BOEKEN
m
De Val: geslaagd vakmanschap
Poëzie van Söderberg
"Alleen geweld helpt
Een opkikkertje
Mormels paard
Marga Minco zet sobere stijl voort
Shiké: de wreedheid
van het oude Japan
'De jeugd van Martin Birck'
Leider Zuidafrikaanse verzetsbeweging
Waarschuwing tegen
lichtgevende dobber
•WOENSDAG 1 JUNI 1983 -
PAGINA 13
Wie ook maar een beetje heeft
opgelet tijdens de saaie uurtjes
Nederlands op school herin
nert zich de naam Marga Min
co. Sinds haar debuut in 1957
met Het bittere kruid is deze
schrijfster min of meer ver
plicht voorgekomen op talloze
literatuurlijsten. Voor liefheb
bers van lezen was (en is) Het
bittere kruid, "een kleine kro
niek" over haar ervaringen met
de Jodenvervolging door de
Duitse bezetters, door de so
berheid van stijl en afwezig
heid van iedere smartlapperij
een klein maar geliefd literair
hoogtepunt.
In mindere mate geldt datzelfde
voor Minco's negen jaar later
verschijnende roman Een leeg
huis, dat even pakkend de tra
gedie van de jodenvervolging
en de haast ondragelijke herin
nering daaraan als thema
heeft. Knappe en beheerst ge
schreven boekjes die, dat moet
gezegd, ook door de vele halve
analfabeten die onze scholen
rijk zijn, graag gekozen werden
(en worden), omdat ze "lekker
dun" of "vooral niet te dik, me
neer" zijn.
En nu, zoveel jaar later, kunnen
de lezers èn de dommen op
nieuw prettig uit de voeten
met Marga Minco's nieuwe
boek De Val. Lekker dun,
maar daar gaat het nu even niet
om.
De stijl waarin De Val geschre
ven is, lijkt haast onveranderd:
dezelfde soberheid, beheersing
van taal en compositie en in
mindere mate - dezelfde mo
tieven. Centraal staat het leven
(vol herinneringen aan vervol
ging en onderduiken tijdens de
bezetting) van de inmiddels 85-
jarige Frieda Borgstein in een
particulier bejaardentehuis.
Niet alleen het leven, maar
vooral de (naderende) dood
door een val in een, van ge
meentewege gegraven, put be
palen de inhoud van het boek.
Frieda's herinneringen aan de
oorlogstijd lang geleden toen
haar man en kinderen werden
weggevoerd, waarbij zijzelf bij
toeval werd vergeten, veroor
zaken bij de lezer geen mo
ment de schok of bitterheid
van het vroegere werk. Die
passages lijken zelfs overbo
dig. Veel boeiender en "span
nender" is de detective-achtige
opbouw naar de noodlottige af
loop - een tragisch einde dat
men al vroeg ziet aankomen.
Hoewel die structuur wat con
ventioneel is, wordt ze conse
quent en knap doorgevoerd.
Zo is er de voortdurende wisse
ling van perspectief: afwisse
lend ontrolt het verhaal zich
als gezien door de ogen van
Frieda zelf, gaan we mee met
de gemeentewerkers die
werken aan de put, en volgen
we diverse bewoners en be
heerders van het tehuis. Vanaf
het begin is de dreiging aanwe
zig, de spanning voelbaar:
"Het staat vast dat de twee mon
teurs van gemeentewerken die
zich die donderdagochtend
niet zoals anders regelrecht
van het centraal ketelhuis naar
hun werk begaven, maar on
derweg eerst aanlegden bij de
Salamander".
Er zal iets mis gaan, merkt de le
zer, "dat staat vast".
Ook een andere, bekende truc
om de spanning op te bouwen
wordt met berekende zorg en
hardnekkigheid toegepast: het
benadrukken van tijdstippen:
"In het kantoor van de directri
ce, een ruim vertrek op de bega
ne grond met een groot raam
aan de straatkant, ging om
tien over half negen de tele
foon".
