"Als het begin regenen, dan daat direct de telefoon" Toeristensector in Spanje bang voor 'klap bij het stoplicht' Pelleboer heeft het wel eens moeilijk ZATERDAG 20 AUGUSTUS 1983 Hij gaat bij voorkeur over straat met zonnebril en hoed. Niet omda t hij door Interpol wordt gezocht, of iets vreselijks heeft gedaan. Nee, Jan Pelleboer (S 1) genieteen haast beangstigende bekendheid omdat hij zich bezighoudt met ween verwachtingen. door Tony van der Meuten Op campings overal in Europa wordt door Nederlanders 's morgens om tien uur de glanzende spriet uit de wereldontvanger getrokken. Van Portugal tot achter in Noorwegen klinkt dan via de Wereldomroep dat zo typerende, wat hoge, ietwat landelijke stemgeluid van de uit Eelde, Drenthe. Bloemetje Tussen de 3000 en 4000 mensen draaien dagelijks zijn weerlijn (05907-5907), acht lijnen, driemaal daags ververst. Velen sturen hem een ansichtkaartje uit een ver land. Unifil-militairen informeren vanuit het Midden-Oosten naar het weer in de Sinai. Hij is geimiteerd door Seth Gaaikema, Piet Bambergen, André van Duin, Wim Kan, en nu onlangs door („de beste") Robert Paul. Pelleboer treedt ook op voor de TROS-televisie..Daartoe trekt elke week een complete cameraploeg naar Noord-Drenthe, want de weerman heeft geen zin om elke keer naar Hilversum te reizen, en ze willen hem maar wat graag. Telexen Vijfendertig jaar lang houdt hij zich al bezig met het weer. Eerst, op het vliegveld Eelde en een tijdje bij het KNMI, vrij snel begon hij voor zichzelf. In zijn achterkamer staat de apparatuur waar alle wijsheid uit moet komen: een weerkaartenmachine, telexen met weerberichten uit heel Europa, printers waar lange lijsten gecodeerde waarnemingen uit komen. Buiten de regenmeter, op het dak de windmeter. Naast het weer is Pelleboer ook actief als redacteur van het weekblad Eelder Dorpsklanken, dat enige faam geniet op het gebied van de kleine, gemengde berichtgeving. „In de ...straat is gisteravond een groot konijn gepasseerd". Vorige week werd nauwgezet melding gemaakt yan de aankomst in Eelde van 206 vleermuizen. We zitten in de tuin, het is mooi weer, zijn vrouw Janny zet thee en Jan Pelleboer verbaast zich. „Laatst belde zelfs dat blad Privé. Ik zei: ik ben niet gescheiden, en u mag het gerust controleten, maar in mijn hele familie is verder ook niets raars aan de hand". - Hoe krijgt iemand zo'n grote bekendheid door zich met weersverwachtingen bezig te houden? Pelleboer: „Tja. In de wintermaanden hou ik alleen maar wat lezingen voor boeren. Af en toe ben ik twee minuten op de televisie en vertel iets over het weer. En dan komen ze hier het „Ik wil niet klagen, ik kan het alleen maar me zelf verwijten en er zijn toch ook allerlei leuke dingen bij. Een mevrouw die hier naar toe komt en zegt: ik luister altijd naar u in Zwitserland. Nu was ik in de buurt van Eelde en ik dacht: even een bloemetje brengen aan meneer Pelleboer". „Maar dan is er hier zo'n oriënteringsrit voor fietsers en moeten ze eerst op de ANWB-paddestoel kijken, die hier voor het huis staat. Op het papier staat vervolgens: en op nummer 24 woont de bekende heer Pelleboer. Op zo'n moment hoor je ze in koor roepen: Goh, daar woont-ie, misschien zien we hem wel. Intussen lig ik alweer achter de heg". „Het wordt pas helemaal een grote ellende als de organisatie van de fietstocht heeft bedacht dat ze hier moeten aanbellen. Stond ook op zo'n papier: op nummer 24 belt u aan bij Pelleboer en vraagt u hem hoeveel boeken hij geschreven heeft. Toen al vier mensen hadden aangebeld met diezelfde vraag, rook mijn vrouw onraad. Ze heeft een briefje op de deur geplakt: hij heeft er drie geschreven. En we zijn weer achter de heg gaan zitten". „Nog een voorbeeld: we wilden wel eens met het vliegtuig naar onze dochter in Engeland. Op Schiphol begint het dan al. Een man achter me in de rij zegt: prima datje naar Engeland gaat, hoor, als je het mooie weer maar hier laat. Het ergste kwam in het vliegtuig. Ik werd ontdekt door een ouwe, wat dove kerel. Dove mensen hebben toch al de neiging hard te schreeuwen. Die man begint te roepen: hier zit Pelleboer! Iedereen staat op en staart ons aan. Op zo'n moment wil ik er wel uitspringen". „In Luzern loopt een vrouw recht tegen me aan en zegt: als ik het niet dacht, da's Pelleboer! In Oostenrijk zitten we aan de gril in de Mozartstube. Niet meer dan twintig mensen, dat lijkt wel veilig. Plotseling tikt mij iemand op de schouder en roept: mijn vrouw zei, nu ga je het hem vragen: is het hem, of is het hem niet. Daarna valt op het vliegveld van Wenen een heel nest Limburgers over je heen wat voor weer het is in Limburg?" Bus „M'n vrouw en ik rijden door het Roergebied en wil er wel even uit bij zo'n Raststatte. We stappen uit, gaan naar binnen maar hebben jammer genoeg die bus uit Naaldwijk niet zien staan. Een bus toeristen is het ergste: die mensen zijn een dagje uit en dus op hun geestigst. Ik doe de deur open, en meteen begint iemand tc schreeuwen: Pelleboer, dat is Pelleboer. Wordt het vandaag een zeven? (Pelleboer is gewend het weer dagelijks een cijfer te geven). Ik loop er dan maar op af, wantje moet toch iets, en zeg: omdat jullie een dagje uit zijn wordt het vandaag een acht". - Komt dat allemaal door de televisie? „Nou nee, want toen ik alleen nog radio deed, werd ik herkend aan mijn stem. Ik had nog niet gezegd: twee tomatensoep" of het lopen begon al. Alle zeven obers hadden plotseling iets te doen aan ons tafeltje: asbak schoonmaken, peper brengen, peper weer ophalen, allemaal hadden ze even een karweitje. Is het niet idioot?" Lollig - Komt het ook omdat iedereen interesse in en verstand van het weer heeft? Zijn vrouw Janny: „En door de manier waarop je het brengt?" „Pelleboer: „Ik ben er zeer voor gaan waken niet opzettelijk de lollige broek te zijn. Het eerste jaar heb ik me op de televisie achteraf gezien iets teveel laten gaan. Ik kwam op met een suikerbiet, of met een kip hier uit de tuin. Ik heb het ook al eens als Sinterklaas gedaan. Daar moetje ontzettend mee oppassen. Ik ben niet ingehuurd als komiek,'maar om iets over het weer te vertellen. Als je teveel van die grappen maakt, duurt het maar even of de mensen zeggen: heb je die flauwe vent - En zijn weer klopte ook al niet. „Precies" - U hebt zich ook eens voor de televisie in een telefooncel laten rondrijden. Pelleboer, licht beschaamd: „Ach ja, je krijgt er je geld voor en de mensen van de TROS wilden dat zo graag. Maar ik moet wel zeggen: het was mijn idee niet". Advertentie - En als een firma adverteert met: Pelleboer voorspelt een goede zomer. Dus voor al uw regenkleding naar... Hebt u dan niet de pest in? „Dat zat wat anders, maar ik word wel op die manier belazerd. Janny en ik hebben scherpe richtlijnen opgesteld over reclame die ik doe. Geen radio en televisie. En in advertenties alleen iets dat met m'n werk te maken heeft. Isolatiemateriaal. Een ventilator. Plus die advertentie voor een wereldontvanger, want ik werk voor de Wereldomroep. Dat is alles". „Maar er gebeurt van alles waar ik niet van weet. Teksten als: Pelleboer aan de kant, onze barometer aan de wand. Of een advertentie in een krant in de Noordoostpolder: Pelleboer verwacht een strenge winter, dus dames, haal uw nieuwe winterjas tijdig bij modehuis Dijkema" „Ik heb die kerel opgebeld en gezegd: ik voorspel geen strenge winter, ik voorspel überhaupt niks, ik geef alleen verwachtingen. Nou, hij zou het meteen rectificeren. En wat staat er de volgende week in de advertentie van modehuis Dijkema: Pelleboer verwacht GEEN strenge winter, maar het kan er wel één worden dus dames, haal uw nieuwe winterjas tijdig bij... Ja, dan ben je uitgepraat" Geen moer - Zo'n meezinger van de artiest Jan Boezeroen: „Er klopte geen moer van Pelleboer", lijkt me ook vervelend. „Valt mee. Moer rijmt op Pelleboer, en daar gaat het zo'n man om. En hij zingt: SOMS klopt er geen moer van Pelleboer. Dat is waar. In een land als Nederland zit je met een percentage van 80 procent heel goed. Dat geldt voor het KNMI, het geldt ook voor mij" „Valt wel mee. Toen ik daar in de jaren vijftig weg ging, was de verhouding in het begin niet prettig. Ze waren ook een beetje bang: iemand