Aan de crisis
valt goud geld
te verdienen
Laser uitkomst voor
veel reumapatiënten
Niet nieuw, wel een verbetering
Het succes van de Schaar-winkeltjes
ZATERDAG 18 JUNI 1983
Het begon in 1980 met een pandje aan de Amsterdamse Nieuwezijds Voorburgwal. En
in recordtijd stampte een schrandere Griek er in dit land nog 82 uit de grond. Kortom:
De Gouden Schaar (in kledingreparatie en -verandering) is een gigantisch succes.
Zozeer zelfs dat de concurrent zich in de vorm van De Zilveren Schaar reeds heeft
aangediend.
door Miep Hoenson
Oude tijden keren weerom.
Kleding is niet meer het
wegwerpartikel dat het in de
jaren zestig en zeventig was.
Net als in de crisistijden
worden boorden weer gekeerd,
revërs aan de eisen van de
heersende mode aangepast,
een winkelhaak bijna
onzichtbaar gerepareerd. Het
verstellen van kleding is weer
in de mode geraakt. Met dit
verschil: we willen of kunnen
het niet zelf meer.
Een gat in de markt dus. Maar dat
gat is in ons land inmiddels in
sneltreinvaart gestopt. Nota bene
door een Griek met de bijkans
onuitsprekelijke naam Panagiotis
Antonios Anagnostopoulos. Zijn
Gouden Schaar, een winkeltje voor
kledingreparatie en -verandering is
uitgedijd tot een
exploitatiemaatschappij met -
alleen in ons land al - 82
vestigingen. Anderen proberen nu
haastig de overgebleven gaatjes en
scheuren te dichten. Want één ding
is zeker: aan de crisis valt goud
geld te verdienen.
Gouden greep
"Het idee is een gouden greep. Het
is zelfs zo simpel dat sommige
mensen niet kunnen geloven dat er
iets aan te verdienen valt. Maar dat
is er wel degelijk. In die zin:
kledingreparatie is een
noodzakelijk iets. De mensen
kunnen nog maar weinig zelf meer,
of ze hebben er geen zin meer in.
Ze kunnen bij wijze van spreken
amper een knoop aanzetten. Die
knoop zetten wg eraan. Gratis, de
volgende keer komt zo'n klant wel
met een broek aanzetten. Want die
winkeltjes voorzien echt in een
behoefte. Je houdt het niet voor
mogelijk waarmee ze komen.
Complete tentèn, lakens, halve
garderobes".
R. Koopman, de zaakwaarnemer
van Anagnostopoulos in
Nederland, verdient wel degelijk
een dikbelegde boterham aan het
verstellen en veranderen van
kleding. Slapende rijk zal hg
echter niet worden. De telefoon
rinkelt onophoudelijk en bezoek
loopt af en aan in zijn kantoor
boven een Gouden Schaar-winkel.
Koopman blijft er onverstoorbaar
onder; rust heeft hij de afgelopen
jaren nauwelijks gehad. In
recordtijd wisten hij en zijn baas 82
Gouden Schaar-winkeltjes in
Nederland uit de grond te
stampen, maar daarmee is de
markt nog niet verzadigd.
Nederland is wat Koopman betreft
rgp voor drie- tot vijfhonderd
winkeltjes met de inmiddels
bekende knippende schaar aan de
gevel. "En dan druk ik het
voorzichtig uit".
Filosofie
Natuurlijk lijkt het idee voor de
hand liggend, gezien in het licht
van deze economisch slechtere
tijden. Maar die vlieger gaat toch
niet helemaal op. De
Griek-met-de-moeilijke-naam
werkte het zestien jaar gele<"
uit in zijn geboorteland. De
verhalen willen dat, uitgekeken op
de eigen omgeving, hij de kaart
van Europa op zijn schoot nam en
zijn oog liet vallen op het kleine
Nederland. Dat landje leek hem
wel wat. En zo belandde hij in 1980
in een pandje aan de Amsterdamse
Nieuwezijds Voorburgwal, van
waaruit hij een netwerk van
Gouden Schaar-winkeltjes
opbouwde. In recordtijd. Binnen
een paar maanden telde
Amsterdam vier Gouden
Schaar-winkeltjes. Goed een jaar
later waren diverse andere grote
steden bewerkt, waaronder
Leiden. Koopmans taak: de juiste
vestigingspunten eruit lichten
("het is geen kwestie van een leeg
pandje opzoeken, er zit een hele
filosofie achter"). Daarnaast tracht
hij de ouderwetse, uitgerangeerde
kleermakers, coupeuses en andere
handwerkslieden voor de
Schaar-keten te winnen. Niet
zelden bieden degelijke vaklieden
zich zelf bg hem aan. "Maar lang
niet iedereen kan in zo'n winkel
gaan staan", waarschuwt
Koopman. "Het is beslist niet zo
datje zo'n zaak kan beheren als je
een rits in een broek kunt zetten".
