BOEKEN
Benedetti geeft liefde weer glans
Siebelink: mooi en gaaf
Moeite met lezen
-c
3-
Kale herinneringen
aan het verleden
Zelden zoveel onzin
bij elkaar geschraapt
Baar Goud:
feit of
fantasie?
Hersen-
sabotage"
I WOENSDAG 4 MEI 1983
Varia
Er zijn romans die ik onder het
lezen telkens even dicht moet
doen, mijn arme vinger als
boekenlegger gebruikend.
Niet omdat de inhoud mij niet
meer boeit - integendeel! Nee,
ik wil nog wat genot bewaren
voor later. Ik betitel deze me
thode altijd als 'esthetisch
hamsteren'. Of het verschijnsel
U ook bekend is, weet ik niet.
Wat ik wel weet is dat de ro
man 'Het Uitstel' van de Uru-
guayaanse schrijver Benedetti
tot de bovengenoemde catego
rie behoort.
'Het Uitstel' is een liefdesge
schiedenis in dagboekvorm.
De mannelijke hoofdpersoon,
de 49-jarige weduwnaar Martin
Santome, is als boekhouder
werkzaam op een exportkan
toor in Montevideo. Zijn be
roep als zodanig interesseert
hem maar matig. Hij is welis
waar opgeklommen tot afde
lingschef, maar die positie
heeft hij meer te danken aan
zijn leeftijd dan aan zijn ambi
tie. Het liefst houdt hij zich be
zig met routine-karweitjes,
want deze stellen hem in staat
aan andere dingen te denken
en te dagdromen.
Op het moment dat hij heeft be
sloten zes maanden later met
vervroegd pensioen te gaan -
de enige 'bergafwaartse aspira
tie' die hij nog heeft - begint hij
aan een dagboek. Hierin no
teert hij wat hij zoal meemaakt
tussen de grijze archiefkasten
en de starende ordners. "Vomi-
to ergo sum" (Ik walg, dus ik
ben): het zou een hem passen
de lijfspreuk kunnen zijn. Hij
walgt van de smoezelige men
taliteit die het witte-boorden-
gilde er op nahoudt. Af en toe
weet hij de sleur even te onder
breken door met iemand de
koffer in te duiken, maar het
blijven altijd vluchtige ont
moetingen in gemeubileerde
kamers. "Wie de vrouw ook
moge zijn, het enige wat be
langrijk is, is het met haar naar
bed gaan.
En na het bedrijven van de liefde
is het weggaan het enige be
langrijke, ieder naar zijn eigen
bed, elkaar voor altijd verge
ten." Het lijf hunkert nog wel
naar de paringsdaad, maar eni
ge verheven gevoelens zijn
daarbij niet meer betrokken.
"Jij neukt met een ambtena-
rengezicht", zo heeft een van
Zijn twee zoons treden hem gere
serveerd tegemoet: de ene gaat
over lijken om een stapje hoger
op de maatschappelijke ladder
te komen, de ander is bezig zijn
homoseksuele geaardheid te
ontdekken, iets waarvoor de
boekhouder maar weinig be
grip kan opbrengen. Met zijn
dochter heeft hij meer contact.
Zijn vrije dagen vult hij met wan
delingen. Soms 'pakt' hy een
terrasje om er naar de mooie
vrouwen die langskomen te
kijken. Om de tijd te doden
houdt hij een statistiek bij van
wat hem het meest aan ieder
van hen bevalt. Met humor no
teert hij in zijn dagboek: "Ik
streepte het aan op een papie
ren servetje. Dit is het resul
taat: van twee beviel me het ge
zicht; van vier het kapsel; van
zes de borsten; van acht de be
nen; van vijftien het achter
werk. Ruime overwinning van
de achterwerken."
Hij ziet in dat hij zijn leven, het
leven dat hij werkelijk had wil
len leiden, steeds maar op de
lange baan heeft geschoven.
Nu wordt hij geconfronteerd
met het nadelig saldo. Hij is er
van overtuigd dat het hele me
chanisme van zijn gevoelsle
ven is stil blijven staan, sinds
de dood van zijn vrouw.
Aan die stilstand komt een eind
als er op zijn kantoor een
nieuw meisje wordt aangeno
men; hij wordt verliefd op
haar. Koortsachtig zoekt hij
naar een strategie om haar zijn
gevoelens kenbaar te maken.
