Ook een vis eet pas als hij trek heeft.. Schaken Filatelie 6,1,3 VISSPORT f i 1 1 f i 'fJ 1 n 1 tl 1 ft 1 ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1983 PAGINA 31 DOOR BRAM VAN LEEUWEN Sportvissers kunnen zelfde voor waarden scheppen voor een goede vangst, maar het is uiteindelijk de uis die beslist... (Foto Wlm Dijkman* Hebt u zich wel eens afge vraagd hoe het komt dat op een bepaalde plek de vis het na een periode van grote bijtlust ineens voor gezien houdt en niet of nauwelijks meer be langstelling toont voor uw aas? De meest voor de hand liggen de verklaring is dat de vis niet meer op uw stek aanwezig is, maar zich verplaatst heeft naar elders. Dat is aanleiding voor vele hen gelaars om te gaan "verkas sen". Ze zoeken een ander plekje op in de hoop dat de vis zich daar nog wel bevindt en ook gevangen kan worden. Als dat ook werkelijk gebeurt ziet men daarin de bevestiging dat de vis van die eerste stek ver dwenen moet ?ijn. Een logische verklaring voor te-; ruglopende of zelfs helemaal verdwijnende aanbeten kan ook worden gevonden in een verzadiging van de vis of een afnemende bijtlust. Door het overvloedige voeren, zo is de redenering, heeft de aanwezige vis de kans om zoveel voedsel tot zich te nemen dat hij op een gegeven ogenblik genoeg heeft en min of meer apathisch wordt. Andere hengelaars menen dat de yis zich slechts op bepaalde uren van de dag voedt. Op zich niet zo'n gek idee omdat er weinig dieren zijn die continu fourageren. Wordt de vangst minder dan schrijft men dat toe aan het latere tijdstip (voor al de 'vroege opstaanders' doen dat) of bepaalde weers omstandigheden. Vooral dat laatste biedt een scala van mo- gelijkheden. Variërend van 'de wind zit verkeerd', via 'er is te veel regen gevallen de laatste dagen' tot 'het is veel te helder weer vandaag'. Duidelijk dus slachtoffers van het 'Pelleboer- syndroom'. Zelf oorzaak Vaak geeft de sportvisser er zich geen rekenschap van dat zijn eigen optreden wel -eens de hoofdoorzaak zou kunnen zijn van de afnemende visvangst. Om dat laatste duidelijk te kunnen maken is het noodza kelijk iets van het leven de de vissen te weten. Het is bijvoorbeeld een bekend verschijnsel dat bepaalde vis sen wanneer ze gewond raken uit hun huid bepaalde schrik- stoffen afscheiden. Deze stof fen verspreiden zich zeer snel. over vrij grote afstanden in het water en worden als zodanig ook herkend door aanwezige soortgenoten. Dat alarmsig naal is voor de vissen aanlei ding om een goed heenkomen te zoeken. Ze worden dus als het- ware gewaarschuwd dat er onraad is en dat het uit lijfsbe houd beter is om een eindje verderop te zwemmen. Dat wetende is het een heel plau sibele verklaring dat een leef- net met gevangen exemplaren via het afscheiden van deze schrikstoffen de aanwezige soortgenoten in de buurt waar schuwt voor het komende on heil. Op dit terrein is de afgelo pen jaren wel enig onderzoek verricht, maar nog te weinig om verstrekkende conclusies te trekken. Zo is al wel bekend dat bepaalde vissoorten deze schrikstoffen waarschijnlijk niet bezitten, terwijl andere ook reageren op de schrikstoffen van andere soorten vissen. Nog niet duidelijk is wat de in vloed is van een gevangen vis die in het water wordt terugge zet. Beinvloedt zijn gedrag de aanwezige nog niet gevangen vis? Het is geen boude bewe ring om te veronderstellen dat een weer vrijgelaten vis zo'n af wijkend gedrag vertoont dat hij in staat is de aanwezige school soortgenoten op de vlucht te laten slaan. Dilemma Dat als gegeven accepterend staat de hengelaar voor een groot dilemma: of de vis in het net stoppen met het risico dat de vis schrikstoffen afscheidt waardoor de nog vrije vis de wijk neemt. Of de gevangen vis vrijlaten waardoor zijn bijzon dere gedrag de kans om vissen te vangen verkleint. Ik zou u nadrukkelijk willen ad viseren om