BOEKEN Benedetti geeft liefde weer glans Siebelink: mooi en gaaf Moeite met lezen -c 3- Kale herinneringen aan het verleden Zelden zoveel onzin bij elkaar geschraapt Baar Goud: feit of fantasie? Hersen- sabotage" I WOENSDAG 4 MEI 1983 Varia Er zijn romans die ik onder het lezen telkens even dicht moet doen, mijn arme vinger als boekenlegger gebruikend. Niet omdat de inhoud mij niet meer boeit - integendeel! Nee, ik wil nog wat genot bewaren voor later. Ik betitel deze me thode altijd als 'esthetisch hamsteren'. Of het verschijnsel U ook bekend is, weet ik niet. Wat ik wel weet is dat de ro man 'Het Uitstel' van de Uru- guayaanse schrijver Benedetti tot de bovengenoemde catego rie behoort. 'Het Uitstel' is een liefdesge schiedenis in dagboekvorm. De mannelijke hoofdpersoon, de 49-jarige weduwnaar Martin Santome, is als boekhouder werkzaam op een exportkan toor in Montevideo. Zijn be roep als zodanig interesseert hem maar matig. Hij is welis waar opgeklommen tot afde lingschef, maar die positie heeft hij meer te danken aan zijn leeftijd dan aan zijn ambi tie. Het liefst houdt hij zich be zig met routine-karweitjes, want deze stellen hem in staat aan andere dingen te denken en te dagdromen. Op het moment dat hij heeft be sloten zes maanden later met vervroegd pensioen te gaan - de enige 'bergafwaartse aspira tie' die hij nog heeft - begint hij aan een dagboek. Hierin no teert hij wat hij zoal meemaakt tussen de grijze archiefkasten en de starende ordners. "Vomi- to ergo sum" (Ik walg, dus ik ben): het zou een hem passen de lijfspreuk kunnen zijn. Hij walgt van de smoezelige men taliteit die het witte-boorden- gilde er op nahoudt. Af en toe weet hij de sleur even te onder breken door met iemand de koffer in te duiken, maar het blijven altijd vluchtige ont moetingen in gemeubileerde kamers. "Wie de vrouw ook moge zijn, het enige wat be langrijk is, is het met haar naar bed gaan. En na het bedrijven van de liefde is het weggaan het enige be langrijke, ieder naar zijn eigen bed, elkaar voor altijd verge ten." Het lijf hunkert nog wel naar de paringsdaad, maar eni ge verheven gevoelens zijn daarbij niet meer betrokken. "Jij neukt met een ambtena- rengezicht", zo heeft een van Zijn twee zoons treden hem gere serveerd tegemoet: de ene gaat over lijken om een stapje hoger op de maatschappelijke ladder te komen, de ander is bezig zijn homoseksuele geaardheid te ontdekken, iets waarvoor de boekhouder maar weinig be grip kan opbrengen. Met zijn dochter heeft hij meer contact. Zijn vrije dagen vult hij met wan delingen. Soms 'pakt' hy een terrasje om er naar de mooie vrouwen die langskomen te kijken. Om de tijd te doden houdt hij een statistiek bij van wat hem het meest aan ieder van hen bevalt. Met humor no teert hij in zijn dagboek: "Ik streepte het aan op een papie ren servetje. Dit is het resul taat: van twee beviel me het ge zicht; van vier het kapsel; van zes de borsten; van acht de be nen; van vijftien het achter werk. Ruime overwinning van de achterwerken." Hij ziet in dat hij zijn leven, het leven dat hij werkelijk had wil len leiden, steeds maar op de lange baan heeft geschoven. Nu wordt hij geconfronteerd met het nadelig saldo. Hij is er van overtuigd dat het hele me chanisme van zijn gevoelsle ven is stil blijven staan, sinds de dood van zijn vrouw. Aan die stilstand komt een eind als er op zijn kantoor een nieuw meisje wordt aangeno men; hij wordt verliefd op haar. Koortsachtig zoekt hij naar een strategie om haar zijn gevoelens kenbaar te maken. Na de eerste, schuchtere toena deringspogingen, zien wij hoe zich een pure, bijna mythische liefde tussen