Na de eerste, schuchtere toena
deringspogingen, zien wij hoe
zich een pure, bijna mythische
liefde tussen de twee mensen
ontwikkelt. Zijn levenslust
flakkert op. "Nu weet ik dat
mijn eenzaamheid een afschu
welijk spook was. Ik weet dat
de simpele aanwezigheid van
Avellaneda voldoende is ge
weest om het te verdrijven,
maar ik weet ook dat het niet
dood is, dat het ergens in een
smerig onderaards gewelf - in
een of andere voorstad van
mijn sleur - krachten aan het
verzamelen is".
En inderdaad, zijn voorgevoe
lens blijken juist te zijn, de
eenzaamheid geeft hem slechts
kort uitstel. Het noodlot kon
digt zich aan als een mooi-
weer-wolkje dat bij nader in
zien een alles wegvagende wer
velstorm blijkt te zijn.
Dit boek is een juweel. Benedetti
heeft een perfecte balans ge
vonden tussen de beschrijving
van het emotionele en het ver
standelijke in het karakter van
zijn hoofdpersoon. Deze is
geen onbezonnen jongeman,
die zich hals-over-kop in een
avontuurtje stort; nee, hij wikt
en weegt zorgvuldig alle conse
quenties af, voordat hij een re
latie met het jonge meisje aan
gaat. Daarom komt de klap die
hem - en de lezer - wacht des te
harder aan. Ik moest tijdens
het lezen van dit boek denken
aan 'Het Dagboek van een Ou
de Dwaas' van Tanizaki, die
evenals Benedetti een mooi
evenwicht wist te scheppen
tussen lyrische subjectiviteit
en een heldere stijl.
Ik zal dit boek vaak herlezen.
'Het Uitstel' is een roman die
het woord 'liefde' weer de
glans verleent waarop het
recht heeft. Dat mocht onder
hand wel eens. Of niet?
CEES VAN HOORE
Mario Benedetti, Het Uitstel, roman,
vertaling en nawoord Fleur Bour-
gonje, MeulenhofT, Amsterdam,
1983. 29,50.
In het nawoord bij de Nederland
se vertaling van Modiano's "La
place de l'etoile" (De plaats
van de ster) schreef Rudy
Kousbroek dat "het de impuls
oproept om het in zijn geheel,
van begin tot eind, te citeren".
Hetzelfde zou je kunnen zeggen
van "Memory Lane", zij het om
een geheel andere reden. Hier
gebeurt niets wat menselijk ge
sproken onmogelijk is; er
wordt niet, om een oneerbiedi
ge term te gebruiken, gegoo
cheld met tijd, ruimte en ver
beelding: de schrijver is vertel
ler, geen constructeur.
Memory Lane gaat over een aan
tal vrienden die vroeger een
hecht groepje vormden, maar
die elkaar nu uit het oog zijn
verloren. De verteller maakte
niet echt deel uit van dat
groepje, maar heeft "een poos
je in de nabijheid verkeerd,
lang genoeg om er een vrij dui
delijke herinnering aan te be
waren".
De titel slaat op een liedje over
paarden, die naar het slacht
huis worden gebracht. "Ze
brulden het refrein van Memo
ry Lane waarvan flarden met
de geur van de dennen door de
wind werden meegevoerd:
Memory Lane
Only once do horses go down
Memory Lane
But the traces of their hooves
still remain.."
In een reeks van uiterst nauw
keurige, schijnbaar futiele be
schrijvingen laat Modiano
zien, of liever: niet zien, wat
het bestaansrecht van het
groepje was. Men kende elkaar
uit de paardenhandel, er is een
gemeenschappelijke reislus
tigheid, een oud lyceum,
jeugdvrienden, maar wat hen
werkelijk bindt blijft onduide
lijk.
"Vaak moet men denken aan raz
zia's waardoor van midder
nacht tot zonsopgang mensen
worden samengebracht die el
kaar anders nooit zouden heb
ben ontmoet", schrijft Modia
no in de eerste regels van het
boek.
Dat is, kort gezegd, alles waar het
in dit boek om draait. De heri-
nering, het geheugen, het
verleden zijn allemaal 'raad
sels' waar niet alleen Patrick
Modiano maar waarschijnlijk
heel schrijvend Europa inspi
ratie uit put.
Daar is dus niet veel bijzonders
aan. Wat dit boek zo mooi
maakt, is de wijze waarop Mo
diano zijn herinneringen laat
voor wat zij zijn: flarden uit
een clair-obscur, zonder uitge
sproken betekenis voor een te
genwoordige tijd. Het is die ka
le herinnering, schijnbaar van
zin of nut ontdaan, die een
mens zo melancholiek stemt.