toch maar het laat ste te doen. U weet dan in ieder geval dat de vis zo min moge lijk beschadigd wordt. En dat is zeer belangrijk. En wie vreest voor verjaging van de aanwezige vis kan altijd de moeite nemen om de vis een stukje verderop terug te zetten. En met zetten bedoel ik voor zichtig weg laten zwemmen en niet met een wijde boog in het water kwakken. Een ander vaak onderschat ver mogen van de vis is om ook zeer zwakke trillingen waar te nemen. Het best wordt dat geillustreerd wanneer u in een poldergebied in de buurt van ondiepe sloten loopt. Hoe voorzichtig u dat ook doet, toch zult u merken dat de vis u zeer snel heeft opgemerkt. Vis die bij uw aankomst nog onbe zorgd aan de oppervlakte spar telt verdwijnt ook als u soms nog tientallen meters van de bewuste plek verwijderd bent. Een uitzondering geldt slechts voor de paaiperiode waarin de vis andere zaken aan zijn hoofd heeft en minder gespitst is op de aanwezigheid van vijanden. Zij streep Toch zult u zelfs in die voor de vis turbulente periode zien dat de vis langzaam maar zeker van uw aanwezigheid bewust wordt en zich steeds verder verwijdert. Dat waarnemen van trillingen in het water doet de vis met tasthaartjes die zich in buisjes bevinden. Bij de meeste vissoorten liggen deze tastorganen geconcentreerd rond de zijstreep, dat is de lijn die midden over het lichaam van de vis van kop naar staart loopt. Het 'vertalen' van deze trillingen speelt ook een belangrijke rol bij de schoolvorming van de vis. Ondanks dat er soms hon derden vissen vlakbij elkaar zwemmen wordt de vereiste onderlinge afstand bewaard en kiezen alle vissen uit zo'n school dezelfde richting. Een dergelijke grote trillingsgevoe ligheid maakt duidelijk dat de visser alleen dan meer kans heeft als hij het water zo min mogelijk in beweging brengt en op de oever of in de boot zo min mogelijk lawaai maakt. Zo zal het geluid van het leegkloppen van een pijp op de rand van een stalen roeiboot zich in het water tot over grote afstanden voortplanten en de vis kunnen verjagen. Het zal ook duidelijk zijn dat de vis naarmate hij een hogere leef tijd bereikt steeds ervarener wordt in het herkennen van bepaalde geluiden die gevaar kunnen betekenen. Dat er over het algemeen veel meer kleine dan grote vis wordt gevangen komt niet alleen doordat er meer kleine vis aanwezig is maar omdat oudere vissen over het algemeen schuwer zijn en zich sneller bewust zijn van de aanwezigheid van de hengelaar. Dat is de reden voor vissers op groot wild om het aas op ruime afstand te presenteren. Bij voorbeeld door de vaste hengel te vervangen door een match- hengel waarmee grotere af standen kunnen worden over brugd. Bovendien kan het aan leiding voor een sportvisser zijn om bepaalde drukbezoch te plaatsen te mijden en te zoe ken naar stekken waar hij al leen aanwezig is en de geluid en trillingproduktie in eigen hand heeft. Het vorige week gehouden Ne derlands kampioenschap jeugdvissen in het Aarka naal is een overwining ge worden voor de 14-jarige Ron Geraerdts uit Kessel. Met 678 centimeter vis hield hij de andere 183 wedstrijd- vissertjes die uit het hele land kwamen ver achter zich. De tweede plaats was voor de 16-jarige Perry van Hemert uit Leerdam, terwijl de 16- jarige Gert-Jan van Schijn- del de derde plaats voor zich opeiste. In twee uur vissen haalden ze respectievelijk 639 en 515 centimeter vis op het droge. Horizontaal: 1. Je moet vader uitvlakken bij het heen en weer lopen; 5. Idioot, je moet er een lolletje van maken; 8. El is bij een boompje, laat dat u gezegd zijn; 9. Bij post die uit de ruim te komt vallen moetje betalen; 11. Levendig ligt maar één let ter van saai; 12. Luister naar het weer in België; 14. Zo is een slak altijd; 15. Verf van ie mand die nodig moet, laat dat dier het niet horen; 19. Instru ment met een tegenstem; 22. Is in Duitsland