"Onze crisis is zeker niet belangrijker dan de hunne" Minder priesters, meer pastorale werkers Vakmanschap herken je zo. WOENSDAG 15 JUNI 1983 Op operagebied loop ik ongeveer 1 op 10: elke tien jaar één opera. Ri- goletto, Carmen, Die Zauberflote, La Traviata, en soms denk ik in mijn stoutste dromen dat ik ook La Bohème heb gezien toen ik nog jong en onbedorven was. Zoniet, dan tel ik Reconstructie mee. U merkt dat ik op het gebied van de opera een behoudende smaak heb, maar dat komt denk ik omdat ik elke keer, aan de hand van de risicoloze abso lute meesterwerken, met hernieuw de moed wilde ontdekken waarin nu toch het geheim van deze merk waardige kunstvorm schuilt. Met vrienden besprak ik enige tijd geleden mijn wat achterlijke en barbaarse houding tegenover de opera, en toen bleek dat zij eigen lijk ook zelden of nooit naar de ope ra gingen. Nu geviel het dat wij al len zeer gecharmeerd waren ge raakt van het optreden van Rober ta Alexander in het VPRO-praat- programma met Adriaan van Dis en het geviel tevens dat zij de rol van Vitellia zou vertolken in 'La Clemenza di Tito' van Mozart in het Holland Festival, dus kocht G. voor ons allemaal kaartjes voor de voorstelling van afgelopen maan dagavond. Nadat de kaartjes ge kocht waren kwamen de recensies. Als er zo eenstemmig over een kro ket geschreven was, had ik er geen hap van durven nemen. De muziek deugde nog wel, maar het verhaal was een stenen gast waar geen be weging in te krijgen was, en regie en decor van Filippo Sanjust (een Italiaan van geboorte) waren zo falikant er naast, dat een bezoek aan deze opera alleen aan maso chisten kon worden aanbevolen. Wij wreven ons natuurlijk in de handen, want ons vertrouwen in de opera 'as such' kon door een krak kemikkige opvoering alleen maar op een hoger plan getild worden. Hoe erger hoe liever. Maar zoals te verwachten viel, werd het tegenge stelde effect bereikt: het viel, al bij al, erg mee. Toegegeven, het decor bleef van begin tot eind hetzelfde, met zuilen en trappen, waardoor alles zich buitenshuis af moest spe len. Maar het speelde gelukkig in Italië, en blijkbaar niet bij het Co ma Meer, zodat het steeds mooi weer was en iedereen zonder regen jas zijn of haar problemen kon uit zingen. De mise-en-scène was inderdaad bijzonder statisch: als je je ogen een paar minuten sloot, stonden Sexto en Vitellia, of Tito en Publio, nog als schemerlampen op dezelfde plaats wanneer je je ogen weer opende. Mij kon het niet schelen, al dat gevlieg en gedraaf leidt de aandacht maar af van de muziek, en nu konden we allemaal goed ho ren hoe prachtig de Zweedse mezzo sopraan Sylvia Lindenstrand zong. Zij was Sexto. OfSextus. Of Sesto. Het uitvoerige, zeer informa tieve, matig vertaalde en slecht ge corrigeerde programmablad had het in de zeven verschillende hoofd stukjes afwisselen over Sextus, Sex to en Sesto, waardoor ik onvermij delijk herinnerd werd aan het af scheidscollege van Karei van het Reve, die daarin herinnerde aan het boek 'Vincent Haman' van Wil lem Paap, „waarin de beroemde studie over Descartes voorkomt, ontleend aan twee inleidingen tot de werken van Descartes, een Fran se en een Duitse, zodat in die studie afwisselend sprake is van Descar tes en van Cartesius". Ze zongen Sesto, de rolverdeling sprak van Sexto, en hoewel Sexto zijn vriend keizer Tito om het leven moest brengen op verzoek van zijn geliefde Vitellia, werd hij gespeeld en gezongen door Sylvia Linden- strand, wier soortement bioekpak geen moment kon verhinderen dat we een vrouw in haar zagen en hoorden. Hetzelfde gold trouwens voor Sexto's vriend Annio, ge speeld en gezongen door Rachel Ann Morgan. Misschien dat dit voor de operakenners de gewoonste zaak van de wereld is, maar voor mij was het net of ik naar 'La Cle menza di Tootsie' zat te kijken! Alsof een in het Italiaans gezongen opera ook zonder zulke seksever wisselingen al niet moeilijk genoeg te volgen is! Voordat ik op pagina 10 van