Het boek is verluchtigd met te
keningen van Pierre Le-Tan.
Onder die mooie illustratie's
staan teksten die niet in het
verhaal van Modiano voorko
men, anders geformuleerd: er
worden extra mededelingen
gedaan over de personen. Hier
door wordt het boek nog
"raadselsachtiger". Zeker als
het onderschrift in vragende
vorm is gesteld. Een voor
beeld: "Wie was de matroos
wiens foto Delval nog altijd bij
zich droeg? Misschien de
moordenaar van Oscar Dufres-
ne" (zie illustratie).
WIM BRANDS
Wat de lezer na genieting van Ko
ning Cophetua en het bedel
meisje, de nieuwe verhalen
bundel van Jan Siebelink, in
eerste instantie bij blijft is dat
ze "zo mooi" geschreven zijn.
Het ene verhaal na het andere
is sierlijk van toon, gaaf van
compositie, trefzeker van ka
rakteruitbeelding en ruimtebe
schrijving.
Het kan dan ook niet anders - dat
heb je toch al gauw bij korte
vertellingen - of het inhoudelij
ke aspect raakt ietwat in de
verdrukking. De teneur van de
meeste verhalen in de bundel
is tragisch. Doem en noodlot
overheersen, zoals in het titel
verhaal waarin Samuel Hoor
weg niet losraakt van zijn lief
de voor Hermione, noch van
zijn hardnekkige, voormalige
minnares Maria.
Zo ook in Gebakjes in Rococo,
waar de vrouwelijke ik-per-
soon wordt verkracht en haar
verkrachter met pathologische
hardnekkigheid volgt. Al even
triest en pijnlijk zijn Eiland
van Calypso (over een man die
terugkeert naar de vakantie
plaats waar zijn beide kinderen
verongelukt zijn), het wat min
dere Niets te vieren (over een,
aan de drank verslaafde leraar)
en Zou je niet naar Ecuador
willen?
Maar zonder meer het mooiste en
gevoeligste verhaal is wel
"How high the moon" dat
haast iets Elsschot-achtigs
heeft. Het is het enige verhaal
waarin dramatiek, karakterise
ring en fraaie schrijftrant ui
terst knap en subtiel harmo
niëren. Eigenlijke hoofdper
soon is de oude, enigszins se
niele en morsige Divendal die,
na het overlijden van zijn
vrouw, via dochter Lenie en
schoonzoon Sambogaard, in
een particulier verzorgingste
huis belandt.
Hier speelt van alles door elkaar:
de verbeten afkeer van Lenie
jegens haar vader bijvoor
beeld; met een mengeling van
koppigheid en afschuw blijft
ze hem opzoeken, waarbij Di
vendal haar onveranderlijk
weerzin inboezemt.
Schaap is de nog oudere huisge
noot met wie Divendal een in
nige en ontroerende vriend
schap sluit. Siebelink's be
schrijvingen van de haast
woordeloze maar diepe weder
zijdse genegenheid der twee
bejaarden behoren tot de
mooiste van de hele bundel.
Jan Siebelink
Een langer citaat is op zijn
plaats.
"Schaap dommelde in, schrok
wakker als op de tv werd ge
schoten. Buiten wikkelde de
tuin zich in duisternis, psalm
gezang steeg in de villa omhoog
als in een kathedraal, de be
dwelmende geur van de vlin
derboom drong de kamer bin
nen en maakte slaperig. Diven
dal vertelde zacht over alle ka
nonnen die hij in zijn leven
had gezien, Schaaps hoofd zak
te weg tegen de schouder van
Divendal. Tenslotte viel ook Di
vendal in slaap. In hun slaap
spraken ze soms. 'De wereld
staat op zijn kop', mompelde
Schaap. 'De wereld staat hele
maal op zijn kop', herhaalde
Divendal bijna letterlijK. Vaak
werden ze tegelijk wakker en
keken elkaar verbaasd aan.
Buiten een smalle lijn van bos
sen en dan niets dan lucht, he
lemaal leeg op de maan na die
precies boven de tuin stond en
de stammen van de bomen
scherpe omtrekken gaf.
'How high the moon', zei Schaap
en wees met zijn wandelstok
naar buiten. 'How high the
moon', herhaalde Divendal.
Een erg fijnzinnig verhaal in een
toch al knappe, subtiele bun
del. Om met kleine teugjes van
te genieten.
