Botha's "hervorming" staat lelijk op de tocht "Ik sta dus niet alleen" Jan Nico Scholten en de vraagtekens rond een economische boycot ZATERDAG 30 APRIL 1983 Het Zuidafrikaanse apartheidsbewind van premier Pieter Botha staat aan de vooravond van zijn ongetwijfeld zwaarste krachtproef. Dinsdag 10 mei worden in een aantal districten van het noordelijke Transvaal verkiezingen gehouden en het moet wel gek lopen als de Conservatieve Partij van Andries Treurnicht daar niet als overwinnaar uit de bus komt. Gebeurt dat, dan zal Treurnicht feller dan tot nu toe aandringen op algemene verkiezingen. En lukt ook dat, dan lijkt het lot van Botha bezegeld. Pieter Botha stak vier jaar geleden in een veel geciteerde rede zijn nek uit voor een verzachting van het apartheidsregime dat de blanke minderheid vooral rechten en de zwarte meerderheid voornamelijk plichten toekent. Tot ingrijpende hervormingen is het sedertdien nog niet gekomen. Maar zelfs de kleine "successen", zoals de erkenning van zwarte vakbonden en hun recht op vrije onderhandelingen over lonen en meer banen, hebben zowel binnen als buiten Botha's Nasionale Party de ijzervreters in de gordijnen gejaagd. Zetels De oppositionele gemoederen raakten nog meer verhit toen Botha de Volksraad, het Zuidafrikaanse parlement, initiatieven voorlegde die kleurlingen en Indiërs parlementszetels in het vooruitzicht stellen. Dat zou in het uiterste geval kunnen betekenen dat de blanke regering gekleurde ministers zou moeten opnemen. Botha heeft weliswaar benadrukt dat dat nu ook weer niet meteen de bedoeling is, maar zijn tegenstanders hebben al voorgerekend dat binnen vijftig jaar het aantal kleurlingen zo sterk zal zijn toegenomen, dat zy Extra De pragmatische hervormingsplannen van de Zuidafrikaanse premier Botha hebben de voorstanders van het apartheidsregime niet onberoerd gelaten. Maar ook als Botha volgende week bestand lijkt tegen de oppositie, zal de zwarte bevolking er nauwelijks vruchten van plukken. Een analyse van het Uur der Waarheid. En aansluitend een interview met Jan Nico Scholten over de vraag of Nederland alsnog eenzijdige economische sancties tegen Zuid-Afrika moet treffen. door Ton van Brussel Soweto 1976: ziet de Zuidafrikaanse regering nog kans de nieuwe onvre de op tijd te kanaliseren (foto ANP) in staat zullen zijn de blanken getalsmatig te overschaduwen. Botha houdt vol in de integratie van kleurlingen geen bedreiging te zien voor het voortbestaan van het huidige Zuid-Afrika, mits maar aan de voorwaarde is voldaan dat de (gedwongen) verhuizing van de zwarte meerderheid naar de tien daarvoor aangewezen zogeheten "thuislanden" onverminderd voortgang vindt. Cynische waarnemers wijzen er daarom op dat het weinig uitmaakt of Botha zijn oppositie kan weerstaan. Zij omschrijven zijn "verlichting" als een schijnvertoning die het isolement van de zwarten op termijn alleen maar versterkt, terwijl onder zijn tegenhangers de zwarten al meteen zullen weten wat hun plaats is en blijft. Volgens plan heeft de Volksraad twee maanden de tijd om over de initiatieven te beraadslagen, maar Transvaal kan de kwestie in een stroomversnelling brengen. Botha weet dat en wil de dreiging van algemene verkiezingen van zich afhouden door eerst een referendum uit te schrijven om na te gaan hoe de blanken over zijn plannen denken. Mocht dat op een vernietigend oordeel uitlopen, dan kan hij met zijn Nasionale Party doorregeren en proberen compromissen te ontwerpen die meer genade vinden. Bitter Voor Botha is het van belang dat niet alleen zijn eigen partij en naar verluidt ook zijn kabinet verdeeld is, maar dat de progressieve partij van kleurlingen en Indiërs evenmin met zijn suggesties uit de voeten kan. In het progressieve kamp tekenen zich twee stromingen af. De ene is vierkant tegen de hervormingen omdat kleurlingen en zwarten daarin tegen elkaar worden uitgespeeld. De