„Iedereen zit elkaar angstig te beloeren Stukgoed: nieuw compromis op ta fel Arie Kleywegt gaat het Hilversumse verlaten Opleving bij Hoek-Loos Transporteurs lappen loonwet aan hun laars DINSDAG 31 MEI 1983 De Leidse Schouwburg zat afgelo pen weekeinde stampvol studenten, oud-studenten, vrienden, collega's en bewonderaars (m-v) van Karei van het Reve, die dankbaar ge bruik heeft gemaakt van de VUT- regeling om nu, op 62-jarige leef tijd, zijn baan als hoogleraar in de Slavische letterkunde eraan te ge ven, en zich de rest van zijn leven te wijden aan het schrijven van al die tot tegenspraak prikkelende essays en stukjes tn dagbladen en tijd schriften, en vooral: aan het vol tooien van zijn „magnum opus", een Russische literatuurgeschiede nis, waarvan ik, zonder er nog een woord van te hebben gelezen, nu al durf te voorspellen dat het niet al leen de leesbaarste Russische litera tuurgeschiedenis uit de Russische literatuurgeschiedenis zal blijken te zijn, maar ook in véle talen zal worden vertaald. Bij wijze van surprise hadden zijn studenten voor deze avond een van de klassiekste stukken van het Rus sische toneel ingestudeerd: „De Re visor" van Nikolaj Gogol. Met aan doenlijke toewijding had men zich op deze vette kluif gestort, en ik be nijdde al die Leidse slavisten zeer, die Manon van de Water, Wim van Dam, Ludmilla Menertova, Jac queline Schwan, Jan Timmers en al die anderen (het gezelschap be stond uit 22 personen) van de colle ges kenden, want er is niets dat zo verliefderig maakt als je medestu dentes in een ander soort glansrol te zien dan je van ze gewend bent. Ik kon dat afmeten aan het plezier dat de drie toneelgiganten die ik wèl kende mij met hun optreden be zorgden, te weten Alexander Mun- ninghoff, en de beide Leidse Maar- tens: Biesheuvel en Van 't Hart, welke laatsten als de beide gelijk geüniformeerde en van snor voor ziene politieagenten voornamelijk stil moesten staan en de momenten tussen het stilstaan door waarin zij zich over het toneel moesten bewe gen aantoonden dat zelfs gewoon van A naar B lopen een kunst op zichzelf is. Hoe groot de problemen van de rol bezetting waren blijkt al uit de hoofdrol van de Revisor, die dom weg vergeven was aan de best acte rende onder Van het Reves studen ten: Manon van de Water. Nog vier andere mannenrollen werden door vrouwen vertolkt, waaronder de Jansen en Jansen van „De Revi sor", Bobtsjinski en Dobtsjinski. Want u weet hoe het gesteld is met de universitaire talenstudies: de meisjes voeren de boventoon (als de hoogleraar Spaans met de VUT gaat zullen zijn studenten alleen Garcia Lorca's „Het Huis van Ber- narda Alba" kunnen opvoeren). Maar het ging in dit geval natuur lijk minder om de kwaliteit dan om het gebaar, èn om de vertaling, een Gesamtkunstwerk waaraan in de jaren 1978-1983 door 34 slavisten in twee werkgroepen onder Van het Reves leiding werd gewerkt: wel licht de eerste democratische verta ling van een literair meesterwerk! Dat doet me denken aan een van de opstellen in „De Leidse Revisor" die Karei van het Reve kreeg aan geboden (zowel die massavertaling van De Revisor als die opstellen kunnen als Cahiers van De Lan taarn No. 20 en 21 besteld worden bij Van Sambeek-De Lantaarn in Leiden door per exemplaar f4,90 plus f 1,60 porto te storten op post giro 2788937). In een van die twaalf opstellen (waaronder ook van Maarten 't Hart en Rudy Kousbroek) wordt de vraag opgeworpen of Lenin nu wel zo'n groot literatuurkenner was als in de USSR gedicteerd wordt. In 1920 schreef