op een heel ande re dag gesticht dan z'n grote te genhanger; 24. Thee moet in een bijzondere betrekking staan tot een stam; 26. Een koude wind als je je mond opendoet; 28. Een hek er in en zo doet het zeer, W, bij de koeien; 29. O, dier, ben je veel bij de familieleden?; 30. Eén van de twaalf; 31. Dit is ook in kafés geen mooi geluid. Vertikaal: 1. Een vel voor uw hoofd; 2. Voedsel in de schoorsteen han gen langs de autoweg; 3. Gel ders vee; 4. Sinterklaasversjes; 5. Laag water en vieze luchtjes, 2 3 9 s 6 7 t// m 9 9 '0 i '3 ■V '5 tb 17 .9 - '9 20 2' w 27 m a '2k 25 2b 2? 'lè 9 so 3/ 't zal je maar overkomen; 6. Vlug: welke man zit in kaas?; 7. Het meisje is een verdraaid lieve verschijning; 10. Daaron der kun je wel even schuilen; 13. Afgekeurde stof; 14. Dat hebben we aan de zon te dan ken; 16. Wees paraat want als je de tap uitschakelt komt een vreemde vogel je bezoeken; 17. Verf aan je voet en toch door- De prijs van 25,- werd toege kend aan H. Koelmijn-Dijk- sman, Groen van Prinsterer- weg 118, 2221 CC Katwijk aan Zee. De prijs wordt de winnaar toegezonden. Oplossingen met vermelding van "Puzzel" voor donderdag op briefkaart of in enveloppe zen den aan Redactie Leidsch Dag blad, Postbus 54, 2300 AB Lei den. Gedurende de zomermaanden zijn twee Nederlandse schaak boeken van de persen gerold, die nadere aandacht verdie nen. Beide boekwerken onder scheiden zich in sterke mate van de gangbare literatuur. Het ene door de aparte aanpak, het andere door het onderwerp (computerschaak). In de eerste plaats verscheen het toernooiboek van het zesde In terpolisschaaktoernooi. Tradi tiegetrouw liet dat lang op zich wachten. Als excuus mag ech ter gelden dat in de schaaklite ratuur kwaliteit prevaleert bo ven de snelheid. Goed verzorg de toernooiboeken zijn tegen woordig orde van de dag, maar het aparte van dit boekwerk vormt de flinke portie verha lende proza die erin is opgeno men. De meeste werken ko men niet verder dan een over stelpende hoeveelheid partijen en analyses. De nodige achter grondinformatie blijft de lezer daarbij vaak onthouden. Met dit toernooiboek komt ook de minder partijgekke schaker aan zijn trekken. De verhalen worden aangedra gen door een aantal schaak journalisten, die ieder een ron deverslag voor hun rekening nemen. Hoewel niet elke au teur overmatig zijn best lijkt te hebben gedaan, is het toch een bonte verzameling van korte verhalen en partijanalyses ge worden. Zondermeer een aanpak die voor herhaling vat- baar is. Dat juist een absoluut door Dirk Sikkel verder doorrekenen van va rianten. Dat echter ook op het vlak van de A.I. vorderingen worden gemaakt moge uit on- toptoernooi als dat in Tilburg het goede voorbeeld geeft, valt daarbij alleen maar toe te jui chen. Het boekwerk is voor de prijs van fl. 16,50 uitsluitend bij Interpolis in Tilburg (tel. 013-622017) te verkrijgen. Na zijn promotie is het proef schrift van informaticadeskun- dige Jaap van den Herik nu ook in de handel verschenen. Het boekwerk beslaat maar liefst 630 pagina's, maar is, on danks die lengte en het feit dat het een proefschrift betreft, voor de in het onderwerp geïn teresseerde zeer lezenswaar dig. Slechts enkele passages zullen de leek in de informati ca en kunstmatige of artificiële intelligentie (A.I.) kopzorgen kunnen bezorgen. Alle facet ten van het computerschaak, inclusief een uitgebreid histo risch overzicht, komen aan de orde. Een beter standaardwerk valt de komende tijd niet te verwachten, ook al zijn de door Van den Herik aangevoerde stellingen soms voor discussie vatbaar. Het proefschrift kost 65 gulden en is te verkrijgen bij uitgeverij academie service, tel. 070-247238. Het geweld van de schaakcom puters steunt tot nu toe hoofd zakelijk OD het domweg steeds De grote beslissing om de titel van Europees kampioen viel in de zevende ronde tegen een in achtervolging zijnde Jos Stok- kel van Wirny verloor. Hierna had de latere kampioen alleen nog iets van Auke Scholma te duchten; een klip die hij ge makkelijk omzeilde. Maar la ten we die partij uit de zevende ronde eens van dichtbij bekij ken. Stokkel heeft zwart. 