andere stroming koestert de hoop dat de aanpassingen het pad zullen effenen voor verdergaande veranderingen in de toekomst. De zwarten zijn vooral de bittere toeschouwers van de ruzie tussen de partijen in het machtscentrum. Voor hen spreken hele andere feiten. De afgelopen jaren zijn steeds zo'n 250.000 zwarten naar de thuislanden gedwongen. Volgens officiële ramingen van de Verenigde Naties laten de leefomstandigheden daar zeer te wensen over en leeft eenderde van de zeventien miljoen zwarten in de tien thuislanden zelfs onder ontoelaatbaar barre omstandigheden, zonder goede behuizing, zonder water, zonder middel van bestaan en zonder gezondheidszorg. Voor de "thuislanden" is vijftien procent van het Zuidafrikaanse grondgebied uitgetrokken, maar op dit moment woont de helft van de totale bevolking er al. De grond is de slechtste van het land en biedt nauwelijks mogelijkheden voor landbouw. Van de beloofde industrialisatie komt niets terecht. Steunprogramma's van de regering leveren nauwelijks resultaat op. Zo zijn de afgelopen tien jaar honderdduizend zwarten naar het thuisland Ciskei verhuisd, terwijl in dezelfde periode niet meer dan drieduizend nieuwe banen beschikbaar kwamen. De VN signaleert in de thuislanden een van de hoogste sterftecijfers van Afrika, de helft van kinderen onder de vijfjaar. Pragmatisch Botha wekt niet de indruk zich met hun lot begaan te voelen. Aan de basis van zijn hervormingsvoorstellen ligt dan ook niet zozeer een humanitair standpunt, maar veel meer een uit de nood van de economische recessie geboren pragmatisme. Zuid-Afrika staat er economisch voor de tweede keer in zeven jaar heel slecht voor en dat is niet alleen te wijten aan de wereldrecessie, maar belangrijk beïnvloed door het onvermogen van de blanke minderheid om de economie draaiende te houden. Het Internationaal Monetair Fonds stemde onlangs in met een lening van 1,1 miljard dollar om de Zuidafrikaanse regering in staat te stellen de problemen het hoofd te bieden. Die hulp, waarop met name de Verenigde Staten hadden aangedrongen, was omstreden, maar het fonds trotseerde kritiek uit kringen van de anti-apartheidsbeweging met een verwijzing naar de statuten, die aangeven dat steunverleining een technisch en geen politiek karakter draagt. Maar de reden dat om geld moest worden gevraagd was juist dat de internationale bankierswereld zich steeds meer van Zuid-Afrika afwendde omdat de binnenlandse situatie als "instabiel" werd beoordeeld en er daardoor aan kredietverlening te veel risico's verbonden zouden zijn. In dit verband was het zeer de vraag of Zuid-Afrika wel aan de technische criteria van het IMF voldeed, want ook daarin speelt stabiliteit een rol. De blanke beroepsbevolking is niet alleen beperkt, maar mist ook voldoende scholing en kennis. Daarentegen groeit het leger zwarte en gekleurde jeugdwerklozen die niet aan banen kunnen komen. Val Verschillen, die de bloedige onlusten van '76 weer in herinnering roepen, toen in Soweto tienduizend jongeren de straat opgingen uit protest tegen de werkloosheid. Soweto bleef niet zonder gevolgen in andere delen van het land. Onder de jeugd valt nu wederom een groeiend onbehagen waar te nemen en het moet bijna worden uitgesloten dat de Zuidafrikaanse regering die onvrede op tijd weet te kanaliseren. Paradoxaal genoeg zijn de critici van het Zuidafrikaanse regime het meest gebaat bij een val van Botha en de komst van een conservatief bewind. Eenmaal van de hervormingscosmetica ontdaan zal het ware gezicht van het apartheidsregime zijn uitwerking op het westen moeilijk kunnen missen. Het kabinet-Van Agt/Wiegel ging er bijna onderdoor. Het CDA werd erom verguisd. En nog is er niets be reikt. Twee coalities verder staat de tandem van CDA en WD opnieuw voor de vraag of Nederland eenzijdi ge economische sancties moet treffen tegen Zuid- Afrika. De WD wijst het