de twee mensen ontwikkelt. Zijn levenslust flakkert op. "Nu weet ik dat mijn eenzaamheid een afschu welijk spook was. Ik weet dat de simpele aanwezigheid van Avellaneda voldoende is ge weest om het te verdrijven, maar ik weet ook dat het niet dood is, dat het ergens in een smerig onderaards gewelf - in een of andere voorstad van mijn sleur - krachten aan het verzamelen is". En inderdaad, zijn voorgevoe lens blijken juist te zijn, de eenzaamheid geeft hem slechts kort uitstel. Het noodlot kon digt zich aan als een mooi- weer-wolkje dat bij nader in zien een alles wegvagende wer velstorm blijkt te zijn. Dit boek is een juweel. Benedetti heeft een perfecte balans ge vonden tussen de beschrijving van het emotionele en het ver standelijke in het karakter van zijn hoofdpersoon. Deze is geen onbezonnen jongeman, die zich hals-over-kop in een avontuurtje stort; nee, hij wikt en weegt zorgvuldig alle conse quenties af, voordat hij een re latie met het jonge meisje aan gaat. Daarom komt de klap die hem - en de lezer - wacht des te harder aan. Ik moest tijdens het lezen van dit boek denken aan 'Het Dagboek van een Ou de Dwaas' van Tanizaki, die evenals Benedetti een mooi evenwicht wist te scheppen tussen lyrische subjectiviteit en een heldere stijl. Ik zal dit boek vaak herlezen. 'Het Uitstel' is een roman die het woord 'liefde' weer de glans verleent waarop het recht heeft. Dat mocht onder hand wel eens. Of niet? CEES VAN HOORE Mario Benedetti, Het Uitstel, roman, vertaling en nawoord Fleur Bour- gonje, MeulenhofT, Amsterdam, 1983. 29,50. In het nawoord bij de Nederland se vertaling van Modiano's "La place de l'etoile" (De plaats van de ster) schreef Rudy Kousbroek dat "het de impuls oproept om het in zijn geheel, van begin tot eind, te citeren". Hetzelfde zou je kunnen zeggen van "Memory Lane", zij het om een geheel andere reden. Hier gebeurt niets wat menselijk ge sproken onmogelijk is; er wordt niet, om een oneerbiedi ge term te gebruiken, gegoo cheld met tijd, ruimte en ver beelding: de schrijver is vertel ler, geen constructeur. Memory Lane gaat over een aan tal vrienden die vroeger een hecht groepje vormden, maar die elkaar nu uit het oog zijn verloren. De verteller maakte niet echt deel uit van dat groepje, maar heeft "een poos je in de nabijheid verkeerd, lang genoeg om er een vrij dui delijke herinnering aan te be waren". De titel slaat op een liedje over paarden, die naar het slacht huis worden gebracht. "Ze brulden het refrein van Memo ry Lane waarvan flarden met de geur van de dennen door de wind werden meegevoerd: Memory Lane Only once do horses go down Memory Lane But the traces of their hooves still remain.." In een reeks van uiterst nauw keurige, schijnbaar futiele be schrijvingen laat Modiano zien, of liever: niet zien, wat het bestaansrecht van het groepje was. Men kende elkaar uit de paardenhandel, er is een gemeenschappelijke reislus tigheid, een oud lyceum, jeugdvrienden, maar wat hen werkelijk bindt blijft onduide lijk. "Vaak moet men denken aan raz zia's waardoor van midder nacht tot zonsopgang mensen worden samengebracht die el kaar anders nooit zouden heb ben ontmoet", schrijft Modia no in de eerste regels van het boek. Dat is, kort gezegd, alles waar het in dit boek om draait. De heri- nering, het geheugen, het verleden zijn allemaal 'raad sels' waar niet alleen Patrick Modiano maar waarschijnlijk heel schrijvend Europa inspi ratie uit put. Daar is dus niet veel bijzonders aan. Wat dit boek zo mooi maakt, is de wijze waarop Mo diano zijn herinneringen laat voor wat zij zijn: flarden uit een clair-obscur, zonder uitge sproken betekenis