-c Er zal hoe dan ook bloed in de bergen vloeien Druzen wantrouwen regering Libanon ATERDAG 30 JULI 1983 ■tere' Extra Tot de diverse groeperingen die een nadrukkelijke rol spelen in de uitzichtsloze, voortdurende strijd in Libanon behoren de Druzen, een socialistisch georiënteerde gemeenschap die in een vrijwel permanent gevecht op leven en dood is gewikkeld met de christelijke Falangisten. Als straks de Israëliërs zich terugtrekken en het in recordtempo uit de grond gestampte Libanese leger het gezag moet zien te handhaven dan is de kans op een hernieuwde burgeroorlog levensgroot aanwezig. Bij kenners van de Libanese situatie heerst weinig optimisme. )e muren van de vierkante ka- mer zijn fel glanzend, don kerblauw geschilderd. Op vallend fel en modern in een huis dat gebouwd werd rond het begin van de 14e eeuw, waar de meeste vloeren van marmer zijn en schitterend bewerkte, zware houten bal ken de hoge plafonds onder steunen. En toch is het niet de nieuwe, glanzende voc verflaag, die opvalt. Er heerst 170een atmosfeer in de kamer die bij het betreden van de kleine zaal tot zwijgen maant, als in een kerk of kleine mid deleeuwse kapel. Er is geen altaar of kruis of ander reli gieus beeld, slechts een hele serie foto's, de meesten door de jaren bruin, gekreukeld. Waar uit de gezichten, uit de ogen van de vaak op typisch 19e eeuw- se wijze potsierlijk geposeerde 55v dames en heren schittert natuur- lijk gezag. Het is de kamer van de familie Jumblatt, een van de twee grote adellijke families van de Druzen-gemeenschap in Liba- v' non. De foto's geven de geschie- denis van de familie weer en de eeuwige strijd waarin de Druzen, een geheimzinnige islamitische minderheidssecte, gewikkeld C zijn. meest imposante en ook het grootste portret is aan Kamal Jumblatt gewijd - een man die Ou de familietraditie hoog hield en i zich ontwikkelde tot een van de j weinige indrukwekkende politi- ci van Libanon tijdens de donke- 1 re jaren van de burgeroorlog in 1975. Hij overleefde de burger- i oorlog maar werd in maart 1977 n vermoord. En ook dat is bij de 9 8 familie Jumblatt een vaste tra ditie geworden: in 1926 over- kwam de vader van Kamal, Fuad H Jumblatt,een gelijk lot en ook yj zijn grootvader werd vroegtijdig m terechtgesteld door de Turken. zoals de kleine, vierkante ka- IS mer het hart vormt van het impo- santé huis, zo vormt ook dit huis het geestelijke centrum van de Druzen-gemeenschap in Liba- Inon. Zeker in deze woelige da gen, waarin de Druzen van de Shouf- en Aley-bergen gewik keld zijn in een bloeddorstige, ui terst wrede uitputtingsoorlog met de Falangisten, de militie van de maronitische christenen van Libanon. )e weduwe van Kamal Jumblatt een kosmopolitische dame die eerder de indruk geeft Frans te zijn dan aan het hoofd te staan van een familie die door de eeu- i wen heen de trotse en onver- zoenlijke Druzen geleid heeft, komt mij afhalen bij de zwaarbe waakte poort van het gigantische huis in Moukhtara. a, Moukhtara is inderdaad voor de Druzen een symbool", vertelt zij, mij rondleidend door het bas- g'l tion dat uit drie verschillende de len blijkt te bestaan. „Het was een vreemde ervaring vorige zo- I mer toen de Israëliërs hier aan kwamen om te zien hoe ook de Israëlische Druzen (de enige niet-joden die tot het Israëlische leger worden toegelaten) dit huis Jrvereren". /trijd Ve belanden in de blauwe kamer met de portretten van de Jum- Iblatti's. „Uit de portretten kun je I de geschiedenis van de Druzen I destilleren. Geen gewone ge- J schiedenis, maar een voortdu rende strijd. Een strijd om het II land te behouden, of de macht, of gewoon het leven". Zij wijst naar de verschillende portretten en vertelt de bijbehorende verhalen I over de voorvaders van Kamal i en van haar zoon Walid, die de I macht als leider van de Jum- I blatti-Druzen over heeft geno- men na de dood van zijn vader. 