Zo'n vakman is ook Leidenaar Jan
Lasandre (53), die in een Gouden
Schaar-vestiging aan de
Korevaarstraat zetelt Zowel van
binnen als van buiten een pandje
zonder opsmuk. Van overbodige
franje houdt de top van de keten
niet. Koopman: "Een Gouden
Schaar-winkel moet iets hebben
van een oud ateliertje rond de
eeuwwisseling. Het noodzakelijke
moet er aanwezig zijn, meer niet".
De Leidse vennoot Jan Lasandre (53): "Was ik zelf maar op dat idee gekomen'
Sgï)Idenal Geen zin
Bij de vennoot Jan Lasandre staan
slechts een toonbank en wat
machines, die ongetwijfeld
tweedehands op de kop zijn getikt.
Imponerende namen hebben deze
apparaten: er is een zig-zagger, een
leerdoorstikker, een overlock en
een blindzomer. "Maar het liefst
doe ik zoveel mogelijk alles met de
hand. Tegen handwerk kan geen
machine op". De Leidenaar, die
zijn leven lang al in de textiel zit, is
er blij mee. Hij hoefde slechts zijn
vakmanschap mee te brengen -
voor alle financiële en
administratieve rompslomp
zorgen de grote bazen. En zo
beheert hij met een redelijke mate
van vrijheid z'n eigen toko.
De zaken gaan goed, Lasandre is
niet ontevreden, al trekt hij de
haren uit zijn hoofd dat hij destijds
niet zélf op het lumineuze idee
kwam om een reparatiewinkeltje
te beginnen. "Misschien was het
wel te voor de hand liggend. Dan
kom je niet op zoiets. Maar je zag
het aankomen, aan het eind van de
jaren zeventig al. In het nieuwe
spul kwam de klad".
Lasandre: "Aan de andere kant
was dit idee er ook in een betere
tijd er wel gekomen. Vergeet niet
dat veel mensen vroeger een
naaister aan huis hadden, die eens
in de zoveel tijd voor een
habbekrats al het verstelwerk
deed. Dat is allemaal geweest En
je moet niet denken dat de mensen
er zelf geen zin in hebben, dat is
het niet alleen. Wie ook komen zijn
mensen die flink aan de lijn
hebben gedaan. Je kunt goed
merken dat er een slankheidsrage
woedt. Die mensen komen met
hun halve garderobe. En aan het
innemen beginnen ze echt niet zelf,
omdat ze het nooit geleerd hebben.
En veel oudere mensen kunnen
het niet meer omdat ze te slecht
zien".
Habbekrats
Een wat oudere Leidse is tijdens
Lasandres relaas de winkel
binnengestapt met twee pantalons
van haar man, die niet willen
'zitten'. Of De Gouden Schaar er
raad mee weet. Gevraagd of ze blij
is er zelf van verlost te zijn,
antwoordt ze: "Echt meissie, ik zou
het zelf dolgraag willen doen, maar
ik ben twee keer geopereerd aan
m'n handen. De zenuwen zitten
bekneld. Ik kan het niet meer.
Anders zou ik'het echt niet uit
handen geven".
De broeken moeten worden
ingenomen. Lasandres werk
varieert dagelijks: van het
versmallen van revers, het maken
van ritssluitingen, het innemen of
uitleggen van jurken, rokken en
broeken, het draaien van versleten
boorden, het maken van zomen tot
het aanzetten van (druk)knopen.
Voor een habbekrats gaat het niet
meer. Lasandre rekent voor het
inzetten van een nieuwe rits
vijftien gulden (inclusief de rits
zelfvan 2,50). Het bewerken
(innemen, uithalen) van een
pantalon komt bij elke Gouden
Schaar-winkel op een gulden of
dertig. Het bedroeft Lasandre dat
de meeste klanten geen flauw idee
hebben van wat er allemaal bij
komt kijken. "Dan vragen ze of je
even een broek wil innemen. Datje
dan eerst die halve broek moet
openhalen zien ze niet. Voordat
zo'n broek weer in elkaar zit ben je
weer anderhalf uur verder. Revers
versmallen, allemaal handwerk.
Meestal leg ik wel even uit waarom
het zoveel moet kosten en dan
hebben de mensen er wel begrip
voor. Hoewel je het niet de hele
wereld naar de zin kan maken".
Zilver
Dat moge blijken uit de verhalen
uit de praktijk, die zowel Lasandre
als Koopman uit de mouw
schudden. Lasandre hanteert het
credo eerst presteren, dan betalen'.
