c
De bomen en het bos
sociale (on)zekerheid
Economie
Extra
Geldmarkten
Beursweek Harde feiten treffen Damrak
De bezuinigingen van een staatssecretaris
Schulden Brazilië,
spanning neemt toe
Extra
staatsecretaris L. de Graaf van sociale zaken bij de Miljoenennota 1983: "Juist in een periode
van inkomensmatiging spelen rechtvaardigheidsoverwegingen een belangrijke rol. Een zo
breed mogelijke spreiding van de pijn over alle inkomensgroepen versterkt de maatschappe
lijke aanvaardbaarheid van het sociaal-economische beleid".
t)e Graaf had zijn woorden nog niet uitgesproken of hij kwam met het plan 6,4 miljard gulden
aan rijksgeld terug te trekken uit de sociale verzekeringsfondsen om bezuinigingsredenen.
6 i Gevolg: forse premieverhogingen vóór werknemers en veel uitkeringstrekkers, dus voor een
groep burgers waartoe onvermijdelijk veel laagbetaalden behoren.
Het heeft er flink toe bijgedragen, dat de lager betaalden er in 1983 meer inleveren dan de beter
gesitueerden. Belastingmaatregelen, waarmee dat alsnog voorkomen had kunnen worden,
bleven uit.
bezuinigen tussen theorie en praktijk; een staatsecretaris tussen woord en daad. Een tocht door
het woud van sociale voorzieningen. Verder een vooruitblik op de Miljoenennota 1984, want er
moet weer 11 miljard bezuinigd worden.
CBS, Sociale
door
Wim Fortuyn
De loontrekker die zijn salaris
strookje van nu vergelijkt met
dat van een jaar geleden con
stateert: een eventuele opslag
daargelaten is hij er fors op
achteruit gegaan. De premies
voor aow, ziekenfonds, werk
loosheid en arbeidsonge
schiktheid hakken er fors in.
Niet alleen bij de werkende,
maar ook bij de veel werklozen
en arbeidsongeschikten. Bij
een grote groep uitkeringstrek
kers dus.
Een merkwaardige uitzondering
geldt hier de zieke werknemer,
een tijdelijk arbeidsongeschik
te. Want over de ziekteuitke
ring wordt nog steeds, on
danks Den Uyl, geen premie
betaald. Hetgeen juist door
die hoge premiedruk tot de
merkwaardige situatie kan lei
den dat tachtig procent ziekte-
geld netto meer oplevert dan
honderd procent loon. Maar
dat terzijde. Het is slechts een
van de vele rariteiten die het
systeem van sociale zekerheid
kenmerken.
Bedroeg het totaal aan werkne
merspremies, pensioenen
daargelaten, op 1 januari 1982
nog geen 25 procent van het
belastbare loon, sinds 1 juli is
dat ruim 30 procent. Dat bete
kent honderden gulden min
der in het handje. Voor de
werkgever is het ongeveer 25
procent gebleven.
Daarmee is duidelijk: naast een
forse groei van het aantal ar
beidsongeschikten is de koop
krachtdaling als gevolg van
premiestijging goeddeels te
wijten aan een lastenverschui
ving van werkgever naar werk
nemer en aan het terugtrekken
van de 6,4 miljard door het rijk.
Op het totaal van ruim 80 mil
jard aan sociale*verzekeringen,
die nu vrijwel uitsluitend door
premies moet worden opge
bracht, is dat acht procent.
En de enorme groei van de werk
loosheid dan, die in dezelfde
periode praktisch is verdub
beld van 400.000 naar meer dan
800.000? Deze heeft, hoe merk
waardig dat ook lijkt, maar een
zeer beperkte invloed op de
premiedruk. Dat heeft te ma
ken met het onderscheid tus
sen sociale verzekeringen, so
ciale voorzieningen en de wijze
van financiering.
Slechts een klein gedeelte van de
werkloosheid valt onder een
sociale verzekering: de ww.
Net als de wao in geval van ar
beidsongeschiktheid is de ww
een werknemersverzekering
tegen een snelle en grote inko
mensachteruitgang in geval
van ontslag. Werknemers en
werkgevers betalen er premie
De wwv, waar elke ww'er die na
een half jaar nog geen nieuw
baan heeft gevonden, in te
recht komt, is daarentegen een
volksvoorziening, net als het
eindstation dat nog na eens
twee jaar wordt bereikt, de bij
stand. Voor wwv en bijstand
betaalt niemand premie. Fi
nanciering geschiedt uit belas
ting-inkomsten. Iedereen be
taalt dus mee.
