BOEKEN
F. B. Hotz en de troosteloosheid
■c
Langdradige meidenziekte
Roman en reisverslag over "Indië"
De lezer gevangen
in een mijmering
3
OS
"Zeven Provinciën
is niet bijgewerkt
Vrolijk Vrouwen
vakantieboek
WOENSDAG 18 MEI 1983
Varia
Schrijvers die jong debu
teerden willen zich op la
tere leeftijd nog weieens
schamen voor hun eer
steling. Schamen is mis
schien niet helemaal het
goede woord: ze praten
liever niet meer over dat
boek.
Laat debuteren is natuurlijk
geen garantie voor het uitblij
ven van schaamte. Het is ten
slotte heel goed mogelijk datje
er op zestigjarige leeftijd ach
terkomt datje eerste boek, ver
schenen toen je vijftig was, in
feite nogal onvolwassen was,
hoe vreemd dat ook mag klin
ken.
Het komt echter relatief gezien
vaker voor dat een debuteren
de schrijver, die Abraham al
heeft gezien, er meteen is, zoals
dat heet. F.B. Hotz is zo ie
mand. Van meet af aan is hij in
meer of mindere mate beju
beld. En terecht, want hij is
een van de betere verhalen
schrijvers in dit land.
Onlangs verscheen een nieuwe
bundel van hem: Duistere Ja
ren. Een aantal verhalen speelt
zich voor de Tweede Wereld
oorlog af; in deze bundel staan
echter ook een paar vèrhalen
die meer eigentijds zijn. Een
ding hebben ze allemaal ge
meen: er komen meestal men
sen in voor die illusies koeste
ren, of denkbeelden zoals de
uitgever het op de flap uit
drukt, waarvan ze later afstand
ADVERTENTIE
BOEKHANDEL
DE KLER
Alle op deze pagina bespro
ken boeken zijn bij ons direkt
leverbaar, óf via onze TERMI
NAL te bestellen en dan bin
nen drie dagen verkrijgbaar.
Zie het eerste verhaal, De Thuis
komst. Hoofdpersoon is de
Leidse student Lodewijk, die
werkt aan een kleine studie
over een dertiende-eeuws trac-
taat. Lodewijk is het prototype
van de kamergeleerde. Sla je
hem op z'n schouders, dan valt
het stof uit z'n broekspijpen,
om het maar eens oneerbiedig
uit te drukken.
Hem wordt aangeraden naar Bel
gië te reizen, zodat hij zijn stu
die kan verrijken met couleur
locale. Hij aarzelt aanvanke
lijk, maar besluit dan toch te
gaan. In België komt hij in het
oorlogsgewoel terecht. Hij
helpt aanvankelijk een meisje
dat gewond is geraakt, maar
gedraagt zich later nogal laf.
Het verhaal eindigt zo: "Nog
die zelfde avond opende hij het
bureau, pakte het oude manus
cript en wierp het in zijn hoog
opgestookte potkachel".
Zoals gezegd, er staan ook verha
len van deze tijd in de bundel.
(Bedriegelijk woord, eigen
tijds, want sommige thema's
zijn natuurlijk van alle tijden.
Maar vooruit.) Projecties bij
voorbeeld, een verhaal dat gaat
over een opa die op z'n klei
zoon moet passen. Het is een
ontroerend verhaal. Mark, de
kleizoon, gaat op het strand
aan de kuier en opa moet zoe
ken.
Een citaat: "Ik begon mensen
aan te spreken. Ze luisterden
geërgerd en schudden al nee
met hun halfopen stomme
monden voor ik uitgepraat
was. Intussen hield ik iedere
twee seconden de plek naast
de witte tent in het oog om te
zien of Mark terug was. In m'n
dampend hoofd begonnen zich
gesprekken af te wikkelen met
de vader. "Ik kon er echts niks
aan doen", hoorde ik me wau
welen. De taal van dienstbo
den die een vaas breken".
Duistere Jaren, het titelverhaal
dat eerder werd gepubliceerd
in het literaire tijdschrift Maat
staf, speelt zich voornamelijk
af in de crisisjaren. De hoofd
persoon is een jonge kweke
ling; en zoals bekend konden
die in de jaren dertig meestal
geen baan vinden. Deze jonge
man is geen uitzondering. Hij
maakt kennis met de familie
De Concourt. Aardige mensen.