het programmablad aan de 'Korte inhoud' toe was gekomen ging het licht uit, waardoor ik, want de handeling betreft, geheel in het duister tastte. Ik zag vier vrouwen en twee mannen op het to neel, zonder te kunnen vermoeden dat ik naar vier mannen en twee vrouwen zat te kijken. Voor de ou verture werd ingezet, werd ons via de luidspreker gevraagd clementie te betonen met Tito (Anthony Rolfe Johnson), omdat die een keelaan doening had (volgens mij was dat opschepperij, want ik merkte er niks van), maar enige clementie met de toeschouwers was er niet bij. Ik zou de Nederlandse Operastich ting niet hebben uitgesliept als ie mand, bijvoorbeeld de directeur van de Stadsschouwburg, vlak voor het begon even de zes hoofd personen aan ons had voorgesteld. „Dit is Vitellia (applaus), zij maakt aanspraak op de troon, maar Tito, hij hier (applaus), geeft aanvankelijk de voorlceur aan Ser- vilia (applaus), de zuster van Sex tus, die nu naast haar staat (ap plaus)", enzovoort. Is in drie minu ten gebeurd, dan weetje wie je voor je hebt. „Maar dat is je reinste tele visie!", zult u uitroepen. Inder daad, „maar dat is nog altijd beter dan je reinste opera!". Groot optimisme klinkt door in de woorden van drs. Eegje Schoo, minis ter van ontwikkelingssa menwerking. Toch heeft ook haar begroting te lij den onder de crisis. Acht maanden zit ze nu op die post. En terwijl anderen die langer met de proble matiek bezig zijn op zijn minst geplaagd worden door ernstige twijfels, ziet Eegje Schoo de toe komst met veel vertrou wen tegemoet. „Ik verbaas me wel eens over het grenzeloze pessimisme", zegt de minister. „Het is misschien een voordeel dat ik nog geen twintig jaar meedraai. Als je er al vanaf de jaren '60 by betrok ken bent en met heel hoge ver wachtingen bent begonnen, dan denk ik dat je nu heel erg teleurgesteld bent. Maar die geschiedenis heb ik niet". Schoo ziet die vermoeidheid en die teleurstelling om haar heen. Ze vindt dan ook dat er een „nieuw fundament" onder ontwikkelingssamenwerking gelegd moet worden. Maar een nieuwe élan alleen is niet ge noeg. Woorden en begrippen die twintig jaar de ontwikke lingssamenwerking hebben gedragen, dienen nu het veld voor betere. Herijking „Het moet een algemeen weten worden dat ontwikkelingssa menwerking van levensbelang is. Ook voor het herstel van on ze eigen economie. Je moet dus zoveel mogelijk uitleggen. Ontwikkelingssamenwerking moet open worden. Het is al die tijd een gesloten gemeen schap geweest met zijn eigen vakjargon. Dat heeft heel dui delijk een functie gehad, want je was bezig je eigen vakgebied te ontwikkelen. Maar het is nu zo ver dat we naar buiten moe ten treden. En dan heeft ieder een andere woorden nodig, want het kan niet met die oude woorden". „De herijking van de bilaterale hulp (minister Schoo heeft de Tweede kamer een nota met deze titel toegezegd; in gewone taal betekent dat: we gaan het anders doen - red.) daar kun je toch niet mee voor de dag ko men. Concentratielanden, doelgroepenbeleid, ontwikke lingssamenwerking, die woor den hebben geen automatische betekenis. Het is niet zo dat ie mand die nooit in ontwikke lingshulp gedaan heeft die woorden meteen begrijpt. Daar moeten we wat anders voor vinden". Mevrouw Schoo liet ook weten dat het woord de 'allerarmsten' dient te verdwijnen. Ze geeft In de Joeg; os la vische hoofdstad Belgrado begon vorige week de zesde UNCTAD. Vier weken lang zullen ont wikkelingslanden en industrielanden praten over handel en ontwikkeling. Misschien zal plaatsvervan gend secretaris-generaal Pronk bet hebben over „we derzijdse kwetsbaarheid". En dat mag van minister Schoo. Heel mooi uitgedrukt Prachtig. Dat is het helemaal". Een interview. - Drs. Schoo: "Ontwikkelingssamenwerking heeft nieuw fonda ment nodig". (foU) GPD) toe dat het hierbij niet zozeer gaat om het feit dat het woord niet wordt begrepen. „Aller armsten? Armsten vind ik al arm zat". Dat het hoog tijd wordt dat het