hij dit briefje: „Onlangs heb ik - jammer genoeg en tot mijn schande, voor de eerste keer kennisgemaakt met het be roemde woordenboek van Dal'. Het is een pracht ding, maar ja, het is een streekwoordenboek en het is verouderd. Is het geen tijd om een woordenboek samen te stellen van de echte Russische taal, laten we zeggen een woordenboek van woor den die tegenwoordig gebruikt worden en door de klassieken, van Poesjkin tot Gorki. Wat zou je ervan zeggen als we hier dertig geleerden aan zetten, tegen het rantsoen dat gegeven wordt in het Rode Leger? Wat vindt u van dit idee? Een woordenboek van de klassieke Russische taal? Praat er eens rustig over met deskundigen, als dat niet lastig is, en deel mij mee hoe u erover denkt. Uw Lenin". Inderdaad is een Rus die pas op zijn 50e met het woordenboek van Dal' kennismaakt, te vergelijken met een Nederlander die pas op zijn 50e voor het eerst de dikke Van Dale in handen krijgt. Geen blijk van grote taalkundige of literaire belangstelling! In een tweede versie van dit briefje (overigens beide ge citeerd in officiële Sowjet-uitga- ven) is sprake van „dertig taalkun digen, maar wel mensen die ner gens anders voor in te zetten zijn", die dat nieuwe woordenboek „in een maand of drie" zouden moeten samenstellen. Met zijn 34 studenten deed Karei van het Reve vijf jaar over de vertaling van dat ene to neelstuk. Hij is dus langzamer dan Lenin, óf hij heeft meer benul van taal- en letterkunde. Vandaag zat VPRO-televisiedirecteur Arie Kleywegt voor het laatst achter zijn bureau in de directiekamer van de VPRO-televisievilla. Met ingang van 1 juni treedt hij, 62 inmiddels, vrijwillig uit het dienstverband bij de VPRO, dat hij die dag precies twintig jaar geleden aanging. Twintig jaar waarin de VPRO zich niet zonder slag of stoot ontwikkelde van een sympathieke maar kleurloze vrijzinnig-protestantse zuil, tot de libertijnse vernieuwende omroep die hij geworden is sinds de puntjes tussen de hoofdletters zijn verdwenen. Maar meer nog dan door zijn VPRO-jaren is Kleywegt vooral bij de oudere generatie bekend door zijn werk als verslaggever bij de VARA-radio in de jaren '50. De watersnoodramp, koninklijke feesten en partijen, sportevenementen en wat dies meer zij, maar al te vaak werden zij voor het Nederlandse volk door zijn stem tot leven gebracht. De bijna veertig jaar dat Kleywegt voor radio en televisie gewerkt heeft, hebben hem onderdeel gemaakt van alles wat over Hilversum aan ware en onware verhalen de ronde doet. Een interview. 'In mijn kring van wat jongere mensen die in de oorlog met de omroep te maken hadden gekre gen, was eigenlijk ieder een voorstander van een nationale omroep. Dat was toen een begrip te gen de pogingen van die oude omroepen om weer terug te keren". „Het resultaat is bekend: die ou- de omroepen zijn toch terugge keerd. Voornamelijk, in mijn herinnering, doordat ze be kwame door de wol geverfde bestuurders hadden, zoals Broeksz en Vogt. Dat waren grote krachtpatsers natuurlijk op hun gebied. De nationale omroepgedachte werd geleid door wat meer ethische types, die het daartegen aflegden, zo als dominee Spelberg van de VPRO". „Maar in mijn ogen en in die van mijn collega's leek het niet waarschijnlijk dat dat belache lijke ouderwetse systeem van voor de oorlog het nog lang zou uithouden. We dachten toen dat het na een paar jaar wel in elkaar zou zakken. Nu ben ik aan het eind van mijn carrière en het bestaat nog steeds. En nog veel erger eigenlijk". Televisie - In 1960 bent u naar de