Alleen denkt de man des hui
zes dat hij de crisis kan bezwe
ren door een vereniging op te
richten. De Bond der Veront
rusten noemen ze de club en
de kwekeling mag ook mee
doen.
De manier waarop Hotz de
troosteloosheid van deze ver
eniging beschryft is prachtig.
Die troosteloosheid: het idee
dat er nog wat te redden viel.
Hoeveel van dit soort clubjes
waren er niet in de jaren der
tig? Verenigingen die vooral
opvielen doordat ze elkaar fel
bestreden.
Na lezing van dit verhaal wordt
ook weer eens duidelijk dat
Hotz het patent heeft op som
berheid, duisternis alom. Toch
is het een verdraaglijk soort
somberheid. Verdraaglijk, om
dat Hotz de lezer niet vermoeit
met larmoyant geweeklaag,
maar juist sober, helder
schrijft over de wederwaardig
heden van zijn personages.
WIM BRANDS
„Duistere Jaren", verhalen van F. B.
Hotz, De Arbeiderspers, prijs
26,50 (paperback), 36,50 (gebon
den).
99
Dit jaar is het een halve eeuw geleden dat in Indische wateren de
beruchte muiterij op de Zeven Provinciën, een Nederlands oor
logsschip, uitbrak. Directe aanleiding daartoe waren kortingen
op de salarissen van het inlandse en Europese marinepersoneel
- op de achtergrond speelde nog het een en ander. Het Neder
landse gezag maakte een eind aan de muiterij door een bom op
de Zeven Provinciën te werpen. Drieëntwintig personen kwa
men daarbij om, velen werden gewond. De echo van de muiterij
bleef nog heel lang hoorbaar in de Nederlandse politiek en op al
die terreinen waar de gezagsverhouding een punt van discussie
dreigde te worden.
In 1975 promoveerde de historicus J.C. Blom op het proefschrift
"De muiterij op de Zeven Provinciën reacties en gevolgen in
Nederland". Met grote helderheid en nauwgezetheid gaf hij
daarin aan hoe de krachtenvelden in deze kwestie op elkaar
inwerkten, wat overigens niet verhinderde dat hij hier en daar
forse kritiek oogstte.
In het jaar van het "gouden jubileum" van de muiterij is bij HES-
uitgevers, Utrecht, een tweede druk van Bloms belangwekken
de werk verschenen (prijs: 45 gulden). Aangezien het hier om
een "fotomechanische herdruk" gaat, kon er in de oorspronke
lijke tekst niets worden gewijzigd, zo meldt de auteur. Dat is erg
jammer. Want hoewel Blom van oordeel is dat er in essentie
niets veranderd behoeft te worden, wijst hij in zijn uitvoerige,
nieuwe inleiding op een dusdanig aantal markante facetten, dat
herschrijving van enkele hoofdstukken wel zo plezierig zou zijn
geweest.
Te betreuren is voorts dat een behandeling van de tegen de mui
ters gevoerde processen (al een gemis in de eerste druk) ook nu
niet aan de orde komt. Blom vindt dat zelf ook en spoort nu zijn
vakbroeders aan ze eens onder de loep te leggen. Hijzelf blijft
mijns inziens toch de meest aangewezen man daarvoor.
Hitier
Een andere opvallende herdruk is "Hitier, leven en ondergang van
een tiran" (Omega Boek, Amsterdam, prijs 45 gulden) van de
Britse historicus Alan Bullock. Een voortreffelijk werk, waar
van de eerste druk al in 1952 verscheen. Meer dan dertig jaar
later blijkt dat Bullocks visie en ordening van het materiaal
niets aan waarde heeft ingeboet. Maar ook hier zou aanpassing
van een aantal passages met de nieuwste gegevens het boek
extra waarde hebben verschaft.
RUUD PAAUW.
Vakantie schijnt iets te zijn wat
per definitie leuk moet worden
gevonden. Persoonlijk vind ik
het een gruwel. Je krijgt een
aantal vrije dagen, die echter
voor een niet onaanzienlijk
deel worden besteed aan bezig
heden als koken, wassen,
schoonmaken, boodschappen
doen en grenzeloze verveling.