'Indanks de met veel humor om- I ringde verhalen, over de ijdele II gezichten uit het verre verleden, y valt een zekere onrust waar te ne- I men bij de weduwe van de aris- VI tocraat die de Libanese Socialis tische Partij (PSP) oprichtte en gedurende zijn hele leven steeds hamerde op de noodzaak om van het confessionele politieke sys- l teem in Libanon af te stappen. Een man die voorzag wat komen zou, maar het niet kon tegenhou- I den. Alles waar Kamal voor vreesde lijkt nu werkelijkheid te worden. 1 Libanon is verdeeld - de Syriërs I hebben het Noorden en Oosten, de Israëliërs het Zuiden en de 1 christenen nu de macht in Bei- Iroet. Het moreel van de mensen Walid Jumblatt ontsnapte ooit aan een aanslag. Zijn vader werd in 1977 vermoord. Walid zet de familietraditie voort. Hij leidt nu de Jumblatt-Druzen. door Aernout van Lynden hier is hoog, zij vertrouwen erop dat zij hun bergen, hun aarde kunnen verdedigen. Maar de prijs zal, vrees ik, hoog zijn". De sfeer in Moukhtara is deson danks rustig. Een klein, schitte rend dorp, koel in de hoge ber gen en omringd door velden en bossen. De militieleden van de PSP houden zich op de achter grond, niemand in uniform en het kalashnikov-geweer verbor gen achter de toonbank. In de andere dorpen en kleine ste den van de Shouf- en Aley-ber- gen is dat niet het geval. Zelfs op die dagen dat er niet gevochten wordt heerst er een voortduren de spanning. Want de bergen zijn niet slechts het traditionele bezit van de Dru zen. Al honderden jaren wonen hier christenen en de dorpen van de twee strijdende gemeen schappen liggen verspreid tus sen elkaar. En wie op de nauwe, kronkelende wegen de bergen inrijdt vanaf de kust of vanuit Beiroet wordt steeds aangehouden öf door de Falangisten öf door de Druzen. Het is een gevaarlijke en weinig plezierige ervaring - alle militie leden bekijken wantrouwend de papieren en de Libanese chauf feur wordt altijd naar zijn reli gieuze afkomst gevraagd. Op deze wijze zijn tientallen chris tenen bij wegversperringen van de Druzen en tientallen Druzen bij de wegversperring van de christenen uit hun auto's ge sleurd en vermoord. Tussen de dorpen treft men de Is raëliërs aan, die de bergen in juni vorig jaar veroverden, maar nu aanstalten maken zich terug te trekken naar minder moeilijk te verdedigen posities ten zuiden van de Shouf-bergen, ter hoogte van de rivier Awali. Duistere rol De Israëliërs hebben sinds hun komst naar de Shouf een duiste re rol gespeeld. Afgezien van en kele incidenten heerste er vrede in de Shouf gedurende de lange jaren oorlog in Beiroet. De ber gen stonden onder controle van de PSP en van het Syrische le ger, en alhoewel veel christenen uit hun dorpen gevlucht zijn naar Beiroet is het slechts een maal tot een grootscheeps bloed bad tussen Christenen en Dru zen gekomen. Dat was na de moordaanslag op Kamal Joum- blatt - 91 christenen werden toen afgemaakt. Maar de komst van de Israëliërs heeft dat alles veranderd. Met hun toestemming trokken de christelijke Falangisten, de tradi tionele bondgenoten van de Is raëliërs, het gebied in, zoge naamd om de christendorpen te verdedigen. Met zeven jaar ver traging barstte toen de burger oorlog irt de Shouf uit. Een burgeroorlog waarbij niemand baat heeft gehad, behalve de Is raëliërs. Beide parti jen ontvin gen wapens en van tijd tot tijd steun en informatie van de be hendige