televisie gegaan. "In die tijd werd het als een soort verraad beschouwd als je naar de televisie ging. In het begin keken we er nogal op neer, maar televisie werd natuurlijk toch steeds belangrijker. Wij riepen dan wel: wij zijn veel belangrijker, maar dat was ook een soort verdedigend gedrag. In de jaren '57 tot '60 ging die groei van de televisie heel hard en toen kreeg je dat dilemma van: moet ik niet ook zorgen dat ik daarbij kom". - De periode bij Achter het Nieuws is geloof ik geen onver deeld succes geweest? „Nou, dat weet ik niet. Maar ik vond het zelf ook niet zo'n suc ces. Het was allemaal nog zo primitief. We zaten in Bussum in Studio Irene en als we twee interviews in een uitzending hadden, moest je onder de ca mera's door van de ene positie naar de andere kruipen. En dat gedoe met dat monteren vond ik ook allemaal reuze belem merend. Ik hield erg van de snelheid en de directheid van de radio, die ook technisch al veel verder was toen. Lang be zig zijn aan een moeizaam werkstuk heeft me nooit zo ge trokken, nee". - Was dat de aanleiding voor uw overgang naar de VPRO in '63? „Ja, in zekere zin wel. Hoewel toen al besloten was dat ik weg zou gaan bij 'Achter het Nieuws', om grote reportages te maken. Maar ik begon toch ook het gevoel te krijgen dat ik zo langzamerhand maar 's wat moest klimmen op de hiërar- Arie Kleywegt (62): "Ik herinner me niet dat ik ooit moeite heb gehad met de Hache-Servet-Van Oekelperiode". (foto gpd> chische ladder. Dat zag ik ook om me heen. Ik had me daar wel lang tegen verzet, want in die hele zaak bij 'Achter het Nieuws' speelde ook wel een beetje dat ik niet zo'n zin had in dat leiding geven. Maar toen die aanbieding van de VPRO kwam heb ik het toch maar ge daan. De VARA zinde me ook niet meer zo erg eigenlijk. Het kwam toen allemaal al aanzet ten wat daar later is gaan werken". Spanningen - Wat moeten we ons voorstellen bij de VPRO in '63? „Die werd gekenmerkt door vrij zinnigheid; het openstaan voor nieuwe culturele ontwikkelin gen. Dat hadden ze wel, maar ze deden er niet zo veel mee. Uiteindelijk waren het toch mensen met een bourgeois- mentaliteit die de VPRO leid den; een behoudende regen tenmentaliteit. Wel kokette rend met links, vernieuwend en vooruitstrevend, maar theo rie en praktijk vielen niet altijd samen. Toen werkelijk in cul tureel en maatschappelijk op zicht de jaren zestig zich ont wikkelden en wij bij de VPRO- televisie onmiddellijk klaar stonden om daarbij aan te slui ten, bracht dat allerlei spannin gen met zich mee". „De eerste ruzies zijn overigens niet over Hoepla ontstaan, maar over een soort voortzet ting van 'Zo is het' die wij in voorbereiding hadden. Dat he le conflict polariseerde rond mijn persoon, want het be stuur en de directie kregen toen eigenlijk pas in de gaten dat ik ze al die tijd misleid had. Dat was ook mijn taak in die jaren: bestuur en directie zoda nig misleiden dat wij bij de te- levisiedienst onze gang kon den gaan". „Ik ben toen in het najaar van '67 geschorst en dat was net in de periode van een enorme toe stroom van leden. We moesten toen opeens met tweeduizend man in de Expohal, terwijl we daarvoor altijd hier in het film zaaltje zaten, waar dan twee oude vrouwtjes en een debiele man of zo kwamen. Die schor sing is uiteindelijk ingetrok ken, omdat het bestuur ook wel inzag dat ze met mij een heleboel nieuwe leden de laan uit zouden sturen. De samen werking met de directie was daarna wel absoluut onmoge lijk, zodat ik toch in april '68 mijn ontslag