gelukkig stijgt de werkloosheid inmid dels minder snel dan we vijf maanden geleden nog dachten. We hebben de ramingen voor 1984 met zo'n 30 procent naar beneden kunnen bijstellen". „En wat het loon betreft denkt de Nederlander veel meer te hebben ingeleverd dan in werkelijkheid. Volgend jaar moeten de mensen indèrdaad wat achteruit, maar modaal en het minimum zullen qua koop kracht ook in 1984 stukken be ter af zijn dan in 1973". Maar volgens Ruding zullen de mensen over niet al te lange tijd zelf de positieve kanten van het beleid gaan merken. Zo gaat de collectieve lasten druk (het totaal van belastin gen en sociale premies) vol gend jaar - voor het eerst in ja ren - bijna één procent omlaag. „Als de mensen helemaal geen resultaten zien zeggen ze na tuurlijk ook na een paar jaar: barst maar". „Er is ook geen sprake van een geforceerde terugbrenging van het financieringstekort. Wat erg belangrijk is, is dat wij door dit beleid ruimte creëren via die vermindering van de collectieve lastendruk, zonder dat - en daar is veel misver stand over - de totale belasting druk omhoog gaat. Sommige belastingen stijgen wel, maar daar staat tegenover dan ande re omlaag gaan". Tekort Van die resultaten zal het succes van de Ruding-aanpak afhan gen. Maar hij zou niet de eerste minister van financiën zijn, die zich verkeek op de politieke en economische mogelijkheden. Vaker zijn voorspellingen ge daan over het financieringste kort die door de feiten achterg- haald werden. Waar haalt Ru ding het optimisme vandaan dat hij niet in dezelfde kuil valt als al die anderen? Ruding recht de rug, schuift de stoel aan. „Dat zal ik nu eens precies vertellen. Ten eerste pretenderen wij dat wij realis tisch ramen. Dat past bij het karakter van dit kabinet en van ondergetekende. Ik ben niet gehuurd om praatjes te verko pen die ik niet kan waarma ken. Dat is struisvogelpolitiek. Ik hoop hier nog een paar jaar te zitten en dan zou ik het het volgend jaar op mijn eigen brood krijgen". Als voorbeeld noemt Ruding de aardgasinkomsten. Twee jaar geleden nog werden die voor 1984 op 31 miljard geraamd. De werkelijkheid is anders: 18,3 miljard. Volgens Ruding is het kabinet Van Agt-Den Uyl toen „op hol gebracht" door de 'des kundigen'. Men dacht toen nog dat het niet op kon met de olie prijs. „Wij hebben de aardgas raming in één klap omlaag ge bracht". „Ten tweede: wanneer wij een bedrag x aan ombuigingen voorstellen, dan is dat - en dat is een groot verschil met het verleden - helemaal gespecifi ceerd, inclusief de doorwer king. Want incidenteel gedoe, daar hebben we niets aan. Dat zijn eendagsvliegen". „Bovendien hebben wij ge streefd naar dat soort van om buigingen waarmee je ook de oorzaak van de overschrijdin gen aanpakt. Neem de indivi duele huursubsidie: als je ziet hoe dat geëxplodeerd is, dan is het volkomen redelijk en ook in hèt belang van de rest van de samenleving dat je daar in gaat snijden. En als je dat niet daar doet maar ergens anders, dan blijft het doorgroeien". Ambitieus Het financieringstekort loopt in 1984 terug, maar minder (slechts 0,3 procent) dan de re gering bij haar aantreden voor ogen stond. Toch blijft Ruding ervan uitgaan dat het voorlopi ge einddoel van dit kabinet, een tekort van 7,5 procent in 1986, haalbaar is. „Ik heb daar méér dan hoop op. We zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van de buiten landse conjunctuur. Als die aantrekt heeft dat gunstige ef fecten voor het financierings tekort. Meevallende werkloos heid, meevallende belasting ontvangsten, maar ook meer groei. Hef werkt dan van beide kanten. Natuurlijk is de taak stelling ambitieus. Maar als het eenmaal loopt dan kan het hard gaan". Met hun openlijke verklaring te gen de plaatsing van kruisraket ten hebben zestien christelijke gereformeerde predikanten wel de knuppel in het hoenderhok gegooid. Deze kerk - voortgeko men uit de Afscheiding van 1834 heeft namelijk geen enkele er varing met politiek getinte uit spraken, en als die uitspraken dan ook nog van dominees ko men en een duidelijk standpunt vertolken in een zo omstreden zaak als de kernwapenkwestie, dan is het met de rust wel ge daan. Vele kerkleden zijn diep geschokt, zei ds. J. H. Velema uit Nunspeet zaterdagavond voor de EO-radio. Professor Velema uit Apeldoorn liet er na de verschijning van de oproep tegen de kernwapens geen dag overheen gaan om te verklaren, dat de predikanten door deze oproep te onderteke nen onjuist hadden gehandeld. Hij verweet hun zelfs een eenzij dige uitlegging van de bijbel op dit punt. Tot de ondertekenaars behoort de jonge Goudse predi kant A. W. Velema, zoon van de professor. Ook de Leidse predi kant Den Hertog gaf zijn naam aan de brief. Opvallend is, dat wat ds. Velema uit Nunspeet voor de EO—radio zei minstens even politiek is als de publikatie van de zestien pre dikanten, waarmee de indruk wel wordt versterkt, dat uitspra ken van kerkelijke zijde die een politieke zaak betreffen vaak te genstand oproepen louter omdat men het er niet mee eens is. Want wat zei deze ds. Velema? "Door je zo te profileren, speel je de vijand, namelijk