y Alleen het NIPO kent gemiddelde hengelaar -c Kryptogram Schaken Dammen Bridge Filatelie VISSPORT l M t t o m i: m m mi m m m m m m m m a m ZATERDAG 11 JUNI 1983 Extra DOOR BRAM VAN LEEUWEN Dertig maal per seizoen "gemiddelde sportvisser" de waterkant om een visje t< gen. (fot trekt; ^De "gemiddelde hengelaar van Nederland" bestaat niet. Vis sen is namelijk zo'n individue le sport dat het heel veel moei te zal kosten om twee henge laars te vinden die over hun sport hetzelfde denken en dat bovendien op dezelfde manier in de praktijk brengen. Wat niet uitsluit dat er globaal wel wat overeenkomsten zijn te ontdekken binnen het henge laarslegioen. Vandaag wil ik de sportvisser eens zo'n spiegel voorhouden. Hoe ziet hij eruit? Wat doet hij aan en op het water? Hoe vaak en waar vist hij? Allemaal vra gen waarop een uitgebreide NIPO-enquête die in 1981 werd gehouden een antwoord heeft proberen te vinden. Voor dat representatieve onder zoek werden ruim 800 Neder landers ondervraagd. Het was inmiddels een kleine tien jaar geleden dat de Nederlandse hengelaar voor het laatst "te gen het licht werd gehouden". De enquête moest onder meer een antwoord geven op de vraag hoeveel hengelaars ons land op het ogenblik telt. Want de cijfers die op dat punt her en der worden verspreid lopen mijlenver uiteen. Als we het NIPO mogen geloven zijn het er momenteel een kleine 1.3 mihoen. Daarvan zijn er zo'n 920.000 in het bezit van de vereiste vispa- pieren, terwijl ongeveer 150.000 Nederlanders gere kend kunnen worden tot het legioen der "zwartvissers". In totaal dus zo'n 14 procent "ille galen". Zweden is een land met onbe grensde mogelijkheden voor de sportvisser. Het land heeft 96.000 meren, 7500 kilo meter kust en voor die vis rijke kust liggen talloze ei landjes. Om die mogelijkhe den in Nederland grotere be kendheid te geven was het Zweeds Nationaal Verkeers bureau dit jaar voor het eerst aanwezig op de hengel sporttentoonstelling Visma. Vorige maand verscheen bo vendien voor het eerst Vis- toerist, een maandelijks in formatieblad dat samen met Finnair wordt uitgegeven. Sportvissers die daarin geïnteresseerd zijn kunnen een gratis abonnement krij gen wanneer ze een brief kaartje sturen aan het bu reau dat gevestigd is aan de Zeestraat 71, 2518 AA Den Haag. In het eerste nummer wordt onder meer de schijnwerper gericht op'de Zweedse west kust waar het gehele jaar door kabeljauw kan worden gevangen, al blijven de kou de maanden favoriet. Het Zweedse record voor de "torsk", zoals de kabeljauw wordt genoemd, staat op ruim 53 pond. Maar ook de recordleng van bijna 50 pond en een tarbot (piggvar) van 19 pond mogen er zijn.... Daarnaast zijn er nog ongeveer 200.000 hengelaars jonger dan 15 jaar die voor het vissen met een gewone hengel nog geen vergunning behoeven te bezit ten. Van dat totale aantal van 1.3 miljoen gooien er 300.000 zo nu en dan ook een hengeltje uit in de zee- of kustwateren. Ten slotte bestaat er nog een groep van naar schatting 100.000 hen gelaars die uitsluitend op zee vist en niet in het binnenwater komt. De hengelaars die het binnenwa ter verkiezen boven het "zou te" trekken er gemiddeld per seizoen zo'n 30 keer op uit. De frequentie blijkt met