Zuidafrikaanse apartheidssysteem weliswaar af, maar wenst dat niet vertaald te zien in eenzijdige boycotmaatregelen. Bij het CDA wordt dit standpunt door een bepaalde stroming onderschre ven. Maar het merendeel van de christen-democraten lijkt de weg van een Nederlandse boycot niet te schu wen. Een jaar na het roerige kamerdebat over een olieboycot tegen Zuid-Afrika (juni 1980) presenteerde het CDA een beleidsplan, waarin werd gepleit voor een olie-embargo, een importbeperking voor Zuid afrikaanse goederen en een investeringsverbod voor Nederlandse bedrijven in het land van Pieter Botha. Het kabinet-Lubbers heeft het plan in grote trekken aanvaard, zij het onder de uitdrukkelijke voorwaar de dat er een onderzoek moest komen naar de juridi sche en economische effecten van eenzijdige sancties. Maar dan nog: het CDA-plan is omkleed met een woud van voorwaarden. Internationale verdragen moeten worden gerespecteerd, "feitelijke ontwikkelingen en opvattingen" in zowat heel Afrika zijn van grote be tekenis, en voor eventueel in te stellen sancties geldt een "politiek doelmatige fasering". Het kan, kortom, nog een hele poos duren alvorens in Nederland tot een eenzijdige economische boycot wordt besloten. Niettemin: het eerste speldeprikje is al uitgedeeld. Twee weken geleden glipte een ambtelijke nota van Buitenlandse Zaken door de mazen der beslotenheid heen. Daarin worden eenzijdige sancties tegen Zuid- Afrika op praktische gronden afgewezen. Ze zouden in strijd zijn met internationale verdragen; boven dien zouden ze kunnen laiden tot Zuidafrikaanse te genmaatregelen op economisch gebied, met mogelijk schadelijke gevolgen voor ons land. Het kabinet, verdeeld als het is, zal de nota vrijwel ze ker naast zich neerleggen. Er komt een ander rapport met als mogelijke aanbeveling een eenzijdige inves teringsstop naar Zweeds model. Ook komt er een hoorzitting in de Tweede Kamer voor bedrijfsleven, vakorganisaties en andere belangengroeperingen. En dan opnieuw een kamerdebat. Wat het CDA-kamerlid Jan Nico Scholten betreft nog vóór de zomer. Een in terview. Na het debat van juni 1980 zag Jan Nico Scholten zijn aan zien bij een deel van de CDA- achterban aanzienlijk ver minderen. Zijn principiële keuze voor een eenzijdig olie embargo tegen Zuid-Afrika en daarmee tegen zijn eigen coalitie, bleek menig chris ten-democraat te hebben op gebroken. Hij werd in de be klaagdenbank gezet en ver ketterd. Maar: "Het heeft mijn stellingname in elk ge val niet aangetast. Ik ben in dertijd in bijzondere mate ge steund door de kerken. En ik ben - en ik zeg dat in alle be scheidenheid - op 5 novem ber vorig jaar vanwege mijn stellingname door de Ver enigde Naties onderschei den. Ik sta dus niet alleen" Een groot verschil met drie jaar ge leden is de sfeer waarin de poli tieke discussie over eenzijdige sancties tegen Zuid-Afrika straks zal worden gevoerd. In 1980 wees de niet immer uitblin kende WD-minist^r van buiten landse zaken Van der Klaauw een eenzijdig olie-embargo op louter politieke gronden van de hand. Zijn argumentatie was be perkt en dat bracht grote irritatie teweeg in de fracties van CDA en PvdA. Pas na het debat kwam de zakelijkheid. Eenzijdige economische sancties tegen het apartheidsregime ble ken in strijd met bestaande inter nationale verdragen. Zoals: het Benelux-verdrag, het EG-ver- drag en, blijkens de twee weken geleden uitgelekte nota van Bui tenlandse Zaken, ook het Alge meen Verdrag voor Tarieven en Handel (General Agreement on Tariffs and Trade). Scholten trekt dat overigens in twijfel: "Ik door Wim Wirtz heb van hoge functionarissen bij de EG en bij de Benelux zwart op wit de verzekering gekregen dat er geen onoverkomelijke pro blemen zijn bij het instellen van eenzijdige economische sanc ties". Olietransport - De Leidse hoogleraar volkenrecht Kooijmans constateerde een paar jaar geleden dat een