Zo, afwisselend de aandacht
richtend op de verschillende
betrokkenen, laat de schijfster
de tijd verstrijken tot bijna
in een oogwenk - het noodlot
zich voltrokken heeft. In feite
een mager gegeven, maar door
de strakke, heldere uitwerking
een geslaagd boekje. Geen be
zield proza, wèl zeer vakkun
dig, en vakmanschap is mees
terschap. Daar kan een hele
nieuwe generatie scholieren
voorlopig mee vooruit.
ROB VOOREN
Marga Minco, De Val. Uit. Bert Bak
ker, Amsterdam 1983, (fraai) ge
bonden, 19,50.
"Befehl ist Befehl".
Wie denkt dat deze kreet waar
mee zoveel onzalig handelen
werd gerechtvaardigd uit de
Duitse koker stamt, moet ik
aanraden Robert Shea's dikke
pil "Shiké" eens ter hand te ne
men.
In bijna zevenhonderd bladzij
den vol kleine letters geeft
Shea een geromantiseerde ver
sie van de zogenaamde Dra-
kenoorlog in het oorlogszuch
tige Japan van de dertiende
eeuw.
Alle romantiek tussen de Zinja-
monnik Jebu en zijn naar hoge
macht reikende minnares Ta-
niko ten spijt, onder het mom
van eeuwig- durende trouw en
onvoorwaardelijke gehoor
zaamheid hebben rondom het
tweetal de gruwelijkste moord
partijen plaats.
Net als in andere "romans" over
het oude Japan vloeit het
bloed in stromen. Maar alleen
de blauw-bloedstroom wordt
zichtbaar gemaakt. Want ook
Shea kijkt niet verder dan de
zwaarden van edellieden en de
draagstoelen van de edelvrou-
wen. De hogere kringen had
den het moeilijk in dat als
wreed beschreven wonderlijke
land, maar hoeveel moeilijker
moet het gewone volk het niet
hebben gehad.
Shea geeft ons in zijn lijvige ro
man één liefde in een meedo
genloze clan-oorlog. Het oude
Japan is daarbij lijdend voor
werp, geen onderwerp. Helaas,
het had nog boeiender kunnen
zijn.
"Shiké" door Robert Shea, Uitgeve
rij Luitingh in Utrecht, prijs
29,50.
Verloren dochter
Jeffrey Archer is een vlotte ver
teller. Hij bewijst dat opnieuw
in "De verloren dochter".
Anders dan men bij zo'n titel zou
verwachten is het een absolute
succes-story: de glorierijke le
vensloop van een aantrekkelij
ke en intelligente dochter van
een Poolse immigrant, die aan
het einde van een bewogen
carrière de eerste vrouwelijke
president van Amerika wordt.
Archer heeft geen literaire hoog
vlieger geproduceerd. Hij
graaft ook niet diep in de men
selijke roerselen, hij accepteert
de drijfveren liever zonder vra
gen dan naar een verklaring te
zoeken. De tegenslagen die de
levenslustige Florentyna moet
overwinnen zijn ook nooit te
groot en al haar nederlagen
blijken steeds weer positief uit
te werken.
Maar Archer weet het allemaal
gemakkelijk te vertellen zon
der speciaal effectbejag. Het isi
een bijna strak journalistiek
verslag van een smetteloze car
rière, maar met veel gevoel
voor couleur locale in beeld ge
bracht. Zeker in het laatste ge
deelte waarin Archer verhaalt
van het gekonkel, de intriges
en de wanprestaties die de
franjes van de Amerikaanse
politiek uitmaken.
Maar dergelijke details zorgen er
toch voor dat "De verloren
dochter" meer is dan alleen
maar een lekker leesbaar boek.
