„Zie het maar als een tik"
-c
Ouderwets dagje bij visafslag
"Net een bacil als
je eenmaal begint"
Alphenaar schrijft boek over Anker-bouwdozen
Omwonende grijpt inbreker
Gevecht om eerste haring in Katwijk
PAGINA 23
WOENSDAG 1 JUNI 1
Streek
De Alphenaar Peter Zwijnenberg, verwoed verza
melaar van Anker-steenbouwdozen, heeft over
zijn hobby nu ook een boek geschreven. Een boek
dat in een oplage van slechts honderd stuks is
verschenen. Alleen voor die mensen die dezelfde
hobby als de Alphenaar bedrijven.
Anker-bouwstenen, de jeugd zullen ze niets zeggen.
Maar ouderen kunnen zich de ongekende moge
lijkheden van de bouwdozen nog wel herinneren.
Echte steentjes, échte bouwtekeningen, échte, be
staande, bouwwerken. Helemaal uitgetekend
3door échte architecten. Architecten die zelf de
Anker-stenen gebruikten om een complex dat zij
ontwierpen eerst in miniatuur op te zetten om er
pas later een definitieve vorm aan te geven.
Wat bezielt iemand, zoals Peter Zwijnenberg, om
van hot naar her te reizen als er Anker-bouwste
nen te koop worden aangeboden?
De Alphenaar Peter Zwijnenburg bezig met één van de zeer natuurgetrouwe modellen, gemaakt van bouwsteentjes van de antieke Anker-
bouwstenen: "Vroeger kon alleen meneer de baron zich zulke spelletjes veroorloven".
(Foto Wilt DIJ km u
door Jan Westerlaken
ALPHEN AAN DEN RIJN -
Zachte, stemmige kerkmuziek,
is nog net hoorbaar in de hob
bykamer. Een flauw licht
schijnsel straalt door de klei
ne raampjes de woonkamer
in. De (Dom) kerk zelf, waar
uit de tonen opklinken, is
niet hoger dan één meter.
Maar wél tot in het kleinste
detail nagebouwd. Altaar, zit
banken, torentjes, niets ont
breekt. De kerk, gebouwd
met 4500 Anker-stenen, is zó
echt, dat musea 'vechten' om
hem aan hun bezoekers te
kunnen tonen.
De rode-, gele- en blauwe bak
steentjes met hun vele afme
tingen (van enkele millime
ters tot tientallen centime
ters) en vormen, zijn archi
tect Berlage (bouwer van de
beroemde Beurs en de brug
over de Amstel in Amster
dam) vaak een hulp geweest
bij zijn werk. Nu zijn die ste
nen veelal in handen van an
tiquairs en hobbyisten. Of ze
pronken, tot groot ongenoe
gen van die hobbyisten, op
schoorstenen van welgestel-
den. Zeker is dat elk mu
seum, waar ook ter wereld,
wel een steenbouwdoos van
Anker in zijn collectie heeft.
Peter Zwijnenberg en zijn
bouwstenen. Een verhaal dat
tien jaar geleden begint met
één enkel doosje. Hij kreeg
het cadeau van zijn toen al
bejaarde vader die het op zijn
beurt op z'n vijfde vexjaardag
kreeg. Helemaal onbekend
waren de stenen voor Peter
niet. Was 'ie als kind eens
ziek, dan kwam er een doosje
bouwstenen uit de kast om
ermee te spelen. Verder niets.
Zijn interesse naar de her
komst van de stenen en de
maker ervan groeide echter
met de dag. Peter plaatste
een advertentie of er nog
meer verzamelaars van An
ker-bouwdozen in Nederland
en Duitsland rondliepen. Eén
reactie was het antwoord op
die annonce. Stukje bij beetje
paste de puzzel in elkaar en
kwam de Alphenaar steeds
dichterbij zijn einddoel: de
totale verzameling Anker-ste
nen. Toen hij die in zijn bezit
had besloot 'ie een club op te
richten en een boek over het
fenomeen Anker te schrijven.
Een boek dat antwoord geefl
op de vele vragen die hem da
gelijks werden en nog wor
den gesteld.
Reizen
De steentjes zijn niet zo maar
komen aanwaaien. Integen
deel. Peter Zwijnenberg
heeft duizenden kilometers
gereisd als 'ie wist dat ergens
bouwdozen waren die hij nog
niet had. "'t Is net een bacil,
als je eenmaal begint", lacht
hij, "wil je alles hebben. Ten
minste, zo ben ik. Ik heb, wat
die stenen betreft, mijn doel
bereikt. Alles wat Richter, de
producent van de bouwdo
zen, op de markt heeft ge
bracht, heb ik. Zelfs de eerste
doos uit 1877. Voorzover mij
bekend is dit de enige op de
hele wereld."