Erop uit gaan klinkt aanlokke
lijk, maar het treffen van gi
gantische voorbereidingen
schrikt mij af. Om maar te
zwijgen over de afmattende
reis in een snikhete auto zonder
afdoende ventilatie en eindelo
ze files, die mij nooit bespaard
zijn gebleven. Ik wil maar zeg
gen: vakantie is voor mij geen
onverdeeld genoegen.
Een gedachte die aardig wordt
verwoord in het Vrolijk Vrou
wen Vakantieboek 1983, een
onderhoudende en vermakelij
ke naslaggids op gebied van
vakantie en reizen. De gids
mikt duidelijk op het vrouwe
lijke lezerspubliek, en speelt in
op het feit dat juist voor hen de
vakantie niet altijd een feest is.
Het is vooral een praktisch
boekje met tal van tips en sug
gesties voor een prettige en rus
tige vakantie. Ook aan vakan
tiemogelijkheden voor alleen
staande vrouwen of moeders
met een krappe beurs is ge
dacht.
Illustratie Ellen Meske
Als rode draad loopt door de gids
een groot aantal kostelijke reisl
vakantie-ervaringen van an
deren, die vertellen over hun
plezier of ellende. Praktische
woordenlijstjes maandver
band in vele talen bijvoor
beeld), lijstjes met 'wat moet ik
meenemen' of 'wat moet ik niet
vergeten'. Tips voor uitstapjes
of goedkope vakanties. Recep
ten en spelletjes om jengelende
kinderen zoet te houden. Noem
maar op. Om het allemaal
overzichtelijk te houden zijn de
diverse onderdelen apart ge
kleurd, zodat iets snel kan wor
den opgezocht.
Het Vrolijk Vakantie Vrouwen
boek is zijn 15 gulden waard.
Het verschaft niet alleen sug
gesties over allerlei soorten
vakanties en praktische infor
matie, maar biedt bovenal
troost en afleiding op regen
achtige dagen. Niets helpt zo
zeer het leed te verzachten als
de wetenschap dat ook anderen
lijden.
Vrolijk Vakantie Vrouwenboek, red. Ria
van Hengel en Dini van de Manakker,
ultg. Sara, f 15,-,
MARGOT KLOMPMAKER
Sinds Tom Pauka debuteerde
met de uitstekende verhalen
bundel Een moeilijke eter en
andere verhalen (1980), heb ik
reikhalzend uitgezien naar
nieuw werk van de auteur. Dat
kwam er ook: in 1981 de kleine
roman Winnifred onttrekt
zich aan het oog, het jaar daar
op gevolgd door het forsere
Een ongewenst verlangen.
Met het verschijnen van nieu-
w(er) werk is mijn belangstel
ling voor de schrijver in het
zelfde tempo gedaald. Een spij
tige trend die zich helaas door
zet nu ik ook'zyn recente, vier
de boek, de roman De meiden
ziekte, met ijzeren wilskracht
heb doorgeworsteld.
Het komt voor, maar het blijft ei
genaardig: een boek lezen dat
Tom Pauka
De
meidenziekte
zonder meer uitmuntend ge
schreven is, maar waarbij je
onafgebroken de tranen over
de wangen rollen van het geeu
wen. Zélden heb ik me met een
boek zo verveeld als met De
meidenziekte.
De roman behandelt, meedogen
loos langdradig, de lotgevallen
van Hans, de ik-figuur, een 16-
jarige jongen die lijdt aan "een
meidenziekte", te weten anore
xia nervosa. Hij wordt misse
lijk van voedsel, is broodmager
en loopt bovendien veelvuldig
weg van huis.
Hans belandt dan ook ter gene
zing in een ziekenhuis waar hij
aan de beterende hand - als
keukenhulp vriendschap sluit
met magazijnmeester Monsan
to. Na een paar hoofdstukken
overbodige flauwekul met be
trekking tot al dan niet ver
meende keukendiefstallen,
zwerft de ondernemende
knaap voort. Deze keer komt
hij terecht bij het meisje Vera
en haar moeder die hem - me
de om zijn fantasierijke
praatjes - gastvrij onthalen.
Al gauw vermoedt de lezer iets
van een, overigens te onder
huids blijvende erotische
spanning, middels een worstel-
partijtje Vera-Hans en een
nachtelijk roeitochtje Hans-
moeder. Hans zijn psychologi
sche problemen (w.o. het zich
vastklampen aan het kind-blij
ven, afwijzing van volwassen
heid) hebben, blijkt uit gere
gelde flashbacks, weer van al
les met de oorlog te maken.
