Een dag vierdaagse ,Waar ben ik aan DONDERDAG 21 JULI 1983 „Piet van Manen, lid. van de sectie Oegstgeest van het district Leiden der Nederlandsche Binnenland- sche Strijdkrachten, was een van de meestbelovende jongeren van zijn onderdeel. Reeds in het aller eerste stadium van de ondergrond- sche strijd tegen den bezetter, trad hij toe tot de georganiseerde ver zetsbeweging, aanvankelijk als lid van het Nederlandsch Verzets- corps, later bij de B.S., en talloos was het aantal stoutmoedige on dernemingen, waarin hij een werk zaam aandeel had. Zijn voortreffelijke kameraad schap en groote bereidwilligheid, het enthousiasme, waarmede hij zich steeds in dienst stelde van de vaderlandsche zaak, bestemden hem voor, om in de toekomst een lei dende positie in te nemen bij het te vormen nieuwe Nederlandsche le ger. Karaktervastheid en opofferings gezindheid zijn immers daartoe de eerste persoonlijke vereischten en beide eigenschappen bezat de jeug dige Van Manen in bijzondere ma te. Het viel dan ook allerminst te verwonderen, dat zijn superieuren hem als nummer één plaatsten op de lijst van hen, die in aanmerking kwamen voor het volgen der offi ciersopleiding. Met het hem eigen enthousiasme vertrok hij naar Den Haag tot het bijwonen van een drieweeksche ka dercursus en vol trots keerde hij on langs van daar terug, boordevol met verhalen over hetgeen hij daar geleerd, had en hunkerend naar het spoedig te verwachten oogenblik, waarop het hem zou worden ge gund, over te steken naar Enge land, teneinde daar zijn opleiding tot officier te voltooien en vervol gens zijn bijdrage te leveren tot de bevrijding van Nederland-Over- Het lot heeft het anders gewild- Teruggekeerd in de Oegstgeester gelederen, werd hij door zijn com mandant ingeschakeld in de in structie. De omstandigheden, waaronder hij op slechts 23-jarigen leeftijd den heldendood stierf, waren teekenend voor den opofferingsgezinden ka meraad, die Piet van Manen was en voor den voortreffelijken offi cier, die hij beloofde te worden. In de morgen van deze noodlottige dag was Van Manen in een lokaal van het schoolgebouw, waarin de sectie gelegerd is, bezig met het ge ven van instructie-handgranaat aan een twintig B.S.-ers. Hij be diende zich daartoe van Canadee- sche Mïll-handgra.naten, waarvan hij een kist, inhoudende 12 stuks, van de wapenkamer had laten ha len. Toen de kist geopend was, vond hij daarin een blikken doos, waar in een aantal ontstekers en detona tors. Hoewel hieruit afleidende, dat de granaten ongewapend zouden zijn, nam hij er zekerheidshalve twee uit, onderzocht deze en bevond zijn conclusie juist te zijn. Daarop nam hij een derde granaat ter hand en verwijderde al demonstreerende, de veiligheidspen. Wie schetst zijn ontsteltenis en die van zijn discipe len, toen het projectiel plotseling begon te sissen, hetgeen voor den instructeur de zekerheid met zich bracht, dat de granaat op scherp stond en binnen vier seconden zou exploderen. Hij schreeuwde zijn kameraden toe onmiddellijk dek king te zoeken en rende naar het raam om het projectiel naar buiten te werpen. Op het plein was even wel een groot aantal B.S.-ers bezig het gebouw te versieren in verband met de plaatselijke bevrijdingsfees ten. Het projectiel naar buiten te gooien zou beteekenen, hen aan groot levensgevaar blootstellen. In veel minder tijd dan noodig is, om dit weer te geven, had Van Ma nen de situatie overzien. Op hetzelf de oogenblik, dat hij bespeurde dat zijn jongens geen kans hadden ge zien, het schoollokaal te ontruimen, waardoor hij dus ook geen gelegen heid kreeg het projectiel in de ver- stverwijderde hoek te smijten, stond zijn besluit vast. Hij zou zijn eigen lichaam gebrui ken als scherm tegen de wegsprin gende scherven. Hij draaide zich om met de rug naar de klas, drukte de granaat tegen zijn onderli chaam en boog zich voorover om de scherven op te vangen. 'Een oogenblik later gebeurde het verschrikkelijke... weinige minuten daarna stierf Piet van Manen de heldendood- Door het offer van zijn jonge leven had hij voorkomen, dat anderen het slachtoffer zouden worden van dit tragische voorval. Slechts één zwaar- en eenige lichtgewonden vielen te betreuren. Zoo offerde op 27 juni 1945 Piet van Manen zich voor het vader land, diep betreurd door zijn tal- looze vrienden uit de sectie Oegst geest en het B.S.