die voor zichzelf begint met weersverwachtingen. Maar er is nu geen enkele controverse meer. Ik krijg via De Bilt de gegevens van twintig weerstations in Nederland, en daar betaal ik voor. Als er een oud-collega met pensioen gaat, krijg ik een uitnodiging. Nee, niks meer aan de hand. Ze zullen ook wel denken: hij loopt al tegen de zestig". Woede - We gaan pralen over zowel de woede als het leedvermaak na een weersverwachting die achteraf fout blijkt te zijn. Pelleboer: „Dat zal eeuwig zo blijven. Het beroerde is wel: als het mooi weer is, hoor je geen mens. De Bilt en Pelleboer zijn dan geheel vergeten. Begint het te regenen, dan gaat meteen weer de telefoon. Daar komt bij: mooi weer komt rechtstreeks van God, slecht weer is de schuld van Pelleboer". „Het regent en meteen een man aan de telefoon: u had zon voorspelt en nou sta ik hier op Schiermonnikoog te blauwbekken! Aan de andere kant zijn er ook mensen die mij vragen of het nog lonend is voor het komende weekeinde een badpak te kopen. Of: we willen volgende week naar dat of dat dal in Oostenrijk: wat denkt u ervan? - U hebt eens gezegd: mensen die zich intensief met het weer bezighouden, zijn vaak wat wonderlijk. „Klopt niet helemaal. Er zijn bijvoorbeeld op dit moment zo'n zeshonderd jongeren, die zich serieus met het weer bezighouden, dus dat is hoopgevend. Maar ik krijg lui aan de telefoon waarvan ik denk: och. och, och". „Ik ben ook al twee keer naar een psychiatrische inrichting geweest waar een regen waarnemer van me was opgenomen. Er zijn natuurlijk ook nogal wat mensen, die wat last krijgen als de bladeren vallen". Lekker - Wat is uw favoriete weer? „Het ergste is: iedere dag hetzelfde. Dan is er voor ons niets te verdienen 's Winters: een hogedrukgebied, met elke dag mist. Waardeloos. Maar afgezien daarvan: 22 graden, windkracht 3: dat vind ik lekker. Dan klaagt er ook bijna niemand. Dat klagen begint weer bij 28 graden" „En een leuk record is natuurlijk ook zeer interessant. De winter van 1979 staat bij mij zeer hoog genoteerd. En als er maar geen doden bij vallen is een zware storm zo af en toe ook heel boeiend. Ik vind het ook goed dat Onze Lieve Heer in deze jachtige driftige wereld zo af en toe zegt: jullie wilden vandaag weer van alles en nog wat, maar je komt de deur niet uit, want ik gooi er een fikse sneeuwstorm overheen. Het hoeft niet elke winter. En de boeren moeten ook zorgen dat ze genoeg vreterij voor de beesten achter de hand hebben. Maar dat de natuur ons de baas is, ons even terug fluit- dat mag ik wel". Mopje De telexbel gaat: iemand vraagt met spoed wat voor weer het wordt. „Daar begin ik niet aan. Soms denk ik wel eens: de mensen worden steeds gekker. Neem nou dit. Over mij gaat in het land het volgende mopje, en ik moet er meteen bij zeggen: erg hoogstaand is het niet. Het gaat zo: weet je dat de vrouw van Pelleboer wil scheiden? Goh, nee. Ontknoping: dat komt omdat hij er altijd naast zit". „Zoiets gaat dan een eigen leven leiden. Mijn vrouw Janny werd laatst door iemand even apart genomen die zei: ik wil me er verder niet mee bemoeien, maar is het waar dat jullie gaan scheiden? En mijn zoon, die in Zuid-Holland onderwijzer is, hoorde laatst een meisje op het schoolplein zeggen: erg hè, ze zeggen dat meneer Pelleboer gaat scheiden omdat ze geen kinderen kunnen krijgen. Maar dat is niet waar. Want de zoon van meneer Pelleboer is onze meester". door Gerrit-Jan Hoek „Zijne Eminentie" heeft bij buiten landse toeristen zo langzamer hand een uiterst kwalijke naam gekregen. Maar wie in Spanje voorzichtig rond blikt naar een kerkelijke hoogwaardigheidsbe kleder, gehuld in bisschopsman tel, kan nog lang blijven rond tu ren. Want „Zijne Eminentie" heeft niets uit te staan met kerke lijke prelaten, maar is de naam van een straat in Sevilla, diefde laatste jaren berucht is geworden door de talloze berovingen van buitenlandse toeristen die daar plaatsvinden. „Su Eminencia", zo luidt de exoti sche naam van de straat in Sevil la in het Spaans, is de grote in valsweg uit Madrid en de grote verkeersader in de richting van Cadiz en