eenzij dig olie-embargo in strijd is met letter en geest van het Benelux- verdrag. Het zou de gemeen schappelijke handelspolitiek doorkruisen en het vrije goede renverkeer belemmeren. De Bene lux-ministers zouden alleen una niem tot ontheffing van het ver drag kunnen besluiten en dan al leen nog maar als er vitale belan gen op het spel staan van een van de partners. "Maar hij heeft ook gezegd dat je wel het transport van olie naar Zuid-Afrika kunt verbieden. Dat zou je dan in elk geval al kunnen doen". - Dat soort sancties kan gemakke lijk worden ontdoken. Dat heb ben we bijvoorbeeld bij het toen malige Rhodesië gezien. "Zo gaat het met alles. Je hebt niet alles in de hand. Maar dat is ook niet het belangrijkste. De centra le vraag is of je medeplichtig wilt blijven aan de apartheid door economische transacties met Zuid-Afrika toe te staan". - Maar de strijdigheid met het Be nelux-verdrag? "Volgens myn informanten, en dat zijn hoge, zeer goed ingevoerde functionarissen, zijn er op dit punt geen onoverkomelijke be zwaren om eenzijdige sancties door de Benelux te krijgen. Wat we alleen moeten zien te berei ken is dat de Benelux er als ge heel achter gaat staan. En dat kan. De socialisten in België zijn so-wie-só voor een eenzijdige boycot, alleen de christen-demo craten, de CVP, zijn, net als bij ons, verdeeld. Maar ik heb goede hoop dat er in België een meer derheid voor te vinden zal zijn. En als België meedoet, komt Lu xemburg vanzelf'. Hypocrisie - Goed, maar dan nog zou er een strijdigheid zijn met het Alge meen Verdrag voor Tarieven en Handel (GATT). "Dat verdrag speelt naar mijn me ning geen rol. We hebben al eens een boycot van de EG gehad te gen Argentinië ten tijde van de Falkland-crisis, overigens een ui terst dubieus conflict. Toen kon het blijkbaar wel en was die boy cot ook niet in strijd met de GATT. Nu het om Zuid-Afrika gaat, zou het ineens niet kunnen. Ik geloof daar niets van". "Ja, natuurlijk. Met name de groot ste landen in West-Europa - Frankrijk, West-Duitsland en Engeland - houden samen met de Verenigde Staten hun econo mische belangen in Zuid-Afrika zorgvuldig in de gaten. Daarom zijn ze op dit moment niet te vin den voor sancties. Maar ik voor spel dat deze vorm van hypocri sie zal duren tot de zwarte bevol king van Zuid-Afrika zal op staan. Het verzet in Zuid-Afrika neemt nog steeds toe. Een posi tief aspect daarvan is dat het be drijfsleven dat inmiddels ook gaat inzien. En bedrijven zijn na tuurlijk niet gek, die investeren niet in een instabiel land. Je ziet het trouwens ook langzaam maar zeker komen bij regeringen. Thatcher heeft bijvoorbeeld al gezegd: voor mineralen moeten we alternatieven zoeken". "Maar intussen moet je wel vast stellen dat West-Europa zich conservatief en immoreel opstelt ten opzichte van wat er gebeurt in Zuid-Afrika. In heel zwart Afrika ervaart men deze houding als een laatste stuiptrekking van het westerse kolonialisme. De Organisatie van Afrikaanse Een heid maakt zich er woedend over en ervaart het als een regelrechte vernedering". Onbelemmerd "Maar wat het meest schrijnt - en ik wil dat per se kwijt - is dat Zuid-Afrika onbelemmerd zijn thuislandenpolitiek kan voort zetten. Als je ziet dat vijftig pro cent van de Zuidafrikanen in de thuislanden lijdt aan ziekte, aan armoe, aan sterfte, dan moet moet je concluderen dat er spra ke is van volkerenmoord. Het sprookje dat ze het goed zouden hebben, is belachelijk. Zuid-Afri ka is een politiestaat, waar de zwarte bevolking regelrecht wordt onderdrukt. In het westen wordt dat onvoldoende beseft". - Even terug naar de sancties. Het WD-kamerlid Keja verklaarde na een reis door Zuid-Afrika dat een eenzijdig economisch embar go zou leiden tot Zuidafrikaanse tegenmaatregelen die ons land 10.000 banen zouden kosten. "Dat geloof ik niet, dat is een fanta sieverhaal. Je zult het nooit pre cies weten. Maar