KOOS POST
Bij uitgeverij BZZTöH ver
scheen in 1980 de roman
'Dokter Glas' van de Zweed
Hjalmar Söderberg, een ro
man die door de critici met
enthousiasme werd ontvan
gen. En niet ten onrechte,
naar mijn mening. Ik ben in
middels zo verknocht ge
raakt aan dit boek, dat dege
ne die de euvele moed heeft
het mij te leen te vragen, een
niet geringe kans loopt om
met een reukorgaan ter
grootte van een feestneus uit
mijn woonstee te worden ge
dragen. Schoonheid dient
met hand en tand te. worden
verdedigd, daar moet men
niet kinderachtig in zijn.
In het nawoord bij 'Dokter
Glas' Wijdt Maarten 't Hart
ook enkele regels aan Söder-
bergs autobiografische werk,
'Martin Bircks Ungdom', dat
nu onder de titel 'De jeugd
van Martin Birck' door Meu-
lenhoff is uitgebracht.
Het verhaal speelt in het Stock
holm rond de eeuwwisseling.
Het fin-de-siècle begint zich
af te tekenen, de eerste jonge
salonnihilisten bestoken el
kaar aan de bittertafel met
vragen over de zin - of liever -
de zinloosheid van het leven.
In het eerste hoofdstuk van de
roman 'De oude straat' ma
ken wij kennis met Martins
zoon van bemiddelde ouders.
Martin is een dromerige, me
lancholieke knaap die zich
sterk aangetrokken voelt tot
zijn muzikaal begaafde moe
der. Hij groeit op in een be
schermde omgeving waar het
hem - in tegenstelling tót de
'schooiers' uit 'De Lange Rij',
een soort Stockholmse
'Schilderswijk' - aan niets
ontbreekt.
In evocatief proza, met een ont
wapend, aan Hanlo herinne
rend, poëtisch karakter, be
schrijft Söderberg Martins
Arcadië. Als Martin en zijn
zuster - waarom schrijft men
op de achterflap dat Martin
enig kind is? - moe van het
bloemen plukken in het veld
liggen uit te rusten, schrijft
Söderberg over de wolken:
"Ze leken op witte honden; klei-
Hjalmar Söderberg (PR-Foto).
ne, ruige witte hondjes. Het
waren misschien ook hondjes.
Als mensen dood gaan, ko
men ze immers in de hemel;
maar honden, die geen echte
ziel hebben, kunnen vast niet
zo hoog komen. Ze moeten
buiten de hemel blijven ren
nen en met elkaar spelen.
Maar hun baasjes komen
soms vast wel naar ze toe en
dan springen de honden te
gen ze op en likken ze en zijn
dan blij....'.
Als Martin naar 'de grote
school' gaat, blijft er van het
cocon van gelukzaligheid uit
zijn vroege jeugd maar wei
nig over.
"Hier kwam het er op aan om
snel en zeker te beslissen, in
welk geval je vuisten te ge
bruiken
Als 'gepokt en gemazeld' stu
dent treffen wij Martin Birck
aan in het hoofdstuk 'De wit
te pet". Martin, die door de
conventies gedwongen een
luizig kantoorbaantje heeft
aangenomen, koestert aspira
ties om dichter te worden.
Met een plaatsje aan de voet
van de zangberg neemt hij
geen genoegen, neen, zijn
lichtend voorbeeld is de 'ge
vloekte' Baudelaire. Hij be
studeert het werk van Nietz
sche en verliest onder in
vloed van deze filosoof zijn
geloof in de zin van het leven
en in Het Geloof, zoals zijn
moeder hem dat altijd heeft
voorgehouden.
"Toen hij zag hoe de geestelij
ken in hun toga's voor het al
taar heen en weer liepen ter
wijl ze bezig waren met het
brood en de wijn, en als obers
servetten over hun arm droe
gen, voelde hij zich draaierig
en misselijk en kon hij niet be-
grijpen dat hij zich hiermee
had laten beduvelen".