vuur voor ontwikkelingssa menwerking weer eens flink wordt aangewakkerd, zal nie mand mevrouw Schoo betwis ten. Toch klinkt het waf on werkelijk: haar vertrouwen dat er een nieuwe en bredere basis voor de ontwikkelingssamen werking kan worden gelegd. Juist in een economische crisis is het moeilijk om solidariteit te vragen. Zeker als het geld kost. Vertraging Twee weken geleden liet de mi nister weten dat de hulp aan de concentratielanden (ontwikke lingslanden waar Nederland een speciale relatie mee heeft) met twintig procent wordt ver laagd. De ambassadeurs wer den opgezadeld met de onaan gename taak 15 regeringen mee te delen dat de uitvoering van ontwikkelingsprogram ma's en projecten weliswaar niet zou worden stopgezet, maar dat er wèl vertraging zou optreden. „De ambassadeurs vereenzelvi gen zich natuurlijk heel sterk met het land waar ze werken en ze willen het allerbeste voor dat land. En zij zien natuurlijk nog veel beter dan de mensen hier in Den Haag wat vermin dering van de hulp concreet betekent. Een groot aantal re geringen maakt zich toch wel erg bezorgd over die achteruit gang. Het heeft dus verder gaande consequenties dan dat er alleen projecten vertraagd worden. Zonder dat ik dat ove rigens wil bagatelliseren. „Ik denk dat men ook extra naar ons gaat kijken. Ik geloof niet dat we onze goede naam direct kwijt raken. We hebben nogal wat krediet. En ik denk ook niet datje goede naam afhangt van één maatregel, maar wel van wat we in de komende pe riode laten zien. We hebben het de concentratielanden probe ren uit te leggen. „Het feit dat mijn begroting ge koppeld is aan het netto natio naal inkomen, heeft natuurlijk gevolgen. In tijden van groei is dat erg mooi, maar als het wat minder goed gaat is het eigen lijk ook minder mooi. Voor dit jaar betekent dat inderdaad dat onze reële begroting, ons budget, daalt. Maar aan de an dere kant zitten we met een erfenis uit het verleden, toen er in feite veel meer is toegezegd dan er aan geld beschikbaar was. Als we nu niet ingrijpen, dan blijven we jaren oude ver plichtingen nakomen zonder dat er voor die concentratielan den een nieuw beleid gemaakt kan worden". Tijdelijk Schoo is er van overtuigd dat de vermindering van de gelden een tijdelijke zaak is en niet structureel. Zij verwacht dat nog tijdens deze kabinetspe riode de hulpgelden weer op het niveau van 1,5 procent van het Bruto Nationaal Produkt (alles wat we hier samen ver dienen) komen. Nu zitten ze daar voor een bedrag van 285 mihoen onder. Maar dat geld „is er gewoon nu niet meer". Hoop put Eegje Schoo ook uit de mededeling van premier Lub bers dat ontwikkelingssame- nerking niet in de bezuini gingsoperatie wordt meegeno men. Schoo: „Nee, we houden ons aan de afspraken en het is niet zo dat onze crisis belang rijker gaat worden dan de hun- „Kljk, het is eigenlijk één grote crisis. Met ontwikkelingssa menwerking zit je in het cen trum van de crisis. Tussen de industrielanden en de ontwik kelingslanden in. Ontwikke lingssamenwerking zit in het hart van de problemen, dat dringt ook tot de mensen door. Ontwikkelingssamenwerking wordt steeds belangrijker. Ik heb het gevoel dat de belang stelling ervoor sterk aan het stijgen is. Dat is ook begrijpe lijk, want iedereen denkt mee, is aan het puzzelen om te kij ken of er mogelijkheden zijn om die wereldwijde economi sche crisis op te lossen. Ont wikkelingssamenwerking heeft daarbij een speciale func tie. Dat besef groeit. „Dat bleek ook op de top van de tien rijke landen in Williams burg, waar gezegd werd dat de industrielanden belang heb ben bij de ontwikkeling van de Derde Wereld. Aan de andere kant hebben de arme landen, verenigd in de groep van 77, ook begrip voor de problemen van de industrielanden. Ze zyn dan ook niet van plan om op de UNCTAD hard tegen de tien ryke landen in te gaan en te roepen hoe verkeerd ze het al lemaal doen". Psychologisch Schoo ging vol optimisme naar de UNCTAD. De minister