Hoe dan ook, de ik-figuur
wordt tenslotte gedwongen de
realiteit te accepteren.
Bijvoorbeeld, als Vera 's nachts
zogenaamd onschuldig, bij
hem onder de dekens kruipt:
"Ze gromde als iemand die in
een droom gestoord wordt en
schoof nog verder tegen mij
aan. 'Ga weg'! zei ik tegen
haar achterhoofd. Ik maakte
de arm vrij waarop ik lag en
bewoog mijn handen in haar
richting. Bedrog, nog steeds be
drog. Het was niet opgehouden,
ik had het niet kunnen opslui
ten in het verhaal. Het woeker
de nu ook tussen ons. Zij be
droog mij want zij sliep niet en
ze wist wat er gebeurde. Ik be
droog haar door me te blijven
voordoen als een kind. Midden
uit mezelf steeg het wapen op
waarmee, zoals ik wist, de ver
binding met het vrouwenuur
uiteindelijk verbroken zou
worden".
Het vrouwenuur, dat is de perio
de waarin de vrouwen een tijd
je vredig zijn en hem, ook vroe
ger toen hij klein was, zonder
bijgedachten en -bedoelingen
in hun midden duldden. Voor
Hans een warm en veilig uur.
Nu, dat kon zo niet blijven - ze
ker niet als je al zestien bent,
dat had de lezer al begrepen.
Enfm, een nieuwe volwassen
heid gloort tenslotte aan de
einder. Eindelijk. Daar was ik
na zo'n 160 bladzijden zinloze
verveling wel aan toe. Jammer
dat de paar subtiele, gevoelige
en intieme fragmenten veruit
onvoldoende zijn om de dode
lijke saaiheid van het boek te
verdrijven. Een roman om
maar gauw te vergeten.
ROB VOOREN
Onlangs verscheen de bundel
"Groot Licht", het debuut van
de jonge Leiderdorpse dichter
Cees van Hoore. Geen aarze
lend debuut. Integendeel, zijn
werk laat over het algemeen
een verrassend gerijpte en vol
wassen indruk achter.
Het merendeel van de in deze
bundel verzamelde gedichten
werd eerder gepubliceerd in li
teraire tijdschriften als Tirade,
Hollands Maandblad en Maat
staf, alsmede in het Cultureel
Supplement van het NRC Han
delsblad.
Van Hoore onderscheidt zich
door een vrij strikt taalgebruik
in anecdotische vertellingen
van meestal persoonlijke aard.
Hij houdt niet van woordgrap
pen en overdadig rijm. Even
min vindt hij het nodig zijn
mening of visie met dogmati
sche overtuiging te belijden.
Zijn wereld is een bescheiden
wereld waarin de gebeurtenis
zich afzet tegen de tijd. Van
Hoore neemt een gedefinieerd
punt en van daar uit begint hij
aan een serie schijnbewegin
gen.
De tijd blijkt dan niet bestand te
gen zijn bedriegelijk simpele
constructies. Met twee, drie
zinnen zet hij de buitenspelval
open en voor je het weet, sta je,
met de laatste woorden nog op
je netvlies, te dromen in een
leeg veld.
Hebbes! Daar gaat het om. De le
zer is gevangen in een mijme
ring.
Heel erg jong nog
hol je naar me toe
over het hellende plankier.
Je rilt, je huid lijkt zout.
We wachten achter 't scherm
op de beloofde maan.
Hier vervaagt het beeld, glipt
in dat nederige schoeisel weg.
Ik ben i
r jou gaan staan.
"Ik ben naar jou gaan staan". In
een zin wordt in een wervelend
gebeuren een rotsvast funda
ment gelegd. De schrijver
creëert een herinnering uit een
universeel geheugen. De lezer
weet dat het inderdaad zo was.
Ik kan het my, en niet alleen
bij-wijze-van-spreken, zelf nog
herinneren. De dagdroom is
begonnen.
De bundel bevat 39 gedichten,
die uiteen lijken te vallen in
een Nederlandse en buiten
landse groep. Na verloop van
tijd wordt het echter duidelijk
dat het buitenland voor Van
Hoore niet zozeer een geografi
sche bepaling is, als wel een
manier van denken, een ma
nier van dingen zien. Het "bui
tenland" is de beleving van een
gebeuren, zonder de verstik
kende beperkingen van de tijd.
