Alternatieve straf blijkt aan te slaan Vijf grondkleuren en veel denkwerk Eerste Leidse ervaringen positief De succesformule van "Designers Guild" Links en rechts is er wel kri tiek. Maar een feit is dat de dienstverlening als alterna- tievestraf aanslaat. Geen maanden in de cel, maar zin volle arbeid verrichten. Al leen, het initiatief hiertoe moet van de verdachte uit gaan. Meerdeijarige verdachten uit het district Den Haag (waar onder Leiden en omgeving vallen) kunnen sinds kort al ternatieve straf, in plaats van gevangenisstraf, vragen. In maart gingen de eersten aan de slag. De rij wachtenden wordt intussen steeds langer. Dus zijn er meer banen in de sfeer van dienstver lening nodig. Hoe los je dat pro bleem op? Hans Krikke van de Reclasseringsraad in Den Haag leidt de projectenbank. Op dit in formatiepunt kunnen instellin gen uit het hele district hun wen sen kwijt en kunnen verdachten kijken of er iets van hun gading bij zit. "Wat we nu nog persoonlijk heb ben gedaan, zullen we in de ko mende tijd wel schriftelijk moe ten gaan doen", denkt Hans Krikke. "Er zal, hoe dan ook, werk moeten zijn voor die men sen die in aanmerking komen voor alternatieve straf. We hopen dit jaar in elk geval honderd ge straften uit de bak te houden. Volgend jaar zal dat aantal wel eens een stuk hoger kunnen uit vallen", voorspelt de coördina tor. De alternatieve banen liggen ech ter niet zomaar voor het oprapen. Ziekenhuizen zijn bereid de ge straften binnen te halen voor het laten verrichten van klusjes die anders zouden blijven liggen. Club- en buurthuizen, gemeente lijke diensten en tehuizen voor gehandicapten gaan ook nog wel eens in zee met deze mensen. Dan houdt het praktisch op. Positief Ondanks de aanloopproblemen is de reclasseringsraad blij met de ze vorm van straf. Een straf die kan bestaan uit minimaal dertig en maximaal honderd vijftig werkuren. Het initiatief hiertoe moet uitgaan van de verdachte zelf. De advocaat of de reclasse ring legt de bedoelingen aan de officier van justitie voor. Deze bekijkt de mogelijkheid en be ziet tevens of het gepleegde de lict niet te zwaar is om celstraf om te zetten in alternatieve straf. Ervaring met dit soort werkers heeft het Academisch Zieken huis in Leiden. Naar genoegen? "Reken maar", reageert maat schappelijk werker Kleinhans enthousiast. "Het is een goede zaak die eigenlijk in een veel bre der kader zou moeten plaatsvin den. Wat het AZ betreft is het voor herhaling vatbaar. Die men sen zijn hier altijd welkom. Ik heb nog geen enkele keer een slechte ervaring gehad. Bijna hadden we zo iemand in vaste dienst genomen, maar dat ketste af omdat de man wat anders vond." Alternatief gestraften worden in het AZ net zo benaderd als ie dere andere werknemer. Ze krij gen alleen geen salaris uitbe taald. der invloed heeft gereden. Of ie mand die een uitkering heeft en een hoge boete niet kan betalen. Hem kun je iets voor de maat schappij laten doen. Delicten als, ik heb het al gezegd, handel in heroïne, wapens, roofoverval, brandstichting, diefstal van tas jes, nou, daarop is dienstverle ning niet van toepassing. Justitie moet rekening houden met de koers die het publiek aanvaard baar vindt. Wordt de overtreding al te grijs, dan moet je vrijheids straf geven. Helaas lopen er nog al wat burgers rond die, in mijn ogen althans, veel te soft tegen die alternatieve straf aankijken. Maar de mensen die hem moeten ondergaan hebben het er heus niet zo gemakkelijk mee." De één komt wel voor dienstverle ning in aanmerking, de ander niet. Het riekt naar klassejustitie. Mevrouw Couzijn draait er niet omheen: "Je zult in bepaalde ge vallen altijd met een stukje rechtsongelijkheid te maken hebben. Daarom kun je dit alleen maar in lichte zaken toepassen. De rechtbank zal dan ook duide lijk moeten uitleggen waarom hij wel of niet voor een alternatieve straf heeft gekozen. Het mag nooit zo zijn van: beken nou maar, dan krijg je alternatieve en geen celstraf." Passend De verdachte kan zelf bepalen waar hij of zij terechtkomt. Wille keur? Hans Krikke: "Bepaald niet. We bekijken goed waar ie mand past. Want, dat ligt erg ge voelig. De reclassering moet op passen geen al te grove uitglij ders