ROB VOOREN
Jan Siebelink, Koning Cophetua en
het bedelmeisje. Ui tg. MeulenhofT,
Amsterdam 1983, 24,50.
Uitgevers hebben een nieuw gat
in de markt ontdekt: boeken
voor moeilijk lezende kinde
ren. Jarenlang een vergeten
groep, waarvoor alleen een
schoolboekenuitgever als Wol-
ters Noordhoff aandacht had.
Om de een of andere reden
echter vormen de 'moeilijke le
zers' ook voor steeds meer lite
raire uitgevers een aantrekke
lijke doelgroep.
Boeken voor moeilijk lezende
kinderen schrijven is een spe
cialiteit, daarover is in deze ru
briek al eerder geschreven.
Heel eenvoudig gesteld ken
merken dergelijke boeken zich
door een bewust groot verschil
tussen inhoud en schrijfwijze.
De verhalen moeten betrekke
lijk simpel worden geschre
ven, maar dienen wat inhoud
betreft aan te sluiten bij de be
levingswereld van oudere kin
deren om niet als 'kinderach
tig' te worden beschouwd.
Dat laatste is bijzonder belang
rijk. Oudere kinderen die
slecht lezen hebben weinig zin
in boekjes voor jongere kinde
ren met onderwerpen die hen
totaal niet meer aanspreken.
Verhalen schrijven voor kinde
ren die moeite hebben met le
zen is geen geringe opgave.
Dat blijkt wel uit de door
Ploegsma uitgebrachte Streep-
jesboeken. Tot nu toe zijn 3
boekjes verschenen, die vol
doen aan de 'technische' voor
waarden, zoals heldere tekst,
korte hoofdstukjes, duidelijk
woordgebruik en overzichtely-
ke druk. Maar de achterflap
van de boekjes belooft naast
leesgemak ook spanning. En
juist dat laatste ontbreekt,
want de verhalen zijn, op een
enkele uitzondering na, inhou
delijk zwak. Misschien zijn de
gepresenteerde verhaaltjes
aardig voor kinderen tot 10
jaar. De leeftijdsgrens van 12
jaar, die de uitgever stelt, lijkt
me in ieder geval te optimis
tisch (met als uitzondering
wellicht geestelijk gehandicap
te kinderen).
Voor 'De Spinazie club' van
Miek Dorrestein geldt eigen
lijk hetzelfde. Een uitgemol
ken thema over een groep kin
deren die een geheimzinnige
diefstal oplossen. Met als va
riant dat dit keer een gehandi
capt meisje de hoofdrol speelt.
Technisch komt het verhaal te
gemoet aan de gestelde voor
waarden.
Alleen 'Als ik jou toch niet had'
van Astrid Lindgren steekt bo
ven de middelmaat uit. Mis
schien is dat mede te danken
aan de bewerking van Heieen
Kernkamp-Biegel, die hetzelf
de werk doet voor Wolters
Noordhoff. Dit boekje zit zo
wel inhoudelijk als technisch
goed in elkaar. Moeilijke woor
den worden bijvoorbeeld uit
gelegd en herhaald.
Het boek bestaat uit drie verhaal
tjes: twee gezellige vertellin
gen in kerstsfeer, en een be
schrijving van de baas-boven-
baas wedstrijd van Jaap en
Kees. Een schitterend geschre
ven verhaal over twee jongens
die allebei haantje de voorste
willen zijn. De humoristische
stijl van Astrid Lindgren en
haar vermogen te kunnen be
schrijven wat kinderen bezig
houdt maken dit boeKje tot de
beste van de drie. Hopelijk bie
den de volgende 3 Streepjes-
boeken echt wat ze beloven:
spanning.
De uitgever beveelt de boelges
aan voor kinderen met taalach
terstand, beperkte woordken
nis, woordblindheid, en voor
lichamelijk en geestelijk ge
handicapte kinderen. Een aan
beveling die niet klakkeloos
moet worden overgenomen. Er
zijn immers kinderen in een
rolstoel die kunnen lezen als
de besten.
MARGOT KLOMPMAKER
De Spinazie Club, (cschr. Miek Dor
restein. ill. Bab Siljée/ Het bontje
van Betsie, feschr. Thea Dube-
laar, ill. H&nna Ben them/ Als ik
jou toch niet had!, feschr. Astrid
Lindgren, bew. H. Kernkamp-Bie-
fel, feill. Mance Post Prijs per
boekje T 9,90.