Zwijnenberg trof het wél. Zijn
werkterrein ligt voor een
groot deel in Duitsland. En
de stenen werden door onze
Oosterburen gemaakt. Dus
kon de Alphenaar zijn hobby
dikwijls combineren met z'n
werk.
"Dat kun je wel zeggen, ja", be
aamt Peter. "Ik struinde in
winkeltjes, op vlooienmark
ten, ik kwam op de gekste
plaatsen. Inderdaad, wat ik
hier heb, komt voor het
grootste deel uit Duitsland.
M'n grootste klapper? Die
maakte ik toen een speel
goedhandelaar overleed. De
man had niet alleen stenen,
maar had bovendien een
doos vol met documentatie.
En die mocht ik ook hebben.
Natuurlijk, het is een toevals
treffer die je maar één keer in
je leven tegenkomt. Van die
documentatie, die uniek is,
heb ik veel in mijn boek kun
nen gebruiken."
'Tik'
Zwijnenberg schaamt zich er
niet voor. "Als ik wist", ver
telt hij, "dat, om maar eens
een voorbeeld te noemen, er
gens in Zuid-Duitsland ste
nen waren die ik nog niet
had, dan stapte ik in de auto
en ging op weg. Vaak nam ik
mijn schoonvader voor de ge
zelligheid mee. Onderweg
overnachtten we en de vol
gende dag gingen we verder.
Koste wat het kost wilde ik
de ontbrekende stenen heb
ben. Nee, ik geloof niet dat
dit iets is dat ik alleen heb.
Iedere verzamelaar heeft er
veel voor over om de ontbre
kende stukken van een verza
meling in zijn bezit te krijgen.
Zie het maar als een 'tik', een
soort afwijking."
Toch blijft de Alphenaar met
beide voeten op de grond
staan: zijn hobby, hoe graag
hij die ook bedrijft, beheerst
z'n leven niet volledig. "Zo
gek ben ik nog niet", grinnikt
Peter. "Ik heb zelfs wel eens
een doosje stenen van de
hand gedaan dat zeldzaam
was. Gewoon om iemand, die
er met geen mogelijkheid aan
kon komen, een plezier te
doen. Omdat ik dacht ooit
nog wel eens een ander op de
kop te kunnen tikken."
Een hobby waarmee je tien jaar
geleden bent begonnen en
waarvan je nu kunt zeggen de
zaak is compleet. Is dat niet
wat erg snel?
"Het is allemaal in een ijltempo
over me heen gekomen. Voor
hetzelfde geld had ik er veel
langer over gedaan. Ik heb
gewoon geluk gehad. Boven
dien, ik heb dat al opge
merkt, als ik ergens aan be
gin bijt ik me erin vast. Fana
tiek? Ja, dat moet je zijn."
Voor niets?
Het is Peter ook wel eens over
komen dat hij voor niets een
reis had ondernomen. Niet
vaak. Zwijnenberg probeer
de er eerst achter te komen
wat de verkoper te bieden
had. Pas dan besloot hij een
kijkje te gaan nemen. Het
kon gebeuren dat een num
mer op de bouwdoos was be
schadigd. Kwam hij dan ter
plekke, dan was de teleurstel
ling groot en was de reis voor
niets geweest.
Peter heeft wel wat geld in zijn
hobby moeten steken. Maar
daar zeurt hij niet over. Een
enkele keer kreeg 'ie een
doos cadeau. De Alphenaar
had wel altijd een lijstje op
zak met nummers van dozen
die andere verzamelaars nog
misten. Kwam Peter die te
gen, dan kocht hij die. "He
laas", voegt hij eraan toe,
"zijn er in de oorlogsjaren, ze
ker in Duitsland, veel steen
tjes verloren gegaan. Heel
wat mensen kennen de do
zen, maar de spoeling is door
het oorlogsgeweld dun ge
worden."
Elke doos die Zwijnenberg in
zijn collectie heeft, heeft een
verhaal. Het verhaal van een
kind dat huilend op straat
staat voor het hevig bran
dend ouderlijk huis. De
bouwdoos die Peter toont is
zwart geblakerd. De vader
van het kind zag nog net kans
om door het raampje van het
souterrain de bouwstenen te
grijpen.
Vrolijker is het verhaal van
twee vrouwen die hun wo
ning aan het verbouwen wa
ren. Zij wilden van1 de Anker-
stenen af omdat ze in de weg
stonden. De koop werd op
een vroege ochtend met
champagne beklonken.
