Onverzekerd ril niet in te dammen Examen via dia-beelden Ex"3 Zolang er geen waterdicht controlesysteem is Rijschoolhouders blij met andere opzet PAGINA 17 door Jari Westerlaken Het einde is nog lang niet in zicht. Bovendien is het nog maar de vraag of Nederland ooit van het fenomeen onverzekerd rijden afkomt. Zolang er geen waterdicht controle-systeem is, zullen er steeds meer auto's op de„weg komen waarvoor geen verzekering is afgesloten. Een nieuw wetje dat in de maak is maar pas over enkele jaren in de praktijk kan worden toegepast, kan misschien een schrik-effect teweegbrengen. Maar of dit blijvend is, moet vooralsnog worden betwijfeld. Twijfel die ook de rijkspolitie in Driebergen heeft. In die wet wordt bepaald dat alle verzekeringsbedrijven hun autobestand moeten doorseinen aan de Rijksdienst voor het Wegverkeer. Elke dag opnieuw moet dit bestand worden bijgewerkt. Wil de politie weten of een auto wel of niet verzekerd is, dan kan zij bij deze dienst aankloppen. Een systeem waarvan adjudant Dijkman van de rijkspolitie in Driebergen zegt: "Wat moet ik ermee? Als ik iemand controleer, dan wil ik direct weten of de wagen legaal of illegaal op de weg is. We moeten nu eerst de gegevens gaan opvragen en wachten op antwoord. Die automobilist kan zo doorrijden. Op die manier is de politie ook niet gemotiveerd. Er komt een hoop administratieve rompslomp bij en dat hoeven die mannen niet zonodig. Daarom gaan ze dikwijls niet na of iemand is verzekerd. Triest, maar waar." Sticker Dijkman wéét precies wat hij wil: óf een sticker op de ruit waaruit ZATERDAG 21 MEI 1983 Meer dan 560.000 automobilisten rijden zonder verzekering rond. Een cijfer dat wellicht nóg hoger zal uitvallen als in steden en dorpen een onderzoek naar onverzekerd rijden zou worden ingesteld. De rijkspolitie heeft haar onderzoek nu beperkt tot de snelwegen in Nederland. Die meer dan een half miljoen onverzekerde weggebruikers vormen tesamen twaalf procent van het autopark. Bij een uitgebreider onderzoek zou dit percentage wel eens tot twintig procent kunnen stijgen. Gevolgen heeft dit verzekerd rijden wel. Met name voor het Waarborgfonds in Rijswijk. Dit zag zijn 'omzet' in slechts enkele jaren met vele miljoenen toenemen. Maar wie draait er nu uiteindelijk voor die schadeclaims op? blijkt dat de auto is verzekerd of deel drie pas afgeven als kan worden aangetoond dat er een verzekering voor de wagen is afgesloten én wegenbelasting is betaald. Canada en enkele staten in Amerika hanteren soortgelijke systemen. Zij geven pas een kenteken af als alle formaliteiten zijn geregeld. Die kant zou Nederland ook heen moeten, denkt de adjudant van de rijkspolitie. "Dan heb je een systeem", zegt Dijkman, "waar geen weggebruiker omheen kan. De politie kan bij controle la minute zien waaraan ze toe is." Tóch wordt er, hoe omslachtig het ook is, naar wegen gezocht om het onverzekerd rijden in te dammen. Mondjesmaat gebeurt het tot nu toe maar er wordt wat aan gedaan. De radarkasten die langs de wegen zijn neergezet om té snelle automobilisten te fotograferen, worden nu tevens benut bij het opsporen van weggebruikers zonder verzekering. De grens van de maximum-snelheid, bijvoorbeeld op rijkswegen, waarbij wordt gekiekt, gaat aanzienlijk omlaag. Waar honderd kilometer'mag worden gereden, wordt men nu al op de foto gezet bij vijftig kilometer. Dijkman verwacht dat de radarkasten in de toekomst steeds vaker zullen worden gebruikt bij het opsporen van on verzekerden. "Het kost wel mankracht", vertelt de adjudant. "Maar als ik er een man of vijf bij krijg die dagelijks met deze controles bezig kunnen zijn, dan kunnen we een heleboel overtreders pakken." Automarkt Overtreders die niet alleen op de rijkswegen, in steden of plattelandsdorpen rijden maar ook worden aangetroffen