Het "buitenland" is die menta
le gesteldheid waarin secon
den een heel mensenleven
kunnen duren en waarin een
beweging dat leven kan defi-
Het is dan ook niet verwonder
lijk dat hij zelf (in het 40e ge
dicht op de achterkaft) zegt:
"Ik zou eigenlijk altijd in het
buitenland willen zijn, zelfs in
Nederland". Volledig terecht,
want in dat "buitenland" is hij
duidelijk op zijn sterkst.
Er kan echter een heel andere
verdeling worden gemaakt. En
wel tussen de "geleende" erva
ring aan de ene kant en de "ei
gen" ervaring aan de andere.
In de "geleende" ervaring (Het
Academisch is daar een voor
beeld van) beschrijft Van
Hoore situaties waarover hij
zich een mening heeft ge
vormd. Maar ook met zijn me
ning of visie lukt het hem niet
het gedicht boven het niveau
van een vingeroefening uit te
tillen. Het uiteindelijk aange
sproken detail blijft te klein,
zodat de lezer niet in de gele
genheid wordt gesteld het ge
dicht te beleven. Het universe
le geheugen wordt niet aange
sproken en de dagdroom blijft
daarom buiten bereik.
De kracht van Van Hoore is dat
hij in simpele, alledaagse taal,
die voor een groot publiek toe
gankelijk is, de wereld even
stil kan zetten om de lezer mee
te nemen naar zijn "buiten
land". Bepalende factor daar
bij is de geloofwaardigheid van
het gegeven. Hij zal er op moe
ten toezien dat hij die geloof
waardigheid niet verspeelt.
Zijn "buitenlandse" reizen zijn
namelijk te mooi om het geloof
er in te verliezen.
"Groot Licht" is het enige Neder
landse poëziedebuut van 1983.
Dat is een kleine oogst, maar
dan wel van een sterk gewas.
CHARLES DEN TEX
Cees van Hoore "Groot Licht". Uit
gegeven bij De Harmonie, prijs
16,90.
Naarmate de tijd verstrijkt komt
voor velen het verleden steeds
dichterbij. Ook zij die hun jon
ge jaren in Indië hebben door
gebracht zowel voor als tijdens
de oorlog dreigen met het
klimmen der jaren in de greep
van tempo doeloe te geraken.
En dat heeft lang niet altijd met
nostalgie te maken, zeker niet
wanneer een deel van de
jeugdjaren in de Japanse inter
neringskampen doorgebracht
moesten worden. Er is en over
de romantiek van tempo doe
loe en over de verschrikkingen
van het Indische (oorlogs)ver-
leden al heel wat afgeschreven,
in poezië en in proza. En de
stroom van boeken, die met
het Indië van toen te maken
hebben zal voorlopig nog wel
aanhouden.
Reisverslagen, romans, emotio
neel geschreven verhalen,
nauwkeurig bijgehouden dag
boeken, verhandelingen over
het hoe en waarom van een
tijdperk, dat voor een aanzien
lijke groep mensen nog niet
helemaal is afgesloten, ze vul
len in toenemende mate de
rekken van de boekwinkels.
Zij die de wortels van hun be
staan in de Gordel van Sma
ragd hebben liggen en in Ne
derland of enig ander land een
nieuw thuisland hebben moe
ten vinden zijn de voornaam
ste afnemers. Er is ook wat dat
betreft nog een gat in de markt
en dus lijkt er bij uitgevers vol
doende bereidheid te bestaan
om boeken over 'Indië' te blij
ven verspreiden, soms zelfs on
geacht de kwaliteit.
Een boek dat zeker wel enige
kwaliteit heeft is 'Dreiging on
der de tropenzon' van lens van
Doorn(pseudoniem), welke bij
Wever verschenen roman uit
de nadagen van Nederlandsch-
Indië een vervolg is op 'Geluk
is als een vogel'. In dit boek,
dat ook als een zelfstandige ro
man kan worden gelezen, zijn
vele persoonlijke ervaringen
van de schrijfster verwerkt.