1.32-28 16-21; een dergelijk ant woord zegt al genoeg. Hoew wit in 2.37-32 21-26 (om rand- schijf 16 op te lossen) 3.34-29 een vereenvoudigend ant woord heeft kiest Wirny voor 2.31-26 11-16; taktiek, want na 3.37-32 speelt Jos liever een KVO; 3.38-32 18-22 4.43-38 7-11 5.49-43 1-7 6.37-31 21-27 7.32x21 16x27 8.42-37 11-16 9.47-42 20- 24; wit zet alles klaar voor een stormloop op schijf 27. Zwart mag niet op 18 spelen (12-18 28- 23 en altijd 37-32, 13-18 26-21 etc.); 10.37-32 16-21; dit moet wel. Na 10-7-11 (op 6-11 volgt doorbraak naar 6) 11.32x21 16- x27 kan wit kiezen uit 12.41-37 11-16 (gedwongen, want an ders haalt wit de zwarte rech ter vleugel leeg en breekt via het thematische 33-29 door) 13.37-32 16-21 of? en de Partlie Bonnard is nog slechter of af- derstaand eindspel blijken: Wit Kal, Ph4, h3; Zwart Kf2. Tot voor kort waren computer programma's niet in staat de enige voor wit winnende voort zetting Ph4-g2 (bij andere zet ten kan het paard op de lange baan de pion niet meer onder steunen) te ontwaren. Dat ver eist namelijk het nodige in zicht in de stelling. Danzij een op A.I-gebaseerd zoekproces heeft het programma Pion uit Delft hier nu geen moeite meer mee. In hoeverre de artificiële intelligentie op grotere schaal in de programma's kan worden verwerkt en wat de consequen ties daarvan zullen zijn blijft echter nog een kwestie van koffiedik kijken. RUUD DOBBELAAR door Ronald van Egmond wachten. Na 10. 13-18 11. 32- x21 16x27 12.41-37 is het direct uit want 37-32 dreigt terwijl na 6- of 7-11 de combinatie 37-32 11-16 32x21 16x27 35-30 24x35 26-21 17x37 28x17 12x21 42x24 beslist. Na 14- of 15-20 loopt de aanval als een trein, maar ook kan de manoeuvre (eveneens op 13-18) 26-21x21; 11.41-37 13- 18; sinds Gantwarg-Wiersma populair. In een partij Skliarof- Harmsma volgde eens; 11... 14- 20 12.34-29 10-14 13.46-41 7-11 14.39-34 12-18 (na 20-25 is 34-29 vervelend, maar indien dit voorbereid wordt met 5-10 44- 39 20-25 dan volgt na het slaan winnend 34-30 en 33-29 on danks 22x44) 15.44-39 8-12 16.34-30 2-7 <20-25 is beter) 17.30-25 (na 28-23 komt zwart nog op dam, maar het is veel- betekend dat zwart dit alles moet toelaten) 18-23 lS^xlS 12x23 19.39-34; 3-8 (na 24-30 wint wit een schijf of haalt dam) 20.34-29 23x34 21.40x29 8- 12 22.43-39 13-18 23.35-30! 24- x35 24.29-23 18x29 25.33x13 22- Dirk en Kareen Schroedèr waren de stuwende krachten achter de organisatie van het EK in Wiesbaden, en hoe. Wat dit echtpaar samen heeft gepres teerd is ongelooflijk. Volgens de beste Duitse tradities was zelfs aan de kleinste details aandacht besteed, waarbij een strikt zakelijke aanpak op be wonderenswaardige wijze werd gecombineerd met een hartverwarmende persoonlijke benadering. Dirk Schroeder is een vrij jong en succesvol za kenman, die veel geld verdient met het organiseren van brid- gereizen en ook daarnaast heeft hij bepaald veel in zijn mars. Het is dan ook te betreu ren dat de als 'lastig' bekend staande Schroeder net niet vol doende stemmen kreeg om te worden gekozen in het Euro pese hoofdbestuur, waarvoor zijn bond hem kandidaat had gesteld. Dirk Schroeder is behalve een goed zakenman ook één van de sterkste Duitse spelers, die al jaren deel uitmaakt van het na tionale team. In de wedstrijd tegen Nederland had hij Hans x44 26.50x39 9x18 27.31x13 en zwart gaf het op; 12.46-41 14-20 13.34-29; dreigt een grote ruil; 1318-23 14.29x18 12x23 15.40-34 7-11 16.44-40 10-14 17.34-29; zwart dreigde met 23- 29 en 24-30. Op 34-30? volgt 8- 13 met winst door de dreiging 24-29 (ook na 50-44); 17....23x34 18.40x29; na 39x30? volgt weer 24-29 met dam; 18....9-13 19.39- 34!; dwingt door de dreiging 34-30-25 een beslissing af, want na 13-18 34-30 8-12 30-25 2-7 (om 18-23 te doen) volgt het stereotiepe 35-30 en 29-23 met winst en wit vliegt niet in 19....5-10 50-44? 