BOEKEN F. B. Hotz en de troosteloosheid ■c Langdradige meidenziekte Roman en reisverslag over "Indië" De lezer gevangen in een mijmering 3 OS "Zeven Provinciën is niet bijgewerkt Vrolijk Vrouwen vakantieboek WOENSDAG 18 MEI 1983 Varia Schrijvers die jong debu teerden willen zich op la tere leeftijd nog weieens schamen voor hun eer steling. Schamen is mis schien niet helemaal het goede woord: ze praten liever niet meer over dat boek. Laat debuteren is natuurlijk geen garantie voor het uitblij ven van schaamte. Het is ten slotte heel goed mogelijk datje er op zestigjarige leeftijd ach terkomt datje eerste boek, ver schenen toen je vijftig was, in feite nogal onvolwassen was, hoe vreemd dat ook mag klin ken. Het komt echter relatief gezien vaker voor dat een debuteren de schrijver, die Abraham al heeft gezien, er meteen is, zoals dat heet. F.B. Hotz is zo ie mand. Van meet af aan is hij in meer of mindere mate beju beld. En terecht, want hij is een van de betere verhalen schrijvers in dit land. Onlangs verscheen een nieuwe bundel van hem: Duistere Ja ren. Een aantal verhalen speelt zich voor de Tweede Wereld oorlog af; in deze bundel staan echter ook een paar vèrhalen die meer eigentijds zijn. Een ding hebben ze allemaal ge meen: er komen meestal men sen in voor die illusies koeste ren, of denkbeelden zoals de uitgever het op de flap uit drukt, waarvan ze later afstand ADVERTENTIE BOEKHANDEL DE KLER Alle op deze pagina bespro ken boeken zijn bij ons direkt leverbaar, óf via onze TERMI NAL te bestellen en dan bin nen drie dagen verkrijgbaar. Zie het eerste verhaal, De Thuis komst. Hoofdpersoon is de Leidse student Lodewijk, die werkt aan een kleine studie over een dertiende-eeuws trac- taat. Lodewijk is het prototype van de kamergeleerde. Sla je hem op z'n schouders, dan valt het stof uit z'n broekspijpen, om het maar eens oneerbiedig uit te drukken. Hem wordt aangeraden naar Bel gië te reizen, zodat hij zijn stu die kan verrijken met couleur locale. Hij aarzelt aanvanke lijk, maar besluit dan toch te gaan. In België komt hij in het oorlogsgewoel terecht. Hij helpt aanvankelijk een meisje dat gewond is geraakt, maar gedraagt zich later nogal laf. Het verhaal eindigt zo: "Nog die zelfde avond opende hij het bureau, pakte het oude manus cript en wierp het in zijn hoog opgestookte potkachel". Zoals gezegd, er staan ook verha len van deze tijd in de bundel. (Bedriegelijk woord, eigen tijds, want sommige thema's zijn natuurlijk van alle tijden. Maar vooruit.) Projecties bij voorbeeld, een verhaal dat gaat over een opa die op z'n klei zoon moet passen. Het is een ontroerend verhaal. Mark, de kleizoon, gaat op het strand aan de kuier en opa moet zoe ken. Een citaat: "Ik begon mensen aan te spreken. Ze luisterden geërgerd en schudden al nee met hun halfopen stomme monden voor ik uitgepraat was. Intussen hield ik iedere twee seconden de plek naast de witte tent in het oog om te zien of Mark terug was. In m'n dampend hoofd begonnen zich gesprekken af te wikkelen met de vader. "Ik kon er echts niks aan doen", hoorde ik me wau welen. De taal van dienstbo den die een vaas breken". Duistere Jaren, het titelverhaal dat eerder werd gepubliceerd in het literaire tijdschrift Maat staf, speelt zich voornamelijk af in de crisisjaren. De hoofd persoon is een jonge kweke ling; en zoals bekend konden die in de jaren dertig meestal geen baan vinden. Deze jonge man is geen uitzondering. Hij maakt kennis met de familie De Concourt. Aardige mensen. Alleen denkt de man des hui zes dat hij de crisis kan bezwe ren door een vereniging