'Het bontje van Betsie' van Thea
Dubelaar beschrijft de perike
len van twee vriendinnen, die
een door de poes gestolen bon
tje willen terugbezorgen bij de
eigenaresse. Het verhaal is in
houdelijk geen hoogvlieger.
Technisch voldoet het redelijk,
op een paar punten na. Dube
laar gebruikt soms lastige
woorden, die niet altijd in de
tekst of door middel van een
illustratie worden verduide
lijkt. Het woord 'gallerij' bij
voorbeeld: geen enkele uitleg
èn een lelijke spellingfout. Bo
vendien lijkt me het gebruik
van Franse namen voor de bei
de meisjes -Violaine en Sybil-
le- wat te veel van het goede in
een boek voor kinderen, die
soms alleen spellend kunnen
lezen.
Illustratie van Hanna Benthem
uit Het bontje van Betsie.
NIEUWE §MÊA
UITGAVEN
"Het heilige bloed en de heilige graal"
"In dierenland met Tita de pauw" door
Henri Arnoldus (v.a. 4 jaar), De Eek
hoorn, prijs 3,95.
"Jokko en de arme koning", "Jokko en
kabouter Flop", "Jokko viert een
toverfeest" door Henri Arnoldus (v.a.
4 jaar), De Eekhoorn, prijs 4,50 per
"De olijke tweeling en de verdwenen
dieren" en "De olijke tweeling en de
ponyboerderij", meisjesboeken (V.a.
10 jaar) door Arja Peters, De Eek
hoorn, prijs 6,50 per stuk.
"Inger" en "Inger krijgt Silver", meis
jesboeken (v.a. 10 jaar) door Lisbeth
Pahnke, De Eekhoorn, prijs 6,50 per
"Jan Boom in Algiers", jeugdboek (v.a.
12 jaar) door Nanne Bosma, Dë Eek
hoorn, prijs 6,95.
"André de koerier", jeugdboek (v.a. 10
jaar) door Joh. C. Maas, De Eekhoorn,
prijs 8,50.
"Oorlogsvlieger van Oraiye" door Bob
van der Stok, Unieboek, prijs 15,-.
"Helliconia, lente", roman van Brian
Aldiss, Het Spectrum, prijs 29,90.
"Sintels" en andere sciencefictionver
halen van Robert Holdstock, Het
Spectrum, prijs 9,90.
"De verloren dochter" roman van Jef
frey Archer, Het Spectrum, prijs
29,90.
"De tweede ronde", tijdschrift voor li
teratuur lente '83, Bert Bakker, prys
10,-.
"Brief aan een nieuwe werkloze" van
Ewald Vanvugt, In de Knipscheer,
prijs 19,50.
"Mijn kleine tygers", roman van Lloyd
Alexander, West-Friesland, prijs
16,50.
"Kern van kristal", meisjesboek van
Leni Saris, West-Friesland, prys 20,-
Op zoek naar de achtergronden
van o.a. de heilige graal ont
dekten de auteurs van het de
zer dagen bij Elsevier versche
nen boek "Het heilige bloed en
de heilige graal" een verborgen
"schat". Het betrof geen geld
of edelstenen, maar een brief
van een priester uit Rehnes le
Chateau.
Het ging om "het onweerlegbare
bewijs", dat de kruisiging van
Christus bedrog was geweest
en dat Hij in 45 nog in leven
was. De auteurs begonnen ver
der te spitten en "ontdekten"
nog het e.e.a.
Het is eigenlijk te gek om los te
lopen, maar aangezien de uit
gever het boek als een "wereld
bestseller" de wereld in stuur
de, moeten wij er toch wel aan
dacht aanbesteden, al was het
maar negatief.
We beperken ons tot het verhaal
over Christus. Dat is al erg ge
noeg. Het boek wordt overeind
gehouden door allemaal "on
weerlegbare bewijzen". Chris
tus was getrouwd en wel met...
Maria Magdalena.
Motief van de auteurs: er staat in
de Evangelies niet, dat Hij niet
getrouwd was. Zijn bruiloft
was die van... Kana. Marie van
Bethanie, de zuster van Laza
rus, was een en dezelfde figuur
als Maria Magdalena. En "zwa
ger" Lazarus was een en de
zelfde figuur als... de apostel
Joannes.
Christus had ook een zoon... Ba-
rabbas. Om deze "feiten" te
verdoezelen hebben de Evan
gelisten Maria Magdalena en
Barabbas resp. als prostituée
en moordenaar afgeschilderd.