te maken. Je hebt altijd kna- pen die een alternatieve straf niet kunnen waarmaken. Vooral als het té lang gaat duren. Dan gooi en ze er met hun pet naar of gaan helemaal niet meer. Jongeren hebben daar een handje van. Met ouderen hebben we geen kla gen." Een gestrafte geeft er de brui aan, wie controleert dat en wie maakt er melding van bij justitie? De 'baas' waar de verdachte heen gaat krijgt een lijst waarop hij of zij de werktijden nauwkeurig moet invullen. Die lijst gaat te rug naar de reclassering. Zij moet uiteindelijk justitie inlich ten als het fout, maar ook als het goed is gegaan. Hans Krikke: "Dat is een moeiza me zaak geweest. Ik geloof dat we daar wel een jaar over aan het praten zijn geweest. Wie moest dat nu doen? De reclassering zei: nee, want dan vel ik het vonnis. Uiteindelijk hebben we gesteld: we wijzen een alternatieve werker erop dat wanneer hij zijn dienstverlening niet naar beho ren uitvoert, wjj eraan zijn ge houden om justitie in te lichten. De maatschappelijk werkers zijn er nog niet gelukkig mee. Zij ver wachten dat de relatie tussen hen en hun klant erdoor zal ver troebelen. Maar iemand moest toch die verantwoordelijkheid op zich nemen". Terug bij justitie, wat dan? Me vrouw Couzijn: "Dan gaan we uitzoeken door welke omstan digheden het fout is gelopen. Zo iemand heeft in eerste instantie naast het alternatief werkzaam zijn óók een voorwaardelijke cel straf horen eisen. Komt hij het door Jan Westerlaken Was er totaal geen weerstand toen het Academisch Ziekenhuis be sloot aan dit project mee te werken? "Tja, wat wil je? Zeker in het begin moest er behoorlijk wat water door de Rijn stromen om het nut ervan duidelijk te ma ken. Ik heb veel moeten praten, maar nu is het tij gekeerd. Er zijn diverse plekken waar ik deze mensen aan nuttig werk kan hel pen. Overdag en in de weekein den. Geen rotkarweitjes? "Niks hoor", stelt Kleinhans. "Ze wor den niet het riet in gestuurd om te kappen of een dijkje aan te leg gen. Bij ons is altijd werk dat écht moet worden gedaan. Con currentievervalsing? Nou, nee, 't is niet zo dat hierdoor werklozen geen baan zouden kunnen krij gen." Half jaar Welke maatstaf legt justitie aan. Wanneer gaat een verdachte de cel in en wanneer kan hij zijn straf in de dienstverlening 'uitzit ten'? Mevrouw Couzijn, offcier van justi tie bij de rechtbank in Den Haag: "De grens is op een half jaar ge steld. Maar in de praktijk komt het op drie maanden neer. Lichte gevangenisstraffen. Kijk, een he roïnehandelaar die acht jaar moet zitten, hoeft niet met zo'n verzoek te komen. Dat is wel dui delijk. Wij - en dan heb ik het over justitie - denken het liefst aan straffen van een paar weken cel. Iemand die bijvoorbeeld on- PAGINA 19 eerste niet na, dan volgt in de meeste gevallen gevangenisstraf. Die straf blijft voorwaardelijk, als de rechter meegaat, als alles naar behoren is gelopen." Geconfronteerd Ziekenhuizen hebben dikwijls wel wat te doen voor de alternatief gestraften. Het kan, hoe klein de kans misschien is, ook voorko men dat die man of vrouw daar 'zijn' slachtoffer aantreft. Is zoiets te voorkomen of wordt aan dit aspect geen aandacht be steed? Coördinator Krikke: "Wat dacht je. Maatschappelijk werkers houden heel goed in de gaten wie waarheen gaat. Als ie mand na een geweldsdelict in het ziekenhuis belandt, dan zal de verdachte niet in aanmerking komen voor die vorm van dienst verlening. Dus is het in de prak tijk uitgesloten dat slachtoffer en veroorzaker plotseling oog in oog komen te staan. In zo'n zie kenhuis kan hij wel iemand an ders aantreffen die hetzelfde is overkomen als wat hij heeft toe gebracht. Op die manier wordt hij dus geconfronteerd met z'n gedrag." Wat de reclassering wél probeert, is te komen tot een poging tot verzoening. "Echt daarmee aan de slag zjjn we nog niet", vertelt Hans Krikke. "Maar er wordt hard aan gewerkt. Wij willen een bemiddelende rol spelen om contacten te leggen tussen het slachtoffer en de veroorzaker. Je hoort tenslotte een steeds luider wordende roep dat alles en ieder een voor de verdachte bezig is en het slachtoffer maar aan zijn lot wordt overgelaten." De reclassering denkt dan onder meer aan het geven van vergoe