op te richten. De Bond der Veront rusten noemen ze de club en de kwekeling mag ook mee doen. De manier waarop Hotz de troosteloosheid van deze ver eniging beschryft is prachtig. Die troosteloosheid: het idee dat er nog wat te redden viel. Hoeveel van dit soort clubjes waren er niet in de jaren der tig? Verenigingen die vooral opvielen doordat ze elkaar fel bestreden. Na lezing van dit verhaal wordt ook weer eens duidelijk dat Hotz het patent heeft op som berheid, duisternis alom. Toch is het een verdraaglijk soort somberheid. Verdraaglijk, om dat Hotz de lezer niet vermoeit met larmoyant geweeklaag, maar juist sober, helder schrijft over de wederwaardig heden van zijn personages. WIM BRANDS „Duistere Jaren", verhalen van F. B. Hotz, De Arbeiderspers, prijs 26,50 (paperback), 36,50 (gebon den). 99 Dit jaar is het een halve eeuw geleden dat in Indische wateren de beruchte muiterij op de Zeven Provinciën, een Nederlands oor logsschip, uitbrak. Directe aanleiding daartoe waren kortingen op de salarissen van het inlandse en Europese marinepersoneel - op de achtergrond speelde nog het een en ander. Het Neder landse gezag maakte een eind aan de muiterij door een bom op de Zeven Provinciën te werpen. Drieëntwintig personen kwa men daarbij om, velen werden gewond. De echo van de muiterij bleef nog heel lang hoorbaar in de Nederlandse politiek en op al die terreinen waar de gezagsverhouding een punt van discussie dreigde te worden. In 1975 promoveerde de historicus J.C. Blom op het proefschrift "De muiterij op de Zeven Provinciën reacties en gevolgen in Nederland". Met grote helderheid en nauwgezetheid gaf hij daarin aan hoe de krachtenvelden in deze kwestie op elkaar inwerkten, wat overigens niet verhinderde dat hij hier en daar forse kritiek oogstte. In het jaar van het "gouden jubileum" van de muiterij is bij HES- uitgevers, Utrecht, een tweede druk van Bloms belangwekken de werk verschenen (prijs: 45 gulden). Aangezien het hier om een "fotomechanische herdruk" gaat, kon er in de oorspronke lijke tekst niets worden gewijzigd, zo meldt de auteur. Dat is erg jammer. Want hoewel Blom van oordeel is dat er in essentie niets veranderd behoeft te worden, wijst hij in zijn uitvoerige, nieuwe inleiding op een dusdanig aantal markante facetten, dat herschrijving van enkele hoofdstukken wel zo plezierig zou zijn geweest. Te betreuren is voorts dat een behandeling van de tegen de mui ters gevoerde processen (al een gemis in de eerste druk) ook nu niet aan de orde komt. Blom vindt dat zelf ook en spoort nu zijn vakbroeders aan ze eens onder de loep te leggen. Hijzelf blijft mijns inziens toch de meest aangewezen man daarvoor. Hitier Een andere opvallende herdruk is "Hitier, leven en ondergang van een tiran" (Omega Boek, Amsterdam, prijs 45 gulden) van de Britse historicus Alan Bullock. Een voortreffelijk werk, waar van de eerste druk al in 1952 verscheen. Meer dan dertig jaar later blijkt dat Bullocks visie en ordening van het materiaal niets aan waarde heeft ingeboet. Maar ook hier zou aanpassing van een aantal passages met de nieuwste gegevens het boek extra waarde hebben verschaft. RUUD PAAUW. Vakantie schijnt iets te zijn wat per definitie leuk moet worden gevonden. Persoonlijk vind ik het een gruwel. Je krijgt een aantal vrije dagen, die echter voor een niet onaanzienlijk deel worden besteed aan bezig heden als koken, wassen, schoonmaken, boodschappen doen en grenzeloze verveling. Erop uit gaan klinkt aanlokke lijk, maar het treffen van gi gantische voorbereidingen schrikt mij af. Om maar te zwijgen over de