Dat de geachte burgerij onder
scheid maakt in een reine
soort liefde", bestemd voor
de meisjes uit een achtens
waardig milieu, en "een zin
nelijk soort liefde", ten deel
vallend aan de Stockholmse
straatmadelieven, het is hem
een gruwel. Maar toch
ook de hooggeplaatste Mar
tin is niet bepaald afkerig van
vleselijke geneugten. En ont-
haakt in het nachtelijke
Stockholm menig zalmkleu
rig corset.
Er is nog een derde hoofd
stukDaar vertel ik u - als u
mij toestaat - niets over. U
heeft namelijk straf. Mij is ter
flapore gekomen dat sommi
ge lezers vinden dat ik zoveel
boeken gunstig bespreek.
Petje af voor die opmerkings
gave! U denkt toch hopelijk
niet dat ik voor uw Diezier
slechte boeken ga lezen.
CEES VAN HOORE
DEN HAAG (GPD) - „Een boycot
tegen Zuid-Afrika kan nooit vol
ledig en dus effectief zijn. Het
apartheidsregime is geweldda
dig van karakter en kan alleen
met geweld worden overmees
terd. Dat moet van de zwarte be
volking zelf komen. Boycotpo
gingen van buitenaf, in de hoop
de blanke minderheid met
vreedzame middelen op de
knieën te krijgen, zullen niet sla
gen en rekken in feite het lijden
van de zwarte meerderheid in
ons land".
Dat is de boodschap van Nyati Po
kela, voorzitter van de zwarte
Zuidafrikaanse verzetsbeweging
Pan Africanist Congress (PAC).
Pokela, die gisteren een perscon
ferentie in Den Haag gaf, spreekt
zich niet vierkant tegen een boy
cot uit, maar stelt voorop dat de
strijd tegen apartheid in Zuid-
Afrika (door het PAC conse
quent Azania genoemd) in het
land zelf gevoerd en beslist moet
worden. Het gaat het PAC niet
om volledige burgerrechten voor
de zwarte en gekleurde meerder
heid van de bevolking, maar om
de macht zelf, zo laat Pokela we
ten.
Standpunten die afwijken van die
van de, zeker in het Westen
meest bekende, Zuidafrikaanse
verzetsbeweging, het ANC (Afri
can Nationalist Congress). De
beide bewegingen golden dan
ook als eikaars doodsvijanden:
sinds het PAC zich in 1959 af
splitste van het ANC hebben
vooral de ballingen in het buiten
land van beide bewegingen niets
nagelaten om erkenning voor de
eigen en veroordeling van de
concurrent te bewerkstelligen.
De geschillen manifesteerden
zich vooral in de politieke oriën
tatie: het ANC, gericht op buiten
landse hulp en erkenning, zocht
steun bij Moskou en links in het
Westen, het PAC, met de maoi-
stische beginselen van steunen
op eigen kracht, bij Peking.
Pokela wil die geschillen uit het
verleden het liefst begraven. Hij
zei gisteren dat de tijd is geko
men voor eendrachtig verzet van
alle Zuidafrikaanse verzetsbewe
gingen, vooral ANC, PAC en de
Zwarte Bewustzijn Beweging.
„Eenheid is de sleutel tot suc
ces", riep hij uit. Maar de EAC-
leider moest toegeven dat van
ANC-zijde nog geen enkele reac
tie is gekomen op de PAC-voor-
stellen tot vorming van een een
heidsfront, zoals destijds in Zim
babwe gebeurde met het Patriot
tisch Front van Robert Moegabe
en Joshua Nkomo.
Pokela's bezoek aan Den Haag,
waar hij ook besprekingen voer
de met de Afrika-top van het de
partement van buitenlandse za
ken, had vooral ten doel meer be
kendheid te geven aan het PAC
en zijn doelstellingen. De bewe
ging heeft een lange periode van
hevige interne strijd achter de
rug, waarbij fracties er niet voor
terugdeinsden rivalen voor eeu
wig het zwijgen op te leggen.
Volgens Pokela is de PAC bezig
zich uit het dal van deze interne
machtsstrijd omhoog te werken.
