In de ban van een vrek We lusten ze rauw Verering van Ennio Morricone gebundeld in Roelofarendsveen Het eten van rauwe vis wordt door veel mensen als een heel rare gewoonte beschouwd. In Europa zyn wy Nederlanders eigenlijk de enigen die dat al sinds de veertiende eeuw op grote schaal doen: zoute haring is een typisch vaderlandse specialiteit. Sinds Willem Beukelszoon uit Biervliet het haringkaken vervolmaakte, kan de vers gevangen vis ingezouten worden bewaard. Dat kaken houdt in dat de ingewanden van de vis direct na de vangst worden verwijderd, maar dat een klein stuKje van het maagdarmkanaal blijft zitten. Van daaruit ontstaat, samen met het zout, een inwerking van enzymen op het visvlees. Daar wordt het heerlijk mals door en we vergeten helemaal dat we eigenlijk rauwe vis eten. Die reputatie van 'rauwe viseters' delen we met een volk aan de andere kant van de wereld, waar Nederland van oudsher nauwe banden mee heeft. Japanners eten erg veel rauwe vis. Dat is dan vis die beslist heel erg vers moet zijn, anders dus dan wü met onze ingelegde haring doen. Sasjimi is de naam voor gerechten van rauwe vis die op verschillende manieren gesneden kan zijn. Plakjes, blokjes, schijfjes of snippers. Dat hangt af van de soort vis en van de manier waarop het gerecht wordt opgediend. In Japan is de presentatie van het gerecht net zo belangrijk als de smaak - ieder gerecht ziet er uit als een schilderijtje. De kunst van het snijden is voor een Japanner dan ook een kunst met een grote K waar hele leerboeken over volgeschreven zijn. Tonijn (magoero) is wel de populairste vis om rauw te eten. Toch is er nog een andere vissoort die een heel speciale reputatie geniet op dit gebied. Dat is de foegoe de kogelvis. De ingewanden van dat dier bevatten een dodelijk gif. Alleen speciaal gediplomeerde koks mogen die vis bereiden en daarom is sasjimi van foegoe welhaast het duurste voedsel van Japan geworden. Nederlanders zijn ook Scandinaviërs grote haringeters. Ook zij hebben een voorkeur voor ongekookte haringen, maar ze leggen die visjes op een heel bijzondere manier in: met azijn, allerlei kruiden en specerijen. Tenslotte zijn ook de Scandinaviërs, net als wij, zeevaarders met een eeuwenoude reputatie. De ingelegde stukjes haring uit Zweden die wij kennen onder de naam gaffelbitter hebben wereldfaam weten op te bouwen. Maar bij het fameuze Zweedse buffet, het smorgasbord, eet men nog veel meer soorten gemarineerde sill of stromming, zoals de haring uit de Oostzee wordt genoemd. Voor de wereldberoemde zalm kent men in Scandinavië een bereidingswijze die eigenlijk nergens anders wordt toegepast Gravad lax, ook wel gravlax geschreven, betekent letterlijk „begraven zalm". Dat is een onovertroffen heerlijk eten van op speciale manier gemarineerde zalm. Een gerecht uit Norland, het noordelijke deel van Zweden, waar van oudsher veel zalm springt in de talloze meertjes. De vis, waaruit graten en ingewanden zorgvuldig zfjn verwijderd, wrijft men in met een mengsel van zout suiker en wat peper. Er komt ook een flinke portie verse dUle aan te pas. Goed samengeperst onder een steen dient de vis minstens 48 uur begraven te worden. Tegenwoordig zet men zo'n zalm natuurlijk in de koelkast Snij dan de gemarineerde vis schuin in dunne plakjes, verwijder het vel en bak dit even in de koekepan. Serveer dat apart Geef er een saus bij van milde mosterd, olie, azijn en gehakte dille. (GPD) Hij