op automarkten. De rijkspolitie nam in Utrecht de proef op de som. Dijkman: "We hebben dertig auto's gecontroleerd waarvan er niet minder dan achttien onverzekerd aan de man werden gebracht. Ja, dan kun je inderdaad van een extreem hoog percentage spreken." Het onderzoek van de politie in Driebergen heeft aangetoond dat de gissingen over het aantal onverzekerde autorijders op waarheid berusten. De onrustbarende cijfers zijn ook ter kennis van de regering gebracht. Of zij er daadwerkelijk mee aan de slag zal gaan? Het is afwachten geblazen. In elk geval zijn die cijfers voor de politie een sein om strenger op onverzekerd rijden te gaan controleren. Hét zwakke punt is en blijft dat de weggebruiker niet hoeft te bewijzen of'ie wél of géén verzekering heeft afgesloten. Een goed controle-systeem is tevens van belang om het rijden met valse kentekens de kop in te drukken. Om hoeveel falsificaties het gaat is niet precies bekend, maar met een gerust hart mag worden aangenomen dat er enkele honderdduizenden in omloop zijn. Adjudant Dijkman weigert hierover een uitspraak te doen. Omdat er nooit een echt onderzoek naar is ingesteld. Hij zegt: "Ik kijk er niet raar van op. Mijn indruk is dat dit alleen maar is toegenomen. Toen ik nog op de weg zat en om maar eens een voorbeeld te geven, een autohandelaar moest controleren, dan kwam er vaak een hele stapel kentekenbewijzen tevoorschijn. Dat wijst al in een bepaalde richting." Gevolgen Onverzekerd rijden. Dit kan tot uitermate trieste gevolgen leiden. Van menselijk leed tot grote financiële problemen. Het Waarborgfonds in Rijswijk wordt er elke dag mee geconfronteerd. De laatste zeven jaar zijn de ingediende schadeclaims en de uitgekeerde bedragen schrikbarend omhoog geschoten. In 1975 deden 14.500 gedupeerden een beroep op het Waarborgfonds; dit keerde f 14.3 miljoen uit. Het beeld vorig jaar: 33.000 schadeclaims, f 48.6 miljoen uitgekeerd. De stijging spreekt voor zich. Uitkeringen die zijn gedaan na ongelukken met onverzekerden, doorrijden na een aanrijding, schade opgelopen na een botsing met een gestolen auto. En zo zijn er nog wel wat voorbeelden te Die vijftig miljoen gulden moeten de verzekeringsmaatschappijen met z'n alle opbrengen. Zij halen dat geld weer bij de mensen die een verzekering voor hun auto hebben afgesloten. Iedere automobilist draagt, dat wordt gelijk met de premie verrekend, een tientje af aan het Waarborgfonds. Zeven jaar terug was dat net drie gulden. Met andere woorden: de verzekerde betaalt de schade die een onverzekerde veroorzaakt. Hoe ziet het beeld er voor de toekomst uit? Wordt die bijdrage de komende jaren nóg hoger? "Ik weet het echt niet", bekent directeur J. Valk. "Wat wel heel duidelijk is, is dat het ^ntal ongelukken terugloopt omdat er veel minder met de auto wordt gereden. Dus zullen er ook minder claims bij ons worden ingediend. We merken dat de forse groei er uit is. Twee jaar geleden was er een stijging van negen procent, vorig jaar nog maar 4.5 procent. Ik verwacht dat die daling zich dit jaar zal voortzetten. Komt er een verhoging van de bijdrage, dan zal die niet meer bedragen dan enkele kwartjes." Eén lijn Waarborgfonds en rijkspolitie zitten, wat de bestrijding van het onverzekerd rijden betreft, op één lijn. Ook Valk vindt dat er een zichtbaar iets,op de auto moet zijn waaraan kan worden afgelezen dat de wagen is verzekerd. Dat zichtbare iets moet pas worden afgegeven als de premie is afgedragen. Of terug naar vroeger. Toen was het kenteken niet aan de auto, maar aan de persoon gebonden. Deed je je wagen van de hand, dan ging het kenteken mee. Een systeem dat, volgens Valk, beter was te controleren dan het huidige. "Je bent verplicht je te verzekeren", benadrukt Valk. "Dat is bij de wet bepaald. Een rechter kan een