dingen. Eenmaal heeft zij meege maakt dat een werknemer zijn baas had bestolen. Door met el kaar aan tafel te gaan zitten kwam men overeen dat de werk nemer een lening afsloot en de baas in één klap alles terugbe taalde. De man behield zijn baan en de officier van justitie zag af van vervolging. "Maar", realiseert Hans Krikke zich, "je bent natuurlijk wel vol komen afhankelijk van het slachtoffer. Als die niets met de veroorzaker te maken wilt heb ben, begin je niks." Geen hinder Zo nu en dan hoor je een roep om zwaardere straffen. Hoe kijkt de reclassering daar, tegenaan? Krikke: "Ik vind dat dit eigenlijk best meevalt. Kijk, die publieke opinie is erg belangrijk voor ons. Je loopt wel eens tegen mensen aan die de straffen niet zwaar ge noeg vinden. Op die alternatieve dienstverlening is zeker geen storm van kritiek losgebarsten. Althans, ik heb er nauwelijks iets van gemerkt. Er zijn namelijk best positieve punten aan te voe ren: de verdachten doen nuttig werk, krijgen er geen cent voor en niemand ondervindt er hinder Alternatieve straffen, krijgen de gevangenissen nu wat meer arm slag? Wat mevrouw Couzijn be treft niet. "Ik denk daar wat an ders over dan mijn collega's. Het aantal zaken waarover we praten is nu ook weer niet van zo'n om vang dat we ruimte creëren voor zwaardere gevallen." Sinds 1 maart experimenteert justitie met het ombuigen van niet al te zware straffen in een stukje dienstverlening. Kort gezegd: een onbetaalde baan in plaats van de bak. Jan Westerlaken peilde de eerste ervaringen in de regio Leiden en sprak met project-coördinator Hans Krikke. "Jongeren gooien er wel eens met hun pet naar, maar met ouderen hebben we geen klagen". Coördinator Hans Krikke: "We hopen dit jaar honderd gestraften uit de bak te houden. Voeg hortensia-achtig blauw, zachtgroen, abrikoos, zalmroze en naturel bij elkaar en je krijgt een effect dat warme vriendelijkheid uitstraalt. Dat is zo ongeveer de formule achter pijlsnel furore makende ontwerpen van "Designers Guild". Sinds kort is er ook een agentschap in Nederland. We spraken er met de kersverse directrice. Sinds enkele maanden is ook in ons land een agentschap van 'Designers Guild' gevestigd. Deze naam staat voor de collectie van de Engelse ontwerpster Tricia Guild die op het gebied van totale woninginrichting een bijzondere plaats inneemt. Haar ontwerpen op stoffen, behang en tapijt zijn onderling zodanig op elkaar afgestemd dat er, hoe men ook kiest uit de uitgebreide collectie, een harmonieus geheel ontstaat. Daarbij is men niet gebonden aan één en hetzelfde stijltje. Wel straalt elk interieur, dat is samengesteld uitTricia's consequent gehanteerde kleurenschema, harmonie en warme vriendelijkheid uit. Elke strengheid en gemanierdheid ontbreekt. Onhollands „Onhollands, dat wel", zegt Wilhelmine Aessen die in de door Marij van Donkelaar Amsterdamse Van Eeghenstraat het Designers Guild-agentschap leidt. „Wat Tricia in de loop der jaren bij elkaar heeft gecomponeerd heeft altijd betrekking op de rest van de collectie. Je kan er gevaarloos mee combineren zonder dat het tot dissonanten komt". Wilhelmine, naar ze zelf zegt behept met een kleurentic („ik kan uren over kleuren praten"), is enorm enthousiast over de collectie waarmee ze werkt. „Hier in Nederland ontbreekt het veel mensen aan durf om met kleuren om te gaan. Met bruin, wit en beige en een enkel felgekleurd accentje kan je je bij het inrichten geen buil vallen, denkt men in Nederland. Dat is dan wel veilig, maar meestal ook ontzettend streng en saai, terwijl het voor hetzelfde geld vrolijk en vriendelijk kan. In ons klimaat hebben mensen juist behoefte aan licht, warmte en kleur. Wat ligt meer voor de hand dan dat aan te brengen in het interieur waarin je een groot deel van je tijd doorbrengt?" Tricia Guild heeft haar collectie, zeer uitgekiend, gebaseerd op vijf grondkleuren en daarmee al een heleboel denkwerk verricht. Dat •vereist een bijzondere kleurgevoeligheid en stijldiscipline. Daar komt meer bij kijken dan alleen wat aardige staaltjes bij elkaar passen. Want niet alleen de kleur telt, maar ook de dosering ervan, de vlakverdeling en de toepassing van materiaal en motieven. „Dat