het stij gen van de leeftijd toe te ne men. Een uitzondering op die regel vormen de "zwartvis sers" want die vissen over het algemeen veel minder. Opmer kelijk punt was ook dat de "zwartvisserij" met name voor komt onder de jongere henge laars. Waar gaat de hengelaar vissen? Het NIPO becijferde dat 65 procent van de sportvissers in meer dan één viswater vist Tweeënveertig procent be zoekt meer dan twee viswate ren en 26% meer dan drie. De gehechtheid aan het favoriete viswater blijkt echter groot. Daar gaat de hengelaar op drie van de vier visdagen toch naar toe. En dat water ligt voor de hengelaar gemiddeld op zo'n tien kilometer van zijn woning. Dat voorn de meest beviste soort is mag geen verrassing heten. Wel dat er kennelijk een duide lijk onderscheid is tussen de voorn en de brasem, die toch wel onze nationale sportvis wordt genoemd. Vijfentachtig procent van de hengelaars vist wel eens op voorn, niet meer dan 42 procent wel eens op brasem. En dat is maar nauwe lijks meer dan de visserij op aal/paling (39%). Nog weer iets minder is de be langstelling voor baars (32%). Wel blijkt dat er regionaal flin ke verschillen bestaan. Zo wordt er in het zuiden, waar dikwijls in putten en afgeslo ten plassen moet worden ge vist, relatief vaker op forel en karper gevist en minder op snoek en snoekbaars. De meeste hengelaars vangen hun visjes steeds vanaf de wal- lekant. Het aantal sportvissers dat namelijk met een boot ope reert is niet meer dan 13 pro cent. Opvallend is hier dat westelijk Nederland op dit punt hoger scoort dan de rest, namelijk 19 procent. Dat ver schijnsel kan waarschijnlijk worden toegeschreven aan het feit dat in deze omgeving veel uitgestrekt viswater aanwezig De "onrust" van sportvissers tij dens een visdag valt nogal mee volgens de onderzoeksresulta ten. Niet minder dan 70 pro cent zegt de hele visdag op de zelfde plaats te blijven, terwijl slechts dertig procent mee deelt een of meerdere malen te verkassen. Ik vrees dat de schroom hier een grote rol heeft gespeeld. En dat er in werkelijkheid veel meer hen gelaars zijn die af en toe hun bulletjes oppakken en op zoek gaan naar een plekje waar be tere resultaten kunnen worden geboekt. De organisatiegraad van "sport vissers" in ons land is niet bij ster hoog. Minder dan de helft - 44 procent om precies te zijn - is lid van een hengelsport vereniging. Het meest verwon derde me het feit dat nog zeven procent van de zwartvissers lid is van een hengelsportvereni ging. De emancipatie blijkt ook in de hengelsport zijn intrede te heb ben gedaan. Vissen is niet lan ger een sport die uitsluitend bestemd is voor mannen. In tien jaar tijd is het aantal vrou welijke hengelsporters ver dubbeld tot naar schatting 100.000 150.000. Sportvissers gaven twee jaar ge leden gemiddeld per seizoen een kleine honderd gulden aan hengelsportartikelen uit. Ruw weg is het nationale henge laarslegioen dus goed voor een besteding van meer dan 120 miljoen gulden per jaar. Een niet weg te cijferen bedrag dat staatssecretaris Ploeg (land bouw en visserij) eens in ge dachten moet houden wanneer hij de belangen van sport- en beroepsbinnenvisserij tegen elkaar afweegt. Waaraan dat geld allemaal wordt uitgegeven