ik denk dat we van een olie-embargo nauwelijks schade zullen ondervinden en ook niet van een importbeper king. Alleen een investerings stop kan iets betekenen voor in vesteringen van nieuwe bedrij ven. Maar als ik minister van bui tenlandse zaken was, zou ik een zijdige economische sancties verzilveren in de rest van Afrika. Met een boycot tegen Zuid-Afri ka kweek je in de andere Afri kaanse landen een hoop good will, waar je op economisch ge bied weer van kunt profiteren". "Voor mij persoonlijk is dat overi gens geen overweging. Sancties tegen Zuid-Afrika hebben een psychologische werking en zijn voor mij een kwestie van ethi sche politiek. En mag je in de po litiek nog principes hebben? Als een land niet van bepaalde ethi sche principes uitgaat, dan kun je je afvragen wat je nog in de politiek doet". Dialoog - Uw partij volgt, blijkens het CDA- beleidsplan, een ander spoor dan de WD. Die zegt: we moeten kri tische geluiden laten horen tegen over Zuid-Afrika, maar intussen moeten we de dialoog met dat land wel aanhouden. "Van de WD heb ik nooit kriti sche geluiden gehoord". - Ze hebben indertijd vragen ge steld naar aanleiding van de ge welddadige dood van Mkhize, de zwarte gemeenschapsleider in Driefontein. Jan Nico Scholten: "Er is sprake van volkerenmoord". - De WD zegt: een dialoog met Zuid-Afrika is beter dan het land te isoleren. "Ik moet erkennen: de dialoog is het wezenskenmerk van chris ten-democratische politiek. Maar er komt een moment waarop je moet vaststellen dat een dialoog niet werkt en dat Zuid-Afrika uitsluitend eenrichtingsverkeer wenst. Dat is een moment waar op je moet besluiten het met an dere middelen te proberen, met sancties. Ik ben overigens geen voorstander van een totaal isole ment van Zuid-Afrika. Want con tacten met vakbonden, kerken, kortom particuliere contacten in Zuid-Afrika wil ik blijven hou den. Maar het regime in dat land moet je niet gaan versterken door een dialoog. De WD heeft trouwens makkelijk praten. Want zij krijgen van Zuid-Afrika wel een visum en ik niet". Weggeëbd? - Denkt u niet dat de belangstelling voor sancties tegen Zuid-Afrika een beetje is weggeëbd onder druk van de economische recessie meer aandacht voor de porte- IntGTltiG monnee, voor de werkloosheid? - Maar je kunt toch niet zeggen dat de band tussen de kerken en het CDA zo vanzelfsprekend is. "Ik heb daar ook wel zorgen over als we de standpunten van de Raad van Kerken en de Wereld raad van Kerken onvoldoende in het beleid verwerken". - Het beleidsplan van het CDA gaat in de richting van eenzijdige sancties. Maar je kunt niet zeg gen dat het automatisch in sanc ties resulteert. "Er staan inderdaad volkenrechte lijke voorwaarden in, maar daar hebben we het net over gehad. Waar het plan duidelijk in voor ziet is een olie-embargo, een im portbeperking en een investe ringsstop. Alleen denk ik dat de uitvoering van dit soort maatre gelen nu wat geleidelijker zal gaan. In het plan wordt gespro ken van fasering. Maar waar het mij vooral om gaat is dat je met de besluitvorming over sancties tegen Zuid-Afrika een bepaalde richting opgaat. Als ons land zich hiervoor uitspreekt zal dat z'n ef fect niet missen". "Het debat van juni 1980 was in derdaad een hoogtepunt en alles gaat met golfbewegingen. In zoverre hebt u gelijk: de belang stelling is na het debat een beetje verdwenen. Aan de andere kant: er is geen jaar geweest dat de steun van vooral de kerken voor sancties tegen Zuid-Afrika zo sterk wós als in 1982". - Maar zo'n richting, daar kun je jarenlang over doen. Het kan zelfs over deze kabinetsperiode worden heengetild. "Dat verwacht ik niet. Fasering is fasering. Die stel je in met een duidelijke politieke intentie, die je uitspreekt. En ik kan me niet voorstellen dat daarvoor nu geen meerderheid te vinden zou zijn".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1983 | | pagina 19