afmattende reis in een snikhete auto zonder afdoende ventilatie en eindelo ze files, die mij nooit bespaard zijn gebleven. Ik wil maar zeg gen: vakantie is voor mij geen onverdeeld genoegen. Een gedachte die aardig wordt verwoord in het Vrolijk Vrou wen Vakantieboek 1983, een onderhoudende en vermakelij ke naslaggids op gebied van vakantie en reizen. De gids mikt duidelijk op het vrouwe lijke lezerspubliek, en speelt in op het feit dat juist voor hen de vakantie niet altijd een feest is. Het is vooral een praktisch boekje met tal van tips en sug gesties voor een prettige en rus tige vakantie. Ook aan vakan tiemogelijkheden voor alleen staande vrouwen of moeders met een krappe beurs is ge dacht. Illustratie Ellen Meske Als rode draad loopt door de gids een groot aantal kostelijke reisl vakantie-ervaringen van an deren, die vertellen over hun plezier of ellende. Praktische woordenlijstjes maandver band in vele talen bijvoor beeld), lijstjes met 'wat moet ik meenemen' of 'wat moet ik niet vergeten'. Tips voor uitstapjes of goedkope vakanties. Recep ten en spelletjes om jengelende kinderen zoet te houden. Noem maar op. Om het allemaal overzichtelijk te houden zijn de diverse onderdelen apart ge kleurd, zodat iets snel kan wor den opgezocht. Het Vrolijk Vakantie Vrouwen boek is zijn 15 gulden waard. Het verschaft niet alleen sug gesties over allerlei soorten vakanties en praktische infor matie, maar biedt bovenal troost en afleiding op regen achtige dagen. Niets helpt zo zeer het leed te verzachten als de wetenschap dat ook anderen lijden. Vrolijk Vakantie Vrouwenboek, red. Ria van Hengel en Dini van de Manakker, ultg. Sara, f 15,-, MARGOT KLOMPMAKER Sinds Tom Pauka debuteerde met de uitstekende verhalen bundel Een moeilijke eter en andere verhalen (1980), heb ik reikhalzend uitgezien naar nieuw werk van de auteur. Dat kwam er ook: in 1981 de kleine roman Winnifred onttrekt zich aan het oog, het jaar daar op gevolgd door het forsere Een ongewenst verlangen. Met het verschijnen van nieu- w(er) werk is mijn belangstel ling voor de schrijver in het zelfde tempo gedaald. Een spij tige trend die zich helaas door zet nu ik ook'zyn recente, vier de boek, de roman De meiden ziekte, met ijzeren wilskracht heb doorgeworsteld. Het komt voor, maar het blijft ei genaardig: een boek lezen dat Tom Pauka De meidenziekte zonder meer uitmuntend ge schreven is, maar waarbij je onafgebroken de tranen over de wangen rollen van het geeu wen. Zélden heb ik me met een boek zo verveeld als met De meidenziekte. De roman behandelt, meedogen loos langdradig, de lotgevallen van Hans, de ik-figuur, een 16- jarige jongen die lijdt aan "een meidenziekte", te weten anore xia nervosa. Hij wordt misse lijk van voedsel, is broodmager en loopt bovendien veelvuldig weg van huis. Hans belandt dan ook ter gene zing in een ziekenhuis waar hij aan de beterende hand - als keukenhulp vriendschap sluit met magazijnmeester Monsan to. Na een paar hoofdstukken overbodige flauwekul met be trekking tot al dan niet ver meende keukendiefstallen, zwerft de ondernemende knaap voort. Deze keer komt hij terecht bij het meisje Vera en haar moeder die hem - me de om zijn fantasierijke praatjes - gastvrij onthalen. Al gauw vermoedt de lezer iets van een, overigens te onder huids blijvende erotische spanning, middels een worstel- partijtje Vera-Hans en een nachtelijk roeitochtje Hans- moeder. Hans zijn psychologi sche problemen (w.o. het zich vastklampen aan het kind-blij ven, afwijzing van volwassen heid) hebben, blijkt uit gere gelde flashbacks, weer van al les met de oorlog te maken. Hoe dan ook, de ik-figuur wordt tenslotte gedwongen de realiteit te accepteren. Bijvoorbeeld, als Vera 's nachts zogenaamd onschuldig, bij hem onder de dekens kruipt: "Ze gromde als iemand die in een droom gestoord wordt en schoof nog verder tegen mij aan. 