-verband". Dit stuk. geschreven door J. B., stond in de „Pen Gun" van Vrijdag 13 juli 1945, een „uitgave van de sectie voorlichting bij den staf van den bevelhebber Nederl. strijd krachten". Het maakte indertijd op mij, als 14-jarige, een diepe indruk. Deze week heb ik het in een veertig jaar oude doos op zolder terugge vonden. "Een makkie" De tijdelijke "buitenpost" van het Alphens/Leidsch Dagblad in Nijmegen is nog maar nau welijks gereed of Sjaak Weijers uit Hillegom komt aangesneld. Het is de 17de keer dat hij aan de vierdaagse meedoet. "Een makkie" noemt hij het hoewel hij de langste afstand - 50 kilo meter loopt. "Maar ja, wan delen is mijn hobby", zegt hij. Dat blijkt ook wel want hij heeft de afgelopen 15 jaar tij dens wandeltochten in en bui ten Nederland al ongeveer 29.000 kilometer afgelegd. Varia NIJMEGEN Ruim 22.000 wandelaars zet ten morgen een punt achter de 67ste editie van de Nijmeegse wandelvierdaagse. De vlotte snelwandelaars, de kuieraars, de moeilijk voortstrompelende "blarenlo- pers", de routinier die in de loop der jaren gedurende wandeltochten ruim 29.000 ki lometer onder zijn schoenzolen heeft zien doorgaan en de debutant die voor het eerst van zijn leven een vierdaagse loopt, zij allen zullen morgen waarschijnlijk dik in de bloemetjes worden gezet. Fotograaf Wim Dijkman en verslaggever Wim Wegman hebben gisteren al een kijk je genomen en de reacties opgetekend van een twintigtal streekgenoten. "Een moei lijke dag", vonden veel deelnemers het en lieten weten dat ze opgelucht zullen zijn als ze vrijdag hun tocht van viermaal 30, 40 of 50 kilometer tot een goed einde heb ben weten te brengen. "Waar ben ik aan begonnen, denk ik af en toe", zei één van hen. Maar de Nijmeegse Vierdaagse heeft een nauwelijks te omschrijven aan trekkings kracht. De meesten verklaarden tenmin ste dat ze volgend jaar waarschijnlijk weer staan te trappelen om weer mee te doen, zelfs al worden ze nu geteisterd door blaren en spierpijn. 'Geen tijd. Walter Frans, een militair uit Leiderdorp, krijgt nauwelijk de tijd om te spreken. Als hij het bord ziet, wil hij enkele woorden kwijt aan "zijn" krant. Hij wordt echter weer snel in de groep militairen te ruggezet. "Hij loopt toch al zo slecht", zegt een collega. Iii2L Voor 38ste keer W. Mansveld uit Leiden is één van de wat meer doorgewin terde deelnemers aan de vier daagse. Hij doet dit jaar voor de 38ste keer mee. Zijn vrouw, mevrouw A. Mans veld, heeft het wat rustiger aan gedaan. Zij loopt de vier daagse voor de Ï6de keer. Van blaren heeft het echtpaar tot dusver weinig last gehad. "Een kwestie van geoefend heid", zegt Mansveld. Het deelnemen aan de vierdaagse is voor hem inmiddels een gewoonte geworden, zegt hij lachend. "De sfeer zoals die hier hangt, maak je nergens anders mee. Al die toeschou wers langs de weg...". Een bed vrij Patiënten van het AZL hebben Gerard Kuijpers uit Leiden beloofd een bed voor hem vrij te houden. Kuijpers, die in het Leidse ziekenhuis werkt, verwacht echter niet van dat vriendelijke aanbod gebruik te hoeven maken, al geeft hfj wel toe dat hij wei nig heeft getraind. "Niet meer dan 100 kilometer. Ik had te weinig tijd". Vol be wondering is hij voor deelne mers die 's avonds tot een uur of twaalf gaan stappen om vervolgens om vier uur 's ochtends weer opgewekt aan de start te verschijnen. Hij zelf duikt rond een uur of ne gen 's avonds zijn bed in. Jan Bronmeijer, Hans Klein en zijn broer Peter Klein uit Lei den en Ton van Lammeren uit Alphen doen al voor de vijfde keer met z'n vieren mee aan de vierdaagse. "Dan heb je een Beetje aanspraak beetje aanspraak. Hoewel el kaar je na 25 kilometer meestal niet veel meer hebt te vertellen door de vermoeidheid", zegt Jan Bronmeijer. Hoewel ze er wel degelijk last van hebben, zien ze niet veel heil in het doorprikken van blaren tijdens de "koers". "Dan gaan ze juist zeer doen", zegt één van hen. Wat achterop H. Schimmel uit Alphen vindt de vierdaagse een "makkie". Toch is hij naar zyn zeggen wat achterop geraakt. "Door de gezelligheid". "Hier is het vrede" Toeschouwers die vroeg langs het