voor een te genwoordige tijd. Het is die ka le herinnering, schijnbaar van zin of nut ontdaan, die een mens zo melancholiek stemt. Het boek is verluchtigd met te keningen van Pierre Le-Tan. Onder die mooie illustratie's staan teksten die niet in het verhaal van Modiano voorko men, anders geformuleerd: er worden extra mededelingen gedaan over de personen. Hier door wordt het boek nog "raadselsachtiger". Zeker als het onderschrift in vragende vorm is gesteld. Een voor beeld: "Wie was de matroos wiens foto Delval nog altijd bij zich droeg? Misschien de moordenaar van Oscar Dufres- ne" (zie illustratie). WIM BRANDS Wat de lezer na genieting van Ko ning Cophetua en het bedel meisje, de nieuwe verhalen bundel van Jan Siebelink, in eerste instantie bij blijft is dat ze "zo mooi" geschreven zijn. Het ene verhaal na het andere is sierlijk van toon, gaaf van compositie, trefzeker van ka rakteruitbeelding en ruimtebe schrijving. Het kan dan ook niet anders - dat heb je toch al gauw bij korte vertellingen - of het inhoudelij ke aspect raakt ietwat in de verdrukking. De teneur van de meeste verhalen in de bundel is tragisch. Doem en noodlot overheersen, zoals in het titel verhaal waarin Samuel Hoor weg niet losraakt van zijn lief de voor Hermione, noch van zijn hardnekkige, voormalige minnares Maria. Zo ook in Gebakjes in Rococo, waar de vrouwelijke ik-per- soon wordt verkracht en haar verkrachter met pathologische hardnekkigheid volgt. Al even triest en pijnlijk zijn Eiland van Calypso (over een man die terugkeert naar de vakantie plaats waar zijn beide kinderen verongelukt zijn), het wat min dere Niets te vieren (over een, aan de drank verslaafde leraar) en Zou je niet naar Ecuador willen? Maar zonder meer het mooiste en gevoeligste verhaal is wel "How high the moon" dat haast iets Elsschot-achtigs heeft. Het is het enige verhaal waarin dramatiek, karakterise ring en fraaie schrijftrant ui terst knap en subtiel harmo niëren. Eigenlijke hoofdper soon is de oude, enigszins se niele en morsige Divendal die, na het overlijden van zijn vrouw, via dochter Lenie en schoonzoon Sambogaard, in een particulier verzorgingste huis belandt. Hier speelt van alles door elkaar: de verbeten afkeer van Lenie jegens haar vader bijvoor beeld; met een mengeling van koppigheid en afschuw blijft ze hem opzoeken, waarbij Di vendal haar onveranderlijk weerzin inboezemt. Schaap is de nog oudere huisge noot met wie Divendal een in nige en ontroerende vriend schap sluit. Siebelink's be schrijvingen van de haast woordeloze maar diepe weder zijdse genegenheid der twee bejaarden behoren tot de mooiste van de hele bundel. Jan Siebelink Een langer citaat is op zijn plaats. "Schaap dommelde in, schrok wakker als op de tv werd ge schoten. Buiten wikkelde de tuin zich in duisternis, psalm gezang steeg in de villa omhoog als in een kathedraal, de be dwelmende geur van de vlin derboom drong de kamer bin nen en maakte slaperig. Diven dal vertelde zacht over alle ka nonnen die hij in zijn leven had gezien, Schaaps hoofd zak te weg tegen de schouder van Divendal. Tenslotte viel ook Di vendal in slaap. In hun slaap spraken ze soms. 'De wereld staat op zijn kop', mompelde Schaap. 'De wereld staat hele maal op zijn kop', herhaalde Divendal bijna letterlijK. Vaak werden ze tegelijk wakker en keken elkaar verbaasd aan. Buiten een smalle lijn van bos sen en dan niets dan lucht, he lemaal leeg op de maan na die precies boven de tuin stond en de stammen van de bomen scherpe omtrekken gaf. 'How high the moon', zei Schaap en wees met zijn wandelstok naar buiten. 