van buitenlandse handel Bolkes- teyn ging ook. Maar hij ziet die hele UNCTAD niet zo zitten. In een interview zei laatstge noemde: „Op dat soort interna tionale conferenties kan onder ontwikkeling niet worden op gelost. Ik kan geen ontwikke ling scheppen waar geen ont wikkeling is. Dat moeten die landen zelf doen. De rol van UNCTAD is zuiver politiek- psychologisch". Schoo: „Al zou het alleen maar psychologisch zyn, dat is niet niks. De allerbelangrijkste functie van UNCTAD is datje een gemeenschappelijke basis creëert voor zowel ontwikke lingslanden als industrielan den en die basis is een alge meen begrip en een analyse van de dingen die er gebeuren moeten om die economische crisis aan te pakken. De be langrijkste consequenties zul len inderdaad elders getrok ken moeten worden. „Maar als je naar huis gaat met resoluties waarin iedereen zich heeft kunnen vinden, dan zou ik dat al een hele grote stap vinden. En dan moet iedereen in eigen land gaan zorgen dat er ook wat mee gebeurt Maar ja, het hemd is nader dan de rok, dus het zal heel erg aanko men op de momenten dat er geld mee gemoeid is". Kritiek is Schoo de afgelopen maanden niet bespaard geble ven. Eén verwyt heeft haar ge troffen. De rector van het Haagse Institute for Sociale Studies, Emmery, zei dat de minister veel te veel aandacht besteedt aan de armste landen en te weinig oog heeft voor de midden-komenslanden. Daar zou de economie met een kapi taalinjectie van enkele miljar den guldens gestimuleerd moeten worden. Dat zou ook positief werken op de we reldeconomie. Deugd Schoo: „Als je je daar vanuit ont wikkelingssamenwerking in eerste instantie op gaat richten dan zit je helemaal op het ter rein van het wederzijds belang. Ik vind dat dat één van de ta ken is van ontwikkelingssa menwerking. Een andere taak is datje de allerarmste landen, waar eigenlijk niemand hier enig belang bij heeft, moet be hoeden voor nog verder afglij den. Sommige staan net op het punt een beetje op te leven en door niets te doen zou je een nog grotere uitval creëren. „De kern van ontwikkelingssa menwerking is voor mij aan de ene kant het belang dat wij kunnen hebben by het herstel van de economie van de mid- den-inkomenslanden, dus van de nood een deugd maken, aan de andere kant moet je zorgen voor de potentiële uitvallers op dit moment, de allerarmste landen en de allerarmste be volkingsgroepen. Maar er is een groeiend besef dat we by elkaar horen". In de laatste vijf jaar is het priesterbestand in Nederland met ongeveer 900 mensen afge nomen. Het ziet ernaar uit, dat dit de komende jaren in onge veer hetzelfde tempo zal door gaan, tenzij hef aantal nieuw gewijde priesters spectaculair zou groeien. De Konferentie Nederlandse Reli gieuzen maakte dit vandaag be kend aan de hand van een statis tisch onderzoek van het Kaski, het katholiek sociologisch bu- Per 1 januari 1982 waren er in Ne derland ongeveer 3960 priesters werkzaam, te weten ruim 1800 bisdompriesters-seculieren en ongeveer 2200 priesters die lid zyn van een orde of congregatie (regulieren). Ruim 30 procent van het totale aantal seculiere priesters is met pensioen. Dat is by de reguliere priesters byna 26 pocent. Van de seculieren werkt maar 2,3 procent buitenslands, van de regulieren daarentegen ruim 30 procent. Tussen 1976 en 1982 is het aantal seculiere priesters in de zeven Nederlandse bisdommen met zo'n 18 procent afgenomen. Het aantal reguliere priesters bleef ongeveer gelyk, maar dit be stand veroudert wel sterk. Meer dan de helft is de 55 jaar gepas seerd. Tegenover de forse teruggang van het aantal priesters staat een aanzienlijke toeneming van de pastorale werkers en werksters. Sinds 1 januari 1977 is hun aan tal bijna verdubbeld, van 180 naar 335. Dc leeftijdsopbouw van deze mensen is ook veel gun stiger dan van de priesters. In de bisdommen waar veel ruimte is gemaakt voor de pastorale werker is het totale pastorale personeelsbestand reiatief het minst