zou opvliegend zijn, gierig en geniaal. Hij zou eigengereid en koppig zijn en zo rijk als Croesus. Hij wordt j bewonderd, maar ook verguisd. Bedoeld wordt I Ennio Morricone, de thans 54-jarige Italiaan die de muziek maakte voor ruim driehonderd films, waaronder de legendarische spaghetti-western Once upon a time in the West van Sergio Leone. Van die filmmuziek werden miljoenen grammofoonplaten verkocht. Elf jaar lang heeft de schijf in de elpee-hitparade gestaan; pas onlangs is zij eruit verdwenen. De Verdi van deze eeuw, zoals Morricone wel wordt bewierookt, bewoont met vrouw en vier kinderen een kapitaal pand in hartje Rome. Hij werkt van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat, heeft een zeldzame angst voor terreurorganisaties en rijdt bij voorkeur in een krakkemikkige Dyane. Veel meer is er over de maestro niet bekend. Morricone schuwt de publiciteit en mijdt journalisten omdat hij van domme vragen nerveus wordt. Morricones stilzwijgen kan echter niet verhoeden dat er elke twee maanden een twintig pagina's dik tijdschrift over hem wordt samengesteld. Dat gebeurt op een bovenkamer in het landelijke Roelofarendsveen: het domein van Martin van Wouw, een zesdejaars student klassieke talen die nu al tien jaar idolaat is van de componist en arrangeur. Hy dweept zelfs zozeer met Morricone dat hij Italiaans is gaan leren om met hem te kunnen converseren. Centen jaarlijks stelt Van Wouw (23) pogingen in het werk om zijn idool te ontmoeten. Dat is hem nu zo'n tien keer gelukt. En telkens uit hoofde van Morricones enige fanclub. Behalve stichter is Martin daar ook voorzitter van. De club heeft nu ruim honderd leden verspreid over de hele wereld. Zij betalen jaarlijks vijfentwintig gulden als bijdrage in de kosten van het fanclubblad Musica Sul Velluto, ofwel Muziek op Fluweel. "Jog geen rijksdaalder per maand bedraagt de contributie dus. „Maar Morricone vindt dat bedrag te hoog", zegt Martin. „Hij is dan ook geen lid. Hij vindt het wel leuk dat de fanclub bestaat, maar lid worden? Nee. De man heeft waanzinnig veel geld, is de rijkste inwoner van Rome - al jaren, want dat wordt elk jaar in de Romeinse kranten gepubliceerd maar een cent steken in dit blad? Ho maar, dat doet hij absoluut niet." We hebben bijvoorbeeld eens een Morricone-special geblaakt. Daar wilde hij graag vijftig exemplaren van hebben, maar dan wel tegen gereduceerde prijs omdat hij er dus vijftig nam. En als het even kon, wilde hij ze nog gratis hebben ook, als presentexemplaar. Toen puntje bij paaltje kwam heeft hij ze dus niet genomen omdat hij ervoor moest betalen. Hij zit ontzettend op zijn centen. Woont heel riant in een huis met dertig kamers en verdient geld bij de vleet. Maar juist de kleinere uitgaven kunnen niet. Hy is wel bereid een paar miljoen lires te betalen voor een eigen muziekstudio, maar een paar gulden voor ons blad, daar prakkizeert hij niet over. Terwijl hij dus elke dag een veelvoud daarvan aan rente ontvangt van al het geld dat hij op de bank heeft staan." ïrieven ran de ruim driehonderd filmcomposities die Morricone heeft geschreven, zijn er ongeveer tweehonderd vijftig op plaat uitgebracht. Daar zitten veel zeldzame platen bij; schyven die nergens meer te krijgen zijn, of alleen in Italië. In dat land heeft Martin dan ook de meeste van zijn Morricone-platen op de kop getikt. Hij bezit er nu zo'n honderdzestig. )aarpaast heeft Martin nog