'How high the moon', herhaalde Divendal. Een erg fijnzinnig verhaal in een toch al knappe, subtiele bun del. Om met kleine teugjes van te genieten. ROB VOOREN Jan Siebelink, Koning Cophetua en het bedelmeisje. Ui tg. MeulenhofT, Amsterdam 1983, 24,50. Uitgevers hebben een nieuw gat in de markt ontdekt: boeken voor moeilijk lezende kinde ren. Jarenlang een vergeten groep, waarvoor alleen een schoolboekenuitgever als Wol- ters Noordhoff aandacht had. Om de een of andere reden echter vormen de 'moeilijke le zers' ook voor steeds meer lite raire uitgevers een aantrekke lijke doelgroep. Boeken voor moeilijk lezende kinderen schrijven is een spe cialiteit, daarover is in deze ru briek al eerder geschreven. Heel eenvoudig gesteld ken merken dergelijke boeken zich door een bewust groot verschil tussen inhoud en schrijfwijze. De verhalen moeten betrekke lijk simpel worden geschre ven, maar dienen wat inhoud betreft aan te sluiten bij de be levingswereld van oudere kin deren om niet als 'kinderach tig' te worden beschouwd. Dat laatste is bijzonder belang rijk. Oudere kinderen die slecht lezen hebben weinig zin in boekjes voor jongere kinde ren met onderwerpen die hen totaal niet meer aanspreken. Verhalen schrijven voor kinde ren die moeite hebben met le zen is geen geringe opgave. Dat blijkt wel uit de door Ploegsma uitgebrachte Streep- jesboeken. Tot nu toe zijn 3 boekjes verschenen, die vol doen aan de 'technische' voor waarden, zoals heldere tekst, korte hoofdstukjes, duidelijk woordgebruik en overzichtely- ke druk. Maar de achterflap van de boekjes belooft naast leesgemak ook spanning. En juist dat laatste ontbreekt, want de verhalen zijn, op een enkele uitzondering na, inhou delijk zwak. Misschien zijn de gepresenteerde verhaaltjes aardig voor kinderen tot 10 jaar. De leeftijdsgrens van 12 jaar, die de uitgever stelt, lijkt me in ieder geval te optimis tisch (met als uitzondering wellicht geestelijk gehandicap te kinderen). Voor 'De Spinazie club' van Miek Dorrestein geldt eigen lijk hetzelfde. Een uitgemol ken thema over een groep kin deren die een geheimzinnige diefstal oplossen. Met als va riant dat dit keer een gehandi capt meisje de hoofdrol speelt. Technisch komt het verhaal te gemoet aan de gestelde voor waarden. Alleen 'Als ik jou toch niet had' van Astrid Lindgren steekt bo ven de middelmaat uit. Mis schien is dat mede te danken aan de bewerking van Heieen Kernkamp-Biegel, die hetzelf de werk doet voor Wolters Noordhoff. Dit boekje zit zo wel inhoudelijk als technisch goed in elkaar. Moeilijke woor den worden bijvoorbeeld uit gelegd en herhaald. Het boek bestaat uit drie verhaal tjes: twee gezellige vertellin gen in kerstsfeer, en een be schrijving van de baas-boven- baas wedstrijd van Jaap en Kees. Een schitterend geschre ven verhaal over twee jongens die allebei haantje de voorste willen zijn. De humoristische stijl van Astrid Lindgren en haar vermogen te kunnen be schrijven wat kinderen bezig houdt maken dit boeKje tot de beste van de drie. Hopelijk bie den de volgende 3 Streepjes- boeken echt wat ze beloven: spanning. De uitgever beveelt de boelges aan voor kinderen met taalach terstand, beperkte woordken nis, woordblindheid, en voor lichamelijk en geestelijk ge handicapte kinderen. Een aan beveling die niet klakkeloos moet worden overgenomen. Er zijn immers kinderen in een rolstoel die kunnen lezen als de besten. MARGOT KLOMPMAKER De Spinazie Club, (cschr. Miek Dor restein. ill. Bab Siljée/ Het bontje van Betsie, feschr. Thea Dube- laar, ill. H&nna Ben them/ Als ik jou toch niet had!, feschr. Astrid Lindgren, bew. H. Kernkamp-Bie- fel, feill. Mance Post Prijs per boekje T 9,90. 