Daaruit volgt dat de werkloos
heid alleen tot stijgende pre
mies kan leiden als het aantal
ontslagen steeds sneller toe
neemt. Slechts dan stromen er
meer in dan uit de ww. Al op
het moment dat er sprake is
van een gestage stroom ontsla
gen, hoeft de premie dus niet
meer te stijgen. Het aantal
ww'ers is dan constant.
Dat moment is nu bereikt, zoals
de Sociale Verzekeringsraad
eerder deze maand duidelijk
maakte. De raad, die toezicht
houdt op de uit premies opge
bouwde verzekeringsfondsen,
liet weten dat de totale premie
druk zelfs iets omlaag kan. Te
meer, omdat het rijk vrijwel
geen wel geld meer in de fond
sen heeft zitten en dus geen be-
De Graaf: awwaowakwaawawbzwaowwzf
lang bij een verdere verhoging
lijkt te hebben. Integendeel.
Een verlaging zou een welko
me lastenverlichting zijn.
Maar pas op, er is geen enkele re
den tot juichen. Al die werklo
zen immers drukken wel
steeds meer op de rijksuitga
ven. En daar komen nog bij:
De schoolverlaters, in aantal
met zo'n veertig procent geste
gen, Zij vallen onder de rww,
onderdeel van de bijstand. De
rww is ook even hoog (laag) als
de bijstand en gekoppeld aan
een inkomenstoets. Vandaar
die ambtenaar langs de deur
dus, die kijkt of de uitkerings
trekker niet stiekum samen
woont door zich in een portiek
al toe bijgedragen, dat de so
ciale premiedruk sinds 1970 is
gestegen van 16 naar 25 pro
cent van het nationaal inko
men. In guldens is de sprong
nog veel groter. Werd in 1970
nog geen 16 miljard uitgegeven
aan sociale zekerheid, dit jaar
zal dat meer dan 80 miljard
zijn. En dat is dan nog maar de
premiedruk, die alleen de so
ciale verzekeringen omvat. Be
halve ww en aow horen daar
wel bij bijvoorbeeld kinderbij
slag en veel kosten in de ge
zondheidszorg, maar dus niet
de wwv, bijstand en rww. Het
totaal bedrag aan sociale uitga
ven is dan ook nog groter: 122
miljard gulden in 1983.
De binnenkort te verschijnen
Miljoenennota zal een algeifie-
ne verlaging van deze uitkerin
gen in het vooruitzicht stollen
met vijf procent in 1984.
Daarmee bereikt De Graaf echter
geenszins het bedrag dat hij op
de rijksuitgaven wil besparen,
omdat het lagere wao- en ww-
uitkeringen hem niets opleve
ren. Dat zijn immers werkne
mersverzekeringen waar het
rijk niet aan te pas komt.
De verlaging komt dus voor een
belangrijk deel ten goede aan
de sociale fondsen en dat ver
groot de kans verlaging van de
premiedruk. Met andere woor
den: De Graaf zal, in samen
werking met minister Ruding
voorzieningen, zoals wwv en
rww, naar de sociale fondsen.
Dat levert de staat een forse be
zuiniging op, omdat deze uit
keringen dan net als ww en
wao ten laste van werkgevers,
werknemers en andere premie
betalers komen. Een premie
verlaging zit er dan uiteraard
niet in. Een struikelblok is de
sociale aanvaardbaarheid: het
rijk schuift verantwoordelijk
heden af en dat zal niet ieder
een in dank afnemen.
Los daarvan is er ook nog de mo
gelijkheid de premieverlaging
te schuiven naar de werkge
vers, zoals de premieverhogin
gen tot nu toe op de nek van de
werknemer ziin gelegd. Dat
te verschuilen of het aantal
tandenborstels te tellen.
Steeds meer andere leden van
de samenleving, die een eigen
inkomen verlangen en een be
roep doen op de bijstand. De
gezinsverdunning en de toena
me van het aantal scheidingen
(vrouwen) dragen daar toe bij.
Nog maar een op de drie Ne
derlanders heeft niet een eigen
inkomen. En- van de andere
twee is er één uitkeringstrek
ker.