is de grote verdienste van Tricia, dat wat je ook uit haar collectie kiest en bijelkaar toepast, het nooit gaat 'rammelen'. Bovendien kan je kiezen voor een lieflijk interieur met tere kleuren maar ook voor een inrichting die modern, wat zakelijker is of voor een vorstelijk oosters aandoende stijl. Die drie stijlen kunnen zelfs in één huis worden toegepast zonder dat er in het totaal disharmonie ontstaat", zegt Wilhelmine Aessen. Formule Tricia's formule is heel consequent. Haar basiskleuren zijn: hortensia-achtig blauw, zachtgroen, abrikoos, zalmroze en Designers Guild. „Kleur is voor mij altijd een noodzaak geweest. Toen ik dan ook hoorde dat er voor Nederland een agentschap vrijkwam heb ik mijn moed en mijn spaargeld bijelkaar geraapt en ben naar Londen gegaan om me aan te bieden. Dat viel niet mee, wantje moetje bij Tricia eerst waarmaken". Nu zit ze volop in het werk. Vorige week kreeg ze de order voor de bruidssuite van het City Hotel in Heerlen rond, ook het Figee Hotel in Zeist en het Palaca Hotel in Amsterdam 'vielen' voor een Disigners Guild-ontwerp. „Het is hard, maar ook leuk werken, juist omdat er aan Tricia's creativiteit geen einde komt". Ze laat de nieuwste collectie zien, die teruggrijpt op de jaren vijftig. Ook deze stoffen en behangontwerpen passen weer moeiteloos bij al het voorafgaande. Er komen nu ook handdoeken, lampekappen en kamerschermen in de collectie. „Duur hoeft het niet te zijn", zegt Wilhelmine. Tricia heeft een handboek geschreven waarin precies uit de doeken wordt gedaan hoe de stoffering moet worden gemaakt en hoe iemand zelf een lampekap of kussen kan maken. Vooral die kussentjes in vele uitvoeringen en schakeringen vormen een karakteristiek onderdeel van Tricia's ideeën over woninginrichting. „Een kussen is misschien wel het oudste meubel en bedoeld om gaatjes op te vullen om een optimaal gemakkelijke houding aan te nemen", zegt de ontwerpster zelf. Net zo mollig en gul zijn haar bloemmotieven die geen scherpe belijning hebben, maar uit schaduwachtige kleurige nuances zijn opgebouwd. „Kleur gaat bij haar boven vorm en dat is misschien het geheim waardoor haar creaties nooit druk worden en altijd bij elkaar passen", zegt Wilhelmine. Wilhelmine Aessen: "Wat je ook toepast, het rammelt nooit". naturel (beige, grijs en andere natuurlijke tinten). Uit die kleuren en tussennuances is haar collectie, die nu 101 behangdessins, 40 large prints, 53 small prints en 8 effen stoffen omvat, opgebouwd. Bij het behang zijn bovendien bijpassende 'borders' te krijgen die dezelfde motieven hebben als de gordijn- of bekledingsstoffen. „Die borders of friezen lijken wel gemaakt voor de oudere Hollandse huizen met hun verdiepingshoogte van meer dan drie meter. Zo'n fries maakt zo'n hoge, wat kille ruimte een stuk vriendelijker. Ook langs trappenhuizen aangebracht krijgt het grote muurvlak een betere vlakverdeling. Bovendien wordt op die manier de inrichting van een huis harmonieus zonder datje ooit in herhalingen hoeft te vervallen, want de combinatiemogelijkheden zijn ontelbaar. Tapijt is er ook in dezelfde kleurschakeringen", zegt Wilhelmine, die in haar enthousiasme bijna bedolven raakt onder de stalen boeken van Designers Guild. Het aardige van de materialen is, dat ze voor verschillende doeleinden zijn te gebruiken. Tricia heeft er rekening mee gehouden dat de stoffen voor zowel gordijnen als voor bekleding kunnen worden gebruikt. Toen ze zonder kapitaal, maar rijk aan ideeën begon, werden haar ontwerpen op simpele katoentjes uitgevoerd. Toen ze internationaal de aandacht begon te trekken is ze direct overgestapt op de beste kwaliteit katoen. Haar stoffen zijn nu ook te krijgen in een geimpregneerde kwaliteit die slijtvast en waterafstotend is. Ideaal voor het stofferen van meubels. „Het is een soort multiple choice die altijd raak is", zeg^ Wilhelmine en ze vervolgt: „Tricia heeft kortgeleden het internationale garantiestempel voor ontwerpers gekregen. Je kan geen enkel toonaangevend tijdschrift op dit gebied opslaan of er staan ontwerpen van haar hand Gul en mollig Wilhelmina is nog maar vier maanden alleenverkoopster voor

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 19