Peter Zwijnenberg heeft aan
zijn hobby vele contacten
overgehouden. Eens kreeg
hij thuis in zijn flat op de tien
de etage een Duitser op be
zoek. De man was via. via bij
de Alphenaar terecht geko
men. Als kind speelde deze
man met de stenen, maar be
zat die niet meer. Alleen
koesterde hij herinneringen
eraan. Huilend heeft hij uren
lang de bouwdozen van Zwij
nenberg bewonderd.
Verborgen
De Alphense verzamelaar ge
looft met dat er nu nog spec
taculaire Anker-dozen ver
borgen zijn. "Als ik de markt
bekijk, zeg ik nee. Maar je
weet het natuurlijk nooit he
lemaal zeker. Het is in het
verleden wel eens voorgeko
men dat oude mensen die
naar een bejaardenhuis gin
gen de steentjes zo maar bij
de vuilnisbak neerzetten. Je
moet er niet aan denken,
maar het is écht wel eens ge
beurd. Heel wat steentjes,
dus ook dozen, zijn meer dan
honderd jaar oud. Dus antiek
en flink aan de prijs. Dat is
overigens geen verschijnsel
van nu. Want vroeger waren
de dozen ook al behoorlijk
duur. Neem, bijvoorbeeld, de
grootste doos; daar betaalde
men in het begin van negen
tienhonderd ook al 270 mark
voor. En dan te bedenken dat
een arbeider niet meer dan 25
mark in de week verdiende.
Dan kun je op je vingers na
tellen dat alleen meneer de
baron zich zulke spelletjes
kon veroorloven. De politiek
van Richter was in elk geval
goed doordacht: hij produ
ceerde kleine spelletjes en
bouwde die uit. Was je een
maal op weg, dan ging je
door. Zo zaten kinderen een
heel jaar lang te wachten tot
ze jarig waren. Juist, dan kre
gen ze weer een doos. Maar er.
waren er wél 34. Dus alleen
volhouders en mensen met
een goedgevulde beurs koch
ten de stenen."
Over de waarde in geld van zijn
verzameling wil Peter Zwij
nenberg niet veel kwijt, "'t Is
net wat de gek ervoor geeft",
probeert hij een rechtstreeks
antwoord te omzeilen. 'Van
zelf kennen wij ongeveer de
waarde van de steentjes. Als
richtprijs hebben we een
prijslijst van 1923 genomen
- en die met vijftien vermenig
vuldigd. Wij als vereniging
hebben die prijs aardig onder
controle."
Intern
De prijslijst, zo blijkt, is alleen
voor intem gebruik. Biedt
een antiquair iets te koop aan
waarvan men denkt dat het té
duur betaald is, dan doet men
een beroep op die lijst. Is het
werkelijk té gek, dan zegt
men dit. "Maar", relativeert
Zwijnenberg, "ik geloof dat
de antiekhandelaren zich
daar maar weinig van zullen
aantrekken. Zij bepalen zélf
hun prijzen. Alleen willen wij
als verzamelaars niet dat het
vel over onze neus wordt ge
trokken."
De Anker-stenen: de club van
hobbyisten telt nog maar 43
leden. Maar er is belangstel
ling. Eén nadeel heeft de hob
by wél. De leden kunnen
slechts praten over steentjes.
Een maaksel meenemen naar
een bijeenkomst is er niet bij.
ALPHEN AAN DEN RIJN -
Een 41-jarige bewoner aan de
Essenburg zag gisteravond
omstreeks half tien een
knaap bezig op het balkon
van de lagere en kleuter
school De Ridderburcht. De
jongeman probeerde zich uit
de voeten te maken met een
krat lege flessen en twee vol
le flessen limonade, maar de
bewoner greep hem in de
kraag. Er ontstond een vecht
partij, waarbij de bewoner
hulp kreeg van een 33-jarige
voorbijganger. De flessen-
dief, een 17-jarige Alphenaar,
kon aan de politie worden
overgedragen.
Schipper W. Jonker (midden) laat zich de overigens "oude" haring ook goed smaken. Rechts i
Rotterdamse zeevishandelaar die de eerste partij nieuwe haring voor 5800 gulden aankocht
partij. "De mensen willen zo snel
mogelijk de nieuwe haring proe
ven dus ben ik hier naar toe gere
den. Het wordt hard werken deze
dagen, maar dat is het waard".
Over de kwaliteit sprak iedereen
niets dan lof.
In de komende dagen zal in het ka
der van de Hollandse Nieuwe
nog een aantal activiteiten vol
gen. Zo zal binnenkort aan Ko
ningin Beatrix de Koninginneha-
ring (aangevoerde haring van
zeer goede kwaliteit) worden
aangeboden. De traditie wil dat
een Katwijkse reder die eer dit
jaar te beurt valt.