enige tientallen cassettes met Morricone-muziek en is de Italiaan aanwezig op zijn T-shirt, op balpennen, visitekaarijes en posters van films waar hij de muziek voor maakte. Boven Martins bed hangt een kranteknipsel van een van Morricones zeldzame interviews. En in een la koestert hij een drietal brieven die de grootmeester hem heeft l Ex,,. y Fanatici zijn er in vele variëteiten. Zo ook op het gebied van de filmmuziek - en in het bijzonder die van de Italiaanse goudhaan Ennio Morricone, die ruim driehonderd films van een fraaie deun voorzag. De schatrijke Morricone mag dan te gierig zijn om een paar gulden voor zijn eigen fanclubblad neer te tellen, dat neemt niet weg dat de 23-jarige Martin van Wouw uit Roelofarendsveen hem al tien jaar lang adoreert en voor hem zelfs Italiaans heeft geleerd. Martin is dan ook de stichter en voorzitter van Morricones internationale fanclub. Als het even kan brengt hij jaarlijks een bezoekje aan de grootmeester, al duurt zo'n visite nooit langer dan tien minuten. Want tijd is geld klassiek is of country western, rock of blues, het maakt niet uit. Hij sluit zich precies aan bij de trend van de tijd." ,Hij doet dat trouwens met een souplesse waar je versteld van staat. Dat verklaart ook waarom hij twaalf tot vijftien films in één jaar kan doen. Maar Morricone zegt gewoon: Bach leverde ook elke dag een nieuw stuk muziek, dus waarom ik niet?" Notaris Bij het zien in 1973 van de spaghetti-western My name is nobody raakte Martin van Morricone in de ban. Het eerste wat hij van hem aan de weet kwam, waren diens adres en telefoonnummer. Dat gebeurde vier jaar later in een Romeinse telefooncel. „Morricone was toen in het buitenland, anders was ik wel langsgegaan." Het jaar daarop had Martin meer geluk. „Ik mocht toen langskomen in de studio en ik had ook voor een tolk gezorgd, maar die kwam niet opdagen. Dat werd dus een nogal genante vertoning. Ik kon geen woord met hem wisselen en Morricone was wel vriendelijk, maar hij maakte wel duidelijk dat ik de volgende keer een tolk moest meenemen of zelf Italiaans moest leren." „Ik heb daar toen maar mijn bijvak van gemaakt en de vierde keer kwam het grote moment dat ik bij hem thuis mocht komen. Hij woonde toen nog in een groot landhuis buiten de stad. Maar toen ik daar kwam moest hij plotseling naar de notaris. Of ik het bezwaarlijk vond om op weg daarnaartoe met hem te praten? Wij dus in zijn Dyane vol deuken Rome in. Hij heeft ook een luxe Citroen maar daar rijdt hij liever niet in, want die vindt hij te opvallend en hij is doodsbenauwd voor aanslagen. Daarom is hij later ook naar het centrum van Rome verhuisd, vlakbij het politiebureau. Daar voelt hij zich veel veiliger." „Maar Morricone is heel beleefd moet ik zeggen, dus hij keek me tijdens het rijden steeds aan. Maar toen gebeurde het dus. Boem. Hij knalde bovenop een remmende auto. Zelden heb ik door Sjak Jansen iemand zo rood zien worden en zo horen vloeken. Tegen de gedupeerde begon hij toen te tieren; waar die het lef vandaan haalde om zomaar te gaan remmen. En hij schreeuwde dat hij een belangrijk burger was en veel connecties had. Later heb ik nog moeten getuigen dat het zijn schuld niet was. Tja, zonder meer is dat mijn meest stormachtige ontmoeting met Morricone geweest." Tien minuten Als hij hem in studio ontvangt, is dat volgens Martin altijd tussen de bedrijven door. „Het lijkt dan of hij de tyd voor je