ingediend heb". Coup „Ik zou in september vertrekken, maar in de zomer kwam ik er achter dat de zogenaamde groep-De Smit, een vooruit strevende groep rondom mijn latere collega algemene zaken, een coup voorbereidde. Omdat ik voorzag dat de VPRO op die manier helemaal uit elkaar zou spatten, heb ik daar melding van gemaakt bij het bestuur. Die coup is toen op een leden vergadering nog net voorko men. Toestanden waren dat: de ene groep had nog net het hele studentenschip Caledonia lid gemaakt, terwijl de andere bij wijze van spreken een be jaardentehuis had opgetrom meld". „Door de gesprekken die ik in die tijd met het bestuur ge voerd heb, begonnen ze daar toch een beetje te begrijpen wat er aan de hand was met de VPRO. Ze hebben toen een paar mensen van die groep-De Smit erbij gehaald en de statu ten ontworpen die de weg vrij maakten voor wat in de jaren zeventig de VPRO is gewor den. Toen ontstond de legitie me basis voor ons illegale pro grammabeleid". „Ik wil mezelf nu helemaal niet afschilderen als een geweldige hemelbestormer die zo enorm betrokken was, maar ik vond het wel heel interessant om aan de goede kant te staan, dat wil zeggen aan de niet-behou- dende kant. En heel recht streeks werd ik erg opgewon den van dat gevecht met be stuur en directie". - Hoe is dat VPRO-gezicht van de jaren zeventig ontstaan? „Min of meer toevallig eigenlijk. Mensen als Blokker, Keiler, Kiers en 's-Gravesande kwa men beschikbaar. Kiers had bijvoorbeeld al eerder bij ons gesolliciteerd en ik wilde hem graag hebben. De directie wees hem toen af omdat hij bij het invullen van een formulier zijn trouwdatum niet uit zijn hoofd wist. 'Die Kiers moeten we niet hebben', zei die directeur te gen me, terwijl Roelof zo'n beetje de trouwste huisvader is die ik ken. Kan je nagaan wat voor mensen dat waren. Nu wordt hij dus mijn opvolger en dat is heel juist". Geen moeite „Maar vooral de komst van Blok ker als programmaleider is be slissend geweest. Ik was toen ook al vooral de manager en met het programmabeleid heb ik me nooit zo bemoeid. Maar ik heb ze wel uitgenodigd na tuurlijk. Blokker stortte zich volledig op dat programmabe leid en ik kon me daar geheel in vinden, ook in de Hache- Servet-Van Oekelperiode. Ik herinner me niet dat ik daar ooit moeite mee heb gehad". „Het is wel eens een enkele keer voorgekomen dat Blokker en ik iets tegenhielden. We von den het nou ook niet nodig om onszelf door het gootje tevspoe len. Een interview met John Soer als God is niet doorge gaan, herinner ik me. We wa ren bang dat de VPRO dat niet zou overleven". - De nieuwe VPRO werd ook ge kenmerkt door democratise ring. „Ja, daar had ik het wat moeilij ker mee. Zo'n verenigingsraad, dat is natuurlijk verschrikke lijk. Daar kwamen ineens alle maal hele ambitieuze mensen op af. Hele rare mensen vaak, die dachten dat ze direct in vloed op de programma's had den. Maar wat ik veel erger vond was de democratisering binnen het bedrijf. In de diep ste tijden van de democratise ring moest iedereen in het hele bedrijf overal over geïnfor meerd worden. Daar kan je na tuurlijk absoluut niet mee werken. Je krijgt dan ook dat vooral de minder getalenteer de programmamakers hun in vloed willen doen gelden. Ein deloos geouwehoer". „De fundamentele denkfout die bij dat soort processen ge maakt wordt, is dat je mensen laat meebeslissen die niet ver antwoordelijk zijn voor de ge volgen van hun beslissingen. Omdat die niet gedwongen worden goed over de conse quenties na te denken, nemen ze de verkeerde