Zodoende blijft hij vaker dan hem
lief is met kleding zitten. "In plaats
dat ze meteen zeggen dat het te
duur is, maar dat durven de
mensen dan blijkbaar niet. Ze
komen het spul gewoon nooit meer
halen. Ik heb meegemaakt dat ik
een colbertje afleverde bij een
man, die glashard beweerde dat
het helemaal niet van hem was.
Terwijl hij op dat moment de
broek aanhad, die erbij hoorde.
Wat doe je? Je kunt niets doen. Het
enige is datje probeert zo'n jasje te
verkopen".
Koopman is inmiddels ook door de
wol geverfd als het op de
gewiekstheid van klanten
aankomt. Maar niet alleen van
klanten. Meer last heeft de
vennootschap van degenen die het
gouden idee willen verzilveren. Zo
heeft Leiden naast twee Gouden,
ook een Zilveren Schaar gekregen.
Koopmans bureau ligt boordevol
folders die als twee druppels water
lijken op de reclameblaadjes van
de Gouden Schaar. Met het
verschil dat ze door andere
kledingreparatiewinkels zijn
geproduceerd. De gepatenteerde
naam wordt veelvuldig door
collega-concurrenten verbasterd
tot 'Superschaar', 'De Schaar' of
'De Zilveren Schaar'. Zelfs de
knippende schaar aan de gevel, het
in het oog springende kenmerk
van elke Gouden Schaar-winkel,
hangt niet altijd op veilige hoogte.
Ooit dook een gestolen schaar, met
zilververf overgespoten, weer op
bg een concurrent. Koopman over
zijn concurrenten: "Iedereen mag
van mij rustig zo'n zaak beginnen.
Als hij zich maar anders noemt".
Opeten
Lasandre gelooft dat de drie
reparatiewinkeltjes, die in Leiden
in eikaars nabijheid gedijen,
zichzelf op den duur wel zullen
opeten. Zelf knipt hij zich wel door
de malaise heen, zo laat hij weten.
Wat de aangever van dit alles zelf
betreft: Anagnostopoulos gunt
zich niet eens de tijd om de schaar
te hanteren. Linten van nieuwe
winkels doorknippen is er voor
hem niet bij, aangezien heel
West-Europa van knippende
scharen wordt voorzien. Er is
praktisch geen land meer dat nog
onbekend is met het fenomeen
Gouden Schaar. Lang niet gek
voor een Griekse kleermaker met
alleen een mondvol Duits.
De laserstraal is nu ook ingeschakeld om reumapatiënten van dienst te zijn. Twee Amerikaanse
onderzoekers zijn tien jaar in de weer geweest alvorens zij het eerste succes boekten. Welke waarde
aan dit succes moet worden toegekend vertelt prof. dr. A. Cats, reumatoloog van het Academisch
Ziekenhuis Leiden.
door Jan Westerlaken
Prof. dr. Cats: oude wijn
Via de semi-permeabele
membraan wordt water
opgenomen
De constante osmotische druk zorgt
voor een constante afgifte van de
werkzame stof via een gaatje m de
membraan.
De werking van het middel
"Zie het maar als een oude
wijn, verpakt in nieuwe krui
ken. Het medicijn bestond al,
alleen de manier waarop het
nu kan worden toegediend
kenden we nog niet. Met de
komst ervan ben ik blij, na
tuurlijk. Nu kunnen ook indi
viduele patiënten worden ge
holpen die geen baat hadden
bij het toedienen van een to
tale dosering medicamenten
ineens. Bovendien zal de
kans op bijverschijnselen
met deze methode een stuk
kleiner zijn."
Tóch heeft prof. dr. A. Cats, hoog
leraar reumatologie a^n het Aca
demisch Ziekenhuis Leiden, en
kele bedenkingen. Niet tegen het
medicijn op zich, maar wel tegen
de manier waarop het in de pu
bliciteit is gebracht. Het middel
werd aangeprezen als een totaal
nieuwe ontwikkeling. En dat be
strijdt Cats. Want het medicijn
wordt al heel lang gebruikt.
Het gevolg hiervan was dat reuma-
patiënten hem met telefoontjes
en vragen overstelpten. Waarom
zij niet met dit medicament wer
den behandeld. "De meesten
werden dat al", vertelt Cats,
"maar niet volgens die nu ont
wikkelde manier. Omdat dit nog
niet tot de mogelijkheden be
hoorde."
Dus geen nieuw medicijn, wel een
nieuwe doseervorm. Het genees
middel (uit een tablet) wordt ge
leidelijk en precies geregeld. In
ongeveer tien uur wordt de stof
afgegeven in het lichaam van de
patiënt. Pieken en dalen van me
dicijnconcentratie in het bloed
worden op deze manier verme
den.
Wat heeft de laserstraal hiermee te
maken? Met behulp van die
straal kan in het omhulsel van de
tablet een miniscuul klein gaatje
worden 'geboord' waardoor de
werkbare stof met slechts kleine
hoeveelheden tegelijk naar bui
ten kan treden.