'Ga weg'! zei ik tegen haar achterhoofd. Ik maakte de arm vrij waarop ik lag en bewoog mijn handen in haar richting. Bedrog, nog steeds be drog. Het was niet opgehouden, ik had het niet kunnen opslui ten in het verhaal. Het woeker de nu ook tussen ons. Zij be droog mij want zij sliep niet en ze wist wat er gebeurde. Ik be droog haar door me te blijven voordoen als een kind. Midden uit mezelf steeg het wapen op waarmee, zoals ik wist, de ver binding met het vrouwenuur uiteindelijk verbroken zou worden". Het vrouwenuur, dat is de perio de waarin de vrouwen een tijd je vredig zijn en hem, ook vroe ger toen hij klein was, zonder bijgedachten en -bedoelingen in hun midden duldden. Voor Hans een warm en veilig uur. Nu, dat kon zo niet blijven - ze ker niet als je al zestien bent, dat had de lezer al begrepen. Enfm, een nieuwe volwassen heid gloort tenslotte aan de einder. Eindelijk. Daar was ik na zo'n 160 bladzijden zinloze verveling wel aan toe. Jammer dat de paar subtiele, gevoelige en intieme fragmenten veruit onvoldoende zijn om de dode lijke saaiheid van het boek te verdrijven. Een roman om maar gauw te vergeten. ROB VOOREN Onlangs verscheen de bundel "Groot Licht", het debuut van de jonge Leiderdorpse dichter Cees van Hoore. Geen aarze lend debuut. Integendeel, zijn werk laat over het algemeen een verrassend gerijpte en vol wassen indruk achter. Het merendeel van de in deze bundel verzamelde gedichten werd eerder gepubliceerd in li teraire tijdschriften als Tirade, Hollands Maandblad en Maat staf, alsmede in het Cultureel Supplement van het NRC Han delsblad. Van Hoore onderscheidt zich door een vrij strikt taalgebruik in anecdotische vertellingen van meestal persoonlijke aard. Hij houdt niet van woordgrap pen en overdadig rijm. Even min vindt hij het nodig zijn mening of visie met dogmati sche overtuiging te belijden. Zijn wereld is een bescheiden wereld waarin de gebeurtenis zich afzet tegen de tijd. Van Hoore neemt een gedefinieerd punt en van daar uit begint hij aan een serie schijnbewegin gen. De tijd blijkt dan niet bestand te gen zijn bedriegelijk simpele constructies. Met twee, drie zinnen zet hij de buitenspelval open en voor je het weet, sta je, met de laatste woorden nog op je netvlies, te dromen in een leeg veld. Hebbes! Daar gaat het om. De le zer is gevangen in een mijme ring. Heel erg jong nog hol je naar me toe over het hellende plankier. Je rilt, je huid lijkt zout. We wachten achter 't scherm op de beloofde maan. Hier vervaagt het beeld, glipt in dat nederige schoeisel weg. Ik ben i r jou gaan staan. "Ik ben naar jou gaan staan". In een zin wordt in een wervelend gebeuren een rotsvast funda ment gelegd. De schrijver creëert een herinnering uit een universeel geheugen. De lezer weet dat het inderdaad zo was. Ik kan het my, en niet alleen bij-wijze-van-spreken, zelf nog herinneren. De dagdroom is begonnen. De bundel bevat 39 gedichten, die uiteen lijken te vallen in een Nederlandse en buiten landse groep. Na verloop van tijd wordt het echter duidelijk dat het buitenland voor Van Hoore niet zozeer een geografi sche bepaling is, als wel een manier van denken, een ma nier van dingen zien. Het "bui tenland" is de beleving van een gebeuren, zonder de verstik kende beperkingen van de tijd. Het "buitenland" is die