Bejaarden. De gevreesde ver
grijzing geeft niet alleen een
opwaartse druk op de aow,
maar ook op de pensioenen.
En dan is er ook nog het feno
meen van de vervroegde uittre
ding (VUT).
Dit alles heeft er op dit moment
In de dit voorjaar verschenen no
ta stelselherziening is al aange
kondigd dat "een substantiële
verlaging van de sociale mini
ma ontontkoombaar is". De
bedoeling is dat de uitkeringen
bij werkloosheid (ww en wwv)
en arbeidsongeschiktheid
(wao) op hetzelfde, in alle ge
vallen lagere, niveau van 70
procent of minder van het
vroegere loon. Nu is dat 80 pro
cent voor ww en wao en 75 pro
cent voor wwv. De operatie
moet in 1986 voltooid zijn en
uiteindelijk een besparing van
5,6 miljard opleveren.
Hoewel de hele stelselherziening
nog door parlement, Emanci-
patieraad en Sociaal-Economi
sche Raad moet, staat invoe
ring van de eerste fase al vast.
van financiën, omwegen moe
ten bewandelen om het voor
deel binnen te halen. Twee mo
gelijkheden:
Compensatie van de premie
verlaging in de vorm van belas
tingverhoging. Het kabinet
heeft al gelüiden losgelaten die
wijzen op een verhoging van
de btw en accijnzen op tabak
en alcohol. Het premievoor
deel vloeit dan via de dagelijk
se boodschappen uit de han
den van de consument naar de
staat. De winkelier zal dit niet
in dank afnemen. Het alterna
tief, dat ook meer mogelijkhe
den biedt tot een rechtvaardi
ger lastenverdeling, is verho
ging van de inkomsten- en
loonbelasting.
Het afstoten van enkele volks-
laatste werkt door in de ambte
narensalarissen; het eerste is
een vorm van stimulering voor
het bedrijfsleven, die voor de
werkgelegenheid gunstig lijkt:
het zijn immers vooral bedrij
ven met veel werknemers die
profiteren.
Intussen heeft premier Lubbers
deze week als zijn mening
weergegeven, dat de belastin
gen en de premies volgend jaar
omlaag moeten. Dan maar iets
minder snel bezuinigen. Tege
lijkertijd zei hij dat het kabinet
vasthoudt aan verkleining van
het rijkstekort tot 7,4 procent
van het nationaal inkomen in
1986. Een tekort dat nu nog
groeit en uitkomt op ongeveer
13 procent. Tussen woord en
daad.
De afgelopen week leek het er even op dat de dreigende crisis die
nu al een jaar lang boven de financiële wereld hangt, dan toch in
volle hevigheid zou losbarsten. Op het nieuws over de radio was
te horen dat de Braziliaanse regering gezegd had geen rente en
aflossing op haar buitenlandse schuld meer te zullen betalen.
Aangezien Brazilië voor ruim 90 miljard dollar bij de rest van de
wereld in het krijt staat en dit jaar alleen al ruim 10 miljard
dollar rente moet betalen, zou een eenzijdig opschorten van die
betalingen betekenen dat elders op de wereld andere partijen
dat bedrag tekort gaan komen. Op de Amsterdamse effecten
beurs werden meteen na het bekend worden van het nieuws
bankaandelen dan ook door beleggers van de hand gedaan,
want de banken lopen het eerste risico.
Maar gelukkig bleek alles mee*te vallen. Brazilië bedoelde zijn
eenzijdige opschorting van betalingen niet tegenover de ban
ken, maar tegenover de regeringen van de rijke landen, waaron
der Nederland, die Brazilië in het totaal 8 miljard dollar hadden
geleend. Daarvan moet dit jaar en volgend jaar 2 miljard aan
rente en aflossing worden terugbetaald en dat geld heeft Brazilië
niet. Dus moet er onderhandeld worden en zolang geen nieuwe
afspraken zijn gemaakt, betaalt Brazilië de rijke landen, die zijn
verenigd in de club van Parijs, maar helemaal niets.
Het is tekenend voor de internationale machtsverhoudingen dat
Brazilië een dergelijke stap wel durft te zetten ten aanzien van
de schuld aan de regeringen van de rijke landen, 'maar niet te
genover de particuliere banken die veel meer geld tegoed heb
ben. Zoals iedereen in financiële problemen doet de Braziliaan
se regering de grootste moeite om de schuldeisers waar ze het
bangst voor is het eerst te betalen. De rest moet maar even wach
ten.