Positief
Prof. Cats over de voordelen hier
van: "Door deze dosering zal in
het lichaam van de patiënt geen
hoge medicgnspiegel meer op
treden. Zeker, dat is een positie
ve verbetering. Bijverschijnselen
als maagklachten zullen verdwij
nen. Bovendien is dit middel niet
extreem duur als je het met an
dere, gelijksoortige medicijnen
vergelijkt"
Een welkom voordeel dus voor al
die Nederlanders die aan de één
of andere vorm van reuma lijden.
Meer dan drie miljoen landgeno
ten hebben deze ziekte. Onge
veer tien procent daarvan is on
der behandeling van een specia
list. Reuma is, als het om het aan
tal patiënten gaat, volksziekte
nummer één. Reuma is ook één
van de voornaamste oorzaken
van het ziekteverzuim in het be
drijfsleven. Niet minder dan ze
ventien miljoen werkdagen gaan
er jaarlijks verloren door derge
lijke aandoeningen.
Voorzitter A.L. Engelman van de
Bond van Reumapatiënten-ver
enigingen verwelkomt de nieu
we methode met open armen.
"Veel patiënten", legt hg uit,
"hebben enorme last van bijver
schijnselen. De werkzaamheid
van het middel wordt op deze
wijze vergroot en de bijwerkin
gen verkleind. Voortdurende,
de
Maag en ingewanden worden
blootgesteld aan het opgeloste
geneesmiddel in lage concentra
ties en niet aan hoge concentra
ties van een tablet in vaste vorm.
In tegenstelling tot andere medi
camenten wordt het middel met
dit systeem geleidelijk over een
groot deel van het maag-darmka
naal afgegeven en opgenomen.
Eén tablet
Onderzoek heeft aangetoond dat
de pijn bij veel patiënten met
reumatische aandoeningen
wordt verlicht met slechts één ta
blet per dag, mits goed gedo
seerd. Dat is vooral gunstig voor
bejaarde reumalijders, die vaak
diverse middelen per dag moe
ten innemen.
Waar gaat het hier precies om? Het
medicijn is verpakt in een osmo
tische tablet met een gaatje erin.
Een gaatje dat alleen maar kon
worden aangebracht met behulp
van een laserstraal. De buitenste
laag van de tablet bestaat uit cel
lulose in de vorm van een gedeel
telijk doorlaatbare membraan
(wand). Er kan geen water door
heen, wel andere stoffen.
Binnen deze membraan zit een
kern met het geneesmiddel in
vaste vorm. Als de tablet wordt
doorgeslikt zuigt de membraan
geleidelijk water uit het maag
darmkanaal naar de kern van de
tablet waar de werkzame stof
langzaam oplost.
Die oplossing verlaat nu de mem
braan door het gaatje dat er met
de laserstraal in 'geboord' is. Op
geen enkele andere manier bleek
het mogelijk een zo kleine ope
ning te maken dat precieze, ge
leidelijke en gerégelde afgifte
van het medicament garandeert.
Hierbij is dus gebruik gemaakt van
osmose. Dit verschijnsel treedt
op als een zogenaamde semi-per
meabele (half doorlaatbare)
wand zich tussen twee oplossin
gen van ongelijke concentratie
aan opgeloste stof bevindt. Half
doorlaatbaar wil zeggen dat de
wand wel het oplosmiddel, maar
niet de opgeloste stof doorlaat.
Het oplosmiddel zal zich ver
plaatsen naar de zijde waar de
hoogste concentratie deeltjes zit
Begin
"Dit is nog maar het begin", denkt
prof. Cats. "Men blijft naar we
gen zoeken om de klachten bij
gebruik van medicijnen te om
zeilen. Zo zijn onderzoekers
doende om middelen uit te vin
den die alleen maar naar de zieke
plek trekken en verder geen
schade in het lichaam aanrich
ten. Mijn verwachting is dat er
vóór 1990 niet iets op de markt
zal verschijnen waaraan het pre
dikaat écht nieuw kan worden
toegekend. Als men eenmaal de
goede weg is ingeslagen, is het
een kwestie van detailleren."
Eén ding staat voor prof. Cats als
een paal boven water: de concur
rentie op de geneesmiddelen
markt zal ook op dit gebied
moordend worden. Relativerend
voegt hij eraan toe: "We hoeven
ons daar geen zorgen over te ma
ken. Hoe meer onderzoeken er
komen, hoe beter dit voor de pa
tiënt is. Ik vind het in elk geval
een gezonde ontwikkeling. Je
kunt nu al een hele science fic
tion opbouwen rond de komst
van nieuwe medicijnen. Een aan
tal is voorspelbaar. Of het alle
maal successen zullen worden
moet je natuurlijk maar afwach
ten."