neemt, maar het kan nooit langer dan tien minuten duren. Hij is wel vriendelijk, maar in de omgang toch vrij moeilijk. Hij is heel ongeduldig en opvliegend moet ik zeggen, en hij weet dat hij belangrijk is. Daar speelt hij ook op. Hij is de baas, hij is de gezaghebbende figuur. Tegenspraak duldt hij niet en dat maakt het af en toe heel moeilijk om met hem te praten." Moeilijk om mee te praten en dat is nog vriendelijk uitgedrukt. Maar de ware bezeten fan laat zich niet afschrikken door een regenbuitje. Martin heeft diverse gesprekken met Morricone op cassette opgenomen. Op een ervan beluisteren we een woede-uitbarsting van de maestro die hem toebijt: 'Waarom vraagje iets, waar je niets van weet?' Ook by technici, weet Martin, is Morricone niet al te populair. Getapt is hij evenmin bij Franco de Gemini. Deze bespeelt zo indringend de harmonica op Once upon a time in the West, het onderdeel dat de plaat bij menigeen zo in de smaak heeft doen vallen. „Het was Franco's vondst dat de harmonica op de plaat zo apart klinkt", stelt Martin. „Maar de credits daarvoor heeft hij van Morricone nooit gekregen. Daar is-ie te gierig voor. En bovendien meent hij dat ze hemzelf toekomen omdat hy vond dat er een harmonica in moest." Morricone stamt uit een modaal gezin. Om zijn studie aan het conservatorium te bekostigen, speelde hy in zijn vrije tyd trompet, piano en orgel in cafeetjes. Filmmuziek heeft altijd zijn voorkeur gehad omdat hij daarin zijn talloze muzikale ideeën het gemakkelijkst kwyt kan. Zijn enige voorwaarde om aan een film mee te werken is dat hij de regisseur aardig moet vinden. „Vindt hy dat niet", vertelt Martin, „dan zal hij dat niet zeggen, maar vraagt hij een dermate hoog honorarium dat ze hem gewoonweg niet kunnen nemen. Zo diplomatiek is hij wel." Korter „Ik heb hem dus wel eens bezig gezien. Dat hij in de studio het orkest stond te dirigeren, terwijl op de achtergrond de film werd geprojecteerd. Er was toen een scène waarbij de muziek tien seconden te lang duurde. Wat gebeurde? Morricone stopt de zaak, brengt uit pure improvisatie twee krabbeltjes aan op de partituur en voilé: de muziek was precies tien seconden korter, terwyl je dat niet hoorde. De melodie bleef gewoon doorlopen. De muziek leek in alle opzichten hetzelfde, terwyl die dus echt tien seconden korter was gemaakt Je begrijpt: ik stond versteld. Ongelooflijk knap vind ik zoiets." „Je moet hem op zo'n moment natuurlijk niet storen. Want gegarandeerd dat hy dan uit zyn slof schiet Vraag hem ook vooral niet wat hem al honderd keer is gevraagd. Daar kan hij absoluut niet tegen. Bovendien ontbrandt hy toch al zo gauw. Toen hij voor het eerst kwaad werd, schrok ik daar erg van. Maar een idool is een idool, kennelijk accepteer je daar gewoon alles van. Dan kun je ook niet helpen, dat zit nou eenmaal in je." „In september, als ik geld heb, hoop ik weer naar Italië te gaan en zal ik hem weer opbellen om een afspraak te maken. En dan hoop ik dus maar dat hij aanwezig zal zyn. Hy kan het land uit zijn, in Amerika zitten of met vakantie zyn. Maar tot nog toe heb ik veel geluk gehad dat hij er elke keer was...." Gevoel Zijn liefde voor Morricones muziek is volgens Martin zuiver een kwestie van gevoel. „Hij heeft een aantal pakkende thema's geschreven. Maar hij heeft ook heel veel dingen op de plaat gezet die werkelijk het aanhoren niet waard zijn. Die draai je één keer en daarna nooit