Toch begint het er steeds meer naar uit te zien dat Brazilië ook de
banken niet kan terugbetalen. Het land loopt nu al 2 miljard aan
betalingen achter en bovendien werkt het saneringsprogramma
dat het IMF had voorgeschreven en waaraan de banken hun
steun koppelen in de praktijk nauwelijks. Eind vorig jaar, toen
de crisis van de Braziliaanse financiën acuut werd door de com
binatie van stijgende rente en als gevolg van de economische
recessie terugvallende exporten, heeft het IMF Brazilië 4,5 mil
jard dollar steun beloofd. De banken zeiden daarop toe eenzelf
de bedrag ter beschikking te stellen en bovendien nog eens 4
miljard dollar die dit jaar eigenlijk terugbetaald had moeten
worden voorlopig niet terug te vragen.
door
Paul Frentrop
De Amerikaanse regering gaf ook nog eens anderhalf miljard om
dat de Amerikaanse banken nu eenmaal het nauwst bij Zuid-
Amerika zijn betrokken. Al dit geld kwam echter slechts ter
beschikking op voorwaarde dat het IMF programma werd door
gevoerd. In grote lijnen betekende dat dat de Braziliaanse ex
porten moesten worden opgevoerd. Daartoe zouden de lonen
verlaagd moeten worden en bovendien moesten de overheids
uitgaven worden teruggebracht, zodat al het geld kon worden
aangewend voor de produktie van exportgoederen.
De Amerikaanse regering, beducht voor de stabiliteit van het
bankwezen gooide zelfs haar monetaire beleid om, met de be
doeling het Brazilië en de andere landen met schulden mogelijk
te maken meer geld te verdienen om de banken terug te betalen.
Tot dan toe was er in de VS een krapgeld politiek gevoerd, die
de rente opdreef en de economische groei afremde. Door die
geringe groei daalde ook de vraag naar grondstoffen en dat werd
in de derde wereld goed gevoeld. Dus werd in de VS de geld
markt weer verruimd, de rente daalde en de economie trok aan.
Dit recept werkte goed genoeg voor een land als Mexico dat olie
naar de VS kon exporteren en nu zijn financiële verplichtingen
aan de banken aardig na kan komen, maar voor de andere Zuid-
Amerikaanse landen die geen makkelijk te verkopen olie heb
ben, bleek het niet voldoende. Met name Brazilië, dat het moet
hebben van de verkoop van industriële produkten, kon niet ge
noeg exporteren. Bovendien bleek het moeilijk de overheids
uitgaven terug te brengen en het verlagen van lonen is in een
land als Brazilië waar zoveel mensen onder het bestaansmini
mum leven nauwelijks mogelijk zonder een binnenlandse crisis
te veroorzaken.
De oplossing die IMF, banken en Amerikaanse regering gezamen
lijk in gedachten hadden bleek niet te werken. En al in mei
klaagden de banken bij het IMF dat dit niet de bedoeling was.
Als Brazilië het IMF-programma niet kon verwezenlijken zou
den ze geen geld meer beschikbaar stellen. Sindsdien onderhan
delt Brazilië met het IMF over aanpassingen aan het program
ma. Misschien hoeven de overheidsuitgaven iets minder ver te
worden teruggebracht en kan de loonsverlaging wat beperkt
blijven.
Maar de tijd dringt. Het land raakt steeds verder achter met beta
lingen en bovendien moet dit jaar nog eens circa 5 miljard dollar
extra geleend zien te worden om de importen te betalen die de
nationale industrie nodig heeft. Er moet snel overeenstemming
worden bereikt en dan moet nog maar blijken of het IMF scena
rio wel kan worden uitgevoerd.
In Chili, dat per hoofd van de bevolking de grootste buitenlandse
schuld van Zuid-Amerika heeft, blijkt de regering alle steun die
ze nog bezat onder de bevolking te hebben verspild na een soort
gelijk beleid.
Zelfs de harde hand van Pinochet kan protesten niet voorkomen.