'Het bontje van Betsie' van Thea Dubelaar beschrijft de perike len van twee vriendinnen, die een door de poes gestolen bon tje willen terugbezorgen bij de eigenaresse. Het verhaal is in houdelijk geen hoogvlieger. Technisch voldoet het redelijk, op een paar punten na. Dube laar gebruikt soms lastige woorden, die niet altijd in de tekst of door middel van een illustratie worden verduide lijkt. Het woord 'gallerij' bij voorbeeld: geen enkele uitleg èn een lelijke spellingfout. Bo vendien lijkt me het gebruik van Franse namen voor de bei de meisjes -Violaine en Sybil- le- wat te veel van het goede in een boek voor kinderen, die soms alleen spellend kunnen lezen. Illustratie van Hanna Benthem uit Het bontje van Betsie. NIEUWE §MÊA UITGAVEN "Het heilige bloed en de heilige graal" "In dierenland met Tita de pauw" door Henri Arnoldus (v.a. 4 jaar), De Eek hoorn, prijs 3,95. "Jokko en de arme koning", "Jokko en kabouter Flop", "Jokko viert een toverfeest" door Henri Arnoldus (v.a. 4 jaar), De Eekhoorn, prijs 4,50 per "De olijke tweeling en de verdwenen dieren" en "De olijke tweeling en de ponyboerderij", meisjesboeken (V.a. 10 jaar) door Arja Peters, De Eek hoorn, prijs 6,50 per stuk. "Inger" en "Inger krijgt Silver", meis jesboeken (v.a. 10 jaar) door Lisbeth Pahnke, De Eekhoorn, prijs 6,50 per "Jan Boom in Algiers", jeugdboek (v.a. 12 jaar) door Nanne Bosma, Dë Eek hoorn, prijs 6,95. "André de koerier", jeugdboek (v.a. 10 jaar) door Joh. C. Maas, De Eekhoorn, prijs 8,50. "Oorlogsvlieger van Oraiye" door Bob van der Stok, Unieboek, prijs 15,-. "Helliconia, lente", roman van Brian Aldiss, Het Spectrum, prijs 29,90. "Sintels" en andere sciencefictionver halen van Robert Holdstock, Het Spectrum, prijs 9,90. "De verloren dochter" roman van Jef frey Archer, Het Spectrum, prijs 29,90. "De tweede ronde", tijdschrift voor li teratuur lente '83, Bert Bakker, prys 10,-. "Brief aan een nieuwe werkloze" van Ewald Vanvugt, In de Knipscheer, prijs 19,50. "Mijn kleine tygers", roman van Lloyd Alexander, West-Friesland, prijs 16,50. "Kern van kristal", meisjesboek van Leni Saris, West-Friesland, prys 20,- Op zoek naar de achtergronden van o.a. de heilige graal ont dekten de auteurs van het de zer dagen bij Elsevier versche nen boek "Het heilige bloed en de heilige graal" een verborgen "schat". Het betrof geen geld of edelstenen, maar een brief van een priester uit Rehnes le Chateau. Het ging om "het onweerlegbare bewijs", dat de kruisiging van Christus bedrog was geweest en dat Hij in 45 nog in leven was. De auteurs begonnen ver der te spitten en "ontdekten" nog het e.e.a. Het is eigenlijk te gek om los te lopen, maar aangezien de uit gever het boek als een "wereld bestseller" de wereld in stuur de, moeten wij er toch wel aan dacht aanbesteden, al was het maar negatief. We beperken ons tot het verhaal over Christus. Dat is al erg ge noeg. Het boek wordt overeind gehouden door allemaal "on weerlegbare bewijzen". Chris tus was getrouwd en wel met... Maria Magdalena. Motief van de auteurs: er staat in de Evangelies niet, dat Hij niet getrouwd was. Zijn bruiloft was die van... Kana. Marie van Bethanie, de zuster van Laza rus, was een en dezelfde figuur als Maria Magdalena. En "zwa ger" Lazarus was een en de zelfde figuur als... de apostel Joannes. Christus had ook een zoon... Ba- rabbas. Om deze "feiten" te verdoezelen hebben de Evan gelisten Maria Magdalena en Barabbas resp. als prostituée en moordenaar afgeschilderd. En tenslotte: Christus stierf in 76 op 80-jarige leeftijd in Massa- da. Hier citeren de auteurs een Australische journalist. Kort en goed: een boek om te verge- ten" THEO