afgenomen. De bisdom men Rotterdam, Haarlem en Roermond hebben door het wei nig of niet inzetten van deze werkers het wegvallen van ge wijde bedienaren onvoldoende kunnen compenseren. Voorzitter religieuzen. Het alge meen bestuur van de Konferen tie Nederlandse Religieuzen - de overkoepelende organisatie van de ongeveer 30.000 religieu zen in Nederland - heeft pater Wim Saelman gekozen tot zijn nieuwe voorzitter. In 1970 werd pater Saelman be noemd tot provinciaal overste van de Nederlandse Augustij nen, een functie die hy tot vorig jaar vervulde. Hij is lid van de bisschoppelijke adviescommis sie voor Latijns Amerika en van de commissie 'Justitia et Pax' (gerechtigheid en vrede) en twee de voorzitter van 'Solidaridad' (kerkelijke actie voor Latijns Amerika). Uit hoofde van deze functies nam hy in 1979 deel aan de bisschoppenconferentie van Puebla in Mexico. In 1942 trad Saelman in bij de orde van de Augustijnen. In 1948 werd hij tot priester gewijd. Met het oog op toekomstig werk in Bolivia was hij een poos in de Verenigde Staten, waar hij aan verschillende universiteiten stu deerde. In Bolivia werkte hij van 1954 tot 1970 bij het onderwijs en organisaties van religieuzen. Raadsleden franciskanen. Het kapittel van de Nederlandse pro vincie van de orde der Franciska nen koos voor een periode van driejaar Servaas Wij sen (Kerkra- de), Kees van Vliet (Leiden), Wim Vrolijks (Arnhem) en Henk Geraedts (Amsterdam) tot raads lid in het provinciebestuur. Wy- sen en Van Vliet voor een tweede driejarige periode, Vrolijks en Geraedts voor een eerste perio de. Pater Kees van Vliet werkt in Lei den. Hij maakt deel uit van het dekenale team. Beroepen Hervormde Kerk: beroepen te Puttershoek en te Harkema-Op- einde (Fr.) kandidaat J. de Goei Asperen, te Heerde D. H. Bosma Rotterdam-I Jsselmonde, te Hen drik Ido Ambacht H. Harkema Brakel; bedankt voor Nunspeet H. Veldhuizen Alblasserdam. Gereformeerde Gemeenten: be roepen o.a. te Moerkapelle kan didaat B. van der Heiden Dor drecht. Op zondag 3 juli zal ds. J. van Breevoort te Borculo intrede doen in de gereformeerde kerk van Katwijk aan den Rijn. De dienst begint om half 7. Zondag is het veertig jaar gele den, dat pastoor C. J. Groote te Warmond tot priester werd ge wijd. Hy woont sinds 1977 in Ma- riëngaarde. Pastoor Groote heeft in verschillende parochies ge werkt, maar ook als i docent liturgie aan het (niet meer bestaande) groot-seminarie te Warmond. De hoogmis van ko mende zondag om hali' 10 in de kapel van Mariëngaarde zal in het teken staan van dit jubileum. Na de hoogmis is er tot 12 uur gelegenheid tot feliciteren. Zondag wordt in Warmond ook het veertigjarig priesterfeest gevierd van pastoor J. A. M. Saulenn. Om half 11 in de kerk met een hoogmis en 's middags van half 3 tot 5 uur met een receptie in Hui ze Liduina. Pastoor Saulenn (65) kwam in 1974 uit Waddinxveen naar Warmond. In oktober vorig jaar nam hij af scheid. Hij assisteert nu nog we kelijks by de vieringen in het weekeinde. Moed De bekende Franse priester Ab be Pierre krjjgt maandag een prijs (ongeveer f. 18.000) van de Franse 'Vereniging voor Dage lijkse Moed' om zijn niet aflaten de inspanningen voor buitenlan ders, daklozen en oud-gevange- De Indonesische overheid ver soepelt op het ogenblik haar vi sumbeleid. Dat betekent ook, dat kerkelijke medewerkers uit Ne derland gemakkelijker het land kunnen binnenkomen. Ds. W. B. van Halsema, gerefor meerd zendingspredikant, deel de dit mee na terugkeer van een bezoek aan Indonesië. Op het kantoor van de Raad van Kerken in dat land lagen vorige week 12 visumaanvragen, waarvan er al 6 zijn ingewilligd. De versoepeling kan het gevolg zijn van de vervanging in maart dit jaar van de minister voor godsdienstzaken. ADVERTENTIE Al meer dan 300 jaar brouwt Grolsch haar biei op natuurlijke en ambachtelijke wijze. En dat proef je ^ïo&c/l Vakmanschap is Meesterschap

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 19