Israëliërs die op deze wijze de nieuwe regering in Bei roet onder druk konden zetten tijdens de onderhandelingen over een terugtrekkingsakkoord. Het akkoord is getekend en de Is raëliërs hebben aangekondigd binnen de komende drie maan den te vertrekken. En wat dan? Officieel luidt het scenario dat het Libanese leger en dus de Libane se regering de posities van de Is raëliërs zal overnemen, dat het gezag terug zal keren naar de Li banese regering. "De vierde en achtste brigade van het leger - zo'n 4500 man - staan klaar om de bergen in te trekken. De vierde brigade is een brigade van hoofd zakelijk Druzen en moslims, de achtste hoofdzakelijk van chris tenen. Daar hebben we erg op ge let", vertelt kolonel Thomas Fin- tel van het Amerikaanse leger, de man die verantwoordelijk is voor de Amerikaanse steun bij de we deropbouw van het Libanese le ger. Dat leger is tijdens de bur geroorlog uiteengevallen waarbij de meerderheid zich aan de fa- langistische zijde meldde. "De vierde brigade zal de posities rond Aley en de andere Druzen- dorpen innemen, de achtste die van de christenen. Op 10 augus tus, zal ook de derde brigade ge reed zijn. In totaal 6500 man, on dersteund door tanks, gepantser de voertuigen, helikopters en zelfs een kleine, maar uiterst pro fessionele luchtmacht. Ik weet dat wii het leger heel snel heb De Libanese hoofdstad Beiroet zwaar onder vuur. ben moeten opbouwen en oplei den, maar het enthousiasme is enorm en ik ben ervan overtuigd dat het leger nu in staat is welke militie dan ook te verslaan." Optimistische woorden van de man die opvallend zorgvuldig te werk is gegaan sinds zijn komst naar Libanon. Niemand had ver wacht dat het leger zo snel gere organiseerd zou worden, dat zo veel jongeren (ruim 2000 vrijwil ligers per maand) zich voor de dienst zouden aanmelden. Maar de vraag blijft, of het leger de taak aan zal kunnen, zeker in dien de Druzen zich verzetten. "Wij staan niet absoluut negatief tegenover het leger. Maar wij ei sen wel, dat eerst een algehele politieke regeling tussen ons, de Falangisten en de regering ge troffen wordt, waarbij alle mili ties al hun wapens moeten inle veren", verklaart Akram She- haib, de leider van de PSP in Aley, de grootste stad in handen van de Druzen. Grimmig De sfeer in de stad die het de afge lopen twaalf maanden zwaar te verduren heeft gehad is grim mig. Stapels zandzakken staan voor de ramen van de winkels die de lange artilleriebeschietin gen hebben overleefd. Overal zijn gewapende en vaak op vreemdsoortige wijze geünifor meerde militieleden te zien, en de zuidelijke christelijke wijk van de stad is een spookwijk van zwartgeblakerde en vervallen huizen geworden.In februari werden de Falangisten na groot scheepse gevechten gedwongen de stad te verlaten. "Kijk", zegt Shehaib, "wij hebben gezien wat zich in Beiroet heeft afgespeeld: eerst vertrokken de Palestijnen, toen trokken de Is raëliërs door West-Beiroet en daarna het Libanese leger. De PSP en de andere moslim- of linkse milities verloren al hun wapens. Maar in Oost-Beiroet niets. De Falangisten hebben al les mogen behouden, hun kazer nes, hun artillerie, alles. Als we dat hier toelaten, dan gaan we er aan, dan is de Libanese democra tie voor eens en altijd verloren, en hebben de christenen hun doel bereikt: een christenstaat met Gemayel als president. Dat weigeren wij toe te staan. Dus de regering heeft een keuze - een ak koord waarbij zowel de PSP als de Falangisten hun wapens ver liezen of een oorlog in de Shouf, een oorlog die dit nieuwe leger nooit kan winnen". Tijdens een wandeltocht door de stad wijst Shehaib naar de heu vels