KROON Het heilige bloed en de heilige graal, Michael Baisent, Richard Leigh en Henry Lincoln, Uitg. Elsevier, 45,-. Uitgever Veen in Utrecht zegt dat de thriller "Baar goud" op feiten zou zijn gebaseerd. Fei ten, zó onthutsend, dati dege nen die de goudkoorts van 1979-1980 (toen de goudprijs binnen een maand verdubbel de en daarna plotseling weer kelderde) van zeer nabij had den meegemaakt, hun verhaal niet eens kwijt zouden hebben gekund. Zó ongeloofwaardig moet het hebben geklonken. Daarom zou thrillerauteur John Goldsmith in de arm zyn geno men. Een prachtig pseudo niem voor zo'n verhaal. Vol gens de uitgever werd de man daarna ontvoerd, een nacht vastgehouden en met allerlei onvriendelijke dingen be dreigd als hij zjjn "documen taire" zou laten uitgeven. Goldsmith zou niet hebben toegegeven, werd toen vrijge laten en zou op advies van Scotland Yard zijn ondergedo ken. Een voor de publiciteit passend verhaal natuurlijk. Maar het boek heeft het eigenlijk niet nodig, al vliegt het literair niet hoog. Het gaat daarin meer om de achtergrond. Als de goud prijs stijgt beïnvloedt dat de prijs van talloze goederen. Toch is de handel van dat kost bare edelmetaal in de particu liere handén van slechts een handjevol mensen. Mensen aan wie niets menselijks vreemd is. Bij de goudkoorts van '79-'80 zijn talloze miljoenen - zo niet mil jarden verloren en gewon nen. Volgens de zeker in die wereld zeer goed ingevoerde Goldsmith gebeurde dat in een bikkelharde, voor sommigen dodelijke strijd, omdat twee Amerikanen 2000 ton baar goud uit privébezit moesten zien te verkopen. Goldsmith vertelt geen fris ver haal. Integendeel. Het is ook geen minutieus journalistiek verslag, maar het gedramati seerde relaas van een schrijver Daarom blijft aan het einde al tijd een vraag over: wat is een feit en wat fantasie? "Baar goud" door John Goldsmith, Uitgeverij Veen in Utrecht, prijs ƒ24,50. Transplantaties kennen we. Nie ren, beenmerg, hoornvliezen, ja zelfs harten. Niet alles is even succesvol geweest, maar de medische ontwikkeling gaat verder. De fantasie kan echter nog veel verder: als het ene orgaan kan worden overgeplant, waarom het andere dan niet? De schrij ver Pieter Niesewand heeft daarop zijn sciencefictionach tige thriller "Hersensabotage" geënt. Voor een geheime missie in Rus land zijn het lichaam van een jonge atleet en de door erva ring gerijpte hersenen van een computer-genie nodig. In de fantasie van een creatief schrij ver is dat wel te combineren. Peter Niesewand heeft het ge daan. En hij heeft er zich niet met een Jantje van Leiden van af gemaakt. Ik vind het althans een verdienste van hem dat hij niet het Russische avontuur centraal heeft gesteld in zijn in trigerend verhaal (eigenlijk is het maar bijzaak) maar zich heeft geconcentreerd op de menselijke gedragingen van de hoofdpersonen: in de eerste plaats de twee direct betrok ken mannen, maar ook hun vrouwen en de personen die achter hen de beslissingen moeten nemen. Zelfs als ik aan de talloze ethi sche vragen die zo'n operatie oproept voorbij ga (het is niet allemaal even hoogstaand wat Peter Niesewand zijn beslis sende figuren aanwrijft) blij ven er nog genoeg onwezenlij ke vragen over. Om er maar één te noemen: de hersenen van de één, het lichaam van de ander, wie is hij eigenlijk? Of voorlopig de allerbelangrijk ste: science fiction of toe komstmogelijkheid? Peter Niesewand roept de vragen op terwijl men geboeid naar hem zit te luisteren. Uiteraard geeft hij daarop geen antwoord. KOOS POST "Hersensabotage" door Peter Niese wand, Hoilandia.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 17