meer. Dat is echte avantgarde-muziek; daar houdt hij nogal van." „Ik ben dus niet een fan omdat hij mooie en goed in het gehoor liggende muziek schrijft. Ik vind het wel leuk als dat er regelmatig tussen zit. Nee, wat ik zo goed vind is dat hy met zijn muziek bij een bepaalde scène altijd de juiste toon weet te kiezen. Daar is hij uniek in." „Hoor je bijvoorbeeld John Williams, dan is dat altijd hetzelfde. Maar Morricone verstaat de kunst om elke emotie weer op een heel andere manier weer te geven: de ene keer met een heel groot strijkorkest, de andere keer met synthesizers of met volkomen a-melodieuze muziek." „Het is wel zo dat ik niet alles van hem even goed vind. Ik ben zelf Ennie Morricone: vakmanschap buiten kijf. (foto RCA) een liefhebber van zijn romantische muziek, maar dat Morricone in die a-melodieuze muziek iets herkenbaars weet te leggen, vind ik wel heel knap. Dat spreekt mij heel erg aan. Vandaar dat ik zelf wel eens een plaat opzet met a-melodieuze muziek en daar dan met genoegen naar kan luisteren." ,Het typische is dat Morricone zelf alleen maar avantgarde wil maken. Die melodieuze muziek, waardoor hij zo bekend is geworden, vindt hij maar commercieel gedoe. Hij componeert dat alleen maar, zegt hij, omdat hij geld moet verdienen. En dat doet hij dan ook. In stromen." Stem Dat Morricone veelvuldig gebruik maakt van dezelfde instrumenten is volgens Martin slechts gedeeltelijk waar. „Hij heeft misschien een voorkeur voor de hobo en de klarinet. En de menselijke stem gebruikt hij ook erg graag. Dat vindt hij het mooiste en volmaakste instrument omdat die uit de diepte van ons lichaam komt. Hij vindt dat het geluid van het leven zelf. Een geluid ook dat overal inzetbaar is." „Morricone is daarnaast dol op Für Elise. Hij mag er graag een stukje klassiek tussendoor gooien. Maar mooie thema's kan eigenlijk iedereen componeren. Wat Morricone zo bijzonder maakt is zijn bedrijvigheid in het arrangeren. Dat zal hij nooit en te nimmer door een ander laten doen. Dat is heiligschennis voor hem. Als een componist iets componeert moet hij het ook kunnen arrangeren, zegt hy want daarin kun je herkennen wat hij werkelijk kan." „Maar het hele fijne uitgewerkte kan alleen Morricone. Na hem is er een soort Italiaanse school ontstaan die hem imiteert. Sindsdien wordt hij veel nagedaan met die fluit ertussendoor en een mannenkoor. Maar toch benadert niemand het vakmanschap dat Morricone heeft. De man is werkelijk een genie. Hij kan in elk genre muziek componeren. Of het nou geschreven. Dag in, dag uit is de Roelofarendsvener met Morricone bezig en dat was al zo op de middelbare school in Leiden. Daar had hij de bijnaam Ennio-hoor-hem-komen vanwege het geklak van zijn Mexicaanse laarsjes op de marmeren vloer. En 10 november is voor Martin altijd een heel bijzondere dag omdat de toonkunstenaar dan jarig is. Gelet op Morricones verbazingwekkende produktiviteit wordt hem wel eens het verwijt gemaakt dat hy muziek-per-strekkende-meter schrijft, maar volgens Martin berust deze kritiek op onwetendheid. Om dat te bewijzen grijpt hij naar zijn platen en zet er een op. Daarna nog een. En andermaal een. Nu deze nog. En dit stukje dan? Ja, ook van Morricone, dat had je niet gedacht hè? Het blijft het oude liedje: hoe vertel ik het mijn medemens? Martin van Wouw: "Altijd de juiste toon, dat vind ik het geniale"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 25