en de bergen rond de stad. "Kijk eens goed, dit is het ideale gebied voor ons, voor guerrilla strijders. En vergeet niet dat wij elk pad, elke rots, elke boom kennen. Dit is ons gebied en de soldaten die hier naar toe moeten komen? In vrachtauto's en met tanks die op deze steile wegen een gemakkelijk doel vormen. Dat weet het leger heus wel. Ze zullen geen risico's nemen, maar eerst een akkoord bereiken". Daar ziet het echter op dit ogen blik niet naar uit. "Goed werk" En slechts een kilometer van Aley zitten andere Libanezen, net zo overtuigd dat het leger met hun steun wèl de vrede kan herstel len. Soek El-Gharb ligt letterlijk om de hoek bij Aley. Een van.de belangrijkste dorpen voor de christenen, omdat 'hievandaan rechtstreeks de aanvoerweg naar Beiroet leidt. Francois Ma'arrawi is hier com mandant. In opvallende tegen stelling tot zijn druzische tegen hanger ziet hij er op en top mili tair uit. Korte haren, zoals dat hoort, een keurig gestreken uni form van Israëlische makely en een bureau waar alles op zijn plaats staat. "Wij verwachten dat het leger zal komen en goed werk zal verrichten. Wy zijn be reid hen te steunen maar dat hangt af van de orders die ik uit Beiroet ontvang. In principe zul len wij gewoon afwachten en niets doen. Maar als wij gevraagd worden het leger bij te staan, zijn wij bereid dat te doen. Het leger komt naar de Shouf om een ein de te maken aan de anarchie en om de wegen en de scholen te heropenen. Wij hebben hetzelfde doel". Maar is dat niet juist wat de Druzen vrezen? Een leger ondersteund door de christelijke Falangisten? "Als het leger hier de situatie on der controle heeft, is er geen re den voor ons om hier te blijven, onze wapens zullen wij terug trekken naar die plaatsen waar Libanon geconfronteerd wordt met Syrië. Het enige dat wij ei sen is dat ook de Druzen niet de Shouf mogen behouden". De officiële woordvoerder van de Falangisten Fadi Hayek, is ervan overtuigd dat het leger met of zonder akkoord de Shouf in zal trekken. Als de Israëliërs zich te rugtrekken. "Er komt een tijd dat het leger zich moet bewijzen, dat het daadwerkelijk bestaat en functioneert. Die tijd, lijkt mij, is nu gekomen. Het belangrijkste is dat er een duidelijk politiek be sluit genomen wordt. Dat de offi cieren duidelijke orders krijgen en dat op hun beurt die orders ogenblikkelijk uitgevoerd wor den. De minste aarzeling zal ge vaarlijk zijn. Het risico is groot, maar ik geloof niet dat de rege ring een keus heeft". Signaal Het risico is inderdaad groot. Liba non, het kleine deel dat op het ogenblik onder controle valt van de regering, is nog steeds een land van geweld en onzekerheid. Dat bleek, toen onlangs zes uur lang zwaar gevochten werd tus sen gewapende leden van de sji'i- tische gemeenschap en het leger in het centrum van Beiroet. Die dag triomfeerde het leger, maar de gevechten waren wel een sig naal dat vele groepen in dit ver deelde land het leger en de rege ring wantrouwen. Zeker de Dru zen. En de Shouf is West-Beiroet niet. In de Shouf hebben de leiders van de Druzen zware wapens ter be schikking. En ook hun volk dat heel goed weet dat het met de rug tegen de muur staat. Bergen vormen het traditionele bolwerk, maar als dat bolwerk verloren gaat? Het vooruitzicht is weinig rooskleurig. Zoals een Franstali ge Libanese waarnemer laatst opmerkte: "Alle hoop van sep tember is nu verdwenen. Hoe dan ook zal er bloed in de bergen vloeien. En als het leger uiteen valt, met de moslims aan de ene en de christenen aan de andere kant, dan kun je Libanon wel voorgoed vergeten".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 15