menta le gesteldheid waarin secon den een heel mensenleven kunnen duren en waarin een beweging dat leven kan defi- Het is dan ook niet verwonder lijk dat hij zelf (in het 40e ge dicht op de achterkaft) zegt: "Ik zou eigenlijk altijd in het buitenland willen zijn, zelfs in Nederland". Volledig terecht, want in dat "buitenland" is hij duidelijk op zijn sterkst. Er kan echter een heel andere verdeling worden gemaakt. En wel tussen de "geleende" erva ring aan de ene kant en de "ei gen" ervaring aan de andere. In de "geleende" ervaring (Het Academisch is daar een voor beeld van) beschrijft Van Hoore situaties waarover hij zich een mening heeft ge vormd. Maar ook met zijn me ning of visie lukt het hem niet het gedicht boven het niveau van een vingeroefening uit te tillen. Het uiteindelijk aange sproken detail blijft te klein, zodat de lezer niet in de gele genheid wordt gesteld het ge dicht te beleven. Het universe le geheugen wordt niet aange sproken en de dagdroom blijft daarom buiten bereik. De kracht van Van Hoore is dat hij in simpele, alledaagse taal, die voor een groot publiek toe gankelijk is, de wereld even stil kan zetten om de lezer mee te nemen naar zijn "buiten land". Bepalende factor daar bij is de geloofwaardigheid van het gegeven. Hij zal er op moe ten toezien dat hij die geloof waardigheid niet verspeelt. Zijn "buitenlandse" reizen zijn namelijk te mooi om het geloof er in te verliezen. "Groot Licht" is het enige Neder landse poëziedebuut van 1983. Dat is een kleine oogst, maar dan wel van een sterk gewas. CHARLES DEN TEX Cees van Hoore "Groot Licht". Uit gegeven bij De Harmonie, prijs 16,90. Naarmate de tijd verstrijkt komt voor velen het verleden steeds dichterbij. Ook zij die hun jon ge jaren in Indië hebben door gebracht zowel voor als tijdens de oorlog dreigen met het klimmen der jaren in de greep van tempo doeloe te geraken. En dat heeft lang niet altijd met nostalgie te maken, zeker niet wanneer een deel van de jeugdjaren in de Japanse inter neringskampen doorgebracht moesten worden. Er is en over de romantiek van tempo doe loe en over de verschrikkingen van het Indische (oorlogs)ver- leden al heel wat afgeschreven, in poezië en in proza. En de stroom van boeken, die met het Indië van toen te maken hebben zal voorlopig nog wel aanhouden. Reisverslagen, romans, emotio neel geschreven verhalen, nauwkeurig bijgehouden dag boeken, verhandelingen over het hoe en waarom van een tijdperk, dat voor een aanzien lijke groep mensen nog niet helemaal is afgesloten, ze vul len in toenemende mate de rekken van de boekwinkels. Zij die de wortels van hun be staan in de Gordel van Sma ragd hebben liggen en in Ne derland of enig ander land een nieuw thuisland hebben moe ten vinden zijn de voornaam ste afnemers. Er is ook wat dat betreft nog een gat in de markt en dus lijkt er bij uitgevers vol doende bereidheid te bestaan om boeken over 'Indië' te blij ven verspreiden, soms zelfs on geacht de kwaliteit. Een boek dat zeker wel enige kwaliteit heeft is 'Dreiging on der de tropenzon' van lens van Doorn(pseudoniem), welke bij Wever verschenen roman uit de nadagen van Nederlandsch- Indië een vervolg is op 'Geluk is als een vogel'. In dit boek, dat ook als een zelfstandige ro man kan worden gelezen, zijn vele persoonlijke ervaringen van de schrijfster verwerkt. Hoezeer zij als romanschrijfster ook het recht heeft om te put ten uit herinneringen die van de werkelijkheid afwijken en door fantasie zijn aangevuld, jammer is dat het boek door de overdaad aan tragische ge beurtenissen, die elkaar bo vendien in