Hoezeer zij als romanschrijfster
ook het recht heeft om te put
ten uit herinneringen die van
de werkelijkheid afwijken en
door fantasie zijn aangevuld,
jammer is dat het boek door de
overdaad aan tragische ge
beurtenissen, die elkaar bo
vendien in duizelingwekkende
vaart en daardoor wel eens erg
fragmentarisch opvolgen, een
tikkeltje tendeert naar het me
lodrama.
De ik-figuur ziet in die chaoti
sche tijd na de Japanse capitu
latie niet alleen haar eigen
maar ook andere huwelijken
uit haar omgeving stranden, ze
ziet een nieuwe liefde met een
jeugdvriend, die bij een vlieg
ramp op Bali om het leven
komt, letterlijk verongeluk
ken, ze gaat, hoewel hij haar
met een schot hagel om zeep
trachtte te helpen bij de ont
dekking van haar heimelijke
liefde, in op het voorstel van
haar man om een 'reparatiehu
welijk' aan te gaan, ze verliest
hem vervolgens op de vlucht
voor Indonesische opstande
lingen-en ze hertrouwt tenslot
te met een legerofficief om ver
volgens naar Nederland terug
te keren, waar haar blijkens de
epiloog nog meer onheil
wachtte.
'Of ik de moed kan opbrengen
ook dit deel van mijn leven
met zijn vele ups en downs op
de schrijven, weet ik niet...'
stelt lens van Doorn in haar
slotzin. Uit deze zin mag men
concluderen dat veel van de
beschreven rampspoed op
waarheid berust en dat maakt
het boek met zijn adembene
mend mooie omslagfoto extra
aangrijpend.
Het is zonder ingewikkelde lite
raire constructies, recht-toe-
recht-aan geschreven en geeft
bovendien haarzuiver de sfeer
aan van de gigantische chaos,
die er na het uitroepen van de
Indonesische republiek door
Soekarno in de voormalige ko
lonie heerste. Heel herkenbaar
althans voor al degenen die de
ze bizarre periode ook hebben
meegemaakt.
Geheel anders van karakter is
het nieuwste boekje van de bij
na 80-jarige Nederlands-Indo
nesische schrijfster Beb Vuyk,
die in 1973 voor haar gehele
oeuvre de Constantijn Huy-
gensprijs kreeg, maar wier
grootste bekendheid zij dankt
aan het door haar samengestel
de Groot Indonesisch Kook
boek.
Haar jongste werkje heet 'Reis
naar het vaderland in de verte'.
Het is een uitgebreid en
boeiend geschreven verslag
van een reis, die zij samen met
haar man in 1981 naar Indone
sië maakte, 'niet uit nostalgie
maar om onze wat pijnlijke ou
de botten aan de zon te verwar
men'. Hoewel 'met stok en
staar' de reis aanvaardend
heeft het tweetal de ogen wijd
open gehouden, eerst in Jakar
ta en later op het eiland Boe
roe, waar het echtpaar gedu
rende de vooroorlogse jaren
heeft gewoond en dat recente
lijk bekendheid genoot als ver
banningsoord van politieke ge
vangenen. Bep Vuyk, die na de
oorlog de Indonesische natio
naliteit verkoos maar in 1958
om politieke redenen naar Ne
derland terugkeerde, stelde
een vrij nuchter verslag samen
over haar waarnemingen, daar
bij zowel de positieve als de ne
gatieve aspecten van het Indo
nesische bewind aanroerend.
Haar verbondenheid met land
en volk van Indonesië, dat ze
overigens in 1970 ook nog eens
bezocht, komt er niettemin
duidelijk in tot uitdrukking.
Geen emotioneel weerzien dus
van iemand, die pas na dertig
of bijna veertig jaar naar het
land van herkomst terugkeert.
Wel van een iemand, die bewo
gen is met het wel en wee van
het moderne Indonesië en blij
is zoveel vrienden uit goede en
kwade dagen te hebben kun
nen weerzien.
Een verslag kortom vol wetens
waardigheden over het huidige
Indonesië met al zijn proble
men zoals dat van de in hevig
heid toenemende moessonre
gens en de daaruit voort
vloeiende bandjirs. De oor
zaak: ontbossing en erosie op
Java door onwettige gronduc-
cupatie en onwettige houtaan-
kap; op andere eilanden en in
het bijzonder op Borneo door
het verlenen van kapconses-
sies aan buitenlandse maat
schappijen, hoofdzakelijk Ja
panners.
PIETER C. ROSIER