20-25; etc; 19....3-9 20.50-44 13-18; na 20-25 is 34-29 weer vervelend, terwijl na 5-10 44-40 20-25 weer niet mag; 21.43-39! 8-12 22.45-40; brengt het bekende 35-30 29-23 33x13 etc. in het spel, maar op 9-13 wint 34-30; 22....20-25 23.29x20 15x24 24.34-29 5-10 25.29x20 18-23; een gambietva riant. Nodig want 10-15 40-34- 29 is uit. Nu kan na 20-15 19-24, waarna wit het beste 44-40 lijkt doen. Dit moet eigenlijk wel want zwart dreigt met 10-15 niet alleen zijn schijf terug te winnen, maar ook de partij; 26.20-15 9-13? 27.40-34 12-18. 28.48-43 2-8 29.35-30 14-20; nog een schijf; 30.15x24 10-15 31.33- 29; en wit neur. Noord speelde KI 9 na en aas, gevolgd door nog drie ron den klaveren, de laatste ge troefd. Op die laatste klaveren gooide noord een schoppen af en op de nagespeelde harten nogmaals een schoppen (west was via Ru H terug gegaan naar de hand). Dit bleef over: A *963 3 N HV9 109864 wn <7B752 O HV8 O A762 4-104 WO AVB2 Z 4, B107652 <?3 O 53 4. H875 Zuid gever, NZ kwetsbaar. Schroeder als west opende 1 Ha. noord pas, oost 2 Ha (ster ker dan in Acol), zuid pas, waarna west 4 Ha bood, niet onlogisch door noord gedou bleerd. De eerste drie slagen waren voor Ha A, H en V; zuid signaleerde het bezit van een klaverhon- 3 •7 9 O V8 N ♦H ■wo z <>A7' Wat toen ook werd besloten was dat men in de toekomst de Eu- ropa-CEPT-zegels zo dicht mo gelijk bij de 5de mei zou uitge ven. De 5de mei is immers ooit door de Raad van Europa uit geroepen tot "Dag van Euro pa" en dat is, volgens de CEPT-'vergadering van vorig jaar, voor de meeste landen een uitgelezen moment om de Europa-zegels te presenteren. Ook de Nederlandse PTT heeft zich toen aan dat besluit ge conformeerd. Maar wat ge beurt: zowel dit jaar als in 1984 weet men de 5de mei niet te be naderen. Dit jaar was het 17 mei. volgend jaar wordt het al weer juni. Nog twee jaar en het zal weer zo zijn dat Nederland de rij Europa-emissies sluit. In juli zal de 400ste sterfdag van prins Willem I van Oranje met de uitgifte van een zegel wor- West speelde zijn laatste troef en noord mocht 'met Sch A naar bed'. Noord gooide ruiten af, waarna in die kleur nog drie slagen werden gemaakt. Aan de andere tafel was op het spel een ramp gebeurd zodat de schade, gelukkig voor Neder land. in zekere zin nog meeviel. den herdacht. Deze zegel heb ben we eigenlijk te danken aan het GPV-Tweede-Kamerlid Schutte die vorig jaar minister Zeevalking schriftelijk de vraag stelde in 1983 de 450ste geboortedag van Willem van oranje postaal te herdenken. Aangezien dat niet meer moge lijk bleek te zijn zegde minister min of meer toe in 1984 een Willem van Oranje-zegel te rea liseren ter gelegenheid van diens 400ste sterfdag. Ook de uitgifte van de Wereld Natuur Fonds-zegel in septem ber was te voorzien. Nadat NVPH-voorzitter Rietveld vo rig jaar in zijn openingsrede van de NVPH-show in Den Haag de wens uitsprak (en zich daarbij richtend tot prins Bernhard) dat de PTT nog eens met een WNF-zegel zou ko men, zei PTT-directeur-genc- raal Leenman daarop dat hij waarschijnlijk nog net tijd 2 hebben (hij gaat begin 1984 met persioen) om nog de uitgif te van een WNF-zegel te be werkstelligen. En ziedaar. Overigens is dit niet de eerste WNF-zegel (hetgeen beide he ren zich toen niet realiseer den). In 1971 maakte ook al een 20 ct. zegel deel uit van een se rie ter gelegenheid van de 70s- te verjaardag van prins Bern hard. In oktober zal een zegel in het teken staan van het ambacht, mede in verband met het Inter national Small Business Con gress in Amsterdam.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 31