beslissingen". Scheerkwast „Maar dat is een achterhaald sta tion. Ik ben blij dat het zich bij ons niet zo ontwikkeld heeft als bij de VARA. Dat is mis schien wel mijn verdienste. Ja, waar ik kon heb ik geprobeerd het in te dammen. Maar dat moest nogal behoedzaam ge beuren om het effect in de hand te houden. Het sleet ook zelf weg, maar zodra ik een gaatje zag om het af te grende len, deed ik dat". - Het gezicht van de VPRO is de laatste jaren nogal veranderd. Magazines als Het Gat van Ne derland en later Himalaya en de Schippers-programma's zijn verdwenen. Is daar een speciale oorzaak voor? „Wat Schippers betreft: ik vond De Lachende Scheerkwast echt een mislukking. Daarvoor was het trouwens ook al wat minder. De tijd van Hache en Van Oekel was echt de grote tijd. Verder is het voor het grootste deel een kwestie van mankracht. Blokker en Keiler gingen weg en die kwaliteit is nog steeds niet opgevuld. Waarmee ik niet wil zeggen dat we nu geen kwaliteit hebben, hoor. Misschien zou je pro gramma's als Het Gat van Ne derland nu wel helemaal niet meer kunnen maken. Als je te rugkijkt, lijkt het altijd mooier dan het in werkelijkheid was. „Je moet overigens niet denken dat het eenvoudig is om die kwaliteit van vertrekkende programmamakers aan te vul len. Dat is echt heel marginaal werken. Het is niet zo dat er hier een legioen talentvolle programmamakers op de deur staat te trommelen. Maar nog maals: ik ben heel tevreden over het programma-aanbod van de VPRO op het ogenblik. Die B-status kunnen we echt met vertrouwen tegemoet Geen basis - Over de B-status gesproken: heb ik goed begrepen dat u niet zo'n voorstander bent van het huidige omroepbestel? „Daar zie ik absoluut niets in. Het pretendeert iets dat allang geen werkelijke basis meer heeft. De zogenaamde plurifor miteit. De televisie vertegen woordigt toch allang geen stro mingen meer? De omroepen leveren spul dat onderling vol strekt uitwisselbaar is". „Dit bestel leidt tot een enorme versnippering in de program mering, die een behoorlijke serviceverlening aan het pu bliek belemmert. Er is geen continuïteit in de verslaggevin- gen. Het journaal zit in een enorm corset, waardoor vol wassen nieuwsvoorziening niet mogelijk is. Het is te gek voor woorden, maar het wordt alleen maar erger". „Neem nou die toestand met de sport op het ogenblik. Ik heb laatst nog tijdens een vergade ring tegen de heren gezegd: jullie moeten allemaal naar de psychiater, jullie vertonen ge stoord gedrag. Wat kan het de kijkers nou schelen wie dat hockey of tennis uitzendt. Bo vendien worden de kijkers er juist door gehinderd. Maar die omroepen gaan in hun doods nood steeds verder. Ik weet niet waar dat heen moet. Mis schien klapt het vanzelf in el kaar, maar dat dacht ik dertig jaar geleden ook al". „Ik zou ervoor zijn op zijn minst de autonomie van de zendge machtigden te doorbreken, met zenderredacties en zo. Uit eindelijk kan je dan die pluri formiteit ook best in een natio nale omroep garanderen. Maar op het ogenblik is dat volko men ondenkbaar. Ze raken steeds verder in hun gestoord gedrag, omdat ze denken dat hun bestaan ondermijnd wordt. Maar wie zit er nou ei genlijk op die omroepen te wachten, denk ik dan. Twintig jaar geleden was dat heel an ders. Toen was er veel meer collegialiteit. Zo'n idee van: Wij zijn de televisie. Nu zit ie dereen elkaar angstig te beloe ren". Pensioenfonds moet deel leegloop financieren ROTTERDAM (ANP) - Werkge vers en werknemers in de stuk goedsector van de Rotterdamse haven (4200 