onverzekerde straffen en hem bovendien opleggen een bedrag in ons fonds te storten. We lopen steeds weer tegen die muur: de controle. Als die niet frequenter wordt, dan zullen er steeds meer wagens op de weg komen die niet verzekerd zijn. Wij merken dit. Dagelijks zijn we met zeventig mensen bezig om al die schadegevallen af te handelen." Wat nu nog vooral de spuigaten uitloopt, zijn de schadegevallen die op parkeerplaatsen worden veroorzaakt. Vergeleken met vorig jaar is er nu al een stijging van elf procent. "Bedenk wel dat er bij die wegrijders velen zitten die geen verzekering hebben of een lage premie betalen omdat ze jaren achtereen schadevrij hebben gereden. Die weggebruiker wil er ook nog wel eens vandoor gaan als hem wat overkomt. Om z'n 'no claim' niet kwijt te raken." Principieel Het Waarborgfonds in Nederland behoort tot de grootste in de wereld. Hoe dat komt? Directeur Valk: "Wij keren veel meer uit dan andere landen doen. Neem, als voorbeeld, Frankrijk. Over schade aan je auto hoef je daar niet eens te corresponderen. Alleen als iemand lichamelijk letsel bij een ongeval heeft opgelopen, dan kun je bij het fonds in Frankrijk aankloppen." Wat het Waarborgfonds ook doet is uitkeren als mensen die uit principe niet verzekerd zijn, maar wel bij een ongeval betrokken zijn. "Nee, dat gaat niet zo maar", zegt Valk. "Ze moeten aantonen dat ze ook geen kinderbijslag willen hebben. Die gewetensbezwaarden betalen voor hun standpunt wél een premie aan de overheid. Geld dat via een omweg toch in onze pot terecht komt Rijschoolhouders leggen een proef-examen per computer af. Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, kortweg CBR, schakelt 1 januari 1984 over op een ander systeem van theorie examineren. Niet meer kiezen uit drie antwoorden en een kruisje invullen. De kandidaat krijgt een dia te zien met een verkeerssituatie. Het enige dat hij of zij moet doen is een knop indrukken met 'goed' of'fout'. De computer doet de rest. Hoe hebben de rijscholen op die nieuwe manier van examen afnemen gereageerd? door Jan Westerlaken De Nederlandse rijschoolhou ders hebben zich bijna una niem lovend uitgelaten over de manier waarop het CBR met ingang van het volgend jaar het theoretisch examen voor het rijbewijs gaat afne men. Meer dan negentig pro cent heeft zich hier positief tegenover opgesteld. Het rokerige cafeetje verdwijnt in 1984 voorgoed uit beeld. Ervoor in de plaats komen, verspreid over het hele land (ook in Lei den), dertig examen-kantoren. Minstens één dag in de week zal dit zijn geopend. Veertig mensen doen er tegelijk examen. Hier krijgt de kandidaat zeventig dia-beelden met verkeerssitua ties te zien waarvan hij er mini maal zestig juist moet beant woorden. De computer regi streert de 'goede' en 'foute' ant woorden. Personen van achttien jaar en ou der kunnen een theorie-certifi caat behalen. Zij moeten hier voor ongeveer 35 gulden neertel len. Pas als men dit certificaat in rijn bezit heeft, mag het prak tisch examen worden aange vraagd. Dit moet dan wel binnen drie jaar gebeuren. Het CBR heeft ruim 2200 rijschool houders met het nieuwe systeem laten kennismaken. Hein Ver hoef, woordvoerder namens de directie, over de reacties: "Zon der meer positief. Meer dan ne gentig procent noemde deze ma nier van examineren beter dan de wijze waarop dit nu gebeurt. Wij zijn bijzonder blij met deze hoge score Overigens was het CBR wel verrast dat zoveel rijschoolhouders het ermee eens zijn dat het theore tisch- en praktisch examen van elkaar worden losgekoppeld. Aanvankelijk leek het er name lijk helemaal niet op dat deze nieuwe manier van examineren zoveel steun zou krijgen. Hein Verhoef: "Wat bleek nu? Niet de rijschoolhouders zelf protesteer den krachtig, maar hun organisa ties verzetten zich tegen deze vernieuwing