kan worden afge leid uit het materiaalbezit van de gemiddelde hengelaar. Dat elke sportvisser op z'n minst één hengel bezit zal niemand verbazen. Wat mij persoonlijk nogal verwonderde was dat de Nederlandse hengelaar niet bijster goed is toegerust voor het zeker niet altijd even fraaie weer. Laarzen heeft 69 procent, een regenpak 54 procent en een visparaplu niet meer dan 17 procent. Dat we op de goede weg zijn met de vismentaliteit bewijst dat al meer dan dertig procent van de hengelaars geen leeftnet (meer) heeft. Maar het feit dat een evengroot percentage geen schepnet bezit wijst evenzeer in de richting van een matig vertrouwen in eigen kunnen om een kanjer van een vis te vangen. Alle bovenstaande cijfers zijn te rug te vinden in het rapport De Nederlandse visser annno 1980/1981. Beantwoordt u zelf een beetje aan het beeld dat daarin wordt geschetst? Niet? Geen probleem, het is immers de gemiddelde hengelaar en we hadden net vastgesteld dat die niet betaat. Meer dan eens heb ik in boek jes over hengelen het advies gelezen om zuinig te zijn met nylonlijn. Dit in verband met de steeds stijgende prijs van dergelijke "klosjes ga ren". Je leest dan hoe henge laars wordt aangeraden om de spoel van de werpmolen bijvoorbeeld niet te vullen met 100 meter nieuw nylon, maar te volstaan met 50 me ter. De rest van de spoel kan worden opgevuld met oude lijn. Vooral karpervissers onder u zou ik willen aanraden nim mer gevolg te geven aan een dergelijk advies. Zelf heb ik het ook eens gedaan en. kwam bijna van een koude kermis thuis. Een gehaakte karper nam namelijk zo'n run dat de 50 meter nieuwe lijn onvoldoende was. Met angst en beven zag ik hoe het knoopje tussen oude en nieuwe lijn door de ogen van de hengel werd getrokken. Het was alleen aan de toene mende vermoeidheid van de karper te danken dat ik voorzichtig weer kon op- spoelen totdat het knoopje weer veilig op de spoel zat. Sindsdien zet ik altijd de volle 100 meter op de molen. Horizontaal: 7. Koud aan de voet in de winter. 8. In een sportaccommodatie kan het vrolijk toegaan. 13. Waar zou A vertoeven? In een fles. 14. Moet na "ten" naar boven gaan als u over haar spreekt. 15. Iedere leek is aanwezig'. 16. Aangaande dit geen Engelse maag hebben. 17. Is er in het gazon iets waar u zich achteraf mee bemoeid hebt? 20. Och, zonder geld, is 't weer zover? 21. Vader is tegen ruzie om een kostbaarheid. 22. De tocht is anders naar iets buiten lands. 27. De heilige van de maand en zo is het. 28. Milieu vriendelijke file langs de weg. Vertikaal: 1. Verf voor S, lui. 2. Daar staat P met een manlijk dier, pech voor u. 3. Niet zo'n hoge afdeling. 4. Als Em het nu maar niet te breed maakt. 5. Vrouwelijk paartje op de motor. 6. 'k Eet het langzaam op bij de klok. 9. Zo nemen we iemand te pakken, dat moet u doorhebben. 10. Ver voor de tel ler is de noemer! 11. Vertegen woordigende politie. 12. Eerst was er balken voor hij uitkwam. 18. Is mijn vrouw in Frankrijk? 19 Met afschuw zie ik dat dit de baan is bij E na de dooi! 23. Een heel dier. 24. De noot is met vakantie. 25. Kwaad is O 't oer woud ingelopen. 