het commu nisme, in de kaart. De verklarin gen van de zestien zouden ge loofwaardiger zijn geweest als ook aandacht was geschonken aan het grote gevaar van het communisme. Deze predikanten gaan op de stoelen van de politici zitten en slaan de onderhande laars in Genève alle wapenen uit handen. De zestien hadden veel beter moeten nadenken alvorens met een eenzijdige politieke ver klaring naar buiten te komen. Op deze wijze hebben de broeders het ambt in het geding ge bracht". De Rijswijkse predikant W. Steen bergen, een van de onderteke naars, bracht daar in hetzelfde EO-programma tegenin, dat het voor vele christelijke gerefor meerden een bevrijding zal zijn om te merken, dat ook christelij ke gerefoimeerde predikanten bereid zijn politieke uitspraken tegen de kruisraketten te doen. Hij gaf toe, dat deze uitspraken zijn gebaseerd op politieke en militaire standpunten van des kundigen, maar dat is ook het ge val met mensen die pleiten vóór de kruisraketten. Volgens Steenbergen moet het mo gelijk zijn om te spreken over po litieke standpunten, zónder dat dit polarisatie tot gevolg heeft en zonder dat men eikaars christen- zijn in twijfel trekt. Van ambts misbruik is geen sprake, omdat de zestien hun mening niet van de kansel zullen verkondigen of zullen gelijkstellen met het 'zo spreekt de Heere'. Dat ook in christelijke gerefor meerde kring heel verschillend over deze zaak wordt gedacht, wordt nog duidelijker als men weet, dat verscheidene predikan ten, al behoren ze niet tot de on dertekenaars, hun adhesie heb ben betuigd aan de zestien. De commissie voor de behande ling van bezwaren en geschillen van de Nederlandse Hervormde Kerk heeft het besluit van de hervormde synode van novem ber 1982 om te blijven streven naar contacten met bevrijdings bewegingen, in het bijzonder het African National Congress in Zuid-Afrika, nietig verklaard. Dit besluit kan namelijk worden uitgelegd als een erkenning van de gedachte dat het gebruik van geweld legitiem is. Een synode uitspraak die geen duidelijke grenzen stelt aan het uit te oefe nen geweld is, volgens de com missie, in strijd met de kerkorde. Drie leden van de Hervormde Kerk hadden een bezwaarschrift tegen het synodebesluit ingediend. Ook het synodebesluit dat de be werking door 'Euratom' van ura nium uit Namibië afkeurde werd nietig verklaard, omdat de kerk van dat land niet om beperking van de levering van uranium had verzocht. Onder die omstandig heden had de synode niet de vrij heid dit besluit te nemen, zo meent de commissie. Het besluit van de synode om bij de regering opnieuw aan te drin gen op een olieboycot tegen Zuid-Afrika kon niet nietig wor den verklaard, omdat dit een her haling was van een eerder be sluit, waartegen nooit een be zwaarschrift is ingediend. Tegen uitspraken van de geschil lencommissie is geen beroep mo gelijk. De predikanten J. E. van Veen (hervormd) en W. Bleij (luthers) hebben geen visum van de Zuid- afrikaanse regering gekregen om namens de Raad van Kerken in Nederland Namibië te bezoeken. De oud-katholieke bisschop G. A. van Kleef gaat daar nu alleen naartoe. Beroepen Hervormde Kerk: beroepen te Delft A. de Reuver Capelle aan de IJssel, te Benschop B. Schro ten Bunschoten, te Nieuwleusen W. Schaap Leersum, te Suameer kandidaat B. J. van Haarlem Groningen, te Katwijk aan Zee S. van den Oever Dordrecht; aan genomen naar Terheijde aan Zee B. Dijkstra Hoogkerk (Gr.); be-> dankt voor Zevenbergen J. L. Ravesloot Heemse. Gereformeerde Kerken: beroepen te Dokkum R. de Pee Kollum; aangenomen naar Amsterdam kandidaat J. F. Mos aldaar, naar Giessen-Rijswijk kandidaat L. van de Berg aldaar, naar Soest H. van Heijst Parijs. Gereformeer de Kerken Vrijgemaakt: beroe pen te Bunschoten J. Slotman Enschede; bedankt voor Hauler- wijk T. Wendt Urk. Christelijke Gereformeerde Kerken: beroe pen te Veenendaal B. de Graaf Zierikzee, te Aalsmeer B. Witzier Den Haag-West. Gereformeerde Gemeenten: bedankt voor Wage- ningen A. Moerkerken Nieuw- Beijerland. im, die in dienst van de gere formeerde zending docent wordt aan de theologische hogeschool van Abepura, West-Irian. In de cember vorig jaar was de aan vraag nog afgewezen. Het visum beleid van de regering is de laat ste tijd duidelijk versoepeld. De Vereniging van Pastoraal Werkenden in het bisdom Rot terdam heeft de priesterraad ge vraagd, door de onafhankelijk in stituut een onderzoek te laten in stellen naar de ontwikkeling van de Rooms-Katholieke Kerk in het bisdom onder het episcopaat van bisschop Simonis. "Dat kan van belang zijn aan het begin van een nieuwe periode met zijn op volger". Uit Amerikaanse statistieken blijkt, dat 80 procent van de rooms-katholieke vrouwen daar voorbehoedmiddelen gebruikt. Toch heeft de paus zaterdag in alle duidelijkheid opnieuw het gebruik van de pil en andere middelen veroordeeld. "Het kan op geen enkele wijze worden ge rechtvaardigd", zei hij in een toe spraak tot vijftig priesters. Nog geen 30 procent van de Ameri kaanse priesters is het op dit punt met de paus eens. Ook dat vertellen de statistieken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 17