parcours gaan staan zien de eerste uren vrijwel alleen maar militairen aan zich voorbij trekken. Sommige deelnemers maken hun ongenoegen over de aanwezigheid van het grote aantal militairen kenbaar met de - inmiddels al bijna tradi tioneel geworden slogan: "Is het hier oorlog?". Een Nijme- genaar vond het gisteren nodig om aan al die onzekerheid nu maar eens een eind te maken. Hij zette op zijn fiets het bordje "Hier is het vrede". Langzamer Henk Teske uit Leiden is blij als hij de "buitenpost" van deze krant ziet. Hij hoopt al een paar jaar het "één en ander aan de krant kwijt te kunnen" maar is, zo vermoedt hij, telkens te vroeg geweest. Daarom heeft hy nu maar wat langzamer ge lopen. Teske traint voor de vierdaagse door één tot twee keer per week van Leiden naar zijn werk in Den Haag te lopen. Meestal neemt hij dan ook nog een snippermiddag en keert dan via Scheveningen en Kat wijk naar huis terug. "Een mentaal moeilijke dag" De Alphense politiemannen Cees van Duijn en Rijk Middelman zijn moe geworden van militairen. Niet omdat ze fel tegen het leger zijn maar omdat de soldaten "niet opschieten". De beide politiemannen lopen per dag 50 kilometer en in dat parcours zijn nogal wat "dooie stukken", zoals zij dat noemen. Juist dan valt het niet mee om achter militairen aan te moeten sjokken. Van Duijn en Middelman geven toe dat het een moeilijke dag is. "Niet lichamelijk, meer mentaal", zegt Van Duijn. Beide ver wachten echter dat het de derde en vierde dag beter gaat. "Ook mooi..." De 70-jarige H.R. Han uit Lei den vindt het nog steeds jam mer dat hij niet meer het par cours van 40 kilometer mag lopen. "Daar zitten meestal van die mooie gedeelten in", zegt hij. Vanwege zijn leeftijd is Han verplicht 30 kilometer te lopen. "Maar ach, nu zie ik ook nog wel wat moois". 'Waardeloos' De broers Alex, Rien en Kees van Driel vinden de tweede dag "waardeloos". Ze lopen de vierdaagse voor de vijfde keer en alle die keren hebben ze hem gezamenlijk voltooid. "El ke keer heb ik weer m'n zak ken vol van de vierdaagse en een jaar later sta ik toch weer aan de start", grinnikt Rien van Driel. Onmogelijk zonder goede training J.P. Stam en zijn vrouw M.A. Stam uit Leiderdorp noemen de Nijmeegse vierdaagse een "ziekte". "De laatste dag denk ik tel kens: "Dit nooit meer". Maar de volgende dag zijn we alle ver moeienissen weer vergeten en kijken we weer uit naar de vol gende vierdaagse", zegt meneer Stam. Verhalen van mensen die zeggen de vierdaagse ongetraind uit te lopen, noemt het echt paar "visserslatijn". Het is vrijwel niet mogelijk om de vierdaag se te voltooien zonder goed te hebben getraind", vindt hij. Tot dusver nog weinig problemen De Alphense Astrid Haverkamp veegt, speciaal voor de foto, het voorhoofd af van G.A. Dekker uit Leiderdorp. Niet dat de Lei derdorper het zo warm had, want hij had juist een half uur ver geefs op zijn buren staan wachten. Ze hadden afgesproken el kaar ergens langs de route te treffen. "Zoiets spreek ik dus nooit meer af'. Toen hij op het punt stond te vertrekken, kwam Astrid Haverkamp langs die bereid was met hem op de foto te gaan. Astrid Haverkamp is tot dusver weinig problemen tegengeko men, hoewel ze niet heeft geoefend voor de vierdaagse. "Ik doe echter veel aan andere sporten", verklaart ze. "Veel rivaliteit" Heel andere ervaringen met mili tairen hebben Geert van Leeu wen en Ed Weijdeveld uit Lei den en Arie van der Vlist uit Voorschoten, alle drie lid van de atletiekvereniging AV Hol land. Het is de drie mannen op gevallen dat er een enorme ri valiteit bestaat tussen de ver schillende groepen militairen. "Een enkele keer liepen ze vijf rijen breed door een bocht in een poging elkaar in te hellen. Ze proberen elkaar de loef af te steken door de tocht zo snel mogelijk te lopen", zegt Arie van der Vlist. Hoewel hij mara thonloper is, en dus niet zoveel problemen om een afstand als 50 kilometer te rennen, loopt hij moeilijk. "Ik heb flink wat blaren. Maar ja, het is de eerste keer dat ik wandel en het is toch iets heel anders dan hard lopen", zegt hij. Aan stoppen denkt hij echter niet. "Gewoon afplakken en doorlopen", vindt één van zijn metgezellen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 15