de Costa del Sol. Een avenue met legio stoplichten, die het kroondomein vormt voor de florerende jeugdbendes van Se villa. De geijkte methodes om de niets vermoedende toerist in het zicht van de toeristische trek pleister, de toren van Giralda de nodige buitenlandse deviezen, peseta's of fotocamera's lichter te maken, is de „semaforazo", „de klap bij het stoplicht". Zo gauw een auto met een buiten lands kenteken bij het eerste stoplicht halt houdt, posteren twee types op een snelle brom mer zich quasie achteloos naast het buitenlandse voertuig. Maar meer oog dan voor het versprin gen van het licht op groen heb ben de boefjes voor het interieur van de auto. In het bijzonder voor de plaats waar een dames tasje of een aktetas is gedepo neerd. Bij het eerstvolgende stoplicht op rood slaan de diefjes meedogenloos toe. Terwijl de toerist alleen maar aandacht heeft voor richtingaanwijzers, zwiept de duopassagier razend snel een steen door de ruit om in een beweging de prooi uit de au to te grissen. Voordat de toerist van de schrik bekomen is, zijn de tassendieven al op hun snelle brommer uit het zicht verdwe- Maar ook zonder auto is de gemak kelijk herkenbare buitenlandse toerist in Sevilla een gewild doel wit voor jeugdige delinquenten. Een frequent voorkomend voor val is dat een gemotoriseerd duo een rond slenterende toerist van achteren nadert. Eenmaal op ge lijke hoogte gekomen steekt de duopassagier zijn arm snel door het hengsel van de tas, die losjes aan de schouder bengelt van de toerist, die helemaal opgaat in bewondering voor de talloze toe ristische attracties die Sevilla biedt. Voordat hij tot actie kan overgaan, zijn de daders van de „tiron" (oftewel „ruk") al drie blokken verder. De „semaforazo's" en „tirones" vormen vooral in de zomermaan den een plaag voor Sevilla. Tus sen 1 juni en 22 juli werden niet minder dan 185 overvallen op de ze manier gepleegd, waarbij in 90 procent van de gevallen buiten landse toeristen het slachtoffer waren. Nederlanders niet uitge zonderd. „Bijna dagelijks krijg ik wel een Nederlandse toerist over de vloer, die in Sevilla van zijn tas met geld, rijbewijs of pas poort beroofd is", verklaart Ton- ny Dekkers, werkzaam op het Nederlandse consulaat in Sevil la. „Vorige week waren het er drie, de week daarvoor vijf. Het geld zijn de mensen meestal kwijt, de papieren waar de die ven toch geen interesse in heb ben, krijgen we een paar dagen later meestal wel terug". De tassenroverij in Sevilla blijkt een uiterst lucratieve onderne ming te zijn. In de geregistreerde zeven weken bedroeg de totale buit bij de 185 overvallen meer dan 600.000 gulden. Ondanks herhaalde waarschuwingen blij ken toeristen toch nog steeds for se kapitalen bij zich te dragen. Een Duitse toerist raakte in één klap 36.000 gulden kwijt, een Co- lumbiaanse en een Australiër werden van het ene op het ande re moment 20.000 gulden lichter. Ook een enkele Nederlander be gaat de onvoorzichtigheid voor werpen van aanzienlijke waarde in een tas bij zich te dragen. „On langs hebben we een aangifte binnengekregen van een Neder landse toerist, wiens tasje met 40.000 gulden aan juwelen gerold was", vertelt Tonny Dekkers over een dergelijke onnaden kendheid van deze Nederlander, die verontwaardigder was over het feit dat hij ten prooi gevallen was aan een „tiron" dan dat hij zijn stommiteit om 40.000 gulden aan juwelen bij zich te dragen, wilde toegeven. De autoriteiten van Sevilla begin nen zich zo langzamerhand grote zorgen te maken over het effect van de talloze berovingen op het toerisme. Een speciale politie- campagne, onder de naam „Plan Jasmijn", om de meest gevaarlij ke zones als „Su Eminencia" be ter te bewaken, heeft slechts tot resultaat gehad, dat de tassendie ven hun werkterrein naar andere plaatsen in Sevilla verlegd heb ben, zoals de uitvalswegen naar Malaga of Cadiz. Hoe ernstig de kwestie wordt opgenomen, blijkt wel uit de uitlatingen die in de toeristensector worden gehoord: „We zijn banger voor de „tiron" dan voor de economische crisis".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 21