en ontkoppeling. We weten nu wel beter. Die rij schoolhouder heeft er totaal geen problemen mee en is be paald niet bang dat het hem op de één of andere manier geld zou kunnen gaan kosten." Voordelen De rijschoolhouders hebben het aan den lijve ondervonden. Na dat ze zelf een proef-examen hadden afgelegd waren ze het er over eens dat een kandidaat meer theoretische kennis moet bezitten dan nu het geval is. Het systeem herbergt bovendien de nodige voordelen. Een kandidaat kan nu niet meer achter het stuur van een leswagen gaan zitten zonder dat hij enig inzicht van verkeerssituaties heeft. 'En", voegt Hein Verhoef eraan toe, "kandidaten die leesblind zijn hoeven zich nu geen zorgen meer te maken. Bij de oude me thode werd van iedereen ver wacht dat hij of zij goed kon le zen en vooral de tekst ook be greep. Scholieren en geletterden waren dus duidelijk in het voor deel. Eigenlijk interesseert dit het CBR geen fluit. Als iemand weet wat hij in bepaalde situaties in het verkeer moet doen en een auto naar behoren kan besturen, kan 'ie opgaan voor z'n rijbewijs. We hebben met dit theoretisch examen ook al aangetoond, dat zelfs een analfabeet met succes een rij-examen kan afronden." Voor buitenlanders overweegt het CBR aparte bijeenkomsten te or ganiseren. De vraag wordt dan in de landstaal gesteld, de kandi daat hoeft slechts de knop 'goed' of 'fout' in te drukken. Dit is ook al weer een voordeel. Want in het verleden gaf de tolk, die erbij was om de tekst te vertalen, soms het antwoord. De examina tor begreep toch niet wat er werd gezegd. Moeilijker De rijschoolhouders vrezen niet dat het theoretisch examen per computer hen klanten zal gaan kosten. "Dit gebeurt ook niet". laat Hein Verhoef weten. "De rij scholen krijgen allerlei materiaal van ons over de wijze waarop dit examen straks zal worden afge nomen. Dia's, boeken met foto's en noem maar op. Zij, die rij scholen dus, kunnen hun klan ten er dan meer mee bekend ma ken. Die klant zal hen ook nodig hebben. Want niet iedereen be schikt over een dia-projector om de verkeerssituaties te bekij ken." Verhoef is ervan overtuigd, net als de 2200 rijschoolhouders, dat het theorie-examen een stuk moeilij ker zal. "Nu", zegt hij, "hangt die theorie er maar een beetje bij. De kandidaat gaat eerst rijden en pas als 'ie weet dat het examen voor de deur staat, pakt hij het boekje met de vragen. Nee, je kunt hiervan niet de rijschool houder de schuld geven. Dat ligt duidelijk aan degene die examen moet doen. Dit hoort over een paar maanden allemaal tot het verleden. De kandidaat zal het helemaal alleen moeten doen. De vragen uit je hoofd leren is er niet meer bij. Hij krijgt een beeld voor ogen en zal moeten zeggen hoe er moet worden gehandeld. Als je het niet weet kun je gok ken, natuurlijk. Je hebt vijftig procent kans. Maar je kunt ook goed de mist ingaan. Tenslotte mag je maar tien vragen missen." Tien seconden Hoe gaat het nieuwe theoretische examen nu precies in zijn werk? "Eenvoudig", legt Hein Verhoef uit. "De kandidaat krijgt voor elk antwoord tien seconden bedenk tijd voor hij één van beiden knoppen moet indrukken. Na ze ven seconden gaat er een rood lampje branden dat de kandidaat erop attent maakt dat 'ie nog slechts drie seconden heeft om te antwoorden of het al gegeven antwoord te corrigeren. Als de lamp uit is, registreert de compu ter het laatste gegeven antwoord. Aan het einde van het examen duurt het slechts zeven minuten voor de computer laat weten wie er wel en wie er niet is geslaagd. Zou de examinator alle formulie ren met de hand moeten corrige ren, dan is 'ie zeker anderhalf uur bezig." Het CBR is overigens wel vier jaar in de weer geweest om deze nieu we vorm van theorie-examen te kunnen invoeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 17