26. Hiermee springt het uit elkaar. De prijs van 25,- werd toege kend aan Mevr. E. Verhoeven, Maredijk 11, 2316 VR Leiden. De prijs wordt de winnaar toege zonden. Oplossingen met ver melding van "Puzzel" voor donderdag op briefkaart of in enveloppe zenden aan Redac tie Leidsch Dagblad, Postbus 54, of in enveloppe zenden aan Redactie Leidsch Dagblad, Postbus 54, 2300 AB Leiden. Het schrijven van een schaakru briek vertoont enige overeen komst met het werk van een disc-jockey. In beide gevallen komt het neer op het presente ren van successen en creatieve prestaties van anderen. Van daag gaat de overeenkomst nog wat verder, want ik pre senteer u de nummer een van de top 30 van de Schaakinfor- mator over de eerste helft van 1982. De partij is gespeeld in het Russische zonetoemooi in Jerevan. De schoonheid ervan komt mede tot uiting in de zet ten die niet zijn gespeeld, de briljante weerleggingen van voor de hand liggende zetten. Mijn aantekeningen zijn geba seerd op die van Geiler in de Informator. Wit: Psachis; zwart: Geiler. 1. d4 d5 2. c4 e6 3. Pc3 Le7 4. Pf3 Pf6 5. Lg5 h6 6. Lh4 0-0 7. e3 b6 8. Lf6: Lf6: 9. cd5: ed5: 10. Dd2 Le6 11. Tdl De7 (Deze zet is nieuw. In de partij Petrosjan- Hübner, Sevilla 1971, vervolg de zwart met Le7 hetgeen na enkele zetten een gelijke stel ling opleverde) 12. g3 c5! 13. dc5: Td814. cb6:? (Wit had zich er bij neer moeten leggen dat door Dirk Sikkel hij geen voordeel heeft en snel Lg2 gevolgd door 0-0 spelen) menselijke geest tijdens een partij zoiets kan bevatten!) Pc6 16. Pd4: Pd4: 17. ed4: (Op La8: volgt Ta8: 18. ed4: Ld54- 19. De2 Lhl: 20. De7: Le7: en zwart staat veel beter) Lh3+ 18. Kfl Td4: II b 5S 0 ft 8! b I j 1 O 1: r- i 'w i u m y s y - y s a ij O n H 0x 2 y y x y al - !2 n y a 2fï a d4! 15. Lg2 (Na Pe4 geeft Geiler de volgende duizelingwekken de variant Ld5! 16. Pf6:+ Df6: 17. Dd4: Df3: 18. b7 Td7» 19. Da4, want La8:D La8: 20. Dd7- Pd7: kan niet, Ddl:+ 20. Ddl: Lhl: 21. f3 Tdl:+ 22. Ke2 Td2+ 23. Kd2: Lf3: en wint. Het is bijna onvoorstelbaar dat de Een van de deelnemers die het aankomende seizoen ook voor een club uit de Leidse regio zal uitkomen, en wel voor KDC uit Katwijk aan Zee/De Rijn, is Ruud Kloosterman. Deelne mers aan de kwartfinale van Nederland wel te verstaan. De "KDC-er" begon met slechts een punt uit drie wedstrijden, maar bleek aan het eind toch op acht uit negen te zijn uitge komen. In de eerste ronde viel hij wat dammen betreft tegen, maar de remise die hij eruit sleepte, was gewoon een punt extra. Zijn tegenstander was Ron van Egmond: met wit: 1.32-28 19-23 2.28x19 14x23 3.37- 32 10-14 4.41-37 14-19 5.4641 5- 10 6.34-29; met de bedoeling af te wijken. Ruud vertelde nu dat hij volgens het Dibman- schema verder bouwde; 6...23- x34 7.39x30 16-21 8.30-25 10-14 9.31-26 11-16 10.36-31 7-11 11.31-27 20-24 12.41-36 1-7 13.43-39; opent het veld 43 om na 18-22x23 37-31, 7-12 enigs zins te verhinderen met 32-27 (bluf!). Bovendien komt na de ruil 18-22x22 nu sterk 32-28; 13...18-22 14.27x18 12x23 15.37- 31 13-18?; nu komt wit in het voordeel; 16.31-27 7-12; zwart lijkt het redelijk voor elkaar te 19. De3 (Op Dd4: volgt Ld4: 20. Td4: DfB21.Td3,wanter dreig de Df3, Dfi> 22. Te3 ab6: 23 Lh3: Dh3:+ 24. Ke2 b5 25. a3 b4 en wint) Db7! 