In Brazilië is de onrust nog grotendeels beperkt gebleven tot het
arme agrarische noord-oosten van het land. Maar ook in de in
dustriegebieden rond Sao Paolo zijn al stakingen en rellen voor
gekomen. De crisis is nog lang niet bezworen en niemand lijkt
een oplossing te weten.
door
C. Wagenaar
De afgelopen week is de Am
sterdamse beurs op harde
wijze met de neus op de fei
ten gedrukt. Daarbij bleek
hoe gevaarlijk een hausse de
stemming kan opkloppen.
Steeds hogere noteringen -
zelfs vele historische records
- wekten steeds hogere ver
wachtingen, die op hun beurt
de koersen weer opjoegen.
Eigenlijk kwam de eerste te
leurstelling vorige week al
met Philips, dat niet aan de
verwachtingen voldeed.
Daarna kwam vrijdag de
ABN, gevolgd begin deze
week door de NMB. Van bei
de ondernemingen blijkt de
bruto-winst in de eerste helft
van 1983 wel fors te zijn ge
stegen (50 procent), maar
door nieuwe zware dotaties
aan het stroppenpotje - offi
cieel de VAR genoemd - werd
deze stijging voor de netto
winst aanzienlijk terugge
bracht. Vooral de NMB blijkt
nog steeds geconfronteerd te
worden met binnen de mid
denstand voorkomende fail
lissementen.
De banken moesten het deze
week daarom op de beurs
zwaar ontgelden. In drie da
gen tijd viel de index van de
ze groep niet minder dan 16
punten. ABN zakte van 405
gulden op 365 gulden en
NMB van 164 gulden op 145
gulden. Maar daarbij bleef
het helaas niet. Holland-
Amerika-Lijn, die veel pech
had met de tewaterlating van
het nieuwe vlaggeschip de
Nieuw-Amsterdam, liet over
de eerste helft van 1983 een
zwaar verlies zien, hetgeen de
koers bijna 30 gulden deed
zakken. Daarna verschenen
achtereenvolgens Buhr-
mann-Tetterode, Pakhoed en
Verto ten tonele, met voor de
eerste twee weliswaar goede
verbeteringen, maar toch niet
in die mate die de Beurs zich
ervan had voorgesteld.
En alsof dat alles nog niet ge
noeg was, meldden ook de
hypotheekbanken wederom
verliescijfers. Westland-
Utrecht boekte weliswaar
minder verlies dan vorig jaar
in de eerste helft, maar de
Friesch-Groningsche Hypo
theekbank daarentegen dook
daarentegen opnieuw in het
rood na een positief eerste
halfjaar 1982. WUH viel tien
gulden terug en FGH moest
vijf gulden inleveren.
Tot overmaat van ramp sloeg
het klimaat op Wall Street an
dermaal om. Nadat New
York maandag nog met een
stijging van negen punten
was begonnen, lag de Dow-
Jonesmdex woensdag bij het
slot al weer tien punten bene
den de stand van eind vorige
week. De terughoudende
stemming werd toegeschre
ven aan de betalingsmoeilijk
heden van Brazilië
Een lichtpuntje voor de geld
markt was dat de Westduitse
centrale bank donderdag niet
zoals verwacht besloot tot
een hogere beleningsrente op
effecten. De voorstanders
van zo'n verhoging, die al eni
ge tijd willen reageren op de
forse geldaanwas in West-
Duitsland, moesten het op
nieuw afleggen tegen de op
positie, die remmende gevol
gen vreest voor het economi
sche herstel.
Maar het Damrak werd er niet
door gered en de afgelopen
week ging heen met fikse
klappen. Na maandag nog
bijna een vol punt te zijn ge
stegen, lag dezelfde index
van het algemeen beursge-
middelde donderdag al vijf
punten beneden het slot van
vorige week vrijdag.
Zelfs het verrassend goede
winstbericht van De Tele
graaf, dat deze week als een
soort witte raaf fungeerde in
de stroom van jobstijdingen,
kon de rest van de uitgevers
niet opbeuren. Daar ging ge
middeld rond vijf gulden ver
loren, hoewel De Telegraaf
zelf een weekstijging van
ruim vijf gulden overhield.
Vijf gulden ging er ook verlo
ren bij ACF. Wereldhave, Ma
cintosh, Ahold, Koninklijke
Petroleum, Hoogovens, Hei-
neken en Wolters-Samson.
Heineken en Wolters-Sam
son moesten zelfs tien gulden
terug.