En tenslotte: Christus stierf in 76
op 80-jarige leeftijd in Massa-
da. Hier citeren de auteurs een
Australische journalist. Kort
en goed: een boek om te verge-
ten" THEO KROON
Het heilige bloed en de heilige graal,
Michael Baisent, Richard Leigh en
Henry Lincoln, Uitg. Elsevier,
45,-.
Uitgever Veen in Utrecht zegt
dat de thriller "Baar goud" op
feiten zou zijn gebaseerd. Fei
ten, zó onthutsend, dati dege
nen die de goudkoorts van
1979-1980 (toen de goudprijs
binnen een maand verdubbel
de en daarna plotseling weer
kelderde) van zeer nabij had
den meegemaakt, hun verhaal
niet eens kwijt zouden hebben
gekund. Zó ongeloofwaardig
moet het hebben geklonken.
Daarom zou thrillerauteur John
Goldsmith in de arm zyn geno
men. Een prachtig pseudo
niem voor zo'n verhaal. Vol
gens de uitgever werd de man
daarna ontvoerd, een nacht
vastgehouden en met allerlei
onvriendelijke dingen be
dreigd als hij zjjn "documen
taire" zou laten uitgeven.
Goldsmith zou niet hebben
toegegeven, werd toen vrijge
laten en zou op advies van
Scotland Yard zijn ondergedo
ken.
Een voor de publiciteit passend
verhaal natuurlijk. Maar het
boek heeft het eigenlijk niet
nodig, al vliegt het literair niet
hoog. Het gaat daarin meer om
de achtergrond. Als de goud
prijs stijgt beïnvloedt dat de
prijs van talloze goederen.
Toch is de handel van dat kost
bare edelmetaal in de particu
liere handén van slechts een
handjevol mensen. Mensen
aan wie niets menselijks
vreemd is.
Bij de goudkoorts van '79-'80 zijn
talloze miljoenen - zo niet mil
jarden verloren en gewon
nen. Volgens de zeker in die
wereld zeer goed ingevoerde
Goldsmith gebeurde dat in een
bikkelharde, voor sommigen
dodelijke strijd, omdat twee
Amerikanen 2000 ton baar
goud uit privébezit moesten
zien te verkopen.
Goldsmith vertelt geen fris ver
haal. Integendeel. Het is ook
geen minutieus journalistiek
verslag, maar het gedramati
seerde relaas van een schrijver
Daarom blijft aan het einde al
tijd een vraag over: wat is een
feit en wat fantasie?
"Baar goud" door John Goldsmith,
Uitgeverij Veen in Utrecht, prijs
ƒ24,50.
Transplantaties kennen we. Nie
ren, beenmerg, hoornvliezen,
ja zelfs harten. Niet alles is
even succesvol geweest, maar
de medische ontwikkeling
gaat verder.
De fantasie kan echter nog veel
verder: als het ene orgaan kan
worden overgeplant, waarom
het andere dan niet? De schrij
ver Pieter Niesewand heeft
daarop zijn sciencefictionach
tige thriller "Hersensabotage"
geënt.
Voor een geheime missie in Rus
land zijn het lichaam van een
jonge atleet en de door erva
ring gerijpte hersenen van een
computer-genie nodig. In de
fantasie van een creatief schrij
ver is dat wel te combineren.
Peter Niesewand heeft het ge
daan. En hij heeft er zich niet
met een Jantje van Leiden van
af gemaakt. Ik vind het althans
een verdienste van hem dat hij
niet het Russische avontuur
centraal heeft gesteld in zijn in
trigerend verhaal (eigenlijk is
het maar bijzaak) maar zich
heeft geconcentreerd op de
menselijke gedragingen van de
hoofdpersonen: in de eerste
plaats de twee direct betrok
ken mannen, maar ook hun
vrouwen en de personen die
achter hen de beslissingen
moeten nemen.
Zelfs als ik aan de talloze ethi
sche vragen die zo'n operatie
oproept voorbij ga (het is niet
allemaal even hoogstaand wat
Peter Niesewand zijn beslis
sende figuren aanwrijft) blij
ven er nog genoeg onwezenlij
ke vragen over. Om er maar
één te noemen: de hersenen
van de één, het lichaam van de
ander, wie is hij eigenlijk?
Of voorlopig de allerbelangrijk
ste: science fiction of toe
komstmogelijkheid? Peter
Niesewand roept de vragen op
terwijl men geboeid naar hem
zit te luisteren. Uiteraard geeft
hij daarop geen antwoord.
KOOS POST
"Hersensabotage" door Peter Niese
wand, Hoilandia.