Schipper vermist
LELYSTAD (ANP) De schipper
van de "Maartje Neeltje" wordt
vermist. De man is vanochtend
ter hoogte van de Pampus-haven
op het IJsselmeer door nog on
bekende oorzaak overboord ge
slagen. Een andere opvarende
van de boot heeft tevergeefs ge
probeerd de man uit het water te
halen. De rijkspolitie is bezig
met een zoekaktie.
BUITENKAAG - De 8-jarige H.
Stuifbergen uit Lisse is gister
avond rond zes uur bij een onge
val in Buitenkaag om het leven
gekomen. Het ongeluk gebeurde
toen de knaap achter een gepar
keerde auto de weg langs de
Ringvaart over liep om naar zijn
vader te gaan die daar zat te vis
sen. Hierbij werd hij geschept
door een auto, bestuurd door een
inwoner van Lisserbroek. De
jongen overleed ter plaatse aan
zijn verwondingen.
Ook burgemeester C.A. Bos van Katwijk (tweede van links) nam giste
ren een kijkje bij de visafslag. N. Parlevliet, wethouder in Katwijk en
tevens voorzitter van de redersvereniging "De Vuurbaak" licht hem ken
nelijk in over de goede kwaliteit.
(Foto Dick Hogewonlnf
KATWIJK "Een leuk prijsje", grinnikte de Katwijkse
schipper W. Jonker even nadat de eerste door hem aan
gevoerde haring op de Katwijkse visafslag meer dan 5800
gulden had opgebracht. Dat veel geld zou worden neer
gelegd voor het eerste ingevroren pak haring werd ver
onderstelt, maar dat er een dergelijk hoog bedrag uit zou
rollen had zelfs de nuchtere Katwijker niet verwacht.
De nieuwe haring is gevangen ter
hoogte van de Schotse kust bij
Aberdeen. De eerste aanvoer
kwam gisteren rond het midda
guur op naam van de Scheve-
ningse trawler "Onderneming 2"
met Jonker als schipper, die
daarmee de in ere hestelde ha
ringrace won. Tweede werd de
Katwijk 171 (Jan Marie).
door
Adriaan Brandenburg
De prijs van het eerste pak kwam
uiteindelijk bij opbod en niet zo
als gebruikelijk bij afslag tot
stand. Aanvankelijk probeerde
veilingmeester M. van der Plas
de haring nog op de gebruikelij
ke wijze te veilen. Nietsvermoe
dend liet hij de klok draaien bij
300 gulden.
Onmiddelüjk bleek echter de grote
interesse voor de eerste Holland
se Nieuwe zodat steeds weer een
hogere prijs als maximum werd
vastgesteld. Toen de kopers te
vroeg op de knop bleven druk
ken en ook de veilingklok nog
eens begon de haperen werd
overgegaan tot verkoop bij op
bod. Dat leidde uiteindelijk tot
het recordbedrag van 5800 gul
den neergelegd door de Rotter
damse zeevishandelaar J.
Schmidt in opdracht van de
Crest-hotels.
Gong
In de gisteren veel te kleine veilig-
hal aan de Haringkade werd zo
wel de haringvangst van de
Scheveningen 108 als de Katwijk
171 geveild. Dat kwam neer op
2800 platen haring gevangen
door de Scheveningse trawler en
500 platen, 200 kantjes en 700
emmers haring gevangen door
het Katwijkse vissersvaartuig.
Nadat voor de eerste partij 5800
gulden was betaald werd voor de
overige partijen bij afslag onge
veer 300 gulden neergelegd.
Voordat het werkelijke veilen be
gon werd de aangevoerde haring
in enkele opslagplaatsen uitge
stald voor keuring en waarde
ring. Tegen vijf uur gistermiddag
werd met een tik op de gong de
veiung officieel geopend. Het
was N. Parlevliet, voorzitter van
de reders vereniging de Vuur
baak, die de kopers en belang
stellenden welkom heette in de
inmiddels snikhete hal.
Parlevliet, tevens wethouder in
Katwijk, herinnerde aan 1977 het
jaar waarin Nederlandse vissers
voor de laatse keer op haring vis
ten. Het noemde het gisteren een
historische dag en wenste zowel
reders als handelaren "goede za
ken" toe.
De talloze handelaren waren van
heinde en verre naar Katwijk ge
komen om een bod uit te bren
gen op de eerste aanvoer. Zo ook
een Scheveningse handelaar die
openlijk bekende dat hij Katwijk
de eer gunde van het veilen van
de eerste haring. "In Katwijk
leeft de haringvangst meer dan
waar ook in Nederland", zo luid
de zijn overtuiging. Ook een Spa-
kenburgse handelaar was van de