duizelingwekkende vaart en daardoor wel eens erg fragmentarisch opvolgen, een tikkeltje tendeert naar het me lodrama. De ik-figuur ziet in die chaoti sche tijd na de Japanse capitu latie niet alleen haar eigen maar ook andere huwelijken uit haar omgeving stranden, ze ziet een nieuwe liefde met een jeugdvriend, die bij een vlieg ramp op Bali om het leven komt, letterlijk verongeluk ken, ze gaat, hoewel hij haar met een schot hagel om zeep trachtte te helpen bij de ont dekking van haar heimelijke liefde, in op het voorstel van haar man om een 'reparatiehu welijk' aan te gaan, ze verliest hem vervolgens op de vlucht voor Indonesische opstande lingen-en ze hertrouwt tenslot te met een legerofficief om ver volgens naar Nederland terug te keren, waar haar blijkens de epiloog nog meer onheil wachtte. 'Of ik de moed kan opbrengen ook dit deel van mijn leven met zijn vele ups en downs op de schrijven, weet ik niet...' stelt lens van Doorn in haar slotzin. Uit deze zin mag men concluderen dat veel van de beschreven rampspoed op waarheid berust en dat maakt het boek met zijn adembene mend mooie omslagfoto extra aangrijpend. Het is zonder ingewikkelde lite raire constructies, recht-toe- recht-aan geschreven en geeft bovendien haarzuiver de sfeer aan van de gigantische chaos, die er na het uitroepen van de Indonesische republiek door Soekarno in de voormalige ko lonie heerste. Heel herkenbaar althans voor al degenen die de ze bizarre periode ook hebben meegemaakt. Geheel anders van karakter is het nieuwste boekje van de bij na 80-jarige Nederlands-Indo nesische schrijfster Beb Vuyk, die in 1973 voor haar gehele oeuvre de Constantijn Huy- gensprijs kreeg, maar wier grootste bekendheid zij dankt aan het door haar samengestel de Groot Indonesisch Kook boek. Haar jongste werkje heet 'Reis naar het vaderland in de verte'. Het is een uitgebreid en boeiend geschreven verslag van een reis, die zij samen met haar man in 1981 naar Indone sië maakte, 'niet uit nostalgie maar om onze wat pijnlijke ou de botten aan de zon te verwar men'. Hoewel 'met stok en staar' de reis aanvaardend heeft het tweetal de ogen wijd open gehouden, eerst in Jakar ta en later op het eiland Boe roe, waar het echtpaar gedu rende de vooroorlogse jaren heeft gewoond en dat recente lijk bekendheid genoot als ver banningsoord van politieke ge vangenen. Bep Vuyk, die na de oorlog de Indonesische natio naliteit verkoos maar in 1958 om politieke redenen naar Ne derland terugkeerde, stelde een vrij nuchter verslag samen over haar waarnemingen, daar bij zowel de positieve als de ne gatieve aspecten van het Indo nesische bewind aanroerend. Haar verbondenheid met land en volk van Indonesië, dat ze overigens in 1970 ook nog eens bezocht, komt er niettemin duidelijk in tot uitdrukking. Geen emotioneel weerzien dus van iemand, die pas na dertig of bijna veertig jaar naar het land van herkomst terugkeert. Wel van een iemand, die bewo gen is met het wel en wee van het moderne Indonesië en blij is zoveel vrienden uit goede en kwade dagen te hebben kun nen weerzien. Een verslag kortom vol wetens waardigheden over het huidige Indonesië met al zijn proble men zoals dat van de in hevig heid toenemende moessonre gens en de daaruit voort vloeiende bandjirs. De oor zaak: ontbossing en erosie op Java door onwettige gronduc- cupatie en onwettige houtaan- kap; op andere eilanden en in het bijzonder op Borneo door het verlenen van kapconses- sies aan buitenlandse maat schappijen, hoofdzakelijk Ja panners. PIETER C. ROSIER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 23