20. f3 Tdl:+ 21 Pdl: Da6+ 22. Kgl Td8 23. Pf2 Ld4 24. Del Lf2:+ en wit geeft het op. Op Kf2 volgt Db6:+ 26. Kfl Lc8! en wit staat machte loos tegen de dreiging La6+ hebben: 40-34 of 39-34 verliest materiaal en hoewel 24-29 of 24-30 nog geen dreiging is, zijn 36-31, 4741 en 48-43 hierdoor verboden. Op 33-28 kan goed 17-22 waarna wit gedwongen is tot 28x17 11x31 26x37 op straf fe van schijfverlies. Tenslotte volgt op 42-37 geen 24-29 we gens na het slaan 4742, maar óf 14-20x10 met op 33-28 17-22 óf 9-13 en 23-28 na 47-42; 17.4943 15-20; na lang nadenken ge speeld. Op 9-13 vreesde Ruud 33-29x29x29, maar ik had voor het klassieke 33-28 gekozen. De bedoeling is evenals in de partij het min of meer dwingen tot 17-22 waarna wit steeds een gunstige klassieke stelling af dwingt. Let overigens op het open veld 37, dat dit zo fraai mogelijk maakt; 18.33-28 17-22 19.28x17 11x31 20.26x17 12x21 21.36x27 8-12 22.39-33 2-7 23.44- 39 4-10 24.33-28 10-15 25.40-34; profiteert van de open velden 13 en 4, zodat 24-29 verboden is Zaterdag 27 en zondag 28 mei waren drukke dagen voor de bondsofficials. Op zaterdag werd in het fraai geoutilleerde Badmintoncentrum in Nieu- wegein de Heineken Toe komstdrive gehouden, de eer ste echte wedstryd voor al die cursisten die dit seizoen met bridgen zijn begonnen. Op zondag werd in dezelfde ruim te de finale gespeeld van Rui- tenboer, de wedstrijd voor le- klassers en lager, waaraan dit jaar maar liefst 11.600 paren deelnamen. In hetzelfde week eind werd dein ook nog de fina le gespeeld van het open Ne derlands kampioenschap voor viertallen. De Toekomstdrive is ongetwij feld het meest dankbare pro ject. De eerste kennismaking met wedstrijdbridge is voor de ong. 1000 deelnemers een ge weldige belevenis en de vele enthousiaste reacties maken het organiseren van dit evene ment tot een aangename taak. i63 N 52 X832 WO A 9 7 5 4 O H V 10 9 w,° O A 7 V764 Z 10 852 A H V 10 8 4 ^H 10 6 O B 8 4 9 Zuid, niemand. Zuid opent 1 Sch - noord 2 KI; zuid 2 Sch en noord 4 Sch. Een recht-toe- recht-aan Acol biedverloop waarmee de meeste deelne mers weinig moeite hadden. Het (tegen)spelen leverde meer problemen. West komt uit met Ru H en oost moet deze kaart overnemen en ruiten terugspelen, waarna zuid niet verder komt dan 9 slagen. Neemt oost niet over NEDERLAND - Voor de negen de keer in de Nederlandse postgeschiedenis zullen op 30 augustus Rode Kruis-zegels worden uitgegeven, vier stuks alsmede een postzegelboekje met zes zegels. Het thema van deze nieuwe serie, die is ont worpen door Jan Van Toorn, uit Amsterdam, is "Het recht op hulp en bescherming". Ze gels en boekjes Zullen tot en met 7 oktober te koop zijn bij alle postinrichtingen. De zegels hebben waarden van 50 25 cent, 60 20 cent, 65 25 cent en 70 30 cent. De ze gel van 50 25 cent staat in het teken van de vier Conventies van Genève en de aanvullende protocollen. Op de zegel, die is uitgevoerd in rood, blauw, zwart en grijs, staan op de rug gezien enkele mannen, waar schijnlijk krijgsgevangenen. Diagonaal over de zegel loopt een balk waarin de tekst "Con venties van Genève". De zegel van 60 20 cent (kleu ren rood, grijs en zwart) is een zgn. tekstzegel. Op deze zegel die aandacht vraagt voor enke le grondbeginselen van het Ro de Kruis, staan de woorden "menslievend, onafhankelijk, onpartijdig". Deze woorden staan onder een rood kruis, dat (uiteraard) op alle zegels voor komt en rechts daarvan staat in een staande balk "grondbe ginselen". Dan de zegel van 65 25 cent (li la, blauw, rood en zwart) die is gewijd aan het medisch sociaal werk van het Rode Kruis. Op deze zegel een Rode Kruis- werker die een gewonde in een greep houdt. In een schuine (wit forceert een klaverbladop sluiting). Bovendien is de noodsprong 23-29x29 slecht na 39-33 omdat 29-34 50-44 9-13 na 44-39 verliest (niet 44-40 waar na 24-29x29 nog tegenspartelt, maar wit blijft goed staan na 35-30 12-18 30x29 29-34 18-22 en 15x44, gevolgd door 43-39 en 32-28 enz.). Ook het schijnbaar sterke 12-17 verliest door het damzetje: 35-30 34-29 39x30 27- 22 28-23 42x2; 25...9-13 26.34-30 6-11 27.50-44 11-17 28.39-33; zwart dreigt met 3-9 de sterke ruil 18-22 te nemen; 28...21-26; want na 24-29x29 44-39 3-9 39- 33 29-34 30x39 23-29 33x24 19- x30 35x24 18-22 27x18 13x44 volgt 24-20 en 43-39 met door braak. Na 23-29 geeft tempo- spel wit goede kansen; 29.44-39 3-8; nu kan op 23-29 ook nog 39-34x34 met goede kansen (3- 9!=) maar niet 28-23 wegens di recte remise; 30.47x41 17-22 31.28x17 12x21 32.33-28 8-12; en de spelers kwamen remise overeen, per slot van rekening had ik nog maar vier minuten voor zestien zetten. Mijn moti vatie was 38-33 24-29 33x24 20- x29 42-38 12-17 39-33 17-22 28- xl7 21x12 33x24 23-28 32x23 18x20 en remise is onafwend baar. door Ton Schipperheyn dan kan oost geen 3e maal rui ten spelen, waarna een verlie zende ruiten van zuid ver dwijnt op KI H. Ook over dit spel werd het nodi ge nagepraat: A B 7 6 3 <7 V952 O 3 A74 ♦H 10 42 N *98 X873 WO ^B6 AH 1072 ,w_u O V9 5 4 9 Zn +B8653 V5 y AH 104 OB 8 6 H V 10 2 N, NZ. Na 2x pas opent zuid 1 SA, noord 2 KI (Stayman), zuid 2 Ha en noord 4 Ha. De beste score was voor de NZ-paren die er in slaagden 12 slagen te maken door op tafel twee rui tens te troeven. Een overslag moet in ieder geval worden ge maakt: Sch H zit goed en zuid ziet west in de tweede klaver- ronde niet bekennen (zuid moet natuurlijk eerst KI H spe len en dan pas KI A), waarna hij in de derde klaverronde kan snijden op de boer. door Hero Wit balk de tekst "medisch sociaal werk". Tot slot de zegel van 70 30 cent, die is uitgevoerd in rood, grijs en zwart. Deze zegel, die in het teken van de vrede staat is erg eenvoudig gehouden: slechts (behalve een rood kruis) in een diagonale balk de woorden "voor vrede". De verkoop zou weieens tegen kunnen vallen, temeer daar dit nu al de tweede keer wórdt dit jaar dat de fitalelisten - en daar moet men het toch veelal van hebben - een serie van vier bij- lagezegels krijgen voorgezet. Vooral omdat deze zelfde fila telisten weten dat er in novem ber ook nog vier kinderzegels (met bijslag) en een velletje ko- Dat men waarschijnlijk geen stormloop op de serie ver wacht zou ook wel eens kun nen blijken uit het plotselinge inlassen van het boekje (met volgnummer PB 29) met vier zegels van 50 25 cent en twee zegels van 70 30 cent. Stel dat daar 1,5 miljoen van wor den verkocht dan levert dat toch weer 2,4 miljoen gulden extra op.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 25