Over het PAC-aandeel in de ge
wapende strijd in Zuid-Afrika
weigert hij zich in details uit te
laten. „Het PAC concentreert
zich op de politieke bewustwor
ding van de zwarte Zuidafrika
nen", zei hij.
Pokela maakt een Europese toer
(ook de Scandinavische landen
worden bezocht) die naast meer
bekendheid voor het PAC ook
humanitaire steun voor de PAC-
vluchtelingen in Tanzania moet
opleveren. De beweging heeft
zijn hoofdkwartier in Dar Es Sa
laam. De PAC-leider zat van 1967
tot 1980 een gevangenisstraf uit
op het beruchte Robbeneiland.
Hij was veroordeeld wegens sa-
botage-activiteiten en propagan
da voor een illegale organisatie.
r Nyati Pokela, voorzitter
'Bel me nou, Sebastiaan' is de titel van de oorspronkelijk Duitse jeug
droman van Irina Korschunow. Het is tevens de gedachte die de
17-jarige Marleen, hoofdpersoon van het verhaal, gevangen houdt.
Na een ruzie met Sebastiaan heeft Marleen hun hechte relatie ver
broken. Sebastiaan, een begaafd violist, heeft immers nooit tijd
voor haar. Zijn vioolstudie komt altijd op de eerste plaats. En dat
terwijl Marleen haar plannen scheikunde te gaan studeren voor
hem wil opgeven. Een baantje zoeken: werken en zorgen voor Se
bastiaan. Plotseling heeft ze er echter genoeg van en wil Sebastiaan
niet meer ?ien. Maar vergeten kan ze hem niet.
Kort na het verbreken van de vriendschap verhuist Marleen met haar
ouders en jongere broer naar een dorpje. Een eigenzinnige beslis
sing van Marleens autoritaire vader. Haar moeder voelt zich volko
men geïsoleerd en komt tot stomme verbazing van iedereen in ver
zet tegen hèt optreden van haar man. Ze wil haar rijbewijs halen en
neemt een baantje als doktersassistente. Het ferme optreden van
moeder, die na jarenlange onderdanigheid eindelijk opkomt voor
zichzelf, is van beslissende invloed op de andere gezinsleden.
Marleens vader, nooit gewend aan tegenspraak, leert rekening te hou
den met de wensen van anderen. Niet alleen van zijn vrouw, maar
ook van zijn dochter. Marleen heeft haar oude studieplannen weer
uit de kast gehaald, een besluit dat haar vader in eerste instantie
afwijst. Maar zijn dochter zet door. Ze heeft geleerd van haar relatie
met Sebastiaan en de gebeurtenissen in haar eigen familie. Ieder
een die in relatie leeft met andere mensen moet ook ruimte voor
zichzelf hebben. Ruimte voor persoonlijke dromen. Voor Marleen
is dat de wens ooit niet-giftige sproeistoffen te kunnen uitvinden.
Ze beseft de grote fout die ze met Sebastiaan heeft gemaakt: haar
eigen idealen overboord gooien om zich volkomen te laten opslok
ken. Iets waar Sebastiaan haar in het begin van het boek op wijst,
maar waar Marleen op dat moment niet gevoelig voor is.
Centraal in het verhaal staat het spanningsveld tussen eigen idealen
en die van de mensen met wie men samenleeft. Het moeizame pro
ces van het zoeken naar harmonie tussen jezelf en je omgeving
wordt door Irina Korschunow voortreffelijk weergegeven. De ma
nier waarop de personen zijn uitgebeeld is volkomen natuurlijk.
Soms valt in de gedachten van Marleen meer de gerijpte, volwassen
schrijfster te ontdekken dan de 17-jarige scholiere, maar storend is
het niet. De warme, positieve verteltrant komt bizonder prettig
over, hetgeen ook een compliment is aan de vertaling. "Lees dit
boek. Je zult ervan opkikkeren', adverteert uitgever Querido. Te
recht, in dit geval. 'Bel me nou, Sebatiaan', van harte aanbevolen
voor lezers vanaf 12 jaar.