werknemers) heb ben vannacht na dertien uur on derhandelen geen akkoord kun nen bereiken over de oplossing van de werkgelegenheidsproble men. Beide partijen hebben ech ter in het overleg, onder leiding van de onafhankelijke voorzitter drs. P. de Ruiter, enige conces sies gedaan. Binnen twee weken wordt beslist of partijen akkoord gaan met een eindvoorstel van. De Ruiter, zoals nu is geformu leerd. In dat voorstel wordt afgezien van gedwongen ontslagen per 1 juli, maar wordt de mogelijkheid van ontslagen op drie volgende peil data en een eindafrekening op 1 juli 1985 voorgesteld aan de hand van de overslag-ontwikkelingen bij de stukgoedbedrijven. De werkgevers zien daarbij af van de eerder voorgestelde 850 dan wel 500 ontslagen per 1 juli 1983. Voor eventueel ontstane leegloop bij de stukgoedbedrijven zal fi nanciering bij derden worden ge zocht voorzover het niet gaat om strukturele leegloop. Daarbij wordt gedacht aan de reserves van het pensioenfonds voor de haven. Mochten een dergelijke AMSTERDAM (ANP) - De gang van zaken bij NV W.A. Hoek's Machine- en Zuurstoffabriek (Hoek-Loos) heeft zich in de eerste maanden van dit jaar zodanig ontwikkeld dat de directie er op rekent dat dit jaar een aanzienlijk winstherstel zal optreden. Het bedrijf zag de nettowinst vorig jaar dalen van 12 tot 5,1 min. De brutowinst werd met ruim 3,5 min negatief beïnvloed door incidente le lasten zoals de renovatie van een deel van het cylinderpark, een afschrijving van driekwart miljoen op een grote debiteur (een RSV- bedrijf) en de kosten in verband met de viering van het 75-jarig jubi leum. financiering en andere maatrege len (arbeidstijdverkorting, her plaatsing andere sektoren) on voldoende effekt sorteren, dan is de Vervoersbond FNV bereid ge dwongen ontslagen in het stuk goed te accepteren. De werkgevers voelen niets voor fi nanciering van de leegloop uit de reserves van het pensioenfonds. Niettemin hebben zij aangebo den 7,5 miljoen gulden voor leegloop-financiering te beste den uit dat fonds. De Ruiter schat echter dat met leegloop-fi nanciering als alternatief voor gedwongen ontslagen enkele tientallen miljoenen guldens ge moeid zal zijn. Het eindvoorstel van De Ruiter gaat verder uit van arbeidstijd verkorting in het stukgoed van 10 procent (350 arbeidsplaatsen behoudend). DEN HAAG (GPD) - De mees te expeditiebedrijven over treden nog steeds de arbeids voorwaarden voor het perso neel. Dat blijkt uit een onder zoek van de Loontechnische dienst van het ministerie van sociale zaken en werkgele genheid. Van de 76 onder zochte bedrijven bleken maar liefst 53 de wet niet-cao- inkomens te hebben overtre den. Volgens de wet geldt, dat per soneel dat niet onder een cao valt, toch de loonontwikke ling van het cao-personeel moet volgen. Bij controle ontdekte het ministerie dat in 31 bedrijven de normen voor het toekennen van loonsver hogingen uit hoofde van bij zondere prestaties werden overschreden, in 25 bedrijven werd de verplichte uitbrei ding van het aantal vakantie dagen aan de lager betaalden niet doorgevoerd, in 23 be drijven werden or\juiste loonsverhogingen gegeven. Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat de cao'ers in de periode november 1980 tot juli 1981 1,98 procent minder loon hadden ontvangen dan de niet-cao-ers. Cao-werkne mers ontvingen iets meer aan prijscompensatie, maar niet- cao-werknemers ontvingen meer incidenteel loon, bij voorbeeld op grond van bij zondere prestaties.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 13