MARGO KLOMPMAKER
'Be| me nou, Sebastiaan', Irina Korschunow, vert. Els van Delden, uitg. Que-
"Mormels paard" is het eerste van drie Indianenboeken van de antro
pologe Joyce Rockwood, die in het Nederlands is vertaald. Het
handelt over de lotgevallen van een elfjarige Cherokee-Indiaan,
Mormel, in het midden van de achttiende eeuw in het bosrijke
Appalachengebergte in het zuid-oosten van Noord-Amerika.
Het is een spannend verhaal over het avontuur dat Mormel beleeft
wanneer hij zijn paard Middernacht, dat Creek-Indianen van hem
hadden gestolen, vanuit hun dorp weer terughaalt en - en passant -
een eerder eveneens door hen gestolen Cherokee-jongetje weer
thuis brengt.
Het verhaal is geschreven voor kinderen vanaf tien jaar en het is
daarom te prijzen dat het de schrijfster is gelukt om, ondanks de
voor deze groep jonge lezers noodzakelijk toe te passen kleine
spanningsbogen, de leidraad door het gehele verhaal heen zó
boeiend te houden, dat geen kind het boek meer terzijde zal leggen.
Bovendien weet ze, als kenner van zeden en gewoonten, cultuur en
geschiedenis van de zuidelijke Indianen, op een vanzelfsprekende
manier nuttige informatie over dit volk dqpr het verhaal heen te
weven. De Indianenmythe over een reusachtige zwarte hardlopers-
lang bijvoorbeeld is authentiek en op een natuurlijke manier in het
boek opgenomen. De conclusie kan geen andere zijn dan, dat we
met een waardevol jeugdboek te maken hebben.
Het waardevolste welücht omdat kinderen in de hoofdpersoon zich
zelf kunnen herkennen en daarmee grenzen van tijd, maar vooral
van culturele verschillen, daardoor als bagatellen terzijde schuiven.
HANS SONDERS
"Mormels paard", Joyce Rockwood, uitg. W.J. Wildeboer.
Bij lek raken kan tritium vrijkomen
DEN HAAG (GPD) - Het minis
terie van volkshuivesting en
milieubeheer heeft sportvis
sers gisteren gewaarschuwd
geen lichtgevende radioactie
ve dobbers te gebruiken. Het
gebruik van radioactieve
dobbers is zonder vergun
ning verboden.
Gebleken is dat, net als enkele
jaren geleden, speciale dob
bers die de radioactieve stof
tritium bevatten vrij in de
handel zijn. De dobbers kun
nen door beschadiging lek ra
ken waardoor het tritium die
voor het lichtgevende effect
in het donker zorgt, kan vrij
komen. De stof is gevaarlijk
voor het milieu.
De dobbers die het ministerie
te koop heeft zien liggen in
winkels zijn van Engelse ma
kelij en worden onder het
merk Pete Drennan's ver
kocht. Het wordt niet uitge
sloten dat ook andere mer
ken met radioactieve lading
worden verkocht. De ver
guisde dobbers zijn te her
kennen aan de lichtintensi
teit.
Dobbers die na een of twee da
gen in het donker te hebben
geleden nog een goed lichtge
vend effect hebben, zijn de
radioactieve. De andere dob
bers die wel zijn toegestaan
hebben na een a twee dagen
hun lichtgevend effect goed
deels verloren. De laatste mo
gen dus wel verkocht wor
den.
Sportvissers die de verkeerde
dobbers in hun bezit hebben,
kunnen die zonder kans op
strafvervolging inleveren bij
de dichtstbijzijnde Keurings
dienst van Waren.
ADVERTENTIE
BOEKHANDEL
DE KLER
Alle op deze pagina bespro
ken boeken zijn bij ons direkt
leverbaar, óf via onze TERMI
NAL te bestellen en dan bin
nen drie dagen verkrijgbaar.